Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, kinderen met een handicap of een beperking hebben vaak recht op een verhoogde kinderbijslag. De ouders vragen die tegemoetkoming aan bij een kinderbijslagfonds, dat de aanvraag doorstuurt naar de directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid, dat dan de nodige formulieren bezorgt. Het kind wordt uitgenodigd voor een medisch onderzoek om de handicap aan de hand van vastgelegde criteria vast te stellen. Dit wordt ingeschaald en de arts deelt zijn beslissing mee aan het kinderbijslagfonds. Het fonds verwerkt de beslissing en betaalt, als de aanvraag wordt goedgekeurd, de verhoogde kinderbijslag uit.
In de toekomst zal de Vlaamse overheid met een eigen inschalingsinstrument en niet meer met het instrument van de FOD Sociale Zekerheid bepalen of kinderen recht hebben op een verhoogde kinderbijslag. Het voordeel van dat instrument zou erin bestaan dat de integratie met andere handicapspecifieke ondersteuning beter zou verlopen. Ik heb vernomen dat de andere regio’s wel met de FOD Sociale Zekerheid zullen blijven samenwerken.
Minister, hebt u er al zicht op hoe dit instrument er concreet zal uitzien? Op welke wijze zal het recht op verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een beperking in Vlaanderen worden geopend? Wat gebeurt er indien een kind van een regio naar een andere regio verhuist? Moet dan opnieuw een erkenning worden aangevraagd of wordt een vorm van equivalentieregel toegepast?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, zoals in de conceptnota ‘Voor elk kind en elk gezin een groeipakket op maat’ is bepaald, zal in eerste instantie de bestaande attestering volgens het driepijlersysteem worden voortgezet. Het basisondersteuningsbudget (BOB) wordt immers automatisch aan de attesten voor de verhoogde kinderbijslag vanaf twaalf punten gekoppeld.
Om de continuïteit te kunnen blijven garanderen, zal Vlaanderen dus nog een tijdje gebruikmaken van de medisch-sociale schaal die thans wordt gebruikt door de directie-generaal Personen met een handicap. De inschalingsprocedure zal, met andere woorden, identiek zijn aan de huidige werkwijze. Het recht op de zorgtoeslag voor een kind met een specifieke ondersteuningsbehoefte zal ook op dezelfde manier als nu kunnen worden geopend. Ouders zullen hun aanvraag voor een zorgtoeslag voor een specifieke ondersteuningsbehoefte kunnen richten tot hun uitbetalingsactor.
Op termijn zal de attestering van deze zorgtoeslag worden afgestemd op het inschalingssysteem van de Vlaamse sociale bescherming. Welk instrument in de toekomst zal worden gebruikt, wordt nog verder onderzocht. In dat verband kijken we met belangstelling uit naar de resultaten van het onderzoek naar het Belgisch screeninginstrument Resident assessment instrument (BelRAI) voor kinderen en jongeren en naar de ontwikkelingen van het zorgzwaarte-instrument (ZZI) in de sector van de personen met een handicap voor minderjarigen.
Met de betekening van de overname van de bevoegdheden inzake de gezinsbijslagen is ook het betrokken protocol opgezegd, waarin onder meer de opdracht tot inschaling en attestering aan de FOD Sociale Zekerheid was opgenomen. Kind en Gezin bereidt momenteel de regelgeving en de praktische uitwerking van de attestering voor. Deze voorbereiding verloopt uitermate zorgvuldig, aangezien heel wat afgeleide rechten worden toegekend op basis van de beoordeling van de specifieke ondersteuningsbehoefte voor de gezinsbijslagen. Deze afnemers moeten onveranderd een beroep kunnen blijven doen op de elektronische berichtgeving, zodat de afgeleide rechten gegarandeerd blijven. De besprekingen met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid daarover zijn lopende.
De aanvragen zullen nog steeds worden ingediend worden bij de uitbetalingsactoren, die de aanvragen aan Kind en Gezin zullen doorgeven. Kind en Gezin zal instaan voor de erkenning van de artsen die zullen instaan voor de beoordeling van de specifieke ondersteuningsbehoefte. Kind en Gezin zal instaan voor de verspreiding van het resultaat van deze beoordeling, waarna de uitbetalingsactoren over kunnen gaan tot de uitkering van de zorgtoeslag. Kind en Gezin zal in overleg treden met de FOD sociale Zekerheid om de concrete modaliteiten verder af te spreken. Indien nodig zal met de FOD Sociale Zekerheid een protocol worden afgesloten met de nodige afspraken voor deze overname.
De ontwikkeling van het Groeipakket vormt, samen met de invoering van de persoonsvolgende financiering voor minderjarigen en het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, een opportuniteit om stappen te zetten naar een betere afstemming inzake de toekenning van deze drie vormen van financiële ondersteuning die samen de draagkracht van gezinnen versterken. We gaan na in welke mate het mogelijk is om de toekenning van deze tegemoetkomingen meer op elkaar te afstemmen, te vereenvoudigen en, waar mogelijk, te automatiseren. We bekijken welke rol de multidisciplinaire teams en de artsen die hier deel van uitmaken, kunnen opnemen in dit proces, zodat een vraag over het niet-rechtstreeks toegankelijk aanbod aan de intersectorale toegangspoort, ook steeds aanleiding kan geven tot een inschaling die past in de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte.
