Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, dit is een informatieve vraag over de afgelopen editie, de 33e editie, van de ‘Antwerp 10 Miles’. Het was de warmste ooit. Er namen in totaal meer dan 40.000 lopers deel aan de wedstrijden, maar er belandden ook zo’n 40 mensen in het ziekenhuis en 300 lopers moesten verzorgd worden in de hulpposten van het Rode Kruis. Ik denk dat ik namens veel sporters en vele Antwerpenaren spreek als ik zeg dat we ook blij zijn dat er niets ernstigers of dramatischers is gebeurd, zoals we op andere plekken al hebben mogen zien.
Die jammerlijke incidenten kwamen ook uitgebreid aan bod in de media, waarna allerlei suggesties, maar ook verwijten opdoken. Had de organisatie wel voldoende geanticipeerd op de voorspelde hitte? Waren de medische hulpdiensten goed voorbereid? Moest er niet in meer water voorzien worden onderweg? Zou er niet beter een fysieke controle komen op de deelnemers? Er werd achteraf van alles gesuggereerd en gespeculeerd, wat achteraf natuurlijk altijd gemakkelijk is. De organisatoren moeten natuurlijk wel een huzarenstukje afleveren om zo’n loopwedstrijd in elkaar te steken.
Heel die discussie overschaduwde eigenlijk waar het echt om draait, namelijk op een leuke en gezonde manier samen sporten. De meeste mensen die erbij waren, zullen ook bevestigen dat het een uitputtende, maar fijne ervaring was. En dat signaal moeten we blijven geven. Er is ook steeds meer enthousiasme voor dit soort grote sportevenementen, en dat is uiteraard een positieve evolutie, maar er zijn ook steeds meer incidenten.
Het is zeker aan te moedigen dat de Vlaming deze uitdagingen wil aangaan, maar men moet zich in de eerste plaats goed voorbereiden en het eigen lichaam en de eigen grenzen leren kennen, want anders dreigt het mis te lopen. Dat is niet zo’n gemakkelijke opdracht, en dus er is blijvend nood aan brede sensibilisering en toegankelijk advies voor elke sporter, zodat het voor iedereen leuk en gezond blijft.
Tot slot nog een vaststelling: aan de finish was er een overvloed aan ongezonde snacks en drank. Gezond sporten kan echter niet los staan van gezonde voeding, dus misschien moeten we dit soort evenementen ook meer aangrijpen om die boodschappen uit te dragen.
Minister, we moeten erover waken dat de slinger niet doorslaat en dat de berichtgeving over de voorbije editie van de Antwerp 10 Miles de mensen niet afschrikt om te gaan sporten. Aan de andere kant tonen de incidenten en reacties erop dat er misschien nog wat werk aan de winkel is. Daarom heb ik voor u, als minister van Sport, de volgende informatieve vragen. Heeft de organisatie volgens u voldoende geanticipeerd op de hitte? Of hadden ze meer of andere maatregelen moeten treffen? Kan er in de aanloop naar grote sportevenementen meer proactief worden gesensibiliseerd en geïnformeerd over gezond sporten en de mogelijke risico’s? Kunnen organisatoren van sportevenementen ook aangespoord worden om meer in te zetten op de promotie en verspreiding van gezonde voeding?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Annouri, u zegt dat het informatieve vragen zijn, maar ik kan het ook grotendeels eens zijn met de inhoudelijke beschouwingen die u aanhaalt. Het enthousiasme voor sportevenementen blijft toenemen. Het zou inderdaad jammer zijn, mocht een eenzijdige focus van de media op een al bij al beperkt aantal incidenten – u weet hoeveel sporters er in het ziekenhuis zijn beland: dat is 0,1 procent van de deelnemers – ertoe leiden dat mensen niet meer zouden deelnemen aan gezamenlijke sportmomenten. Ik mag de vergelijking eigenlijk niet maken, maar ik denk dat je op een groot muziekfestival met warm weer waarschijnlijk meer mensen zult hebben die, om andere redenen, in het ziekenhuis belanden dan op dat sportevenement.
