Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Om een antwoord te bieden op de huidige klimaat- en energie-uitdagingen zal iedereen zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Achterblijven of ter plaatste blijven trappelen, is geen optie. Het opmaken van plannen en het stellen van ambitieuze doelstellingen is een begin, maar er moet voldoende dynamiek en veerkracht aanwezig zijn om het eigen traject bij te stellen, het proces te verbeteren en de doelstellingen bij te stellen.
In Vlaanderen volgen we een specifiek traject. Met de kamerbrede resolutie die op 10 juni 2015 werd goedgekeurd, hebben we met het parlement een voorzet gegeven.
De Vlaamse Regering keurde in mei 2017 de Vlaamse energievisie goed. De nota is het resultaat van een jaar overleg tussen de overheid, een veertigtal stakeholders en betrokken burgers. Het is het sluitstuk van het traject ‘Stroomversnelling’. Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie zijn bevoegdheden van de deelstaten. Het is belangrijk dat Vlaanderen op dat vlak de verantwoordelijkheid opneemt. De Vlaamse energievisie toont de ambitie vanuit Vlaanderen en vormt het uitgangspunt om vanuit Vlaanderen samen met de andere overheden een federaal energiepact af te sluiten.
Op Goede Vrijdag – let op de terminologie – sloot de Federale Regering een energiepact. Dat pact geeft de vier principes weer waarop we het energiebeleid voor de komende decennia zullen vormgeven, namelijk bevoorradingszekerheid, het respecteren van de klimaatakkoorden, het garanderen van de veiligheid, de competitiviteit van de bedrijven en de koopkracht van de gezinnen. Daarnaast zullen een aantal aspecten gemonitord worden zoals de prijsevolutie en de bevoorradingszekerheid, de veiligheid en de impact op het klimaatbeleid.
Het energiepact staat of valt met een breed draagvlak en ambitieuze plannen. Het is duidelijk dat iedereen, zowel de overheid, de burgers als de ondernemers en de industrie, de verantwoordelijkheid moet opnemen om deze energietransitie te realiseren en de klimaatdoelstellingen te behalen. Op dat vlak formuleerde de Vlaamse industrie haar bekommernissen, namelijk het behouden van de concurrentiekracht, de betaalbaarheid van de maatregelen en een stabiel investeringsklimaat.
Minister, op welke manier werden de bekommernissen van de Vlaamse industrie meegenomen bij de Vlaamse invulling van het energiepact? Welke concrete acties werden daarvoor ondernomen? Welke inspanningen verwachten we van de industrie in functie van het energiepact? Hoe kan de Vlaamse overheid de industrie daarvoor ondersteunen? Welke inspanningen kan en zal Vlaanderen doen om bij de uitvoering van het energiepact de concurrentiekracht van de Vlaamse industrie te garanderen en een stabiel investeringsklimaat te garanderen? Op welke manier zult u bijdragen om innovatie in de energiesector te stimuleren en dus steeds op zoek te gaan naar de beste technologieën?
Minister Muyters heeft het woord.
De bevoorradingszekerheid en kostprijs van energie zijn zonder twijfel van cruciaal belang voor de concurrentiekracht van onze Vlaamse industrie. Ik heb deze kwestie dan ook, samen met collega’s in de Vlaamse Regering, van nabij opgevolgd bij de vertaling van het energiepact in de basisprincipes voor een Vlaams energie- en klimaatplan. De Vlaamse Regering heeft hierbij de bekommernissen van de Vlaamse industrie op verschillende manieren meegenomen. Een belangrijk engagement dat we als Vlaamse Regering nemen, is dat we in deze energietransitie zullen blijven waken over de concurrentiekracht van onze bedrijven, en in het bijzonder van de energie-intensieve bedrijven. Ik denk dat u weet dat we er zo wel wat hebben in Vlaanderen. Energie-intensief wil niet zeggen dat ze daarom energie verspillen, integendeel.
Bij de vertaling van de Vlaamse energiedoelstellingen in beleid zullen kostenefficiëntie, technologieneutraliteit en budgettair realisme als vaste principes worden gehanteerd waaraan elke overwogen maatregel zal moeten voldoen als het aan mij ligt. Dat is opgenomen in wat wij als Vlaamse Regering hebben beslist. Conform het Vlaamse regeerakkoord engageert de Vlaamse Regering zich ook om nu zo snel mogelijk werk te maken van de energienorm, met bijhorend correctiemechanisme, en dit in overleg met de bedrijfsorganisaties zelf. Ook zal de Vlaamse Regering corrigerende maatregelen nemen om de bestaande concurrentiehandicap inzake energiekost zo spoedig mogelijk te verminderen, zo is afgesproken.
