Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, recentelijk hebt u een bezoek aan de Palestijnse gebieden en aan Israël gebracht. Directe aanleiding vormde het programma van de Vlaams-Palestijnse culturele week in Ramallah. Ter gelegenheid van dit bezoek hebt u ook een onderhoud met de Palestijnse eerste minister Rami Hamdallah gehad. Daarnaast hebt u in Israël contacten gehad met de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken.
Vlaanderen is al lang een trouwe partner van het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNWRA) met een jaarlijkse dotatie van 150.000 euro. U hebt aangekondigd om het totale budget in de komende vier jaar te verhogen. Daarnaast hebt u een budget van 100.000 euro voor culturele projecten in Palestina in het vooruitzicht gesteld.
Intussen is de situatie aan de grens met Gaza in de voorbije weken andermaal geëscaleerd. Dat is ook in het Vlaams Parlement ter sprake gekomen, en daarover is met brede steun een resolutie aangenomen. Maandag 14 mei was de dodelijkste dag in het Israëlisch-Palestijns conflict sinds de zomer van 2014. De rellen hebben zich uitgebreid naar de Westelijke Jordaanoever. Directe aanleiding vormde de effectieve verhuis van de Amerikaanse ambassade, naast de herdenking van de ramp die de joden door hun verhuis destijds mee hebben aangericht in het Palestijnse gebied. Deze beslissing van Trump, samenvallend met de herdenking van de Nakba, hypothekeert het vredesproces.
Maar ook andere evoluties bemoeilijken de realisatie van een duurzame oplossing. Zo komt er geen stop op de Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied, is er een illegale opbouw van het wapenarsenaal en militante activiteiten in Gaza, is de humanitaire crisis en de uitzichtloosheid in Gaza enorm groot, is er verdeeldheid tussen Hamas en de Palestijnse Autoriteit en groeit na de fysieke vooral ook de mentale grens tussen Israëli’s en Palestijnen dag na dag.
Minister-president, hebt u tijdens het gesprek met de Palestijnse eerste minister de gelegenheid gehad om over het vredesproces te spreken? Welk standpunt hebt u ingenomen? Op welke wijze kan volgens de Palestijnse eerste minister het vredesproces terug op de sporen worden gezet? Hoe kan volgens de Palestijnse eerste minister het Gazagebied, dat onder controle van Hamas staat, worden betrokken in een duurzaam vredesproces?
U hebt extra financiële middelen toegezegd aan UNWRA, waardoor Vlaanderen de vijfde grootste donateur aan de betrokken instelling wordt. Volgens de media zou er in de komende vier jaar 979.000 euro worden uitgetrokken, waarvan in 2018 reeds 500.000 euro wordt toegekend. Hoeveel bedraagt de toegekende verhoging naast het reeds geplande bedrag in de meerjarenbegroting? Zijn dit extra middelen die op de begroting worden ingeschreven? Of betreft het een reallocatie van middelen en, zo ja, waar wordt dit gecompenseerd?
Volgens de media had de Palestijnse eerste minister bijzondere interesse voor het duaal leren. Op welke wijze kan Vlaanderen zijn expertise ter beschikking stellen?
Minister-president, u hebt ook een ontmoeting met de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken gehad. Had u de gelegenheid om de problematiek van het vredesproces aan te kaarten? Hoe ziet de betrokken minister een realisatie van dat duurzaam vredesproces? Is de staat Israël de tweestatenoplossing nog steeds genegen? Of heeft men daar officieel, ook in de contacten met u, afstand van genomen? Welke concrete afspraken zijn er gemaakt inzake de samenwerking enerzijds tussen Vlaanderen en Palestina, en anderzijds tussen Vlaanderen en Israël?