Ik ben het met u eens dat het echt erg zou zijn, mocht men door die incidenten niet meer gaan deelnemen aan die gezamenlijke sportmomenten. Daarom wil ik in de eerste plaats het signaal blijven geven dat samen sporten, op een gezonde manier, een fijne ervaring is. Ik denk dat iedereen van jullie het daar ook mee eens is.
Uiteraard is het daarbij belangrijk dat de deelnemers hun eigen fysieke capaciteiten en de omstandigheden correct inschatten. Dat is heel belangrijk in dat geheel. Ik denk dat ze daar ook een eigen verantwoordelijkheid in hebben. Deelnemen aan een sportevenement ontslaat een individuele sporter helemaal niet van de eigen verantwoordelijkheid om de nodige voorbereidingen te treffen, om het gezond verstand te gebruiken en op een veilige en verantwoorde manier te sporten. Tijdens de Antwerp 10 Miles & Marathon hebben een aantal deelnemers zichzelf duidelijk overschat en de warmte onderschat. Dat is heel duidelijk.
Dat kan ook zijn door het enthousiasme langs de kant. Mijn zoon liep mee en ik ben uiteraard gaan supporteren, ook voor andere mensen. Het kan zijn dat je mee gedreven wordt door het enthousiasme van het publiek, maar het is toch ook nog altijd een stuk eigen verantwoordelijkheid, die wij niet mogen overnemen.
Naast de individuele verantwoordelijkheid van elke loper is er inderdaad de verantwoordelijkheid van de organisator om de deelnemers correct te informeren en om in te grijpen in noodsituaties. Ik heb aan de organisatoren een chronologisch verslag gevraagd van alle stappen die ze ondernomen hebben om de deelnemers vooraf te informeren over het evenement en ze te informeren over de risico’s van het warme weer, en ook de bijkomende acties die voor of tijdens het evenement werden gedaan. En ik kan u garanderen dat daaruit blijkt dat alle deelnemers vooraf uitgebreid werden geïnformeerd via de website, via een persoonlijke e-mail, via de radio en via de sociale media. Ook voor en tijdens de wedstrijd werden bijkomende maatregelen getroffen om de impact van het warme weer te bespreken.
En ik weet dat het echt zo is gebeurd. Mijn zoon heeft het mij ook verteld. Bij de start werd in extra zonnecrème en water voorzien. Mijn zoon had geen zonnecrème mee, maar heeft daar dus zonnecrème aangeboden gekregen. Er werd in extra water voorzien bij de bevoorrading. De speakers maanden bij de start én onderweg aan tot het matigen van de snelheid. De zichtbare tijdsregistratie is op een bepaald moment uitgeschakeld, om dat stuk competitie er ook uit te halen. Op sommige plaatsen werden trechters gemaakt, om de lopers effectief te verplichten om af te remmen enzovoort. Ik denk dat ze dus echt wel hebben gedaan wat ze moesten doen, op voorhand en tijdens het evenement.
Hierbij denk ik dat we kunnen concluderen dat de organisatie gedaan heeft wat redelijkerwijs kan worden verwacht. Het kan natuurlijk altijd beter. Het is zinvol om bijvoorbeeld samen met de stad Antwerpen, de hulpdiensten en de organisator het evenement te evalueren en te bekijken wat er volgend jaar nog beter zou kunnen om in de toekomst nog beter in te spelen op misschien wel heel andere omstandigheden.
De organisator heeft via zijn communicatiekanalen de deelnemers geïnformeerd over gezond sporten. Bij het inschrijven werd aangeraden om goed na te denken over de gekozen afstand en de deelnemers konden via de organisator trainingsschema’s krijgen om zich op een verantwoorde manier voor te bereiden. Dat is een goede sensibiliserende aanpak. Men had nog kunnen verwijzen naar de website www.gezondsporten.be van Sport Vlaanderen, die heel veel informatie bevat over training, sportvoeding, blessurevoorkoming en dergelijke meer. Je kunt er ook specifieke informatie vinden over sporten bij warm weer en dergelijke meer. Ze is ontwikkeld door de vereniging voor sport- en keuringsartsen. Ik heb aan de organisator van de 10 Miles in elk geval al gevraagd om bij de volgende inschrijvingen mee te geven dat op die website informatie wordt gegeven.
