Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als we spreken over energietransitie, spreken we ook altijd over de mogelijkheid tot nieuwe technologieën. Een van de nieuwe technologieën in de toekomst zal niet alleen de decentrale productie zijn, maar ook de decentrale energieopslag. Ook batterijtechnologie zal een zeer belangrijke rol gaan spelen. Want, als er wind is, draaien de windturbines en als de zon schijnt, hebben we zonne-energie, maar als dat niet zo is, dan moeten we ervoor zorgen stroom op het net te steken ofwel stroom op te slaan. Ik geloof sterk in de decentrale opslagsystemen, gecombineerd met de digitale meter, omdat men de markt dan een nieuw elan kan geven. Er zullen spelers zijn die zullen gaan ‘spelen’ met uw batterij, eventueel met uw eigen productie, met uw eigen huishoudtoestellen, enzovoort. Daardoor kunnen we lokaal, zelfs bij de gezinnen, werken aan de bewuste ‘peak shaving’, zodat dat niet alleen van toepassing is bij de grotere bedrijven, zoals diepvriesopslag enzovoort. Als men 100.000 gezinnen ook kan gaan ‘peak shaven’, bespaart men al heel wat op het vermogen.
We zien dat de batterijtechnologie heel snel evolueert. De klassieke batterijen zijn een gekende technologie, al van meer dan veertig of vijftig jaar. Zelfs in Japan hebben praktisch alle huishoudens een batterij, omdat men daar gewoon is om tien tot twintig keer per jaar te leven met een stroomonderbreking gedurende een half uur tot een uur. De slimme batterijen gaan nog een stapje verder: ze gaan kijken hoeveel ze moeten opladen, of ze alles moeten opladen, of ze moeten opladen afhankelijk van de marktprijzen, enzovoort. Die zijn nog duur en dus nu nog niet rijp voor een brede uitrol in Vlaanderen. We verwachten wel dat dat de komende jaren zal veranderen.
In Vlaanderen willen we alle technologieën op het vlak van energietransitie alle kansen geven. U hebt een plan uitgewerkt voor het financieel ondersteunen van thuisbatterijen. Tijdens de vergadering van de commissie Energie van 7 maart lichtte u reeds een tipje van de sluier over de modaliteiten van een ondersteuningsmechanisme. De bedoeling is om het premiestelsel uit te werken tegen de zomer 2018. Daarvoor wordt jaarlijks 1,2 miljoen euro vrijgemaakt uit het Energiefonds.
Het zou gaan om een eenmalige investeringssubsidie die dus beperkt is in de tijd. Tevens gaf u aan dat dit budget moet worden ingezet om te experimenteren en inzichten te geven, zodat, als de technologie verder evolueert, Vlaanderen kan nagaan hoe we de thuisbatterijen het best ondersteunen.
Wat zijn de modaliteiten en de voorwaarden voor de ondersteuning van thuisbatterijen? Welke technische voorwaarden worden vooropgesteld om in aanmerking te komen : CE-keuring, lijst van mogelijke types die beschikbaar zullen zijn via de website Synergrid, ...? Wat is de concrete timing?
In de commissievergadering van 7 maart gaf u aan dat er ruimte moet zijn om te experimenteren. Waarom werkt u niet eerst met proefprojecten?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega’s, tijdens de commissievergadering van 7 maart hebben we dit onderwerp al aangesneden, en ik ben uiteraard tussen 7 maart en 16 mei niet blijven stilzitten. Mijn bedoeling is om nog voor de zomer een voorstel te doen aan de Vlaamse Regering.
Na overleg met tal van belanghebbenden hier in Vlaanderen – onder andere met Flux50, Volta, batterijexperts, Eandis/Synergrid – maar ook na contact met buitenlandse ministeries, waaronder bijvoorbeeld Duitsland, lijken een aantal voorwaarden en uitgangspunten vast te staan. Uiteraard moet het batterijsysteem een CE-keuring hebben. Alle producten die hier op de markt komen, moeten immers beantwoorden aan de Europese vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bescherming van het leefmilieu.
Een batterij wordt het best gekoppeld aan decentrale productie en een van de voornaamste uitgangspunten voor het subsidiesysteem moet zijn dat de middagproductiepiek bij photovoltaic (PV) wordt afgetopt zodat die idealiter kan worden verbruikt tijdens de consumptiepiek ‘s avonds. Op die manier dragen de batterijen maximaal bij aan het verlagen van de impact op het net. In Duitsland wordt om die reden een injectielimiet opgelegd aan de PV-installatie die aan een batterijsysteem is gekoppeld. Ik spreek me daar nog niet over uit, want op dit moment wordt nagegaan of zoiets ook opportuun is in Vlaanderen.
Een ander uitgangspunt bij de subsidiëring van batterijen is dat die tot gevolg moet hebben dat een prosument zijn zelfconsumptie verhoogt en hiertoe ook gestimuleerd wordt. Met een terugdraaiende teller is die stimulans beperkt. Afname en injectie van elektriciteit moeten dus apart worden gemeten, wat wil zeggen dat de afnemer die een batterijsubsidie ontvangt, moet beschikken over een bidirectionele of digitale meter.
Wat betreft de benodigde steunhoogte, heeft mijn administratie zelf al analyses en berekeningen uitgevoerd, waardoor er op dit moment een vrij goed zicht is op wat nodig is om mensen te overtuigen een batterij te installeren. In de marge van een onderzoeksopdracht zal 3E ook een doorrekening doen om de optimale steunhoogte te bepalen. De uiteindelijke hoogte van de subsidie zal op basis hiervan bepaald kunnen worden.
