Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik vraag nog eens om een stand van zaken in verband met de invoering van de museumPASS. Ik denk dat dit ondertussen in volle ontwikkeling is. U hebt dan in handen gegeven van CultuurNet Vlaanderen, dat de opdracht heeft gekregen iedereen hierbij te begeleiden. De uitrol is voorzien voor september 2018.
Op basis van de antwoorden op eerdere vragen om uitleg en schriftelijke vragen hebben we informatie over de praktische voorbereidingen gekregen. Er zijn werkgroepen waarin de vertegenwoordigers van de betrokken musea aan de uitwerking werken. Ze stellen een zakelijk samenwerkingsmodel op, ze bereiden de marketing voor van de invoering van de museumPASS en ze geven de ontwikkeling van het platform vorm.
Uit uw antwoord op een eerdere schriftelijke vraag blijkt dat ondertussen veertig musea een intentieverklaring hebben ondertekend om hieraan mee te werken. Er is een mooie spreiding over Vlaanderen, Brussel en Wallonië. De Vlaamse Gemeenschap heeft eenmalig voorzien in 300.000 euro als bijdrage voor de startkosten en voor de integratie met de reeds bestaande instrumenten. In uw antwoord op een schriftelijke vraag van de heer De Clercq heeft u verklaard dat de Waalse Regering en de Federale Regering worden warmgemaakt om aan dit project de nodige steun te geven. Dat klinkt allemaal zeer goed.
Minister, gaat het nog altijd om veertig musea of hebben zich ondertussen nog meer musea bij die intentieverklaring aangesloten?
Hebt u tijdens het overleg met de Federale Regering en de Waalse Regering over de invoering van de museumPASS gesproken over het samenwerkingsmodel, de gezamenlijke marketing en de financiële bijdrage? Zullen, specifiek met betrekking tot dit laatste punt, ook andere gemeenschappen middelen uittrekken voor de invoering van de museumPASS? Zal de 300.000 euro die de Vlaamse Gemeenschap uittrekt, volstaan om de startfase van het project te faciliteren? Zullen ook andere instanties hieraan meehelpen? Zijn er op dat vlak nieuwe evoluties?
Hoever staat de concrete uitrol? Wat het zakelijk samenwerkingsmodel betreft, is de cvba met sociaal oogmerk opgericht. Moeten op dat vlak nog andere zaken gebeuren? Hoever staan we met de marketinginstrumenten die zullen worden ingezet? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het ontwikkelingsplatform?
Zodra we daar allemaal een antwoord op hebben, blijft nog de laatste vraag over. Volgens de timing is de uitrol voor september 2018. Is dit nog altijd haalbaar of moeten we een nieuwe datum vooropstellen?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, het gaat vandaag gelukkig al om meer dan negentig musea. De verhouding tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap is evenwichtig. Uiteraard zijn er ook Brusselse musea die hieraan deelnemen en deel uitmaken van het pakket van musea die de intentieverklaring hebben ondertekend.
Ik kan de namen van die musea voorlopig nog niet vrijgeven. Vanwege de vertrouwelijkheid communiceert de opvolger na de naamsverandering van CultuurNet op dit ogenblik niet over individuele namen. Wanneer het een en het ander zal worden gelanceerd, spreekt het voor zich dat de namen vanzelf zullen worden vrijgegeven. Indien dat niet zou gebeuren, zou niemand weten waar hij met de museumPASS naartoe kan gaan. Ze willen echter nog even afwachten.
Normaal gezien, hebben we op dit ogenblik het tipping point van de kritische massa bereikt. Het is de bedoeling dat er nog andere musea bijkomen. Ik heb deze week trouwens nog een interessant gesprek gehad met staatssecretaris Demir. Ook een aantal federale musea hebben hun medewerking toegezegd.
De Vlaamse Gemeenschap is geen rechtstreekse contractant ten aanzien van de musea en kan bijgevolg op dit ogenblik geen informatie vrijgeven. Een aantal zaken komen zeker aan bod in mijn antwoord op de schriftelijke vraag van de heer De Clercq van 23 januari 2018.