De Vlaamse Vereniging voor Sportgeneeskunde werkt momenteel ook aan een draaiboek dat organisatoren van loopevenementen stap voor stap zal begeleiden bij de voorbereiding van een evenement. Ik denk persoonlijk dat dat hier niet nodig is, maar jullie weten dat er veel dergelijke sportevenementen worden georganiseerd. Voor vele kleinere organisatoren, bijvoorbeeld gemeentebesturen die een stratenloop organiseren, is het wel zinvol om zo een draaiboek te hebben. Dit draaiboek zal tegen het einde van dit jaar klaar zijn en zal ter beschikking worden gesteld aan organisatoren en lokale besturen.
Wie twijfelt over zijn geschiktheid om een bepaalde sportactiviteit te doen, kan een vragenlijst invullen op www.sportkeuring.be en eventueel een medisch onderzoek laten afnemen. Sportartsen kunnen naast de medische screening ook advies geven over welke sport en welk niveau veilig en haalbaar zijn. Vorige legislatuur heb ik dat stilaan opgezet vanuit de filosofie dat je meer in functie van de sport, de leeftijd en de intensiteit beter en sterker advies krijgt. Toen ik opnieuw ging voetballen, moest ik bij wijze van spreken vijftien keer pompen en mijn hartslag werd gemeten. Met de sport- en keuringsartsen heeft dat een andere wending genomen. Vandaag kan je als sporter zien hoe je je het best voorbereidt en hoe je je kunt laten begeleiden.
Wat betreft eten en gezondheid: gezond sporten gaat hand in hand met gezondheid, en dus ook met gezond eten en drinken. Vanuit mijn sportbeleid promoot ik dus niet alleen het sporten op zich, maar ook heel die gezonde en actieve levensstijl. Op die manier werk ik actief mee aan de vernieuwde Vlaamse gezondheidsdoelstellingen. Voor sportevenementen of sportclubs pleit ik niet voor een verbod op bepaalde dranken of voeding. Ik vind dat heel moeilijk. Dat heeft heel vaak met sponsoring en dergelijke te maken. Het is wel aangewezen dat de sportsector bewuster met die dingen omgaat en daarvoor een actiever gezondheidsbeleid uitwerkt.
In het kader hiervan heb ik mijn medewerking toegezegd aan een project van Vlaams Instituut Gezond Leven dat als doel heeft om sportclubs aan te moedigen en te ondersteunen om de gezondheid van hun leden en bezoekers te bevorderen door bijvoorbeeld in te zetten op tabakspreventie of gezonde voeding. Ook evenementorganisatoren zullen hier iets van kunnen opsteken.
Alles bij elkaar ben ik het eens met de aard van uw vraagstelling. Laat ons vooral niet vergeten dat ook hier heel veel mensen intens van hebben genoten. Ik ken heel veel mensen die een half jaar of een jaar aan het trainen zijn geslagen om mee te kunnen doen aan dit massa-event. Vorige zondag heeft nog een collega van mij gezegd dat hij volgend jaar wil meelopen en hij begint nu aan zijn training. Dat zijn de goede dingen: mensen aan het sporten krijgen.
De heer Annouri heeft het woord.
Collega Wouters, ik kijk ernaar uit om u te zien op de 10 Miles. (Opmerkingen van Peter Wouters. Gelach)
Minister, dank u voor uw antwoord. De dag van de 10 Miles is ondertussen een Antwerpse feestdag geworden. Dat is een ongelooflijk plezante dag waar mensen van ver naartoe komen om te lopen, plezier te beleven en hun eigen grenzen te verleggen. Dat is fijn. Dat is goed. Het positieve daarvan mogen we niet laten overschaduwen. Ik ben trouwens ook blij met uw antwoord.