We mogen niet vergeten dat batterijen ook ingezet kunnen worden als systeemdienst en dat daar ook voor de consument een businesscase in kan zitten. Sommigen waren daar niet van overtuigd, maar ik ben er wel van overtuigd. Omdat het absoluut de bedoeling is om in de eerste fase te experimenteren en ervaringen op te doen, en omdat vanaf volgend jaar de digitale meter uitgerold wordt en het belangrijk is om naast premies ook voldoende en de juiste communicatie te geven, heb ik aan mijn administratie gevraagd om na te gaan of er een mogelijkheid is om dit jaar eerst met proefprojecten te werken. Op die manier zouden er dit jaar projecten met batterijen kunnen worden ondersteund om vanuit die ervaringen volgend jaar, tegelijk met de digitale meter, een structureel systeem van start te laten gaan.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik vind het correct wat men in Duitsland doet. Men noemt het daar slimme batterijen, want er is een onderscheid tussen slimme en domme batterijen. In Duitsland had men het probleem, en daar moeten we hier ook voor opletten, dat men moet kunnen definiëren hoeveel men wil opladen en hoeveel men moet injecteren in het net, omdat anders de batterij 100 procent wordt opgeladen maar dat misschien doet op het minst interessante prijsmoment.
U zegt dat de terugdraaiende teller geen motivator is voor de mensen. Ik wil het omgekeerd stellen. U spreekt over een eventuele ondersteuning van een batterij via de 1,2 miljoen euro die een CAPEX-ondersteuning (Capital Expenditures) zou zijn en u zegt dat de mensen een digitale meter moeten hebben, wat ik logisch vind, maar gaat u dan bij die mensen ook het systeem van de terugdraaiende teller afschaffen? U zegt zelf dat de terugdraaiende teller geen motivator is. Als u zelfconsumptie wilt stimuleren, zult u op deze manier moeten ingrijpen, zou ik veronderstellen.
Ik heb ook altijd geloofd in batterijen die een systeemdienst zijn. Ik zie er dus geen enkel probleem in dat het ook ten voordele van de consument kan zijn.
U spreekt ook over proefprojecten die u nog dit jaar wilt doen, ik veronderstel in de tweede helft van het jaar. Zijn er al vragen voor proefprojecten gekomen? In welk budget is voorzien voor 2018?
Minister Tommelein heeft het woord
Ik dank u voor uw bijkomende vragen.
In Duitsland is er inderdaad een injectielimiet. Er is een efficiënt gebruik. Zoals ik heb gezegd, mijnheer Gryffroy, zal ik dat onderzoeken. Ik spreek er me nu nog niet over uit, maar het zou perfect kunnen dat we dat ook doen omdat het effectief een efficiënte maatregel kan zijn. We moeten natuurlijk onderzoeken of de situatie in Duitsland over heel de lijn dezelfde is. Ik veronderstel, en ik weet ook van mijn talrijke bezoeken aan Duitsland, dat er toch een duidelijk verschil is tussen het zuiden en het noorden van Duitsland. Zo is er ook bij ons wat meer zon aan de kust en is de hemel daar blauwer dan in het binnenland – en het wordt alleen maar blauwer, zou ik zeggen.
Mijnheer Gryffroy, het is de bedoeling om zoveel mogelijk mensen zo snel mogelijk te laten overstappen naar een alternatief compenserend systeem voor de terugdraaiende teller. Zo staat het ook in de beslissing die we in de Vlaamse Regering hebben genomen en zo staat het ook in het ontwerp van decreet dat op dit moment op de tafel van de Vlaamse Regering ligt. We moeten die terugdraaiende teller effectief uitfaseren. Iedereen weet dat dit geen goed systeem kan blijven. Het enige wat ik heel belangrijk vind, is dat het draagvlak voor zonne-energie zomaar niet wordt onderuitgehaald met de terugdraaiende teller in vraag te stellen zonder dat we een alternatief compenserend systeem hebben. Dat alternatief compenserend systeem is voor mij cruciaal de komende periode – ik spreek me niet uit over maanden of jaren.
Als het aan mij ligt, had ik het er liever al gehad. Maar er zijn nog een aantal belemmeringen en problemen, onder andere Atrias, die niet zo snel vooruitgaat. Ik heb mijn ontgoocheling daarover al laten blijken.
Wij hebben effectief een budget uitgetrokken van 1,2 miljoen euro in 2018. Het is de bedoeling om dat ook in te zetten in 2018.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voor de proefprojecten dan, veronderstel ik? (Minister Bart Tommelein knikt bevestigend)
Ik ben het eens met uw filosofie rond die terugdraaiende teller. Ik zal die nog eens duidelijk herhalen. Als we inderdaad ondersteuning zouden geven voor een batterij, dan veronderstel ik dat die zal worden gekoppeld met op dat ogenblik, voor die mensen, het afschaffen van de terugdraaiende teller. Want anders zullen ze straks zelfs niet meer worden getriggerd om zoveel mogelijk aan zelfconsumptie te doen. Het is natuurlijk op vrijwillige basis: je kiest zelf of je die batterij wilt of niet. Dat is je eigen keuze. Maar als je dan ondersteuning krijgt voor die batterij, veronderstel ik wel dat er een koppeling gebeurt en dat er bij de mensen met een digitale meter een ander systeem zal zijn van ondersteuning dan de terugdraaiende teller. Want anders heeft de ondersteuning van de batterij zelf geen zin.
De vraag om uitleg is afgehandeld.