Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, het onderwerp uitzendarbeid is hier al vaak behandeld. Ik ben toch wel wat bezorgd over de misverstanden en vooroordelen die hierover heersen. Vooral vanuit vakbondskringen wordt die sector heel regelmatig aangevallen en worden accidentele toestanden als het werken met dagcontracten of foute betalingen uitvergroot. Zo krijgt de sector het heel moeilijk. Het Hasseltse interimkantoor Flexpoint wilde weten hoe de Vlamingen staan tegenover het instrument van uitzendarbeid en nam daarvoor het onafhankelijke onderzoeksbureau iVox onder de arm. Het onderzoek werd eind vorig jaar uitgevoerd bij een staal van duizend Vlamingen.
De helft zei al ervaring te hebben gehad met een interimkantoor. Uit het onderzoek blijkt ook dat bijna drie op vier Vlamingen, 73 procent, een neutrale tot positieve houding hebben tegenover interimkantoren. Ruim een kwart stond eerder negatief tegenover interimarbeid. 42 procent van de Vlamingen zegt heel duidelijk niet open te staan voor interimkantoren. Het grootste vooroordeel blijft de werkonzekerheid die gekoppeld wordt aan interimarbeid. Opmerkelijk daarbij is dat vooral jongeren, personen van minder dan 34 jaar, en hoogopgeleiden die mening zijn toegedaan – terwijl we toch weten dat 90 tot 95 procent van de vacatures bij kmo’s een optie op vast werk inhouden. Voor alle duidelijkheid vermeld ik hier dat dit los staat van de vakantiejobs.
Er worden ook positieve zaken ervaren in verband met interimarbeid. 6 op de 10 vinden het een handige manier om werkervaring op te doen. Het is ook een springplank naar een vaste job. Net dat is relevant voor het activeringsbeleid: interimarbeid is nog altijd het belangrijkste instroomkanaal voor jongeren op de arbeidsmarkt. Het is ook een van de motieven in de wet van 24 juli 1987. Daarnaast biedt het ook heel wat kansen aan ouderen.
Minister, vraagt VDAB vandaag aan werkzoekenden of ze openstaan voor interimwerk?
Polst VDAB naar de redenen waarom werkzoekenden niet positief staan ten aanzien van interimarbeid en weerlegt VDAB die redenen indien die blijken te berusten op onjuiste informatie of vooroordelen?
Valt het regelmatig voor dat een werkzoekende weigert in te gaan op een aanbod voor een interimjob? Welk gevolg wordt daar dan aan gegeven?
Welke beleidsconclusies trekt u uit de studie van iVox over het imago van interimwerk en interimkantoren in Vlaanderen?
Zal VDAB op basis van de resultaten van deze studie meer aandacht besteden aan het uitleggen en duiden van dit activeringsinstrument tegenover de werkzoekenden?
Beschikken over actueel cijfermateriaal inzake doorstroming van interimkrachten naar een vaste job is heel belangrijk om een correct beeld te krijgen van dit instroomkanaal. De laatste degelijke studie daarover van Idea Consult dateert van 2009. Zal er een update worden gemaakt om inzicht te krijgen hoe interimarbeid nog beter kan worden aangewend als opstap- en doorstroommechanisme op de arbeidsmarkt?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Talpe, aan werkzoekenden wordt niet gevraagd of ze openstaan voor interimarbeid. Dat is niet nodig: een werkzoekende moet elke passende vacature volgen, los van de aard van het contract. Wij sturen alle vacatures van het normale economisch circuit, inclusief de vacatures van uitzend-, werving- en selectiekantoren, automatisch door naar werkzoekenden. Of dat nu interim is of interim met kans op werk erna, of een contract van onbepaalde duur: als het passend is, is de werkzoekende verplicht om er op in te gaan.