Ik heb twee bijkomende vragen. De organisatoren hebben hun chronologisch overzicht doorgestuurd. Ze hebben alles ondernomen. Ik denk wel dat, zoals u heb aangegeven, je je eigen grenzen moet kennen. Ik wilde eigenlijk meelopen, maar ik ben gaan supporteren. Ik zag heel wat mensen die erdoor zaten en heel moe waren, en die moedig je dan aan. Maar mijn aanmoediging was meer om te zeggen: ‘Komaan, het kan geen kwaad, doe maar rustig op je eigen tempo.’ Maar door hen aan te moedigen voelden ze zich verplicht om opnieuw te beginnen lopen, waardoor ik mij schuldig begon te voelen, want dat wilde ik zeker niet. Je merkt dat mensen niet goed weten wat ze op zo’n moment moeten doen. Dat is misschien wel een van de oorzaken van de problemen die er waren. In hoeverre kunnen we meer inzetten op het sensibiliseren? U hebt dat deels aangehaald in uw antwoord, maar het is me niet helemaal duidelijk hoe we erop kunnen inzetten dat we meer mensen kunnen overtuigen dat ze, als ze sporten, dat met mate moeten doen, dat de grenzen voor iedereen anders liggen en dat ze zeker niet moeten meegaan in een soort overdrive en zo snel mogelijk de beste resultaten moeten halen. Je bouwt zoiets op en je moet geen onrealistische verwachtingen vooropstellen.
Ik heb een tweede informatieve vraag. Dit jaar werden driehonderd mensen verzorgd en werden veertig mensen in het ziekenhuis opgenomen. Hebt u er een zicht op hoeveel dat er vorige jaren waren? Was er een enorme impact van de hoge temperatuur? Of moet ik hierover een schriftelijke vraag stellen?
De heer Wouters heeft het woord.
Ik kan moeilijk anders dan repliceren nadat collega Annouri mij heeft opgeroepen om ook mee te lopen. Gezond sporten begint inderdaad met luisteren naar je lichaam. Dat is heel belangrijk. Dat was die zondag ook het geval. Ik ben naar de marathon gaan kijken. Zelfs het kijken was bij momenten zwaar: het was heel warm en je voelde dat. De marathon werd dan nog vanaf ’s morgens vroeg gelopen. De eerste lopers hadden er bijna geen last van. Hoe minder het talent aanwezig was, hoe warmer het ook werd. Het werd recht evenredig zwaarder voor die mensen met het oplopen van de temperatuur.
Wat de organisatie zelf betreft, denk ik dat die mensen heel veel hebben gedaan in de aanloop ernaar. Gazet van Antwerpen bijvoorbeeld had een pagina met tips voor de lopers. Ook mogen we niet vergeten dat, naar ik meen, de meeste lopers getraind hadden, maar dat was in een periode waar het 10 tot 15 graden was. Het was het eerste warme weekend, en dat heeft de meesten koud gepakt – misschien de verkeerde woordkeuze in dezen. Op dat punt mogen we niet alleen het negatieve zien.
De groepsdruk is ook al aangehaald. Dat is iets positiefs. Het stuwt mensen naar voren, maar het jaagt mensen soms ook over hun limiet. De verantwoordelijkheid van het individu telt hier ook weer. We kunnen niet voor iedereen in een personal coach langs het parcours voorzien, dat zou ook geen oplossing zijn.
Om af te sluiten, wil ik nog een bloemetje gooien naar de mensen van de hulpdiensten die die dag fantastisch werk hebben geleverd en, zonder dat er massahysterie ontstond, alle mensen die er soms echt niet goed uitzagen, op een goede manier hebben begeleid en weer beter gekregen.
De heer Moyaers heeft het woord.
