Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over de economische impact voor Vlaanderen van het eenzijdig opzeggen door Amerikaans president Trump van het Joint Comprehensive Plan of Action
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, in 2015 kwamen de Verenigde Staten, Rusland, China, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en de Europese Unie met Iran tot een akkoord over het Iraanse nucleaire programma. Dit zou worden herzien en afgebouwd, waardoor de andere staten bereid waren de economische sancties op te heffen.
Het akkoord en het opheffen van de sancties tegenover Iran bespraken we tijdens de commissievergadering van 26 januari 2016. Ik stelde toen specifiek de vraag naar de consequenties voor de goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik, goederen en technologieën die gebruikt kunnen worden voor de verrijking of opwerking van uranium of zwaar water, wapens en militair materiaal.
Er heerst tot op vandaag nog steeds een verbod op de uitvoer van bepaalde dergelijke goederen naar Iran – wijzigingen in bijlage 3 van de verordening 267/2012 – en bepaalde producten die dicht aanleunen bij dual use, maar niet vergunningsplichtig zijn, waren dat wel voor Iran. Ook blijft het verboden om met een aantal personen of entiteiten in Iran handel te drijven.
De VS besloot begin mei zich terug te trekken uit de deal en opnieuw economische sancties, ‘de zwaarste in hun soort’, in te voeren. Iran kondigde daarop aan dat zij blijven vasthouden aan het bestaande akkoord, net zoals de Europese Unie.
Minister-president, welke impact zal deze ontwikkeling hebben op de Vlaamse bedrijven? Er worden, sinds de opheffing van de sancties, vergunningen verleend om dual-usegoederen uit te voeren naar Iran. Welke impact zal de beslissing van de VS hierop hebben?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, in oktober-november 2016 hebt u een zakenreis begeleid naar Iran. U hebt een aantal nuttige contacten kunnen leggen om na te gaan of een aantal Belgische en Vlaamse bedrijven toegang zouden kunnen krijgen tot de Iraanse markt. Nu is er jammer genoeg de beslissing gekomen van de Amerikaanse president om een einde te maken aan de Irandeal.
Minister-president, mijn vraag is in grote lijnen dezelfde als die van collega Soens: hoe schat u de impact in van de beslissing van de Amerikaanse president om zich terug te trekken uit de deal op een aantal zakelijke contacten en contracten die zijn aangegaan?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega's, het nucleaire akkoord van 2015 heeft zowel voor Iran als voor de internationale handel en Vlaanderen positieve effecten gehad. Tot aan de nucleaire deal en het verminderen van de sancties, was Iran er economisch zeer slecht aan toe. Het land was ook jaren afgesloten van allerlei nieuwe technologieën en nieuw equipment.
In 2012 werd nog een negatieve groei opgemeten van 7,71 procent. Het land kende in 2015 – het jaar waarin de Irandeal werd gesloten – nog een negatieve groei van 1,59 procent. Na het verlichten van de economische sancties werd een positieve groei van 12,52 procent gemeten in 2016, en in 2017 kwam er nog eens 4,28 procent bij.
Ten opzichte van vijf jaar geleden, voert Vlaanderen nu 2,5 keer meer uit naar Iran. De uitvoer in 2012 lag op ruim 216 miljoen euro. In 2017 lag die op 548,5 miljoen euro. Dat is dus een zeer grote stijging. Je kon ook verwachten dat dit een effect zou hebben op de situatie binnen Iran waarbij er meer liberalisering zou zijn, waarbij gematigde krachten meer steun zouden krijgen binnen het regime, maar diplomatieke bronnen zeggen ons dat als de nucleaire deal ophoudt te bestaan, waarschijnlijk de omgekeerde evolutie te verwachten zal zijn en er een versterking van de meer extreme krachten zal zijn.
Ik betreur ook de beslissing van president Trump. De opzegging van de nucleaire deal zal op heel veel vlakken een impact hebben. Er is uiteraard de handel, maar daarnaast is er het geopolitieke aspect met betrekking tot de situatie in verband met China, Rusland en Turkije.
Naar mijn aanvoelen zullen de sancties wel degelijk effect hebben en de feiten bewijzen dit ook. De VS past het extraterritorialiteitsprincipe toe en beschikt over een machtig wapen. Geopolitiek kan dit een verschuiving betekenen in de richting van Russische en Chinese bedrijven die zich niet door de Amerikaanse sancties geviseerd voelen. Voor ons en voor heel de EU zullen die sancties effectief gevolgen hebben. Dat lijkt me als een paal boven water te staan.
KBC ondersteunde en financierde nog transacties, maar heeft laten weten dat niet meer te zullen doen. KBC zal zich beperken tot wat de ondersteuning van leveringen van humanitaire aard wordt genoemd. Het gaat dan om voeding, medicijnen of medisch materiaal. Daar moet dan nog een goedkeuring voor komen van het Amerikaanse Office of Foreign Assets Control. Het effect zal zijn dat er geen financiering is en dat de gestegen uitvoer en handelsbetrekkingen weer in elkaar zullen stuiken. Dat kunnen we verwachten.
