Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over energiearmoede
Vraag om uitleg over energiearmoede
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Dit dossier kwam enkele weken geleden in de media, bij de voorstelling van de Energiebarometer, die jaarlijks werd uitgevoerd door teams van de Universiteit Hasselt en de Université Libre de Bruxelles (ULB). Sinds 2009 is er bijna geen wijziging vast te stellen. Nog altijd een op de vijf Belgische gezinnen leeft in energiearmoede. Twee gezinstypes zijn oververtegenwoordigd in de energiearmoede: oudere alleenstaanden en eenoudergezinnen. Bij koppels leeft maar 4,7 procent in energiearmoede, bij alleenstaanden is dat 28 procent, bij eenoudergezinnen 18,6 procent. Een belangrijke conclusie is dat zij het kapitaal missen om ingrijpende investeringen te doen, zoals in betere isolatie. Er is ook de complexiteit om over te stappen van een ouder, duur energiecontract naar een goedkopere leverancier. Die procedure is volgens hen te complex. Ze weten vaak zelfs niet dat ze recht hebben op een goedkoper sociaal tarief. Dat zijn jammere zaken, want het betreft simpele handelingen die ervoor zouden kunnen zorgen dat die mensen uit de energiearmoede kunnen geraken. Het beleid zou daar maximaal op moeten inzetten.
Hoe interpreteert u het rapport van de Koning Boudewijnstichting inzake de Energiebarometer? Hebt u stappen voor ogen die u kunt ondernemen om vooral alleenstaanden en eenoudergezinnen beter te bereiken om hen te informeren dat overstappen van energieleverancier kostenbesparend kan zijn? Gaat u het energiearmoedeprogramma aanpassen op basis van de cijfers van de Energiebarometer? Bent u bereid de afbakening van de sociale doelgroep te herbekijken zodat vooral alleenstaanden en eenoudergezinnen kunnen beschikken over sociale tarieven waardoor ze budget vrij krijgen om bijvoorbeeld te investeren in isolatie?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Er bestaan heel wat maatregelen die de energiearmoede trachten te verlichten. We hebben het sociaal tarief voor elektriciteit, gas en water, of een toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds. De procedures bij wanbetaling trachten afsluiting te voorkomen. Er zijn ook de sociale dakisolatieprojecten, verhoogde renovatiepremies voor specifieke doelgroepen, en de energiesnoeiers, waarover we het hadden in de vorige vraag, die moeten inzetten op preventie en die het verbruik van gezinnen in energiearmoede moeten doen verlagen.
Het gratis weggeven van energie is volgens ons alvast geen duurzame oplossing tegen energiearmoede.
Deze Vlaamse Regering heeft alvast als eerste werk gemaakt van een duidelijk actieplan om energiearmoede tegen te gaan. Uit een recent gepubliceerd onderzoek blijkt dat ongeveer 15 procent van de eigenaars van een volledig afbetaald huis kampen met energiearmoede omdat hun woning onvoldoende geïsoleerd is.
Het gaat dan vooral over oudere woningen. Het zijn vaak alleenstaanden en eenoudergezinnen die daar wonen. Vrouwen moeten ook vaak beknibbelen op verwarming of hebben grote moeite om de factuur te betalen.
Minister, ik heb me niet zo geconcentreerd op de studie van de Koning Boudewijnstichting, maar daaruit blijkt dat de doelgroep van oudere eigenaars problemen stelt voor de toekomst. Hoe gaan we deze groep proberen te bereiken en aan te zetten om hun woning in er genetisch op punt te stellen?
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat investeringen in energie-efficiëntie inclusief de financieringskosten vanaf dag één de druk op de energiefactuur kunnen verlagen?
Veel gezinnen weten niet of ze het sociaal tarief ontvangen en dus ook recht hebben op hogere energiepremies. Ook verhuurders zijn niet altijd op de hoogte van de verhoogde premies waar ze recht op hebben als hun huurder een beschermde afnemer is en dus recht heeft op het sociaal tarief. Is het opportuun om dit meer kenbaar te maken en acties gericht naar verhuurders op te zetten?