Naar aanleiding van de recente dodelijke incidenten aan de grens tussen Israël en Gaza wordt door bepaalde actoren gepleit voor een wapenembargo tegen Israël. Welke wapens werden in de periode 2016-2018 geëxporteerd naar Israël en in welke mate betreft het wapentuig dat kan worden ingezet in het kader van – ik plaats ze tussen aanhalingstekens – ‘ordehandhaving’ en ‘grenscontrole’?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Het is een korte vraag, die toch een aantal antwoorden verdient. Ik heb er bij de begrotingscontrole voor gezorgd dat er meer middelen kunnen zijn. U weet dat UNWRA in een zeer, zeer precaire budgettaire situatie verkeert. Ik heb beslist om UNWRA een bedrag van 979.000 euro te geven voor de periode 2019-2021. Dat is meer dan een verdubbeling ten aanzien van de periode 2016-2018. De eerste schijf van 500.000 euro kan al in 2018 worden betaald.
Ik had op het consulaat-generaal van België in Jeruzalem een onderhoud met vertegenwoordigers van UNWRA. Ik heb de beslissing van de Vlaamse Regering van 4 mei kunnen meedelen. Uiteraard was er grote dankbaarheid voor.
UNWRA heeft het grote verlies aan middelen tot nu toe opgevangen door enorme besparingen door te voeren. Er wordt niet meer aangeworven, mensen die weggaan, worden niet meer vervangen, er zijn minder zendingen enzovoort. Ze hopen zoveel mogelijk steun te verzamelen voor het nieuwe schooljaar in september om hun scholen weer te kunnen openen. Ook de werking van de ziekenhuizen komt onder druk te staan, zo hebben ze meegedeeld. Het werk van UNWRA is van vitaal belang voor de veiligheid, de ontwikkeling en de stabiliteit in de regio.
Ik heb het in de media al gezegd: ik heb in Palestina een nieuwe generatie leiders ontmoet. Ze hebben aan de universiteit in het Verenigd Koninkrijk gestudeerd. Ze laten een nieuw geluid horen. Ze zijn zeer sterk gericht op vredesbesprekingen met Israël. Ze hebben duidelijk te kennen gegeven dat ze akkoord gaan met de tweestatenoplossing, met een gedeelde soevereiniteit over Jeruzalem. Ze willen daarover spreken in een multilaterale setting. Belangrijk is dat zij vragen dat de EU daar een actieve of actievere rol in speelt.
Ik heb gesproken met eerste minister Hamdallah, op wie nog maar net een mislukte aanslag gepleegd was in de Gazastrook. Ik heb gesproken met minister van Cultuur Bsaisso. Het zijn beiden mensen met een nieuwe pragmatische toekomstgerichte visie. Ze weten dat Palestina uit die uitzichtloze situatie moet geraken. Er leeft een zeer jonge bevolking die ontwikkeling en werkgelegenheid nodig heeft, wat in de huidige omstandigheden allemaal niet kan.
Wat Gaza betreft, heeft premier Hamdallah gezegd dat er hulp zal nodig zijn van een internationale vredesmacht. 50 procent van het budget van Palestina gaat naar Gaza, maar er zijn immense problemen, die u ook kent, waar ik nu niet verder moet op ingaan. Maar als het tot vredesregelingen komt, moet daar volgens hem een multilaterale vredesmacht kunnen worden ingezet.
In Israël heeft Michael Oren me op 7 mei ontvangen in zijn bureau in de Knesset. Alle ministers hebben er een bureau, ze zijn ook lid van het parlement. Hij moest daar trouwens zijn om eventueel te gaan stemmen, ze zijn niet vervangen. Ze hebben een kleine meerderheid. Het oorspronkelijke gesprek in zijn kantoor is dus verplaatst naar de Knesset wat mij de gelegenheid gaf om na het gesprek een rondleiding van hem te krijgen in de Knesset. Michael Oren is de Israëlische staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, maar eigenlijk de facto bevoegd voor Buitenlandse Zaken, want dat is een bevoegdheid van de premier die hij gedelegeerd heeft aan Oren. Oren is van origine een Amerikaan, kent Vlaanderen zeer goed: zijn vader heeft hier gevochten, hij bezoekt Vlaanderen regelmatig. Hij is intussen geen Amerikaan meer, want hij is ambassadeur van Israël geworden in de Verenigde Staten en nu is hij alleen nog Israëlisch staatsburger.