Ik dank collega Annouri voor de vraag en de minister voor het antwoord dat zeker positief te noemen is. Ik kreeg een beetje een déjà vu. Ik werd in 2011 schepen van Sport. We hadden op het Hemelvaartweekend ook een loopevenement waar ik ook aan zou deelnemen, om als schepen het goede voorbeeld te geven natuurlijk, maar ik kwam mezelf tegen, want het was ook een snikhete dag. Ik was toen enorm blij dat ik de finish haalde, en het was absoluut geen marathon.
De vraag op zich of je bij grote sportevenementen niet meer kunt doen rond gezond sporten, gezonde voeding en dergelijke, is heel interessant. Minister, misschien hebt u mijn vraag al beantwoord, maar heb ik het niet goed begrepen. Als een evenement zoals dit bijvoorbeeld door Vlaanderen zou worden gesubsidieerd, wordt dan gekeken naar bepaalde parameters bij het bepalen van de ondersteuning? Bijvoorbeeld als Vlaanderen een sportevenement zou subsidiëren, zou je dan van die gelegenheid geen gebruik kunnen maken om gezond sporten, gezonde voeding en gezond leven zeer actief te promoten op het evenement zelf? Bij de startplaats bijvoorbeeld is er een heel duidelijke visibiliteit, bijvoorbeeld naast een spandoek van Sport Vlaanderen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik heb zelf meegelopen met de 10 Miles en wil vanuit die ervaring heel kort reageren. Minister, alles wat u schetst over de inspanningen die de organisatie gedaan heeft, kan ik bevestigen. Het was mijn eerste 10 Miles, ik kan dus niet vergelijken met vorige edities, maar ik vond dat er heel veel inspanningen werden gedaan om de lopers aan te moedigen om niet te overhaasten en om in extra water, zonnecrème en dergelijke te voorzien. Ik kan dat alleen maar bevestigen. Het maakte het tot een heel aangename ervaring, vooral ook door de samenhorigheid van de lopers, die elkaar erop wezen dat het heel warm was en men het best een beetje vertraagde en dat het belangrijkste was om uit te lopen dan wel te overhaasten.
Mijnheer Annouri, trouwens bedankt voor het supporteren toen ik bij u passeerde. Dat mag u ook in oktober doen.
Minister Muyters heeft het woord
Ik wil de heer Annouri dan toch wel waarschuwen dat hij niet te hard roept, want dan gaat u misschien te hard beginnen lopen. (Gelach)
Voor mij is de essentie dat het niet erg is dat je grenzen opzoekt in de sport. We doen dat. Ik weet van mezelf dat ik de 10 Miles niet moet lopen. Ik zit niet zo in elkaar. Ik kan de Mont Ventoux op fietsen, ik kan 5 kilometer lopen, ik kan oefenen naar 10 kilometer, maar 16 kilometer is voor mij te hoog gegrepen. Ik zit daar fysiek niet juist voor in elkaar. Men heeft me al zo dikwijls aangeboden om mee te doen. Neen, ik doe daar niet aan mee, ik weet dat dat niets voor mij is. Er is een morele druk zodra je loopt. Wij hebben een stratenloop in Edegem elk jaar in september. Ik heb tot nu toe elk jaar geprobeerd om het daaropvolgende jaar beter te lopen. Dat is mij tot nu toe altijd gelukt. Je hebt de morele druk van de groep en je hebt je eigen druk omdat je op je horloge aan het kijken bent of je goed op schema zit. Ik kan u verzekeren dat iedereen die regelmatig aan sport doet, op dat moment geen rekening houdt met de weersomstandigheden. Je houdt alleen rekening met wat jij hoopt te bereiken. Op het moment dat je enkele minuten later bent, zelfs op de 10 Miles, dan ben je wat ontgoocheld. Ik ben zeker dat als u volgend jaar meedoet, u denkt dat u het beter moet doen dan dit jaar. Stel u voor dat de weersomstandigheden heel anders zijn, dan is het wel moeilijk. Je hebt die gedrevenheid. Die brengt sport juist met zich mee, dat mogen we niet fnuiken. Je moet alleen weten wanneer het genoeg is geweest. Dat is heel belangrijk.
