Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag was ingediend op 6 maart en is dus een tijdje blijven hangen vooraleer ze geagendeerd werd. Misschien is er ondertussen al een oplossing uit de bus gekomen. Maar er zijn toch nog wel vragen die misschien relevant kunnen zijn.
Vanaf 1 september 2002 maakten de bestaande tijdelijke projecten inzake gelijke onderwijskansen plaats voor één Gelijkeonderwijskansendecreet. Met het GOK-decreet wil men speciale aandacht besteden aan kinderen en jongeren uit kansarme milieus. De bedoeling is kinderen en jongeren de beste kansen te geven om te leren en tegelijk uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegen te gaan. Scholen met deze doelgroepen kunnen hiervoor een beroep doen op aanvullende lestijden, de GOK-uren.
Na vijf cycli werd vorig schooljaar besloten om geen nieuwe driejarige cyclus op te starten en werd de GOK-omkadering van GOK-cyclus 5 via onderwijsdecreet (OD) XVII met een jaar verlengd. Er is – of was – ongerustheid op het terrein omdat de GOK-uren in OD XVII nog werden verlengd, maar die verlenging vooralsnog niet terug te vinden was in OD XVIII.
Minister, zullen de GOK-uren dit jaar opnieuw worden verlengd? Staat de verlenging van de GOK-uren ingeschreven in OD XVIII?
Zo nee, komt er dan een nieuwe driejarige cyclus? Zo ja, op welke basis worden de nieuwe GOK-uren dan berekend? Op basis van de leerlingenpopulatie van 1 februari 2014, zoals bij GOK-cyclus 5? Of op basis van de leerlingenpopulatie van 1 februari 2018?
Wanneer weten de scholen hoeveel GOK-middelen ze zullen krijgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, u hebt gelijk. Soms is een beetje tijd ook al een kans om tot een oplossing te komen. (Opmerkingen van Elisabeth Meuleman)
Maar ik ben niet verantwoordelijk voor de agenda. U weet waarom de vragen niet meer geagendeerd geraakt zijn de laatste zitting voor het vorige reces, namelijk omdat we decreten hebben besproken, wat ook belangrijk was. (Opmerkingen van Elisabeth Meuleman)
Dit is nu echt iets waarop ik geen vat heb.
Collega’s, in het voltijds gewoon secundair onderwijs en het buitengewoon basis- en secundair onderwijs krijgen scholen die aan bepaalde voorwaarden voldoen ook extra omkadering voor het voeren van een gelijke onderwijskansenbeleid. Dat is de zogenaamde GOK-omkadering.
Die extra omkadering verloopt via een driejarige cyclus. De vorige cyclus werd in OD XVII met één schooljaar verlengd. Het is niet zo dat daarmee de logica van de driejarige cycli uit de regelgeving is weggeschreven.
Ik kan u daar ook nog wat info bij geven. De modernisering van ons secundair onderwijs die start op 1 september 2019, bereikt in de tweede graad zijn beslag op 1 september 2021. Dat betekent dat, als je aan een nieuw financieringssysteem zou werken voor het secundair onderwijs, je idealiter met dat nieuwe systeem kunt starten vanaf 1 september 2021. En dan zou je kunnen bekijken of je de GOK-middelen al of niet zult integreren. Dat betekent dat je nu eigenlijk nog een volledige GOK-cyclus kunt lopen.
Daarom start volgend schooljaar een nieuwe driejarige GOK-cyclus in het voltijds gewoon secundair onderwijs. Daarvoor moet geen nieuwe regelgeving worden uitgewerkt: het kader is er.
Ook in het buitengewoon onderwijs start er een nieuwe driejarige cyclus en moet er geen bijkomende regelgeving worden bepaald. De teldatum voor de nieuwe driejarige GOK-cyclus in zowel het voltijds gewoon secundair onderwijs als het buitengewoon onderwijs zal 1 februari 2018 zijn.
Wanneer weten de scholen wat ze zullen krijgen? Bij de berekening van de GOK-uren moet het Agentschap voor Onderwijsdiensten zich onder meer baseren op het aantal leerlingen met een schooltoelage. De regelgeving bepaalt dat daarvoor de toestand op 15 juni moet worden genomen. De berekening zal dus kort na 15 juni 2018 gebeuren. Dat betekent dat scholen ten laatste vóór 30 juni zullen weten op hoeveel GOK-middelen ze de volgende drie schooljaren zullen kunnen rekenen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Oké, dat is duidelijk, minister. Ik heb daar geen verdere vragen bij.
