Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Een directe lijn is elke elektriciteitslijn met een spanning gelijk aan of minder dan 70 kilovolt die een productie-installatie met een afnemer verbindt. Voor de aanleg van een directe lijn is de toelating van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) vereist wanneer die de grenzen van de eigen site overschrijdt.
De Vlaamse Regering gaat de erkenning van directe lijnen versoepelen. Daardoor mogen bedrijven binnenkort, zonder via het distributienet te gaan, een directe lijn aanleggen tussen bijvoorbeeld een windmolen of zonnepark en het bedrijf dat de elektriciteit zou afnemen. Dit werkt drempelverlagend en moet de investeringen in hernieuwbare energie door de industrie een boost geven.
Voor industriële verbruikers is de investering in duurzame energie vooral interessant indien ze de opgewekte stroom zo veel mogelijk zelf kunnen afnemen. Bedrijven die een geschikte locatie hebben, maar de opgewekte energie zelf niet nodig hebben, zijn om die reden vaak niet geïnteresseerd in een hernieuwbare energie-installatie. Sommige bedrijven kunnen wel rendabel investeren, maar hebben er de ruimte niet voor. Bedrijven die een kabel leggen, moeten wel nog bijdragen aan de openbaredienstverplichting. Om oversubsidiëring tegen te gaan, krijgt elk project een eigen steunniveau. Dit betekent dat een specifieke bandingfactor moet worden aangevraagd.
Minister, welke voorwaarden worden gekoppeld aan de versoepeling van de regelgeving voor de aanleg van directe lijnen? Hoe wordt de openbaredienstverplichting aangerekend? Op welke wijze zal het steunniveau worden berekend? Wanneer zal deze maatregel van kracht worden? Op welke wijze zal hierover worden gecommuniceerd?
Minister Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, op 30 maart 2018 heeft de Vlaamse Regering hard gewerkt. We hebben onze principiële goedkeuring gegeven aan een ontwerp van decreet dat trouwens nog naar het Vlaams Parlement moet komen. Dit ontwerp van decreet wijzigt de regelgeving aangaande directe lijnen en leidingen. Het is de bedoeling dat dit ontwerp van decreet vanaf 1 januari 2019 van kracht wordt.
Met betrekking tot de directe lijnen en leidingen die de eigen site niet overschrijden, verandert er niets. De aanleg ervan is en blijft altijd toegelaten. Wel voeren we een meldingsplicht in, zodat de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) kan nagaan of de eigen site toch niet wordt overschreden.
Met betrekking tot de directe lijnen of leidingen die de eigen site wel overschrijden, worden een aantal fundamentele wijzigingen aangebracht. Voor het eerst worden duidelijke procedurele termijnen vastgelegd waarbinnen de VREG de dossiers moet behandelen. Dat is tot nu toe niet het geval. Verder houdt de VREG in de bestaande regeling rekening met de risico’s inzake inefficiëntie, de veiligheidsrisico’s, de impact op de nettarieven, de waarborg van de rechten van de afnemers, de eventuele weigering van aansluiting op het net door de betrokken netbeheerders of een gebrek aan aanbod tot aansluiting op of toegang tot het net tegen redelijke economische of technische voorwaarden.
Zodra het ontwerp van decreet in werking is getreden, kan de VREG een dergelijke aanvraag enkel nog in specifieke gevallen weigeren. Ten eerste mogen installaties die achter verschillende toegangspunten zijn gelegen niet met elkaar worden verbonden. Dit leidt ertoe dat een productie-installatie met slechts een enkele afnemer kan worden verbonden. Ten tweede moeten de rechten van de afnemers natuurlijk gewaarborgd blijven. Ook de veiligheid van het net mag niet in het gedrang komen. Tot slot kan de Vlaamse Regering in de toekomst bijkomende beperkingen opleggen.