Een werkzoekende kan wel op een eenvoudige manier online feedback geven op de vacatures. Hij kan ook aangeven waarom hij of zij vindt dat een bepaalde vacature die is doorgestuurd niet past. VDAB spitst zich daarbij niet toe op het type contract. Indien de werkzoekende zou aangeven dat hij of zij het niet gepast vindt omdat het een interimjob is, dan kan daar wel worden op ingegaan en dan kan het, als dat nodig is, worden weerlegd.
Bij VDAB wordt niet gemonitord of de werkweigering betrekking heeft op een aanbod van een uitzendjob. Zoals ik al zei: elke werkzoekende is sowieso verplicht in te gaan op een passend werkaanbod, ongeacht het type contract. Wanneer een werkzoekende tijdens een bemiddelingsgesprek of bijvoorbeeld een sectorale bemiddelingsactie een werkaanbod afwijst, en de bemiddelaar oordeelt dat de aangehaalde reden niet geldig is, dan zal de transmissie worden opgestart. Het is voor mij dus nogal eenvoudig. Het kan zijn dat een bepaalde job vanwege het interimkarakter ongeschikt is voor iemand, maar dan zal die persoon een goede reden moeten hebben. Gewoon het feit dat het interim is, is geen goede reden.
Ik moet niet veel beleidsconclusies aan de studie hechten. U weet dat ik in alle interviews en toespraken het belang van de interimsector blijf benadrukken. Ik ben er, net zoals u, van overtuigd dat het een aanwervingsmogelijkheid is. Maar de studie wijst wel aan dat de uitzendsector een imagoprobleem heeft. Daar moeten zij zelf in eerste instantie werk van maken. Het is niet de overheid die daar campagnes rond moet voeren. Ik ben ook blij dat de sector zelf met een studie heeft gepeild naar zijn imago. Het zou trouwens moeilijk zijn, want ik denk dat alle sectoren in de rij zouden staan om zichzelf beter in het licht te laten stellen, zeker met de krapte die er vandaag op de arbeidsmarkt heerst.
Zoals ik al heb gezegd, zal ik de positieve rol die interimarbeid als instrument in de arbeidsmarkt vervult, in interviews en toespraken zeker blijven benadrukken
Wat de resultaten betreft, denk ik dat VDAB nu elke werkzoekende stimuleert om op passende vacatures in te gaan. Met betrekking tot de resultaten van de studie is afgesproken dat VDAB en de sector tijdens hun volgende vergadering hierover overleg zullen plegen.
We voorzien niet meteen in een update van de studie. Daar zijn twee redenen voor. Om de carrièrepaden in de toekomst beter te zien, hebben we een machtigingsaanvraag voor de gegevens van de Déclaration multifonctionelle / multifunctionele Aangifte (DmfA) verstuurd. Die gegevens zijn beter dan de gegevens van de Déclaration Immédiate / Onmiddellijke Aangifte (Dimona) waarover VDAB momenteel beschikt. Ze moeten ons toelaten om de loopbanen van burgers beter in kaart te brengen. Ik denk dat het beter is daarop te wachten om een beter zich op de carrièrepaden te krijgen. Daarnaast is het de moeite waard even het onderzoek van de Stichting Innovatie & Arbeid van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) op te zoeken. Voor dit onderzoek uit 2017 zijn werkgevers over uitzendarbeid bevraagd. Hieruit blijkt dat het gemiddeld percentage werknemers per onderneming dat eerst een uitzendcontract had, niet is veranderd. Dit is nog steeds een belangrijk instroominstrument, maar het rekruteringsmotief heeft aan belang gewonnen. De SERV heeft berekend dat 27 procent van alle aangeworven personen door middel van uitzendarbeid zijn aangeworven.
Mevrouw Talpe, ik denk dat het belang, zoals u in uw vraagstelling hebt gesteld, niet kan worden onderschat. De sector heeft zelf een belangrijke taak. Voor het overige weet u dat een contracttype voor VDAB geen reden kan zijn om een passende job te weigeren.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Indien een job met welk contracttype dan ook wordt doorgegeven, kan de werkzoekende niet weigeren. Indien hij wel weigert, is er een transmissie. Waar het mij echter vooral om gaat, is het vooroordeel en het imago. Dat is de insteek van mijn vraag om uitleg. U hebt terecht gezegd dat de sector hier zelf aan moet werken. Ik zie een zekere rol voor VDAB weggelegd, vooral wat de informatieverstrekking betreft.