Ik heb nog een punt dat ik hier al een paar keer heb aangehaald. De energiefacturen blijven onoverzichtelijk. Het is dan ook moeilijk om het verbruik beter te beheren of er een goed zicht op te krijgen. Welke stappen gaat u ondernemen om dit nog te verbeteren?
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, de collega's hebben doorverwezen naar de resultaten van de energiearmoedebarometer van de Koning Boudewijnstichting. Ik zal de cijfers en conclusies niet herhalen.
Minister, we beseffen dat de eventuele positieve effecten van het Vlaams energiearmoedeprogramma nog niet kunnen worden opgemerkt in de energiearmoedebarometer van de Koning Boudewijnstichting, die gaat over 2016, omdat het energiearmoedeprogramma maar werd goedgekeurd en geactiveerd in 2016. Maar ik zou u toch willen vragen om een tussentijdse balans op te maken, twee jaar na de opstart van het Vlaams Energiearmoedeprogramma. Ik hoop op een positieve evolutie ten opzichte van de cijfers van de barometer van de Koning Boudewijnstichting.
Minister, wanneer zal de Vlaamse Regering een tussentijdse balans opmaken naar aanleiding van het tweejarig bestaan van het energiearmoedeprogramma?
Hebt u al zicht op de evolutie van de energiearmoede in Vlaanderen? Of moeten we wachten op de cijfers van de VREG? In juni krijgen we altijd een rapport van de VREG.
Met de energieleveranciers is afgesproken om haalbare betaalplannen op te maken voor klanten met betalingsachterstallen. Toch moeten we vaststellen dat er nog altijd betaalplannen worden opgemaakt waarbij het maandelijks af te lossen bedrag erg hoog oploopt. Hebt u plannen om de afspraken over afbetalingsplannen decretaal te verankeren? We hebben deze vraag hier al vaker gesteld.
Ik wil nog eens terugkomen op de deur-aan-deurverkopen van energiecontracten. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat sommige praktijken echt niet kunnen. Welke afspraken werden er gemaakt? Hoe worden deze in tussentijd geëvalueerd?
Welke doelgroepgerichte communicatiemiddelen werden er intussen uitgewerkt? Hoe wordt de communicatie met de doelgroepen geëvalueerd?
Minister Tommelein heeft het woord.
Sinds de goedkeuring van het Vlaams Energiearmoedeprogramma op 4 maart 2016, wordt de implementatie ervan jaarlijks gerapporteerd. Binnenkort zal ik een nieuwe update aan de Vlaamse Regering voorleggen, dat zal overmorgen zijn, dat staat geagendeerd.
De recentste energiearmoedebarometer gaat over het kalenderjaar 2016. Zoals aangegeven in mijn antwoord op de schriftelijke vraag nummer 170 van collega Gryffroy heb ik het Vlaams Energieagentschap (VEA) de opdracht gegeven om het energiearmoedeprogramma grondig te evalueren samen met een brede groep stakeholders. Naast de evaluatie van bestaande maatregelen zullen bijkomende aanbevelingen worden verzameld. Uiterlijk eind september zal het VEA mij het evaluatierapport bezorgen. Later dit najaar zal ik dan een herwerkt energiearmoedeprogramma aan de Vlaamse Regering voorleggen.
Zoals in mijn vorig antwoord aangegeven, zijn er al verschillende acties geweest om de doelgroep te bereiken. Specifiek omtrent het veranderen van leverancier, voerde de VREG in november en december 2017 een campagne rond de V-test voor kwetsbare afnemers. In provinciale infosessies werden OCMW-medewerkers en andere tussenpersonen wegwijs gemaakt in de procedure voor het veranderen van energieleverancier. Tijdens dezelfde sessies werd toelichting over de verhoogde premies voor beschermde afnemers gegeven.
Een nieuw type opvolgingsscan zet vanaf 2018 exclusief in op begeleiding bij de overstap naar een voordeligere leverancier. De VREG en het VEA bundelen alle informatie voor kwetsbare afnemers in een informatiebundel.
