Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Het gaat inderdaad over de recreatievisserij, zoals dat in het Europees Parlement wordt genoemd. Wij noemen dat recreatieve visserij. Voor het gemak zal ik hier dus verder de benaming recreatieve visserij gebruiken.
Ik heb het daarnet al even aangehaald tijdens mijn betoog bij de vraag van collega Vandenberghe. Deze vraag om uitleg sluit deels aan bij die vraag, maar is iets uitgebreider.
In het Europees Parlement werd gisteren een resolutie gestemd over de stand van zaken van de recreatieve visserij in de Europese Unie. De voornaamste bevindingen in dat rapport zijn dat er een duidelijkere definitie moet komen voor de recreatieve visserij, dat er een beter onderscheid moet worden gemaakt met de commerciële visserij en dat er betere en meer data nodig zijn van de lidstaten om de impact van de recreatieve visserij op de visbestanden en de economie te kunnen nagaan en haar rol te bepalen ten opzichte van de commerciële visserij.
Minister, wat is volgens u een goede definitie van recreatieve visserij?
Volgens dit rapport moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen recreatieve visserij en semizelfvoorzieningsvisserij, wat wij semiprofessionele visserij noemen. De semizelfvoorzieningsvisserij wordt in Vlaanderen al eens bestempeld als een grijze zone wegens een ontbrekend wetgevend kader. Zijn er plannen om dit soort visserij wettelijk te ondervangen in Vlaanderen? Hoe staat u tegenover deze opsplitsing?
Verder moet sportvisserij volgens dit rapport anders worden gezien en moeten sportvissers hun vangsten kunnen verkopen of schenken aan charitatieve programma’s. Wat vindt u van dit voorstel? En wat zou dan de mogelijke impact zijn van dit voorstel op de commerciële visserij?
Dit rapport dringt er bij de Commissie op aan om steun te verlenen aan de ontwikkeling van de recreatieve visserij in de toeristische sector, aangezien die een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van de blauwe economie in kleine gemeenschappen, kustgemeenschappen en eilanden.
In Nederland worden er vanaf 1 mei 2018 drie windmolenparken op de Noordzee opengesteld voor doorvaart en medegebruik door sportvissers. Bepleit u toegang voor de sportvisserij binnen de zones van de windmolenparken? In de vergadering van de commissie Landbouw en Visserij van 28 februari zei u dat passieve visserij en aquacultuur in grote lijnen in de nieuwe windmolenparken zullen worden toegelaten. Welke opties worden er gelicht voor de recreatieve visserij in het nieuwe marien ruimtelijk plan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Vermeulen, er is een Europees voorstel van verordening, waarin ook een voorstel van definitie is opgenomen. Maar het is nog een voorstel en het wordt op dit moment dus nog bediscussieerd.
Wat staat daarin? Recreatieve visserij zijn niet-commerciële visserijactiviteiten die mariene biologische bronnen benutten voor recreatie, toerisme en sport. In Vlaanderen is er geen zelfvoorzieningsvisserij in de strikte zin dat de recreatieve visserij niet instaat voor de voorziening van de basisbehoefte van de recreatieve zeevissers. Het onderscheid tussen recreatievisserij en semizelfvoorzieningsvisserij lijkt voor België niet van toepassing. Bovendien is in de huidige wetgeving commercialisatie door de recreatieve visserij verboden. Het is belangrijk om dat te benadrukken.
Het verschil tussen beroepsvisserij en recreatieve zeevisserij in de Vlaamse regelgeving ligt in het al dan niet voorhanden zijn van een vergunning voor het vaartuig waaruit men vist. Als men het heeft over grijze of zwarte toestanden dan gaat het meestal over zaken die niet conform de regelgeving plaatsvinden. Het verbod tot commercialiseren van vangsten, zoals dat bij ons wordt bepaald, kan wat mij betreft verder worden aangehouden. Dat is ook conform de ideeën die in dit verband in de Europese Unie leven, zoals ik daarnet heb gezegd.
Dit is mede ingegeven vanwege de mogelijke concurrentie met de beroepssector. Ook het naleven van de handelsnormen en de voedselveiligheid is daar van groot belang.
Het Belgisch toegangsverbod tot de windmolenparken is er gekomen omwille van de veiligheid. De regelgever heeft een aantal jaren geleden niet-bestemmingsgerichte vaarbewegingen in de parken verboden. Ondertussen zijn de zaken geëvolueerd. Voor de nieuwe Belgische parken is bepaald dat de toegang voor passieve visserij en aquacultuur wordt toegelaten. In dat geval lijkt het me dat ook passieve recreatieve visserij in die gebieden zou moeten kunnen, maar dat is nog nergens bevestigd. Ik zal de bevoegde federale staatssecretaris De Backer vragen om dat te bekijken.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, u geeft inderdaad een mooie definitie van wat ik zelf ook als recreatieve visserij beschouw. In de resolutie van het Europees Parlement wordt er gevraagd om de verkoop mogelijk te maken naar charitatieve programma’s. Dat staat dan inderdaad opnieuw haaks op de definitie die u zelf weergeeft. Dat punt kan ik zeker niet volgen in de resolutie. We moeten inderdaad de juiste manier vinden om de recreatieve visserij in te passen in het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Dat is inderdaad nodig. Op dat vlak steun ik wel de resolutie van het Europees Parlement, namelijk dat er inderdaad meer aandacht moet gaan naar de recreatieve visserij, om dat als een belangrijke factor, ook als economische partner, in het gemeenschappelijk visserijbeleid in te passen.
Het stemt mij zeer tevreden dat u met uw federale collega De Backer zult praten. U mag hem mijn groeten doen.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Wel, als u dan toch bezig bent, minister, mag u ook mijn groeten overbrengen aan uw collega De Backer. Het is een positieve zaak dat u dat overleg hoog in het vaandel blijft dragen, vooral omdat we hier al meermaals hebben gevraagd om binnen dat marien ruimtelijk plan voldoende aandacht te hebben voor de professionele visserij en de visgebieden daar zoveel mogelijk voor te reserveren. De staatssecretaris heeft zich al laten ontvallen dat hij daar zeker oog voor zal hebben. Ik denk dat u dus bij hem aan het juiste adres bent om die zaak te bepleiten.
U stelt dat het voorstel van verordening op dit moment wordt besproken. Kunt u iets meer zeggen over de timing? Wanneer wordt de eventuele goedkeuring gepland? Of is dat voorbarig?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dat voorstel van verordening ligt op tafel. Het moet nog een hele weg afleggen. Het moet ook nog naar de Europese Raad en het parlement. Ik kan er dus geen vaste timing op kleven. Maar ik veronderstel dat dat in de loop van volgend jaar een definitief einde zal kennen. Het is een beetje in een glazen bol kijken. Er spelen heel veel verschillende belangen. Het vraagt dus een heel lang Europees overleg.
Ik zal zeker jullie groeten overbrengen, collega's.
De vraag om uitleg is afgehandeld.