Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het is een iets gemakkelijker technische vraag. Het gaat over CO2-opslag wat men in Nederland via het project Porthos (Port of Rotterdam CO2 Transport Hub & Offshore Storage) probeert uit te werken. Het gaat over het principe dat men probeert om CO2 te capteren.
Er zijn theoretisch een aantal mogelijkheden. Ik ga ze niet allemaal opsommen, enkel een paar. Men zou de CO2 kunnen afvangen, naar Oman vervoeren en vermengen met rotsen. Men zou er straatklinkers kunnen van maken. Men zou zelfs via artificiële fotosynthese energie kunnen opwekken in CO2-molecules. Het is allemaal zeer duur en het zijn, laat ons zeggen, ‘ver-van-ons-bedoplossingen'.
Het Havenbedrijf van Rotterdam, de gastransportnetbeheerder Gasunie en het staatsbedrijf EBN hebben onderzocht dat het afvangen en transporteren van CO2 en het opslaan ervan diep onder de Noordzee niet alleen technisch haalbaar is, het is bovendien ook kosteneffectief in vergelijking met andere maatregelen. Ze gaan samenwerken in het project Porthos.
Via een verzamelleiding, waar verschillende bedrijven op zijn aangesloten, wordt de opgevangen CO2 naar een leeg gasveld, ongeveer 25 kilometer uit de kust, onder de zeebodem gepompt. Hiermee zou jaarlijks 2 tot 5 miljoen CO2 worden opgeslagen. Voor diverse bedrijven, bijvoorbeeld de chemische sector, waterstofproducenten en raffinaderijen, zou dit een tijdelijke oplossing kunnen zijn. Deze beschikken immers over onvoldoende mogelijkheden om op korte termijn de productieprocessen te verduurzamen. CO2 wordt ook steeds meer als grondstof bekeken. Het zou dus interessant kunnen zijn om geconcentreerde CO2 op te slaan zodat deze later opnieuw kan worden gebruikt.
Minister, we hebben in de Antwerpse haven ook een chemiecluster. Wat zijn de mogelijkheden in Vlaanderen voor CO2-opslag? Hoe zou dit in Vlaanderen kunnen worden gerealiseerd? Op welke manier werd de technische haalbaarheid en kosteneffectiviteit daarvan reeds onderzocht?
Lopen er momenteel projecten die de opslag van CO2 onderzoeken of realiseren? Zo ja, welke? Komen dergelijke projecten in aanmerking voor ondersteuning vanuit de overheid?
Minister Tommelein heeft het woord.
Collega's, in Vlaanderen is in het verleden onderzoek gebeurd naar de mogelijkheden tot afvang en opslag van CO2. Uit deze studies is gebleken dat de opslagcapaciteit in Vlaanderen zich beperkt tot watervoerende lagen en steenkoollagen in de diepe ondergrond van de Kempen. Het potentieel in de steenkoollagen is groot, mijnheer Danen, maar is waarschijnlijk alleen aan te spreken in combinatie met het winnen van steenkoolgas. Ik zeg dit tegen u omdat ik weet dat het u interesseert wanneer het gaat over Limburg.
Dit beperkt de hoeveelheid CO2 die opgeslagen kan worden. Bovendien moet er steeds een afweging gemaakt worden ten opzichte van andere toepassingen van de diepe ondergrond, zoals bijvoorbeeld geothermie. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) concludeerde in 2013 dan ook dat de CO2-opslagcapaciteit in Vlaanderen beperkt is en op korte termijn niet operationeel gemaakt kan worden. Bovendien is ook in het Belgische deel van de Noordzee geen geologische opslagcapaciteit voorhanden. Ik heb in Noordrijn-Westfalen ook een gesprek gevoerd over de mijnen met het Internationaal Geothermisch Centrum dat mij wist te vertellen dat er momenteel ook onderzoek wordt gevoerd naar het opslaan van warmte, van water in de diepere lagen van het vroegere mijncomplex. We zullen dat verder met Duitsland onderzoeken, want ze hebben natuurlijk heel wat mijnterreinen en we moeten niet alleen het warm water uitvinden.
Hierdoor is export van Vlaams CO2 naar buitenlandse opslaglocaties de meest realistische optie. Het onderzoek dat rond CO2-opslag wordt uitgevoerd, onder meer door de Belgische geologische dienst, gebeurt dan ook in samenwerking met buitenlandse experten en wordt veelal via Europese onderzoeksmiddelen gefinancierd.
Voor de effectieve CO2-opslag van Vlaamse bedrijven zijn we dus eerder afhankelijk van de ontwikkelingen in de ons omringende landen. Als Vlaamse overheid houden we de vinger aan de pols, door hier onder meer regelmatig over samen te zitten met de landen in de North Sea Basin Taskforce. Ook op Europees vlak volgen we de ontwikkelingen nauw op. Zo is de afvang van CO2 van de Rotterdamse industrie en de opslag onder de Noordzee door de Europese Unie bestempeld als energie-infrastructureel project dat van belang is voor de gehele Europese Unie, waardoor Europese subsidies tot 50 procent van de projectkosten mogelijk zijn. Binnen dit Rotterdamse project wordt ook de link gemaakt met mogelijk toekomstige opslag van Belgische of Duitse CO2 voor de kust van Nederland.