Zoals u weet, heeft de Vlaamse Regering beslist om de energielening vanaf 2019 voor te behouden voor de kwetsbare doelgroep. In het kader van de lopende herziening van het takenpakket van de energiehuizen wordt momenteel bekeken hoe de energiehuizen in hun groeiende rol van laagdrempelig energieloket maximaal aansluiting kunnen vinden bij de behoeften van de kwetsbare gezinnen.
De afbakening van de doelgroep beschermde afnemers die voor de automatische toekenning van sociale maximumprijzen in aanmerking komen, is een federale bevoegdheid. Voor heel wat andere Vlaamse maatregelen is de doelgroep nu al uitgebreider dan de beschermde afnemers.
Begin juni 2018 publiceert de VREG opnieuw het sociaal rapport. Daarin zullen we opnieuw kunnen zien of de leveranciers zich beter aan de goede praktijk afbetalingsplannen van de VREG houden. Op basis van die informatie kunnen we opnieuw beter inschatten of wetgevende actie hier wenselijk is.
Het consumentenakkoord bevat een hele sectie over verkopen op afstand. De naleving van dit consumentenakkoord wordt opgevolgd door de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. Daarnaast heeft de vzw Belgian Direct Sales Organisation in overleg met federaal minister van Consumentenzaken Peeters een gedragscode opgesteld. De economische inspectie houdt toezicht op de naleving ervan.
Minister Peeters heeft een werkgroep opgestart rond de vereenvoudiging van de energiefactuur. Deze besprekingen zijn nu lopende en verlopen zelfs constructief.
Minister, uit de studie van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat 28 procent van de alleenstaanden en 18,6 procent van de eenoudergezinnen in energiearmoede leeft. Dat zijn opvallende cijfers.
Alleenstaanden en eenoudergezinnen zijn niet per definitie kwetsbare doelgroepen. Om in aanmerking te komen voor het sociaal tarief hebben zij meestal al een te hoog inkomen. Ze hebben gewoon te hoge kosten. Ze proberen maximaal om op het eind van de maand hun rekeningen te betalen. Zelfs met extra communicatie zullen zij niet investeren in isolatie, gewoon omdat ze het geld niet hebben. Ze hebben geen laag inkomen, ze hebben gewoon niet genoeg om extra over te houden om te investeren.
Extra communicatie is voor die groep geen oplossing. We moeten daar andere maatregelen nemen. Ik hoop dat het VEA daar eens met voorstellen komt om dit op een heel andere manier te bekijken. De groep alleenstaanden gaat in de toekomst alleen nog maar toenemen. Als zij in die probleemsituatie blijven zitten, dweilen we met de kraan open. Ik denk dat dat een complex debat is dat we niet met een of twee maatregelen zullen kunnen opvolgen. Ik denk dat daar stilaan wel oplossingen moeten komen.
De complexiteit van de factuur is echt wel een probleem. Je leest dat in alle studies. De mensen kunnen er gewoon niet aan uit. De VREG heeft dat betwist in het debat dat we met hen hadden. Ze zegden dat er geen probleem was met de leesbaarheid van de factuur, maar uit alle andere analyses blijkt dat wel een probleem te zijn.
Ik hoor graag dat het constructief opschiet.
Ik weet ook dat er een aantal proefprojecten zijn geweest met OCMW’s in een tiental gemeenten, waarbij men nieuwe facturen heeft uitgeschreven, om te kijken of dat impact had. Dat zou eind maart van dit jaar klaar zijn, als ik me niet vergis. Hebt u op basis van die proefprojecten al een evaluatie gekregen? En wanneer gaat er nu echt iets gebeuren aan de leesbaarheid van de factuur? Die gesprekken met collega Peeters lopen nu toch al een jaar of twee, maar in de praktijk zien we daar nog maar heel weinig van. Kunt u daar wat meer duiding over geven? Wanneer gaat er echt iets veranderen aan de leesbaarheid van de factuur? En gaat dat ten goede komen aan bijvoorbeeld alleenstaanden of eenoudergezinnen, om toch gemakkelijker over te schakelen naar bijvoorbeeld een andere energieleverancier?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het rapport van de Koning Boudewijnstichting analyseert enkel tot en met eind 2016 en verschijnt in 2018. Over de cijfers die erin staan, kun je dus zeggen: is het goed dat 2017 er nog niet in staat? Maar het geeft wel een trend mee. Die trend blijft altijd ongeveer dezelfde, over de verschillende jaren heen. Ongeveer 15 procent van de mensen leeft in gemeten energiearmoede.
