Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik kom nogmaals op deze problematiek terug omdat ik merkwaardige sprongen van cijfers heb mogen ontwaren en ik graag enige verduidelijking zou willen hebben.
In het verleden vroeg ik via schriftelijke weg regelmatig cijfers op over het hakhoutbeheer langs de Vlaamse gewestwegen. Eind vorig jaar deed ik dit voor het laatst en op 27 november kreeg ik zo een overzichtstabel van de afgeronde werkzaamheden van de winters 2015-2016 en 2016-2017. Ik kreeg ook de voorlopige planning voor de afgelopen winter.
Nu ben ik blijkbaar niet de enige die wakker ligt van het veelvuldig kappen rond onze gewestwegen – lees maar eens de sociale media – , want vorige week verscheen op de website van het parlement uw antwoord op een schriftelijke vraag van collega Peter Van Rompuy, nummer 854. Ook hierin wordt een overzicht gegeven van de uitgevoerde hakhoutbeheerswerken van de voorbije jaren.
Nu zou men er kunnen van uitgaan dat het makkelijk moet zijn wanneer een dergelijke vraag op het kabinet toekomt. Je kan immers gewoon verwijzen naar de eerder gestelde vraag. Maar wat blijkt? Plots duiken er nieuwe cijfers op. Op drie van de tien opgegeven oppervlaktes, van twee winters maal telkens vijf provincies, is er een afwijking naar boven. Zo blijkt er in de winter 2015-2016 uiteindelijk net geen 108 hectare te zijn gekapt, in plaats de 103,5 die aan mij werd geantwoord. Voor de winter 2016-2017 loopt het cijfer plots op van net geen 107 hectare naar 109,5 hectare.
En dan komen we bij de cijfers van de afgelopen winter. Toen ik eind vorig jaar de cijfers opvroeg, stonden we aan de vooravond van de jaarlijkse campagne. Dan zou je kunnen verwachten dat er al een vrij goed zicht is op de werken die in de komende maanden zijn gepland, zeker omdat het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) graag communiceert dat het hakhoutbeheer past ‘binnen een strikte, visionaire langetermijnplanning’, zo zeggen ze zelf.
De cijfers die ik in het antwoord op die vraag kreeg, bleken een duidelijke fout te bevatten. Na contact met uw kabinet kreeg ik een correctie. De te kappen oppervlakte in de provincie Antwerpen bleek niet 1,22 vierkante kilometer te zijn, maar een eerder realistischer 0,15 vierkante kilometer. Waarbij ik terzijde wil opmerken dat het niet-gecorrigeerde antwoord nog steeds op de website van het parlement staat.
Op basis van de gecorrigeerde cijfers kwamen we zo dus uit op een totaaloppervlakte van 74,6 hectare aan gepland hakhoutbeheer voor de voorbije winter. Ik vond het een verademing na twee winters boven de 100 hectare. Het leek erop dat er daadwerkelijk een inhaalbeweging nodig geweest was in de voorbije jaren, maar dat deze over zijn piek heen was.
De cijfers uit het antwoord van collega Van Rompuy tonen nu een ander beeld. De afgelopen winter klokken we af op 118 hectare, een vierde recordjaar op rij, terwijl aan mij 74,6 werd meegedeeld. Dat is meer dan 50 procent meer dan wat u mij zei. En ik durf zelfs niet uit te sluiten dat dit cijfer ook nog zal oplopen, omdat het kappen dit voorjaar een lange uitloop kende.
Ik kan er begrip voor hebben dat er wat marge kon zitten op de cijfers, dat er wat locaties kunnen veranderen, dat er wat problemen opduiken, maar dit verschil is toch wel echt ongeloofwaardig. In een korte tijdsspanne van een paar maanden blijken er 60 procent meer werken te zijn uitgevoerd. Los nog van al het procedurele dat er achter het gunnen van de opdrachten zit, met daarna een vrij lange doorlooptijd van bestekken tot aanbestedingen en toewijzingen: ik vind het dan vreemd dat er zo'n verschil is.
Hiermee komen we bij een derde merkwaardige vaststelling, waarbij ik verwijs naar het antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 835 over de kostprijs voor de hakhoutbeheerswerken van de voorbije winter. Er blijkt een heel groot verschil te zijn per provincie. In Limburg klokken we af op een kostprijs van ongeveer 10.000 euro per hectare, In Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant is dat het dubbele. In West-Vlaanderen betalen we er 29.000 euro per hectare voor en in Antwerpen zelfs 32.000 euro per hectare.
Ik dacht dat dit misschien te wijten kon zijn aan laattijdige aanbestedingen of extra werken. Maar een verschil van één op drie voor dezelfde opdracht lijkt mij vreemd. Daarom mijn vragen.