Wat betreft de aanmoedigingen, heb ik ook gezien dat mensen bijna stilstonden en vaak kregen ze aanmoedigingen om voort te doen en niet zomaar op te geven. Dat is ook normaal. Dat is ook de bedoeling. Je bent gestart om te eindigen, dat is toch altijd de filosofie.
Cijfers van vorige jaren kan ik echt niet geven, daar heb ik geen idee van, ook niet van muziekfestivals overigens.
Collega Wouters, ik wil u bedanken voor de verwijzing naar de hulpdiensten. Ik denk dat we die allemaal kunnen onderschrijven. Zij hebben op een schitterende manier, met de organisatoren, ingespeeld op de omstandigheden. Zij hebben op een aantal plaatsen extra dingen gedaan die op voorhand niet waren gepland. Ik stond aan de Jezusstraat en na een tijdje was er een brandweerwagen die water sprenkelde. Er zijn dus dingen gebeurd die op voorhand zeker niet waren gepland. Men heeft ook hulpdiensten van andere steden opgeroepen. Ik vind het heel correct dat u die mensen bedankt, en wij ondersteunen dit. Proficiat aan al die mensen.
Collega Moyaers, u vraagt naar de contracten. Het wordt inderdaad contract per contract nagegaan. Het gebeurt heel vaak dat ‘gezond’ wordt opgenomen, maar ik ga het zeker nog eens navragen. Ik weet dat bij een van de organisaties waarvan ik peter ben – met Sporta de Mont Ventoux beklimmen in juni – het verplicht is om om de twee jaar een doktersattest af te geven. Er is veel variatie, maar ik vind het ook verstandig dat organisatoren zelf zien op welke manier ze dit aanpakken. Als we mensen aan het sporten krijgen, is dat nog altijd beter dan dat ze thuis in de zetel zitten.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Collega’s, ik dank u om aan te sluiten.
Collega Wouters, ik sluit me volledig aan bij uw complimenten aan de hulpdiensten. Die mensen hebben ongelooflijk goed werk gedaan en de minister heeft dit ook nog eens onderstreept. We moeten hen daarvoor erkentelijk zijn, daar ben ik het volledig mee eens.
U zegt dat iedereen – en ik denk dat het een optimistische inschatting is – zich goed heeft voorbereid voor de 10 Miles. Ik vrees en ik weet dat er mensen hebben meegelopen zonder enige voorbereiding. Het zal een minderheid zijn, maar dit moeten we proberen te voorkomen omdat mensen soms onderschatten wat het effect kan zijn.
Minister, als ik het goed samenvat, zegt u dat sporten draait om grenzen verleggen, maar nooit om over je grenzen gaan. Dat is een heel groot verschil, waarvan we mensen bewust moeten maken.
Ik had u ook gevraagd op welke manier we mensen nog bewuster kunnen maken hoe ze zelf omgaan met hun eigen grenzen. U hebt er niet meteen op geantwoord. Ik had ook gevraagd hoe we mensen meer bewust kunnen maken dat ze hun grenzen moeten bewaken, dat ze er bewust mee moeten omgaan, dat ze niet te snel moeten gaan.
Er is me net toegefluisterd – en het is niet om met een valse noot te eindigen, want ik weet dat die mensen goed werk hebben geleverd met de 10 Miles – dat er in de latere golven niet voldoende water meer was. Er was geen drank meer. Dat zijn alleszins verhalen die mij hebben bereikt.
We moeten dus aan de slag gaan met de kleine fouten, de lessen die we hebben geleerd en de mensen sensibiliseren over hun eigen grenzen. Sporten is ook af en toe toegeven dat het even niet gaat, dat je even moet stoppen en dat je het even op je eigen tempo moet doen, ook dat hoort erbij om een betere sporter te worden.
Op naar een volgende 10 Miles. Collega Van de Wauwer, ik loop dan mee en dan zullen we zien wie eerst eindigt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.