Ik vind de definitie van ‘verborgen energiearmoede’ zeer tricky. Omdat je weinig verbruikt, minder dan de mediaan, leef je in verborgen energiearmoede? Het zijn misschien juist de mensen die hun huis goed geïsoleerd hebben en die heel bewust met elektriciteit omgaan. Ik heb zelf een bevraging gedaan in onze fractie. Ik was verwonderd over bepaalde mensen op onze fractie, omdat ze zó weinig verbruiken. ‘Hoe doen jullie dat?’, vroeg ik hun. Dat zijn de mensen die bijvoorbeeld ‘s avonds, als ze gaan slapen, de batterijen van hun gsm uittrekken, die bijvoorbeeld ook een schakelaar hebben om het bakje van Proximus of Telenet uit te schakelen enzovoort, wat heel veel mensen niet doen. Wij hebben een zeer plichtsbewuste fractie op dat vlak, een zeer groene fractie. (Opmerkingen)
Een tweede opmerking, die niet vermeld wordt, is die op pagina 16 van het rapport. Die stelt dat er een verband is tussen energiearmoede en armoede, maar dat het ook geen doublure is. Daar moeten we ook op letten, als we de cijfers interpreteren. Maar de trend dat het voor alleenstaanden moeilijker is, en zeker voor mensen die huren, daar ga ik mee akkoord.
Moeten we niet ingrijpen op communicatie? Ik denk dat we dat wel nog moeten doen, zeker als het bijvoorbeeld over verhuurders gaat. Ik zie heel duidelijk dat verhuurders het niet weten.
Mijn bijkomende vraag gaat over de energiefacturen. Ik heb mij hier in een vroegere vraag om uitleg nog druk gemaakt over de vraag of het nu zo moeilijk is om aan de energieleveranciers te vragen dat men minstens, om te beginnen, op alle tussentijdse facturen in koeien van letters zet wanneer het contract komt te vervallen. Want dat is cruciaal. Als je mee intreedt in een groepsaankoopcontract, en achteraf gaat dat niet meer door en je hebt niet door dat dat bijvoorbeeld eind februari vervalt, dan kan het dat je plots – dat is een perfecte mogelijkheid, juridisch totaal niet aanvechtbaar – 30 tot 40 procent meer betaalt op je commodity. Dat is nog maar een kleintje. U hebt toen geantwoord dat dat federale bevoegdheid is, minister Tommelein. Dat is juist, maar wij kunnen vanuit Vlaanderen toch de schandpaaltheorie gaan toepassen en degenen die het niet doen, even aan de schandpaal hangen? Het is voor de leverancier zo basic om het eindcontract in koeien van letters op de tussentijdse factuur te zetten, dat dat voor de leverancier eigenlijk zelfs geen punt zou mogen zijn.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik hoor u zeggen dat u overmorgen aan de collega’s van de Vlaamse Regering zult rapporteren over dit energiearmoedeprogramma. Begin juni verwachten we dan opnieuw, zoals elk jaar, het sociaal rapport van de VREG. Ik wil het voorstel doen, collega’s, om die twee toch op de een of andere manier te bundelen en naar de commissie te brengen. Als we begin juni het sociaal rapport van de VREG krijgen, dan lijkt het mij interessant dat de VREG eens tot hier komt om toelichting te geven bij de cijfers die in het sociaal rapport staan, en dat dan gecombineerd, minister, met de rapportage aan de regering. Ik denk dat dat twee interessante documenten zijn om hier over te debatteren, zeker als u weet dat alle collega’s zeer begaan zijn met het Vlaamse energiearmoedeprogramma en dat wij ook boordevol goede ideeën zitten om tot minder energiearmoede te komen in Vlaanderen.