We hebben uiteraard gesproken over de actualiteit. Wat me daarbij opviel, is dat ze volledig gefocust zijn op Iran. De kwestie Palestina is voor hen van ondergeschikt belang op dit moment. Zij voelen zich omsingeld door Iran, dat actief is in Syrië, en dat met de Hezbollah actief is. Ze vinden dat ze door sjiieten omsingeld dreigen te geraken. Ze vinden dat Iran het terrorisme steunt. Ze focussen daar volledig op.
Ze zitten op de lijn-Trump. Die nucleaire deal moet verdwijnen. Die ‘sunset clause’ moet weg. Er moeten meer diepgaande inspecties komen. Er is geen ontmanteling van het nucleaire arsenaal. Dat is heel hun teneur. Ze trekken echt een rode lijn. Ze willen niet dat Iran nog langer aan de grenzen actief is. Kort daarna zijn er trouwens bombardementen gebeurd. Het hele Iraanse gebeuren, de steun aan de Houthirebellen in Jemen, de steun aan Hezbollah in Libanon, de activiteiten van Iran in Syrië, is waar Israël op focust en waardoor het zich in zijn bestaan bedreigd voelt. U weet dat Iran zegt dat Israël moet worden vernietigd, dat is voor hen echt de absolute prioriteit.
Ik heb uiteraard de Palestijnse kwestie zelf aangebracht omdat ik die van ontzettend groot belang vind. Hij zei dat er eigenlijk geen gesprekspartners zijn voor onderhandelingen over vrede. Ze kijken niet naar de EU, ik heb het gevoel dat ze geen rol willen voor de EU, ze zien Europa niet als hun vriend. Ze kijken wel naar Trump die eventueel een initiatief kan nemen. Dat is voor hen op het ogenblik duidelijk geen prioriteit. Ik heb op geen enkel moment de bevestiging gehoord dat zij akkoord gaan met een soevereine Palestijnse staat.
Ik heb wel kort na mijn bezoek, u weet dat president Juncker toen is gekomen, een apart onderhoud gehad met president Juncker. Ik heb hem gevraagd dat de Unie een actievere rol zou gaan spelen in dat vredesproces, volkomen in lijn met onze EU-visienota.
Inzake de samenwerking tussen Vlaanderen en Palestina heb ik teruggekoppeld naar een aantal collega’s. Ik had een zeer interessante ontmoeting met de minister van Cultuur. Ik ben bij hem geweest. Er waren nog vier andere ministers aanwezig bij ons bezoek aan de boekenbeurs. Ze hebben beslist om een nationale bibliotheek op te richten. Ze zouden heel graag hebben dat Vlaanderen zijn expertise wil delen inzake de digitalisering van het bibliotheekwezen, registratiesystemen, training en opleiding van het personeel, onderzoek inzake kunstgeschiedenis en dergelijke.
Ik heb hem gewezen op de mogelijkheid die wordt geboden door het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL) voor ‘artists in residence’, voor ‘writers in residence’, voor vertalingen van boeken van hen, voor uitgevers en vertalers. Hij heeft dat allemaal met grote dank en interesse genoteerd. Ik denk wel dat daar activiteiten of samenwerkingen uit zullen ontstaan. Ik heb hem ook voorgesteld om collega Gatz daarover te zien. De Palestijnse minister van Cultuur deelde me immers mee dat hij naar het filmfestival in Cannes ging. Ik zei dat mijn collega Gatz daar ook zou zijn. Ik heb het nog proberen te regelen, maar ze hebben elkaar niet kunnen zien, want op het moment dat collega Gatz vertrok, moest de Palestijnse minister nog aankomen. Uitgesteld is echter niet verloren. Hij zou graag naar Vlaanderen komen.