Wat we in Vlaanderen wel zelf kunnen doen, is ons richten op het hergebruik van CO2, de zogenaamde ‘carbon capture & use’. Vlaanderen is een van de koplopers op het vlak van onderzoek en ontwikkeling van gebruiksopties voor CO2 in industriële processen. Zowel binnen de universiteiten als de VITO is waardevolle expertise aanwezig. Een aantal industriële installaties hebben concrete projecten opgezet waarbij CO2 wordt gebruikt.
Zo wordt bij INEOS Oxide jaarlijks een groot volume CO2 opgevangen bij de productie van ethyleenoxide, dat onder andere wordt aangewend als koelmiddel. ArcelorMittal in Gent heeft, zoals u ook wel weet, concrete plannen om een deel van de CO-rijke afvalgassen om te zetten in brandstoffen.
Concluderend: we volgen de ontwikkelingen inzake CCS nauwlettend, maar we zijn natuurlijk afhankelijk van onze buurlanden. Ter zake zijn ook de contacten met de grote deelstaten in het federale Duitsland niet onbelangrijk. Ondertussen werken we uiteraard wel verder aan de omslag naar een koolstofarme industrie, onder meer via de aanmoediging van CCU-projecten, de aanmoediging van groene warmte en andere innovatieve technieken.
Voor verdere vragen kunt u zich wenden tot minister Schauvliege, mijn goede collega van Leefmilieu.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u voor het antwoord. Hetgeen u zegt, is correct. Op lange termijn moet het de oplossing zijn dat men probeert te hergebruiken wat men daar opvangt, maar op korte termijn staat die techniek niet ver genoeg, dus moeten we inderdaad bekijken hoe we aan opslag kunnen doen. De bijkomende vraag die ik dan heb als ik u hoor, is: is er eigenlijk al in kaart gebracht over hoeveel CO2 het dan gaat in Vlaanderen? Of zijn die gegevens niet bekend?
U sprak over een project in Rotterdam. Ik veronderstel dat dat nog iets anders is dan het Porthos-project (Port of Rotterdam CO2 Transport Hub & Offshore Storage). Zijn er ook contacten vanuit Vlaanderen met dat Porthos-project?
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, toch een kleine opmerking. Minister, het is heel fijn dat u hebt geantwoord, maar ik heb gisteren in de commissie Leefmilieu aan minister Schauvliege toch wel daarbij aansluitende vragen gesteld naar aanleiding van de presentatie van de strategische Deltaregio, een zeer ambitieus project, dat vooral Nederlands is, maar ook Vlaams. Daarbij gaan bedrijven zelf aan de slag om in de grotere Deltaregio grote hoeveelheden CO2 te besparen en zelfs CO2-neutraal te willen worden.
Minister, de CCS-saga bestaat al zeer lang, en gelukkig vervelt die langzaam van een saga naar een realiteit. Ik ben het niet helemaal eens met collega Gryffroy, die zegt dat CCU nog heel duur is, dat dat nog verre toekomstmuziek is, dus dat we het eerst in de grond moeten steken. Ik denk dat er net inzake het in de grond steken en het opslaan best nog wel wat uitdagingen zijn. Het is nog maar voor het eerst dat er nu wordt gesproken over rendabele opslagmogelijkheden, en dat richt zich vooral op Nederland. Uiteraard moet daar verder onderzoek naar worden gedaan, en ik stel voor dat we dan minister Muyters daar eens over contacteren. Ik ben er ook van op de hoogte gebracht dat de haven van Antwerpen al bijzonder veel investeert inzake CCU, omdat de cluster van Antwerpen natuurlijk een rijke bron van CO2-uitstoot is. Ter zake zou het wel interessant kunnen zijn om inderdaad samen met uw collega’s Schauvliege en Muyters te bekijken hoe die problematiek samen met Nederland kan worden aangepakt. Ik denk dat zowel wat kosten als wat opportuniteiten betreft een samenwerking de enige oplossing zal bieden. Dan hebben we het niet alleen over koolstof, maar ook over waterstof, aangezien een van de meer eenvoudige manieren om CO2-uitstoot te hergebruiken, erin bestaat dat men het aan waterstof koppelt en op die manier synthetisch gas aanmaakt.
Minister, wij kijken uiteraard uit naar verdere ontwikkelingen die de regering op poten zal zetten met betrekking tot de circulaire economie, maar ik wil u toch vragen om zeker en vast die CCU samen met de haven van Antwerpen en de strategische Deltaregio verder te willen benaarstigen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, ik denk inderdaad dat u het best aan collega Schauvliege vraagt over hoeveel CO2 het gaat. Ik heb die cijfers niet.
Ik noteer ook dat er een sterke oproep is tot samenwerking met de andere ministers. Zoals u weet, ben ik ooit nog bij de scouts geweest. Ik werk zeer graag samen en ben er ook van overtuigd dat, als er veel wordt samengewerkt, er ook goede resultaten zijn. Ik ben dus altijd bereid tot samenwerking, zowel met collega Schauvliege als met collega Muyters en met alle andere ministers binnen onze regering.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Er was nog mijn andere vraag. U sprak over de samenwerking met Rotterdam. Is dat dan die samenwerking met Porthos of niet?
Ik vermoed van wel, maar het is niet vanuit onze agentschappen dat die samenwerking er is. Ik weet het dus niet. Het zou kunnen. Ik zal het nakijken. Ik zal het u laten weten, oké?
De vraag om uitleg is afgehandeld.