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb een korte tijd geleden een schriftelijke vraag ingediend die een aantal aspecten meepakt die ook vandaag worden bevraagd, maar het is goed dat we dit thema vandaag aan bod laten komen in de commissie zelf.
Ik heb nog een paar punctuele vragen, minister. Kunt u mij vertellen of alle maatregelen uit het energiearmoedeprogramma effectief geïmplementeerd werden? U zult overmorgen de evaluatie aan de Vlaamse Regering doen, maar ik zou nu al van u willen weten of alles inderdaad al opgestart en geïmplementeerd is. Dat lijkt me belangrijk om te weten.
Sommige collega’s spuien wat mist over de cijfers. Over de methodologie kun je natuurlijk altijd discussiëren, maar het feit dat er energiearmoede is en dat die veel te groot is en dat bepaalde groepen bijzonder hard getroffen worden, daarover is volgens mij geen enkele discussie mogelijk. Over de methodologie misschien wel, maar daarover niet, dus we moeten het probleem ernstig nemen en ook ernstig aanpakken.
U zegt vaak, minister, dat er niet altijd veel geld nodig is om goede maatregelen te nemen. Dat klopt natuurlijk voor een stuk, maar soms is er net wel geld nodig om goede maatregelen te nemen. Als uit de evaluatie blijkt dat sommige maatregelen meer inspanningen vragen en dat daar ook wat budget tegenover moet staan, bent u dan bereid om extra te investeren in maatregelen om de energiearmoede aan te pakken? Voor een rijke regio als Vlaanderen is het toch wel onwaardig dat die cijfers hardnekkig hoog blijven.
Minister Tommelein heeft het woord.
Bedankt, collega’s, voor uw bijkomende opmerkingen.
Mijnheer Beenders, u spreekt over alleenstaanden. U spreekt over 18,6 procent eenoudergezinnen. Dat is niet per se een deel van de doelgroep. Ik denk dat daar wel een complexiteit van de facturen is. U zegt dat extra communicatie geen oplossing is. Ik betwijfel dat. Ik denk dat blijven communiceren, transparant communiceren en vooral eenvoudig communiceren wel oplossingen kan geven. Er is natuurlijk het probleem van complexiteit van de facturen. Mensen moeten dat nog altijd kunnen controleren. Ik stel alleen maar vast dat heel veel mensen, ook in andere doelgroepen, hun factuur in feite niet lezen. Vanmorgen zat ik nog met een aantal andere mensen aan het ontbijt. Ik heb daar vastgesteld dat geen van de deelnemers aan die gesprekken wist hoeveel hun verbruik was. Ik denk dat de gesprekken met de heer Peeters verder vorderen. De voorkant van de factuur is zo goed als klaar, over de achterkant van de factuur krijgen we volgende week verder overleg.
Mijnheer Gryffroy, u zegt dat we dat maar moeten afdwingen en dat we ze maar aan de schandpaal moeten hangen. Niets houdt uw collega’s in het federale parlement tegen om dat te doen. Ik heb het daar al een paar keer met u over gehad. Ik houd er niet van dat gewestelijke vertegenwoordigers zeggen wat men moet doen op een ander niveau. We hebben daar verkozenen van uw partij, van mijn partij, van de meerderheid, van de oppositie, en we zijn allemaal hetzelfde, zeker als het het Vlaamse niveau betreft. Als er op het federale niveau een aantal dingen niet horen of niet gedaan worden zoals ze gedaan moeten worden, dan moeten wij dat hier niet zitten te bediscussiëren. Dan moeten de collega’s in het federale parlement dat doen. Dat neemt niet weg dat ik ook vind dat daar veel sneller werk van moet worden gemaakt. U weet, mijnheer Gryffroy, dat ik de eerste ben geweest om op te roepen dat er werk van moest worden gemaakt. Ik heb hier, in deze commissie, gezegd dat het vooruit moest gaan. Het is pas in een latere fase dat mijn collega op het federale niveau gezegd heeft: nu ga ik de zaken eens bij elkaar roepen. Dat is pas bij elkaar geroepen na herhaaldelijk aandringen van mij, als Vlaams minister, dat dat zou gebeuren. U kunt de verslagen daaromtrent terugvinden, ook in deze commissie.