Aangezien Vlaanderen tijdens de eerste fase gebruik zal blijven maken van de medisch-sociale schaal en van het driepijlersysteem, doet zich tijdens de eerste fase geen probleem voor als een kind naar een andere regio verhuist. De bestaande attesten kunnen worden overgenomen. In die overname wordt voorzien bij de overname van de dossiers van de huidige kinderbijslagfondsen.
Er zijn tot nu toe geen plannen om de inschaling van een entiteit door een andere entiteit over te nemen. In de sector van de personen met een handicap is een dergelijk systeem ook niet gekend. De inschalingen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wordt in de andere deelentiteiten niet louter overgenomen of erkend en vice versa. In het geval van een dergelijke vraag moeten we ook rekening houden met wat ik net heb aangehaald over de afstemming op de inschaling in de Vlaamse sociale bescherming en met de gevolgen die dat zou kunnen hebben op de erkenning van inschalingen tussen de deelentiteiten.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik moet u vragen die laatste zin misschien wat meer toe te lichten. Ik denk dat dit één zin was antwoord op een volledige vraag, namelijk hoe het zit met de verschillende regio’s. Als een kind van de ene regio naar de andere regio verhuist, moet het dan opnieuw een aanvraag indienen of zijn er equivalentieregels? Ik heb niet goed begrepen wat u daarop hebt geantwoord.
Er zal natuurlijk een recht moeten worden vastgesteld. Het kind moet aan de voorwaarden voldoen om in Vlaanderen kinderbijslagrechten te openen.
Als een kind naar een andere regio verhuist, zal het opnieuw moeten proberen een recht te openen.
Zolang we met dezelfde medisch-sociale schaal blijven werken, zal er geen echt probleem zijn.
Minister, u zult een ander instrument gebruiken. Op dat ogenblik kan dat wel een verschil maken als iemand naar een andere regio verhuist. De ouders zullen opnieuw een aanvraag moeten indienen.
Ik heb nog een vraag. Volgens u wordt nog onderzocht hoe we het later zullen doen. U hebt gezegd dat u het instrument apart wilt laten bestaan. Indien ik het goed begrijp, zult u dit niet aan de erkenning door het VAPH koppelen. Zou het voor een aantal kinderen of voor een aantal problematieken toch niet kunnen dat de informatie van het VAPH volstaat om een inschatting in verband met de verhoogde kinderbijslag te maken? Dat lijkt me een bijzonder groot voordeel. We moeten die kinderen dan ook niet opnieuw door allerlei onderzoeken loodsen, die voor hen mentaal vaak zeer belastend zijn.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat de link tussen de verhoogde kindertoeslag en een basisondersteuningsbudget of een persoonsvolgend budget voor minderjarigen een goede zaak is. Het zal de non-take-up misschien verminderen en het kan ook een oplossing bieden voor de problematiek van kinderen met autisme die voor de verhoogde gezinsbijslag niet hoog scoren. We mogen echter niet vergeten dat de verhoogde kinderbijslag momenteel niet enkel is bedoeld voor kinderen met een handicap, maar ook voor kinderen met een belangrijke chronische aandoening die van de ouders extra inspanningen vraagt. Minister, de vraag is of zij met het nieuw Vlaams inschalingsinstrument de verhoogde gezinsbijslag zullen behouden.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het systeem is dat als een kind hier komt wonen, er moet worden vastgesteld of het recht heeft op kinderbijslag in Vlaanderen. Dat is natuurlijk het uitgangspunt. We gaan blijven werken met de medisch-sociale schaal. Dat zal ook in andere deelstaten zo zijn, vermoed ik. We gaan wel kijken of we niet al een aantal zaken kunnen inbrengen die te maken hebben met de inschaling die de multidisciplinaire teams gebruiken. In die zin is het wel logisch dat we geen twee keer gaan inschalen om een beperking vast te stellen. We moeten hoe dan ook nagaan, zeker op termijn maar vooral op de korte termijn, of het feit dat je via het multidisciplinair team passeert, waar ook een arts is, niet bepaalde effecten kan hebben op de medisch-sociale schaal en de punten die daarin worden gegeven. Dat is de oefening die we op korte termijn gaan doen.
Wat het fundamentelere betreft: we gaan naar een inschalingssysteem dat ook binnen de Vlaamse sociale bescherming zal dienen. Daarop zullen we het nodige wetenschappelijke onderzoek moeten doen. Dat zit er niet aan te komen op de heel korte termijn. In dat verband kun je redeneren dat je de doelgroep aanpast, maar de optie was: we starten met de zekerheid dat het systeem waarbij de mensen die nu recht hebben op zorgtoeslagen, behouden blijft. Op de korte termijn gaan we bekijken of we niet toch een stukje automatisering en vereenvoudiging kunnen inbrengen door een link te leggen met de inschaling, niet van het VAPH, maar van het multidisciplinair team dat de inschaling doet die ook in de erkenning handicap binnen het VAPH van toepassing is.
Minister, ik ben heel blij dat u erkenningen via multidisciplinaire teams veel sneller dan het eigen instrument mee in rekening zou willen brengen om geen dubbele onderzoeken te doen, en dat u enerzijds de expertise van die teams zou kunnen honoreren, en anderzijds geen overtollige onderzoeken of administratie zou organiseren, die ook voor ouders en kinderen vaak lastig is. Daar ben ik heel blij mee. Ik hoop dat u dat op heel korte termijn kunt doen. Dat zal al wat soelaas brengen voor nogal wat mensen.
De andere aspecten, het eigen inschalingsinstrument wacht ik nog af.
De vraag om uitleg is afgehandeld.