Hij heeft ook de wens geuit dat er twinnings zouden zijn. Ik heb hem gezegd dat dat moeilijk ligt. Ik heb dat al enkele keren voorgesteld. Ik heb dat voorgesteld aan de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). De VVSG heeft daar alle steden en gemeenten voor aangesproken. Er was geen enkele reactie. We zijn dan gekomen tot een voorstel, ook omdat ik in tal van steden en gemeenten ondervind dat die twinnings eigenlijk een beetje op de terugweg zijn, die jaarlijkse of tweejaarlijkse verplichtingen. U weet dat ook. Ik weet niet of ik voor u mag spreken. Ik heb dan gezegd: waarom zouden we niet bijvoorbeeld om de twee jaar een culturele activiteit met de Palestijnen organiseren in een verschillende stad of gemeente, met een kleine ondersteuning vanuit Vlaanderen? Dat kan misschien meer effect hebben dan een band, die ook al met Palestina niet voor de hand ligt, want de afstand is groot, het is niet eventjes over de grens gaan. Dat brengt ook veel kosten met zich mee voor steden en gemeenten. Ik wil niet voor alle steden en gemeenten spreken, maar ik zie dat er op een aantal vlakken toch wel een beetje sleet op de formule ontstaat. Hij stond zeer open voor die mogelijkheid. Ik heb er ook over gesproken met collega Gatz.
Mijn departement zal ook nagaan of er binnen het Unesco Trustfonds mogelijkheden voor samenwerking zijn. U weet dat we in Mozambique, in Cuba bepaalde fondsen kunnen alloceren vanuit het Unesco Trustfonds. We zijn daar een zeer grote donor. Ook Palestina heeft erfgoed en kan eventueel ook gediend zijn met een gemeenschappelijk programma.
Ik heb ook teruggekoppeld naar collega Muyters, en met collega Crevits, omdat er een zeer grote belangstelling is voor ‘vocational training’ individuele beroepsopleidingen die gebeuren op de werkvloer. Dat is wat collega Muyters betreft, maar wat collega Crevits en collega Muyters betreft, is er ook hun belangstelling voor duaal leren. Ik heb ook laten weten dat VDAB bereid is om expertise te delen inzake de opleiding van mensen. Ik wist dat vooraf van collega Muyters. Ook op dat vlak is er dus afgesproken dat er bereidheid is tot contacten en het uitwerken van samenwerkingsakkoorden. Zowel collega Muyters als collega Crevits is bereid om hun collega of collega’s te ontvangen wanneer die naar Vlaanderen komen.
Er was ook de Palestijnse vraag inzake het onthalen van een initiatief van de Palestijnse private sector op de Grote Markt in Brussel ter ondersteuning van Jeruzalem 2020. Ik heb ter zake de contactgegevens van VisitBrussels doorgegeven. De Qattan Foundation verkent graag een toekomstige samenwerking en/of uitwisseling met Technopolis in Mechelen. Beide zullen met elkaar in contact worden gebracht. Op economisch vlak heb ik de Israel Innovation Authority uitgenodigd om deel te nemen aan de Supernovabeurs die in Antwerpen plaatsvindt. Flanders Investment & Trade (FIT) zal hun ook informatie bezorgen, ook op het vlak van duaal leren. Ik heb hen ook uitgenodigd om naar Vlaanderen te komen. Ik heb zelf duaal leren aangebracht in diverse gesprekken. Daar was bijzonder veel belangstelling voor. De lage tewerkstellingsgraad leidt er inderdaad toe dat daar echt beroepsopleiding nodig is.
Ik heb ook al gezegd dat die leiders echt wel inzien dat daar heel veel nieuwe activiteiten zouden moeten kunnen komen, zowel op de Westelijke Jordaanoever als in Gaza. Dat is een grote zorg. Ze hebben een vrij grote bovenlaag, er zijn heel wat universiteiten die jongeren aantrekken, maar het is een beetje een omgekeerde wereld: voor elke acht ingenieurs hebben ze maar één technicus. Ze hebben dus echt nood aan die opleiding van de middenklasse, en vandaar hun interesse in individuele beroepsopleidingen, maar ook in duaal leren, een betere afstemming tussen onderwijs en bedrijven. Ik heb dus verteld over onze ervaringen daaromtrent.
We zullen dus zien of er in de toekomst samenwerking kan ontstaan. Bij dat soort gesprekken heb je het over grote mogelijke lijnen en dat moet dan worden aangepakt door de respectieve ministers. Ik hoop ook dat er inhoud aan wordt gegeven. Soms kom je zelfs tot memorandums of understanding die geen verdere uitwerking krijgen, en soms komt er zonder een memorandum of understanding wel een goede samenwerking in de diepte. Dat hangt ook af van individuele interesses, maar ik had het aanvoelen dat dat er was van de kant van de Palestijnen.