We zullen in de komende dagen dan zien wat de verdere ideeën kunnen zijn rond het actieplan.
Mijnheer Danen, ik denk dat u uit die evaluatie zult kunnen opmaken wat is gestart. In feite is alles gestart, maar is niet alles al afgerond.
De laatste vraag was of ik bereid ben in bijkomende middelen te voorzien. In tegenstelling tot veel zaken waarover de Vlaamse Regering beslist, gaat het in verband met energie steeds om wat uit de elektriciteitsfactuur komt. In de Vlaamse begroting wordt in zeer weinig middelen voorzien om in de richting van energie en energieondersteuning te leiden. Heel wat zaken zijn door middel van de energiefactuur zelfbedruipend. Dat betekent dat we dat in de gaten moeten houden. Meer middelen betekent dat we keuzes moeten maken. Dat betekent dat we een aantal zaken die we nu doen, niet meer zouden doen. Ik denk dat het mogelijk is in middelen te voorzien. We doen dat ook als we een begroting opstellen of als we een begrotingscontrole uitvoeren. Ik ga dan na op welk vlak we in middelen kunnen voorzien. We moeten echter goed nadenken over de oneindige inzet van middelen voor bepaalde zaken, zeker indien dit kan leiden tot een stijging van de elektriciteitsfactuur voor de Vlamingen.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik had nog een slotbemerking, maar u hebt het al verteld.
Mijnheer Gryffroy, ik vond uw tussenkomst raar. U kunt het wetsvoorstel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers indienen. Als het moet, zullen we het zelfs vanuit de oppositie steunen. U hanteert hier een schandpaaltheorie voor een wetsvoorstel dat u zelf mee op tafel kunt leggen. De mensen kunnen er maar mee geholpen zijn dat het wordt uitgevoerd. De schandpaalmethode zal niets toevoegen. We willen het zelfs steunen.
Ik kijk vooral uit naar de voorstellen in verband met de leesbaarheid van de energiefactuur. Ik denk dat we een stap vooruit kunnen zetten. We volgen dit met veel plezier verder op.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik ben het fundamenteel niet eens met u. Het is zeer gemakkelijk hier te zeggen dat we ook federale volksvertegenwoordigers hebben. Dat wordt de paraplutheorie genoemd. (Opmerkingen van Willem-Frederik Schiltz)
Als liberaal zou u moeten weten dat niet alles in een wet moet worden gegoten. We kunnen de leveranciers, met andere woorden, ook moreel onder druk zetten om dit te doen. Indien u dat niet wilt doen, is dat geen probleem. Ik zal alle leveranciers een brief schrijven met de vraag dit erop te zetten. Ik heb geen wet nodig om dat te doen. Morele druk kan ervoor zorgen dat ze het doen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, los van schandpaal- of paraplutheorieën, wil ik nogmaals mijn pleidooi herhalen om in deze commissie te debatteren over de cijfers van de VREG en over de rapportering over en de evaluatie van twee jaar Vlaams energiearmoedebeleid. Dat zijn twee zeer goede indicatoren om verder te praten en om in verdere constructieve en positieve bijkomende maatregelen te voorzien.
Ik weet dat u niet meer mag antwoorden, maar ik wil nog naar iets polsen. U moet maar gewoon knikken of het hoofd schudden. Een tijdje geleden is een audit van het Rekenhof aangekondigd in verband met energiearmoede in Vlaanderen. Ik wil eens polsen of die audit al op uw kabinet is beland.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.