Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, mijn volgende vraag gaat over een thema dat al lang een strijdpunt is voor de mensen die vechten voor meer dierenwelzijn. U kunt zich wellicht scharen achter een deel van de kritiek op de erkenningsvoorwaarden voor dierentuinen, die nog steeds worden geregeld door het koninklijk besluit dat dateert van 1998, want u kondigde terecht aan dat die voorwaarden zouden worden aangepast. Zo zal onder meer verboden worden om dieren te verplichten kunstjes te vertonen die niet overeenkomen met hun natuurlijk gedrag.
Om de specifieke voorwaarden voor het houden van dolfijnen, zoals geregeld bij ministerieel besluit van 1999 betreffende het houden van zoogdieren, te herzien, werd reeds in het verleden overleg gevoerd. Dat gebeurde vooreerst in 2006 binnen een in de Kamer van Volksvertegenwoordigers opgerichte commissie en vervolgens binnen een werkgroep in de schoot van de Raad voor Dierenwelzijn. Dit overleg resulteerde na achttien vergaderingen in een advies van eind 2013, waarin belangrijke suggesties werden gedaan in verband met de bijkomende voorwaarden. Op korte termijn gaat het om meer opleiding voor het personeel, maar op lange termijn wordt voorgesteld om te voorzien in een buitenbassin voor de dolfijnen.
Zal de aanpassing van de erkenningsvoorwaarden voor dierentuinen, zoals vastgelegd bij koninklijk besluit van 1998, ook van toepassing zijn op het dolfinarium? Worden de activiteiten met dolfijnen zoals die plaatsvinden in het dolfinarium, beschouwd als het verplicht vertonen van gedrag dat niet overeenstemt met het natuurlijk gedrag?
Zullen ook de specifieke minimumvoorwaarden voor het houden van zoogdieren, waaronder dolfijnen, zoals vastgelegd in het ministerieel besluit van 1999, worden herzien? Zal daarbij ook rekening gehouden worden met de in 2013 door de Raad voor Dierenwelzijn geleverde aanbevelingen voor de korte en lange termijn?
Minister Weyts heeft het woord.
De erkenningsvoorwaarden voor dierentuinen zijn momenteel inderdaad vastgelegd in een koninklijk besluit dat al dateert van 1998. In die twintig jaar heeft er een hele evolutie plaatsgevonden aangaande het welzijn van dieren in dierentuinen. De manier waarop dierentuinen vandaag dieren tonen, is niet meer te vergelijken met hoe dat gebeurde toen het koninklijk besluit van 1998 werd opgesteld. Bovendien is er nu veel meer wetenschappelijke kennis over het houden van wilde dieren in dierentuinen en het invullen van hun behoeften. Tenslotte stelt de dierentuinbezoeker zich vandaag heel wat meer vragen bij het welzijn van de dieren en liggen zijn verwachtingen nu heel wat hoger.
Het is dan ook tijd om de regelgeving aan deze realiteit aan te passen. De Vlaamse Regering heeft dat al na een eerste lezing principieel goedgekeurd. Nu wordt het advies ingewonnen van de Raad van State en dan kan de Vlaamse Regering de nieuwe regeling definitief goedkeuren.
Dolfinaria vallen al sinds 1998 onder de dierentuinenregelgeving. Dit zal natuurlijk niet veranderen met het nieuwe besluit. Of de show voldoet aan de nieuwe regels, zal nagegaan worden na inwerkingtreding ervan. Er is voorzien in een overgangsperiode en voor zover nodig heeft het dolfinarium na publicatie van het besluit 12 maanden om zich in orde te stellen. Uit onze contacten met het dolfinarium vernemen we dat een nieuwe educatieve voorstelling nu plaatsvindt, die pedagogisch verantwoord is. Dat is een stap in de goede richting. Of ze aan de regelgeving beantwoordt, zullen we beoordelen zodra we meer zicht hebben op de concrete praktijk.
Wat de minimumnormen voor het houden van zoogdieren in dierentuinen betreft, heb ik nog geen advies van de Dierentuinencommissie ontvangen. De aanpassing van de regelgeving is nog in voorbereiding. Het is een heel omvattend werk en dat komt door het grote aantal soorten dat behandeld moet worden. De Dierentuinencommissie gaat hierbij heel grondig te werk, op basis van wetenschappelijke gegevens. Dit vraagt helaas tijd, maar het zorgt er wel voor dat een degelijk resultaat uit de bus zal komen. Ik heb nu wel gevraagd of in afwachting van een volledig advies daar al gedeelten van kunnen worden afgesplitst, zodat al met bepaalde categorieën van dieren, bijvoorbeeld de primaten, vooruitgang kan worden geboekt. De dienst Dierenwelzijn bekijkt of in afwachting van een volledig advies al een gedeeltelijke aanpassing van de normen mogelijk is. In elk geval zal bij de uitwerking van de regelgeving rekening gehouden worden met het advies van de Raad voor Dierenwelzijn.