VDAB kan de werkzoekenden duiding geven en op de voordelen van het systeem wijzen. Van mij moet VDAB zelf geen actieve campagne voeren. VDAB is vaak de eerste instantie die de werkzoekende dicht bij zich heeft en dit kan duiden. Dat is voor mij heel belangrijk, vooral omdat de sector het zwaar heeft met de reacties van de vakbonden ten opzichte van alles wat ook maar kan mislopen. De sector wordt beladen met alle zonden van Israël, of welk gebied het ook moge zijn.
In elk geval vind ik dat we dit op een positieve manier moeten uitdragen. U hebt verklaard dat u hiermee rekening zult houden en dat de taak van VDAB is. De interimsector zorgt nu eenmaal voor een doorstroom die heel wat resultaten afwerpt. Ik vraag niet om de slinger naar de andere kant te laten overslaan, maar ik wil hier echt nog een lans voor breken. Ik denk dat dit heel belangrijk is. De resultaten van de studie hebben even opnieuw de wenkbrauwen doen fronsen. Misschien moeten we nog een versnelling hoger schakelen of toch tenminste heel alert blijven voor een sector met zeer positieve consequenties voor onze arbeidsmarkt. Ik vraag u dan ook om niet enkel te proberen dit op een positieve manier uit te dragen, maar ook vooral om dit op te nemen in de informatieverstrekking ten aanzien van de werkzoekenden.
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, ik vind dit een goede gelegenheid om de thematiek op de politieke agenda te plaatsen en op een aantal knoppen te drukken waaraan aandacht moet worden gegeven. Professor Sels heeft uitzendarbeid het smeermiddel van onze arbeidsmarkt genoemd. Ik denk dat het niet evident is een mooiere vergelijking of metafoor voor uitzendarbeid te vinden.
Ik heb het soms wat moeilijk met de manier waarop sommige politieke partijen die nu niet aanwezig zijn, tijdens debatten over jobcreatie zeer meewarig over de uitzendarbeid spreken. Ze hebben het dan over tweederangsjobs. Ik denk dat we elke gelegenheid te baat moeten nemen om het mooie professionele werk van tal van interimmedewerkers, mensen die op zoek gaan naar mensen en mensen matchen, en ook de innovatie in de sector positief te bekijken.
Minister, het is een goede zaak dat u in uw antwoord duidelijk hebt verklaard dat u in de backoffice geen onderscheid maakt tussen jobs die al dan niet als uitzendarbeid worden aangeboden. Voor u zijn alle jobs volwaardige jobs, en zo hoort het ook. Ik ben blij dat die lijn wordt bewandeld en dat iemand die een job van een uitzendkantoor weigert, effectief op dezelfde wijze wordt behandeld als iemand die een job weigert met een contract rechtstreeks met een bedrijf. Trouwens, elk leven is tijdelijk, en dus is elke arbeid tijdelijk en interimarbeid. We vergeten dat soms. U bent goed bezig.
Mevrouw Talpe, ik ben het met u eens dat de rol van VDAB effectief informatieverstrekking is. Ik ben ook zeker dat VDAB dit momenteel doet, maar tijdens mijn volgend contact met de leiding van VDAB zal ik zeker nog eens benadrukken dat hieraan veel aandacht moet worden besteed.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Mijnheer Ronse, dit is eigenlijk allemaal heel positief. Ik dank u om me hierin bij te treden en de interimsector alle kansen te geven. Het is heel belangrijk dat we duiden dat mensen niet in de interimsector blijven hangen. Het is de bedoeling dat ze naar een vaste job kunnen evolueren. Daar moeten we oog voor hebben. We zullen dit nader opvolgen en op een positieve manier uitdragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.