Minister, hoe verklaart u de gewijzigde cijfers tussen de antwoorden op de vragen 114 en 854 wat betreft de winters 2015-2016 en 2016-2017? Welke cijfers zijn de juiste? Hoe is het mogelijk dat er de afgelopen winter 60 procent meer werd gekapt dan gepland bij het begin van het kapseizoen? De cijfers die ik van u kreeg, waren van november. Men was dus eigenlijk al bezig. Hoe verloopt de aanbestedingsprocedure van het hakhoutbeheer? Welke termijnen gelden daarbij? Of is dat een verklaring voor die vreemde cijfers? Is het mogelijk dat op een dergelijk kort tijdsbestek alle nodige vergunningen en machtigingen verkregen worden zodat er 60 procent meer kan worden gekapt? Is er in die korte tijd nog ruimte voor overleg met lokale overheden of gebeurt dit niet? Is er ruimte voor communicatie naar omwonenden en passanten of gebeurt dit niet? In hoeverre bestaat er eigenlijk een langetermijnplanning voor het hakhoutbeheer van AWV? Al die verwarrende cijfers wijzen eigenlijk in een andere richting. Hoe verklaart u de toch wel enorme verschillen in gemiddelde kostprijs per hectare tussen de verschillende provincies?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Caron, u vraagt in eerste instantie naar de verschillen in de cijfers die worden vermeld in het antwoord op uw schriftelijke vraag en in het antwoord op de veel recentere vraag van collega Van Rompuy. Ik weet niet in hoeverre je officieel een beantwoorde vraag achteraf nog kunt corrigeren, maar los van de materiële fout die intussen is rechtgezet, zijn er inderdaad verschillen die eerder beperkt zijn als je die materiële fout eruit haalt, alleszins wat betreft 2015-2016 en 2016-2017. Dat heeft gewoon te maken met het verschillend tijdstip van vraag en antwoord, waarbij wij steeds proberen te antwoorden op basis van geactualiseerde cijfers die we binnen krijgen. Dat gebeurt niet onmiddellijk. We zijn daarvoor afhankelijk van de aannemers en vervolgens moeten die cijfers gecontroleerd worden door de aanbestedende overheid, in casu AWV.
Het verschil van 1,2 hectare, niet zo gigantisch, voor de winter 2015-2016 voor Oost-Vlaanderen is het gevolg van nog ontbrekende hoeveelheden voor een district op het moment van de bevraging voor schriftelijke vraag 114, waardoor via extrapolatie gewerkt werd. In de schriftelijke vraag 854, van recentere datum, zijn de exacte hoeveelheden ingevuld. Het verschil van 2,6 hectare voor de winter 2016-2017 voor Vlaams-Brabant is het gevolg van enerzijds de geraamde hoeveelheden die aanvankelijk zijn doorgegeven en anderzijds de effectief uitgevoerde hoeveelheden. Die informatie was er nog niet. Dat is aangepast. Het is gewoon een kwestie dat we altijd antwoorden op basis van de meest recent beschikbare gegevens.
Voor het seizoen 2017-2018 ligt de verklaring in het feit dat de gegevens in de eerste vraag de geraamde hoeveelheden zijn en in de latere schriftelijke vraag de effectief uitgevoerde hoeveelheden. Zoals gezegd zit daar wel wat vertraging op. De gegevens moeten aangeleverd worden door de aannemer en de controle erop moeten gebeuren door AWV, maar ik ga ervan uit dat in de loop van de zomer de definitief uitgevoerde cijfers voor die periode beschikbaar zullen zijn.
De aanbestedingsprocedure ressorteert vanzelfsprekend onder de wetgeving overheidsopdrachten. Er zijn twee mogelijkheden: ofwel maakt het hakhoutbeheer deel uit van het onderhoudsbestek ‘groen en netheid’ ofwel wordt het als een apart onderhoudswerk aanbesteed. Binnen AWV wordt jaarlijks bepaald welk deel van het onderhoudsbudget besteed wordt voor hakhoutbeheer. In functie van dat budget, rekening houdend met de inschrijvingsprijzen en de hakhoutbeheersplannen die voor sommige zones reeds bestaan, wordt dan een indicatieve planning opgesteld. Als blijkt dat er in bepaalde zones minder gekapt moet worden dan aanvankelijk ingeschat of dat op bepaalde contracten nog ruimte is omdat andere posten onderbenut blijven, dan kan er dus aan extra hakhoutbeheer gedaan worden. Dat is afgelopen winter in Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen gebeurd omdat de middelen voorhanden waren.