Mevrouw Coudyser, u hebt me ook een aantal vragen over de middelen gesteld. De publieke vzw en de cvba MuseumPASSmusées ontvangen geen andere financiering dat wat al is gegeven. Het klopt dat de Vlaamse overheid als enige overheid mee startkapitaal of investeringskapitaal heeft aangebracht. Verder heeft het Prins Filipfonds als oprichtende vennoot nog een kleine som naar elk van de museumverenigingen doorgestort.
Ik zal het kort samenvatten, maar ik weet niet of allemaal nog exact klopt. Anderhalf jaar geleden hebben de initiatiefnemers ons gecontacteerd met de mededeling dat ze eigenlijk 600.000 euro nodig hadden om te starten. Wij hebben toen toegezegd de helft te geven. Dat is inmiddels gebeurd. De andere helft hoest de cvba door middel van een lening zelf op. De cvba gelooft dat de cijfers in hun businessmodel dit rechtvaardigen en dat ze alles zal kunnen recupereren. Dat bedrag was nodig, zeker om zaken mogelijk te maken als het IT-platform waarop alles wordt gegrondvest. Deze subsidie dient enkel om de opstart te financieren. Met de subsidie zal met name het platform voor het beheer van de museumpas worden uitgebouwd. Die ontwikkeling vordert en het geplande bedrag zou moeten volstaan. De overige financiering van het project gebeurt door eigen vermogen en leningen.
Het contract met de musea is voorbereid en wordt momenteel voorgelegd aan de musea die een intentieverklaring hebben ondertekend. Dit komt in een beslissende fase terecht. De vier oprichtende vennoten hebben op 26 januari 2018 de cvba opgericht die dit alles mogelijk maakt.
Het zijn de drie Belgische museumverenigingen, zijnde het Vlaams Museumoverleg, de Brusselse Museumraad en ICOM BELGIQUE/Wallonie-Bruxelles en publiq als operationele partner.
Welke marketinginstrumenten zullen worden ingezet? De marketing zal breed zijn, en dus aanwezig in de media, op sociale media en ondersteund door en in de deelnemende musea. Een opdracht aan een reclamebureau werd reeds gegund, niet door mij maar door de vennootschap, en het gedetailleerde marketingplan is in opmaak.
De aanbouw van het platform waarop alles moet draaien, schiet goed op en is op schema voor de lancering. En ja, de timing is haalbaar, want zowel de technische ontwikkeling als het marketingplan richten zich op september 2018, zoals aangekondigd, voor de publieke lancering. Voorafgaand daaraan wordt nog in de nodige voorbereiding en opleiding bij de musea voorzien. Er is geen indicatie dat deze timing niet haalbaar is.
Mevrouw Coudyser, mijn antwoord is iets korter dan gewoonlijk. Dat heeft te maken met het feit dat, wanneer ik hierover communiceer, ik dat toch ook graag in de toekomst, wanneer het publiek wordt, met mijn Franstalige collega wil doen. Anders zou men mij ervan verdenken alleen met primeurs te gaan lopen. Maar ik ben toch blij u eigenlijk goed nieuws te brengen. We zitten volledig op schema en binnenkort zal het startschot wel worden gegeven.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik ging ook zeggen dat alles inderdaad op schema zit. Op zich is dat wel goed nieuws, want we hadden het zo vooropgesteld. Er zijn ook geen bijkomende zaken die uit de lucht vallen en waar nog een antwoord op moet worden gevonden.
Ik denk dat het aantal van negentig musea – ook al ken ik de namen niet – een evenwichtige verhouding is met regionale spreiding, rekening houdend met de grootte van de musea. Dan is inderdaad de kritische massa om toch te kunnen starten, behaald. Ik ben er ook van overtuigd dat op basis van de marketing en het lopende project, zich ook nog extra musea zullen aansluiten.
Ik kijk uit naar de lancering in samenspraak met uw collega's.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Mijn voorgangster, Caroline Bastiaens, heeft in het verleden hierover zeer vaak vragen gesteld. Vanuit CD&V zijn we zeer blij om te zien hoe het hele traject verloopt en dat het in beweging is gezet met grote betrokkenheid vanuit de sector. We kunnen daar enkel blij en tevreden om zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.