Vanuit Vlaanderen hebben we de voorbije jaren al sterk ingezet op instrumenten om de energie-efficiëntie van de bedrijven en zeker ook van de kmo’s te verbeteren en vanuit de industrie zijn er op deze manier al aanzienlijke inspanningen geleverd.
U kent heel het systeem van de energiebeleidsovereenkomsten (EBO’s). We hebben de huidige generatie van vrijwillige EBO’s die lopen tot eind 2022. Er is afgesproken dat we na 2022 de EBO’s voortzetten om de energie-efficiëntie verder te versterken, rekening houdend met een gelijk speelveld binnen de EU. Naast het specifieke instrument van de EBO’s, zal ik vanuit mijn bevoegdheid vooral blijven inzetten op innovatie en samenwerking tussen onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven als oplossing voor de energieproblematiek.
Ik ben er zelf van overtuigd dat het onderzoeks- en innovatiebeleid de Vlaamse bevoegdheid is die essentieel is om ons concurrentievermogen naar de toekomst te blijven garanderen en de uitdagingen van onze Vlaamse industrie het hoofd te kunnen bieden. Ik denk onder meer aan de volgende initiatieven die we vanuit de Vlaamse overheid ondersteunen: het onderzoek in EnergyVille dat vooral gaat over het aansturen van batterijen; de talloze innovatieprojecten rond energie die het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) de afgelopen jaren steunde; de energiecluster Flux50, waarbij bedrijven in de energie, ICT- en bouwsector samenwerken met onderzoekscentra en overheid met focus op de ontwikkeling van innovatieve, multidisciplinaire energieoplossingen voor de duurzame energietransitie; de innovatieve bedrijfsnetwerken die met energie bezig zijn, namelijk Power-to-Gas, Offshore Energy en Groen Licht; de structurele financiering van de Strategische Onderzoekscentra (SOC’s) zoals de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), imec en Flanders Make die ieder op hun terrein ook rond energie werken.
Ik heb het reeds gezegd, maar ik herhaal het toch nog eens om af te sluiten: bij de opvolging van het energiepact is het essentieel dat we het concurrentievermogen van onze industrie vrijwaren. Dat is des te meer het geval voor de energie-intensieve bedrijven die zeer kwetsbaar zijn voor concurrentie met buitenlandse bedrijven. U mag rekenen op mijn alertheid daaromtrent.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik vind het goed dat u al die voorbeelden aankaart, zoals Flux50, de innovatieve bedrijfsnetwerken en de andere SOC’s die uiteindelijk direct maar ook indirect veel werken rond energie-efficiëntie, energieproducten en hernieuwbare energie. Ik heb het voorrecht om ook internationale contacten te hebben. Ik voel dat zelfs niet alleen bij de westerse ontwikkelde landen maar ook bij de ontwikkelingslanden dat die altijd twee woorden naar voren schuiven vanuit de overheid, namelijk kostenefficiëntie en technologieneutraal. Zij hameren erop dat er stakeholdersoverleg voor nodig is. Als je dan spreekt met de ontwikkelde landen, dan zie ik dat er nog met een zekere schroom wordt gekeken naar technologieneutraliteit en kostenefficiëntie. Nochtans denk ik dat deze twee zaken de basis zijn voor de toekomst. We komen misschien uit een ander verleden waar we het niet altijd zo deden. Minister, hoe denkt u dit in te passen in het Vlaams innovatiebeleid als we enigszins technologieneutraal en kostenefficiënt willen blijven?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik kan daar heel snel en eenvoudig op antwoorden: ik vind het ‘hoe’ niet belangrijk, maar wel de doelstelling. Om het eenvoudig te zeggen: de filosofie van technologieneutraal is dat we openstaan voor elke technologie die ons kan helpen om klimaatdoelstellingen zo kostenefficiënt mogelijk te verwezenlijken. Het is niet aan ons om te zeggen hoe je die doelstellingen moet bereiken, maar wel dat wat ze willen bereiken. Voor mij als minister van Innovatie is het fundamenteel dat we zo de deur openhouden voor nieuwe technologische evoluties en innovaties die ons daarbij kunnen helpen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik dank de minister voor het antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.