U zegt dat de bedragen verschillen voor dezelfde opdracht. Dat is niet waar, want het is niet dezelfde opdracht. De bedragen zijn afhankelijk van de locatie en vooral ook de extra veiligheidsmaatregelen die moeten worden genomen. Dat verhoogt aanzienlijk de kost. De kost van de voertuigen die nodig zijn om te voorzien in de beveiliging van de werklui, scheelt een serieuze slok op de borrel. Je kunt die banen niet zomaar met elkaar vergelijken. Binnen de huidige contracten variëren de prijzen, zonder btw, van 0,5 euro tot 4 euro per vierkante meter hakhoutbeheer vanwege die elementen die ik opsomde.
Tot slot stelt u ook vragen over het verkrijgen van de vergunningen, de langetermijnplanning en de communicatie. Wat betreft hakhoutbeheer kan het zijn dat in bosgebieden er inderdaad een kapmachtiging vereist is. Dat is dus niet voor alle hakhoutbeheerwerken zo, namelijk als ze niet in bosgebied liggen, is een dergelijke machtiging niet vereist. Deze manier van werken is door AWV afgesproken met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), maar in sommige gevallen is er discussie over wat een bos is en wat niet. Dat was recent het geval in de casus van de parking langs de E313 in Ranst waarbij AWV ervan uitging dat het geen bos was en men dus geen vergunning nodig had, en ANB dacht daar anders over. Beide hadden ze wel een definitie en een poot om op te staan. Ik heb hen rond de tafel geroepen om die afspraken wat helderder te formuleren en vast te leggen.
Ik heb hen opnieuw rond de tafel geroepen om die afspraken helder te formuleren en vast te leggen.
Zoals ik reeds gezegd heb, gebeurt het hakhoutbeheer in bepaalde gebieden reeds op basis van hakhoutbeheersplannen. Het is de bedoeling om al de gebieden in die plannen te stoppen. Dat gebeurt vandaag vooral in functie van noodzaak en beschikbaar budget. Ik wil dat dat veel meer gepland wordt. Ondertussen werkt AWV stapsgewijs aan de opmaak van hakhoutbeheerplannen voor de locaties waarvoor die nog niet zijn opgemaakt.
Inzake communicatie is het de bedoeling dat er steeds voorafgaand wordt gecommuniceerd met infoborden langs de wegen, en de bewoners in de omgeving van de werken moeten op voorhand worden ingelicht met een bewonersbrief. De gemeenten krijgen op voorhand de locaties door. De bewoners van een gemeente worden via het gemeentelijk infoblad geïnformeerd. Dat is de normale gang van zaken.
Ik weet wel dat het allemaal contra-intuïtief is. Een van de doelstellingen is veiligheid, bijvoorbeeld op de E313 in Ranst inzake de transmigranten. Dat is niet leuk om te doen, maar het doet wel iets aan de problematiek met betrekking tot de transmigranten en de mensenhandel. Een andere doelstelling is via het groenbeheer komen tot meer groen. Het klinkt wat contradictorisch, dat je eerst groen rooit en hakt om tot meer groen en diversiteit te komen, maar dat is nu eenmaal zo. De cyclus duurt zo’n tien à vijftien jaar. Als men de groenschermen gewoon laat staan, gaat dat ten koste van de diversiteit en ontstaan er grote gaten, vooral onderaan, in het groenscherm. Om dat te verhinderen, wordt er een houthakkerbeheerplan uitgewerkt.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik zal met dat laatste element beginnen. Ik wil u toch aanbevelen om eens op de websites van Natuurpunt en Bos+ te kijken. U kunt daar lezen wat zij zeggen over dat hakhoutbeheer. AWV heeft zich de laatste jaren vaak beroepen op die twee organisaties. U haalt het argument van het versterken van de biodiversiteit aan. Wel, die twee natuurbewegingen vinden het huidige hakhoutbeheer absoluut niet meer kunnen. Dat zeggen ze, en ze hebben u formeel gevraagd om hun naam niet meer te gebruiken in communicaties, en hen niet meer als alibi te gebruiken. Dit terzijde.
Dat bewijst, minister, dat er dringend nood is aan een hakhoutbeheerplan. De huidige manier van werken is niet oké. U zegt dat er een verschil is tussen de raming en de uitvoering. Eerlijk bent u dan wel, u zegt er nog bij: ‘Dat hangt vooral af van de beschikbare middelen’. Daardoor is er een ‘verschilletje’ tussen raming en uitvoering van 60 procent. Het was een goedkoop jaar, anders gezegd, en het geld moest op. Er zijn dan maar 60 procent meer bomen omgehakt. Dat komt de biodiversiteit ten goede. Dat zijn drie elementen na elkaar die niet thuishoren in een goed hakhoutbeheersplan.