Vanwege hun aard zijn directe lijnen en leidingen niet onderworpen aan de gereguleerde nettarieven. Ze vallen ook niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse energieheffing. Dergelijke lijnen kunnen toch van een aantal voordelen genieten. De warmte-krachtkoppeling- en hernieuwbare-energie-installaties die op een dergelijke lijn zijn aangesloten, komen in aanmerking voor groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten. Ze genieten eveneens van een minimumsteun. Om die reden is in het ontwerp van decreet voorzien in een bijdrage, zodat ook de exploitanten van een directe lijn de kosten van het gewestelijk energiebeleid vergoeden. Bij de vaststelling van de hoogte van de bijdrage wordt rekening gehouden met de huidige openbaredienstverplichtingskosten in de nettarieven. Vanaf 1 januari 2019 zullen de op een directe lijn aangesloten installaties projectspecifieke steun krijgen. Ik bekijk evenwel nog steeds de exacte modaliteiten.
Het voorontwerp van decreet is aan diverse adviesraden voorgelegd. Het zal nadien opnieuw ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Wat ik goed vind aan het principe, is dat voor een project een specifieke bandingfactor moet worden aangevraagd. De vraag is of dat ook kan voor bestaande productie-installaties. Kan een directe lijn worden geplaatst mits een specifieke bandingfactor wordt aangevraagd? Kan op die manier worden afgeweken van de huidige ondersteuning?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, de recente versoepeling van het Energiedecreet is een zeer goede zaak. We zien in verschillende categorieën een stijgende vraag naar directe lijnen. De problematiek is heel eenvoudig. Indien we voor directe lijnen een totale vrijstelling zouden geven, zou iedereen een wirwar aan directe lijnen beginnen te bouwen. Ze zouden dan immers geen distributietarieven meer moeten betalen. Dat zou, hoe aantrekkelijk het ook moge klinken, natuurlijk de sokkel ondergraven waarop de kosten voor het energiebeleid worden gesolidariseerd.
Ik heb een heel eenvoudige bijkomende vraag. Is het een optie tijdens de herziening van de tarieven en van de tariefmethodologie na te denken over de manieren waarop de directe lijnen hierin kunnen worden opgenomen? Indien we op een andere manier zouden tariferen, zouden we ook de directe lijnen kunnen herbekijken. Volgens mij houdt de huidige stand van zaken in dat deze maatregel de directe lijnen meer mogelijkheden biedt. We vermijden echter dat een totale desolidarisering zou optreden. Is dat een juiste vaststelling?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, voor bestaande installaties geldt de oude regeling. Er is niet voorzien in een versoepeling. Wat u stelt, kan niet. Met betrekking tot bestaande installaties is er geen herziening en geldt de oude regeling.
Mijnheer Schiltz, we zullen de zaken natuurlijk herbekijken naar aanleiding van de nieuwe tariefstructuur. U kent me. U weet dat ik regelmatig wil evalueren, zal bijsturen waar het nodig is en desnoods een aantal zaken in vraag zal stellen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik vind de combinatie van uw antwoord en de opmerking van de heer Schiltz eigenlijk een boeiend debat dat we in de toekomst eens moeten voeren. Het is niet de bedoeling het rendement van de bedrijven te verhogen. Het rendement moet identiek blijven, maar we moeten een oplossing bieden waar er een technische noodzaak is of waar technische mogelijkheden worden geboden. Voor de bedrijven kan dit tegelijkertijd iets zijn om aan hun imago te werken.
Mijnheer Schiltz, in combinatie met wat u hebt gezegd, zou ik in de toekomst met een andere tariefstructuur werken. Ik heb er eigenlijk niet echt een probleem mee dat bestaande bedrijven een directe lijn zouden plaatsen waar dat mogelijk is. De voorwaarde is echter dat hun rendement niet plots mag stijgen. Ze moeten op dat ogenblik een andere specifieke bandingfactor krijgen. Katoen Natie is een mooi voorbeeld. Het gaat om 2000 megawatt aan 450 euro.
Als die natuurlijk een directe lijn plaatsen naar Borealis, krijgen die nog meer geld binnen. Dat wil ik niet. Ik kan me wel voorstellen dat we die 450 euro zouden aanpassen, zodat er een directe lijn naar Borealis kan worden geplaatst en de congestie van het net kan worden verlicht. Maar op die manier zou Katoen Natie niet meer verdienen dan ze vroeger verdienden. Zo’n oplossing is volgens mij voor alle partijen goed.
De vraag om uitleg is afgehandeld.