De heer De Meyer heeft het woord.
Het antwoord dat de minister heeft gegeven, is zeer duidelijk en uiteraard ook zeer correct. Maar het neemt niet weg dat de zorg die mevrouw Meuleman formuleerde effectief leeft in een aantal scholen.
Minister, misschien is het toch nuttig dat hierover toch nog eens extra communicatie gebeurt naar de scholen toe? Want het is niet omdat de regelgeving op zich zo duidelijk is, dat iedereen het op dezelfde juiste manier interpreteert.
De heer Daniëls heeft het woord.
Elke school krijgt natuurlijk brieven waarop staat welke middelen en uren ze krijgt. Dat zal daar dan op staan.
Diegenen die verspreiden dat het stopt, hebben natuurlijk de onrust veroorzaakt. Ik zou hun dan ook willen vragen om de communicatie te doen dat wat zij hebben verspreid, niet juist is. Dat is niet onbelangrijk. Dat zij dan het signaal geven, zodat wij niet man en paard moeten noemen.
Minister Crevits heeft het woord.
U weet, dat, naar aanleiding van het einde van het schooljaar en het nieuwe schooljaar, het altijd zo is dat we de nieuwe dingen proberen uit te leggen. Collega De Meyer keurt trouwens pas OD-decreten goed als we weten dat alles in orde is voor de start van het schooljaar. Ik probeer mij daar plichtsgetrouw aan te houden. We zijn ons aan het haasten, collega Jos, maar ik moet heel veel ballen tegelijk in de lucht houden.
We zijn met heel veel dossiers bezig, maar we proberen de timing goed te respecteren.
Ik word ook in een aantal scholen geconfronteerd met vragen over de GOK-cyclus. Ik vind dat eigenlijk niet oké. Er is op geen enkele plaats gezegd dat de cyclus zou verdwijnen. Hij is met één jaar verlengd omdat we wilden kijken hoe zich dit koppelt aan de nieuwe financiering. Ik heb net uitgelegd waarom het met één jaar is verlengd en waarom we weer met de volledige cyclus kunnen starten. Ik hoop dat de rust in de scholen terugkeert. Zij die mij de vraag hebben gesteld, heb ik altijd hetzelfde antwoord gegeven. U kunt het verslag van deze commissie ook in uw persoonlijke contacten gebruiken. Ik zal het ook aan de fora waar er nog zorgen zijn, zo meedelen.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Ik vind dit een zeer interessante vraag van mevrouw Meuleman. Ik ben ook blij dat het verder wordt opgevolgd.
In het basisonderwijs is dit al volledig geïntegreerd. Men heeft er vele jaren over gedaan om dit volledig te integreren in de werking van het basisonderwijs. Er wordt vaak de opmerking gemaakt dat de kloof bij de overgang van het basis- naar het secundair onderwijs soms zeer groot is. Ik vind ook dat we daar in het secundair onderwijs heel hard op moeten blijven inzetten, want anders gaat er heel wat werk van de voorbije tien tot vijftien jaar in het basisonderwijs verloren. Ik vind het terecht dat daar hard op wordt ingezet. Er moet duidelijke communicatie zijn naar de secundaire scholen dat dit wordt voortgezet.
Mijnheer Vandenberghe, u hebt net iets heel belangrijks gezegd. In het lager onderwijs is het geïntegreerd. Ik zou dat ook graag willen bereiken in het secundair onderwijs. Dat moet wel gebeuren op een moment dat een moment is. Het is ook een hele discussie hoe dit moet gebeuren. Het gebeurt dus het best op het moment dat in de tweede graad de nieuwe matrix wordt ingevoerd. We kunnen nu nog een volledige cyclus doen, maar eigenlijk zou ik ook liever zien dat men komt tot een geïntegreerd systeem. Dat is de reden waarom we met één jaar hebben verlengd en nog een cyclus doen. Het debat daarover moet nog worden gevoerd. Hoe het zal gebeuren, moet nog worden uitgeklaard. Ik vind het niet onbelangrijk dat u verwijst naar hoe het is in het basisonderwijs.
Afschaffen is dus niet aan de orde.
De vraag om uitleg is afgehandeld.