Die sancties zijn ook zeer effectief. Ik heb hier opgeschreven hoeveel BNP Paribas Fortis onder het vorig sanctieregime heeft moeten betalen. Het gaat om 8,8 miljard euro, wat niet min is. Iedereen die via de VS handel drijft, wordt geviseerd. Voor West-Europa en onze bedrijven komt het er de facto op neer dat de handel zeer sterk zal terugvallen, met alle gevolgen die hieraan zijn verbonden. De EU heeft verklaard niet mee te doen en de handelsbetrekkingen open te houden, maar er zullen ook macro-economische gevolgen zijn. De Iraanse economie zal die effecten zwaar voelen. Sinds de opheffing van de sancties was er meer uitvoer.
De Amerikaanse beslissing zal geen impact hebben op de verlening van vergunningen voor dual-usegoederen. De economische sancties tegen Iran zijn immers nooit volledig opgeheven: ze zijn enkel versoepeld, voornamelijk voor de olie- en gassector. Zoals ik al eerder heb gezegd, is er nog andere relevante Europese regelgeving voor de verlening van vergunningen voor dual-usegoederen. Aan die regelgeving is niets gewijzigd. Er was al een heel strenge regeling.
De impact van de Amerikaanse bedrijven zal wellicht groter zijn indien onze bedrijven toch een vergunning zouden krijgen. De vraag is of ze nog een vergunning zullen vragen. Zelfs indien ze een vergunning hebben, is de vraag of ze die vergunning nog zullen gebruiken. Het is een veeleer theoretische vraag, maar met de bijkomende lijsten die de EU heeft opgesteld, blijft de regelgeving op dat vlak heel stringent.
Het is koffiedik kijken. We weten dat de EU niet akkoord gaat en tegenmaatregelen heeft aangekondigd. De vraag is echter zeer groot of die maatregelen enig effect zullen sorteren.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat het belangrijk is vanuit Vlaanderen, belgië en de EU te blijven vasthouden aan die nucleaire deal met Iran. We mogen Iran op die manier niet isoleren. De vraag is natuurlijk wat de impact zal zijn. Als ik, bijvoorbeeld, kijk naar de dual use-goederen voor bedrijven die nu de Amerikaanse en de Iraanse markt bedienen, vermoed ik dat de VS niet happig zal zijn op die bedrijven die nog onder de sancties zouden kunnen vallen. De vraag is in hoeverre het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT) en de dienst Controle Strategische Goederen nu zicht hebben op de bedrijven die mogelijk door de Amerikaanse sancties zullen worden geïnfecteerd. Hebben we daar vandaag al meer zicht op?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik vind het natuurlijk belangrijk dat de EU vasthoudt aan de Irandeal, maar ik denk dat het duidelijk is dat dit vooral een principiële politieke beslissing is. Vanuit dat oogpunt is dit belangrijk, maar vanuit economisch oogpunt zal het in de feiten bijna onmogelijk zijn om de Vlaamse economische belangen langs Europese weg af te schermen van de sancties die de bedrijven vanuit Amerikaanse hoek mogelijk kunnen oplopen. Onze vrijhandel met Iran, in die mate dat de handel werd versoepeld, zal daar zeker onder lijden.
Minister-president, tot slot deel ik uw mening dat het opzeggen van de Irandeal ten voordele van de extreme krachten en ten nadele van de gematigde krachten in Iran zal zijn. Daar zijn we allemaal zeker niet bij gebaat.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Wat de dual-usegoederen of welke goederen dan ook betreft, ben ik van mening dat er nog nauwelijks handel zal zijn. De EU heeft aangekondigd de blokkeringsverordening in werking te stellen, wat in 1996 ook met betrekking tot Cuba is gebeurd. Vanwege de impact die de Amerikaanse maatregelen de facto hebben, zal dit nauwelijks effect hebben. De verwachting is dan ook dat de blokkeringsverordening, die de Europese Raad en het Europees Parlement nog moeten goedkeuren, in augustus 2018 in werking zal treden, maar nauwelijks effect zal sorteren.
Die verordening houdt onder andere in dat geen vonnis of gerechtshof uitvoerbaarheid zal geven aan maatregelen die de VS genomen heeft. Maar als je handel drijft met bedrijven in de VS, of als je afhankelijk bent van kanalen die via de VS lopen, weet je dat de facto één en ander geblokkeerd is. De eerste sancties gaan in op 6 augustus 2018. Alle contracten die daarvoor gesloten waren, kunnen nog uitgevoerd worden. Er is een tweede golf aangekondigd, die zou ingaan 180 dagen na de beslissing van 8 mei, namelijk op 4 november 2018.
Ik ga er dus van uit dat die handelsstromen zeer sterk zullen terugvallen. We weten dat de gehele Europese Unie het daar niet mee eens is. President Macron heeft daar ook fors tegen gereageerd. Total had een investering gedaan van 1 miljard euro in Iran. De facto is de macht van de VS zo groot dat we de gevolgen daar nu al van kennen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.