Een goed hakhoutbeheersplan houdt effectief rekening met de biodiversiteit. Het maakt onderscheid tussen volwassen bomen die kunnen blijven staan en tussen de ondergroei van bomen en planten. Het maakt geen tabula rasa zoals vandaag gebeurt. Het houdt zich aan oppervlaktes in het kader van een meerjarenplanning en groeiprocessen van struiken en bomen. Dat moet absoluut gebeuren, daar zit een ‘ritmering’ op. Dan weten de bevolking en de omwonenden wanneer strook A, B of C aan bod komt voor het hakhoutbeheer. Vandaag is het: ‘Zoveel geld, dan gaan we zoveel bomen hakken, want we kunnen zoveel aanbesteden.’
We leven in tijden dat we met openbare middelen spaarzaam moeten zijn, waar het burgerprotest nooit zo hevig is geweest tegen deze aanpak. Minister, er zijn dringend hakhoutbeheersplannen nodig. U moet die opmaken in overleg met het ANB, dat kennis ter zake heeft. Er gebeuren veel flaters die niet eens aan de oppervlakte komen. Ik wil u dat even zeggen.
In mijn gemeente is een stuk in een natuurgebied zonder machtiging omgezaagd en omgekapt. Er is een stuk waardevol en beschermd bos omgekapt. Dat was het volgens het Bosplan van minister Schauvliege, dat nu niet meer bestaat. Het was gemarkeerd volgens dat plan, en dat kunt u nog nakijken, als hoogst waardevol bos. Dat soort fraude gebeurt ook permanent. Er moet een andere aanpak komen, een andere benadering, een veel betere planning en die moet veel beter doordacht zijn. Dat zal ik blijven zeggen, minister, want de varianten op de cijfers tonen aan dat dat niet de kwalitatieve criteria zijn. Het is een puur cijfermatige koers die u aanhoudt.
De heer De Meyer heeft het woord.
Ik heb een vraag en een bedenking. Minister, we hebben bij deze problematiek enkele maanden geleden ook in de commissie stilgestaan naar aanleiding van een vraag van mij. Ik had reeds cijfers gekregen voor de seizoenen 2014-2015, 2015-2016 en 2016- 2017. Dat was telkens afgerond ruim 100 hectare per jaar. U hebt toen gezegd dat u voor 2017- 2018 nog geen concrete cijfers kon geven, en ook vandaag niet, want het hakseizoen is nog bezig. Ondertussen is het natuurlijk stilaan afgerond. Kunt u misschien de concrete correcte cijfers via het secretariaat aan ons overmaken?
Een goed uitgevoerd hakhoutbeheersplan moet als resultaat meer groen hebben. Dat is niet moeilijk om te begrijpen. Dat begrijpen we allemaal. Het is wel essentieel, minister, en ik herhaal wat ik enkele weken geleden gezegd heb, dat u geen kaalslag laat plegen. Het principe is heel eenvoudig en door iedereen gekend: één of twee rijen kappen en de derde laten staan en die pas enkele jaren later kappen. Dit wou ik toch nog eens in alle duidelijkheid meegeven.
Ik gebruik de middelen die we extra hebben om de achterstand uit het verleden in te halen. Intussen werken we hakhoutbeheersplannen uit om te zorgen voor een planmatige aanpak. Er zijn al verschillende zones die gedekt zijn door zulke plannen, maar nog niet allemaal, verre van allemaal.
Dat doen we net om ervoor te zorgen dat er planmatig en gecoördineerd gewerkt wordt. Dat gebeurt wat mij betreft het best in samenwerking met Natuurpunt, dat wel niet zo scherp reageert als u het voorstelt. Ik heb het toevallig net opgezocht.
Zoals ik al zei, zullen de cijfers voor 2017-2018 tegen de zomer beschikbaar zijn. De cijfers die ik u gaf, waren slechts voorlopige cijfers.
Ik kan optimistisch zijn en hopen dat er snel een plan komt met voor alle zones in Vlaanderen een planning, een timing en een aantal criteria. Maar ik ben eigenlijk pessimistisch, ik blijf erbij, minister. Het spijt me zeer, maar ik ken zones waar hakhoutbeheer gedaan wordt van boompjes van 10 centimeter diameter. Dat gebeurt gewoon om aannemers werk te geven. Er klopt gewoon iets niet in dit verhaal. U spreekt van een inhaalbeweging, maar hoe lang zal die nog duren? Er wordt al vier jaar gesproken over een inhaalbeweging. Mijn vertrouwen is echt op.
Minister, beseft u wel welke oppervlakte aan bos er elk jaar gekapt wordt? Deze winter werd er meer dan 100 hectare gekapt. Dat is een serieuze oppervlakte. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
U hebt geen argumenten. U blijft maar verhalen vertellen die op niets gebaseerd zijn, over biodiversiteit, over oppervlaktes en over prijzen. Die verhalen zijn echter niet wetenschappelijk onderbouwd. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
De vraag om uitleg is afgehandeld.