Heel concreet is er nog altijd een discussie gaande met het dolfinarium over het buitenbassin. Dat is een immense investering, maar ik wil ook wel dat die gebeurt. We spreken over om en bij de 15 miljoen euro. Maar als we willen dat in functie van het dierenwelzijn de normen gerespecteerd worden, dan zal die investering ook nodig zijn.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat de evaluatie van de show zal gebeuren nadat de nieuwe erkenningsvoorwaarden van kracht zijn. Ik veronderstel dat uw inspectiediensten die oefening zullen maken. Ik ben benieuwd op welke manier een dergelijke show dan zal kunnen beantwoorden aan de voorwaarden van het natuurlijk gedrag en hoe men die twee zaken zal kunnen verzoenen. Ik begrijp dat het een beetje in de richting zal gaan dat een show zal worden opgesteld die toch conform de interpretatie van die voorwaarden is. Ik ben toch wel benieuwd hoe men dat gaat motiveren.
Wat de Dierentuinencommissie betreft, is het een goede zaak om het op te splitsen, want anders blijven we wachten. Het is eenzelfde discussie als met de herziening van de wetgeving inzake huisdieren. Het is zeker belangrijk om die dossiers op te splitsen zodat we tenminste in die deeldossiers vooruitgang kunnen boeken.
Ik wil nog in herinnering brengen dat de voorwaarden die de Raad voor Dierenwelzijn aanbracht, gaan over een serieuze termijn. Zelfs de aanbevelingen op korte termijn zouden twee jaar na aanpassing van het besluit van kracht moeten zijn. Dat gaat dan alleen nog maar over vorming van het personeel op het vlak van gedragsbiologie en habitatbeleving. Ik hoop tenminste dat dat basispakket heel snel vooruit kan gaan, want anders zitten we over tien jaar nog altijd in dezelfde situatie. Als het dan gaat over het buitenbassin: de Raad voor Dierenwelzijn beveelt zelfs aan om die voorwaarden van kracht te laten zijn twaalf jaar na de beslissing. Ik denk dus dat we snel werk moeten maken van duidelijkheid voor het dolfinarium zodat dat bassin kan worden gebouwd.
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik denk dat we er allemaal mogen van uitgaan dat de exploitanten van het dolfinarium de beste bedoelingen hebben, ook met de dieren. Ze zorgen goed voor de dieren. Dat er een aantal evoluties zijn en dat er discussie is over natuurlijk gedrag, kan ik aannemen, maar mijn pleidooi is gewoon om toch in goed overleg te treden met de exploitanten en om hun ook duidelijkheid en rechtszekerheid te geven op lange termijn. Je kunt toch moeilijk verwachten dat er grote investeringen gedaan worden en dat dat na enkele jaren opnieuw worden bijgesteld om nog meer investeringen te doen. Ik pleit voor goed overleg, realisme en in elk geval ook duidelijkheid ten aanzien van de exploitanten.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
De erkenningsvoorwaarden voor dierentuinen worden inderdaad nog steeds geregeld door een KB uit 1998. Dat is toch een eeuwigheid geleden op het vlak van dierenwelzijn. Er is veel veranderd, er is veel onderzoek gebeurd, er zijn vele nieuwe inzichten, en gelukkig maar. Het is duidelijk tijd voor nieuwe regelgeving, maar wij willen wel dat de oefening goed en grondig gebeurt. Dierentuinen zullen zich dan ook in regel moeten stellen zodra de nieuwe regelgeving van toepassing is. Daar gaan we uiteraard niet op korten.
We zijn zeer tevreden dat het Boudewijnpark concreet aan de slag is met aanpassingen op korte termijn. Het gaat onder andere over opleidingen voor personeel, verrijking van activiteiten en meewerken aan wetenschappelijk onderzoek. Blijft natuurlijk nog altijd dat buitenbassin. Boudewijnpark heeft intussen zijn engagement gegeven, maar onze fractie rekent wel degelijk op de uitvoering van deze werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.