Dat geldt trouwens ook wat Israël betreft met betrekking tot innovatie. Israël heeft trouwens een innovatiecijfer van meer dan 4 procent van het bnp, zonder de militaire uitgaven. Als je daar het militair onderzoek bij telt, dan zitten ze boven de 7 procent. Ze zijn dus werkelijk enorm innovatief. Daar gebeurt enorm veel innovatie, ook met multinationals die daar zijn gevestigd, vaak alleen voor onderzoek en ontwikkeling.
Dan waren er de vragen met betrekking tot de wapenuitvoer. Sinds 2006 is er inderdaad een specifiek beleid inzake de uitvoer van wapens. Dat specifieke Israëlbeleid bestaat erin dat geen uitvoer wordt vergund die de versterking van de militaire capaciteit van de Israëlische krijgsmacht inhoudt. Dat betekent concreet dat de uitvoer van strategische goederen niet wordt toegestaan als er sprake is van militair eindgebruik in Israël. Daarmee bedoelen we dat de eindgebruiker de Israëlische overheid of het Israëlische leger is, een Israëlische defensiegerelateerde onderneming of een civiele onderneming die de goederen zal aanwenden voor militaire doeleinden. Met ‘Israëlische overheid’ worden ook de binnenlandse veiligheidsdiensten bedoeld, zoals de politie en vergelijkbare eenheden.
Dit beleid heeft tot gevolg dat in de periode 2016-2018 Vlaanderen geen defensiegerelateerde producten of ordehandhavingsmateriaal heeft uitgevoerd naar Israël voor eindgebruik in Israël of in Palestina. Er zijn wel af en toe uitvoervergunningen voor zaken die terugkeren, bijvoorbeeld zaken van het Belgische leger die daar worden hersteld of geüpdatet. Maar dat zijn geen uitvoervergunningen. Dat staat allemaal uitvoerig te lezen in de vragen die daarover worden gesteld, ook schriftelijke vragen. Dus tenzij het bewezen civiel eindgebruik betreft, zijn er geen uitvoervergunningen naar Israël. Zo kunnen we het eigenlijk wel samenvatten.
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, dit is inderdaad een heel goed en omstandig antwoord, met een schets van de politieke gevoeligheden. Het klopt dat Israël sterk gefocust is op het Iraanse gevaar. Ik kan mij inbeelden dat ze die omsingelingsbeweging zien voltrekken en dat hen dat zeer veel kopzorgen baart. We kennen de toestand in Gaza. Maar ook de werking van ziekenhuizen en scholen zal onder druk komen te staan, ook op de Westoever.
Als de UNRWA minder middelen krijgt, is dat een heel reëel iets. Het gaat om een jonge bevolking, mensen die veel van het leven verwachten, die goed geschoold zijn en vaak heel militant, die de uitdagingen in de wereld volgen, in de Arabische wereld. De Palestijnse publieke opinie is een van de meest kritische. Het is belangrijk om die mensen blijvend te ondersteunen in hun persoonlijke ontwikkelingskansen. Het is dus een goede besteding van de Vlaamse middelen.
Minister-president, u bent uitgebreid ingegaan op mogelijke vormen van samenwerking rond culturele activiteiten. Dat moet zeker verder worden verkend. Ik begrijp dat de stedenbanden wat op hun retour zijn. Maar er kunnen ook andere pistes zijn om lokale besturen, lokale cultuurraden, lokale actoren op een of andere manier bij zoiets te betrekken. Daar geloof ik in. Ik denk dat dat een heel goede piste kan zijn.
Het punt van het onderwijs is ook heel uitgebreid aan bod gekomen. Dat is belangrijk. Vlaanderen kan daar expertise delen. Ik verwijs naar de rol van VDAB en Technopolis Mechelen.
Er zijn heel wat vormen van samenwerking mogelijk: concrete zaken, niet altijd de zaken die geopolitiek een grote impact hebben, maar wel zaken die lokaal van reëel, tastbaar belang zijn. Ik geloof dat Vlaanderen op dat punt een rol te vervullen heeft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.