Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, goede collega’s, minister, de krant De Tijd berichtte op 10 april 2018 dat De Lijn stopt met de huidige manier van reizigers tellen en de accurate reizigerstellingen via ReTiBo (Registratie-, Ticketing- en Boordcomputer) aan het voorbereiden is. We hebben daar een paar weken terug nog een spitante commissiezitting aan gewijd. Voor eenieder die onze commissie volgt, is dat absoluut geen verrassing. Het is ook conform de transitiebeheersovereenkomst die loopt van 2017 tot 2020 en waarin bij de operationele doelstellingen inzake ReTiBo is opgenomen dat er “reële reizigersaantallen op basis van uitgerolde elektronische vervoerbewijzen” komen. Minister, u weet dat als geen ander.
Als Open Vld kunnen we dat enkel maar toejuichen. In het verleden hebben we ons vaak kritisch uitgelaten over de fictieve reizigersaantallen en de hoeraverhalen die daarmee gepaard gingen. Gedaan met de accumulatie van fictieve aantallen met betrekking tot de abonnementen. Je zou het bijna Bijbels kunnen zeggen: ‘Stop het liegen en bedriegen.’ Eindelijk zetten we dus de stap naar de correcte gegevens. Het nadeel is wel dat De Lijn bijna anderhalf jaar lang, dixit de woordvoerder, over bijna geen reizigersgegevens zal kunnen beschikken. Enkel het aantal verkochte vervoersbewijzen en het aantal abonnementen kunnen worden bekendgemaakt.
Zodra de reizigersregistratie op punt is, zal De Lijn niet enkel beschikken over de bewegingen die elke reiziger maakt, maar ook over de correcte gegevens per rit en per lijn. Zodoende kan men een performanter vraaggestuurd aanbod – en daarover gaat het toch, als we een hele transitie bij het openbaar vervoer doorvoeren – ontwikkelen en de ambities inzake basisbereikbaarheid helemaal waarmaken.
Minister, vandaar de volgende vragen aan uw adres. Heeft De Lijn deze beslissing genomen in overleg met u? Zal het tijdelijke gebrek aan reizigersaantallen gevolgen hebben voor de evaluatie van De Lijn in 2020 na het aflopen van de transitiebeheersovereenkomst? Vooraleer De Lijn kan beginnen met het analyseren van gegevens uit de reizigerstellingen via ReTiBo zal er een nulmeting moeten gebeuren. Gaat De Lijn om dat te ondersteunen ook gebruikmaken van handmatige tellingen en experimenteren met 3D-camera’s en wifidetectie, of dienen die hulpmiddelen enkel om de gegevens te verfijnen, zoals De Lijn stelt in het voornoemde artikel in De Tijd?
Minister Weyts heeft het woord.
De reizigersaantallen van De Lijn zijn natuurlijk een steeds weerkerende bron van discussie en debatten, vooral omdat ze louter en alleen zijn gebaseerd op assumpties, waarbij mensen in een stedelijke omgeving met een abonnement standaard meetelden voor 90 ritten per maand en mensen in een landelijke omgeving voor 52 ritten per maand. Of die mensen hun abonnement nu gebruikten of niet, daar werd geen acht op geslagen. Daarenboven was er natuurlijk een aanzienlijke vertekening, omdat ook diegenen die hun abonnement gratis kregen, werden meegeteld naar rato van eenzelfde verbruik. Daardoor was het dus ook wel gemakkelijk om de eigen cijfers te flatteren of te devalueren, gewoon door minder of meer gratis abonnementen uit te delen. Op basis van die telling kun je je zogezegde, virtuele gebruikerscijfers gewoon pimpen of, in de andere richting, doen dalen.
Daarom heb ik altijd aangegeven dat de cijfers uit het verleden natuurlijk aanzienlijk vertekend waren, zeg maar gedopeerd, ook dankzij die gratis uitgedeelde abonnementen. Om u een idee te geven, in 2014, bij de start van deze regering, waren nog 12 procent van het aantal meegetelde ritten gratis ritten. In 2016 was dat nog amper een kleine 2 procent. We hebben de lucht er dus stelselmatig wat uitgehaald, vooral met het afschaffen van de gratispolitiek. Daarbij heb ik er toch ook steeds voor geopteerd om zo veel mogelijk te rapporteren op basis van een meer realistisch criterium, zijnde de betalende reizigers, en daar zien we een mooie evolutie van plus 8 procent in 2016 ten opzichte van 2014.
Met die steeds weerkerende discussies in het achterhoofd hebben we ook in de beheersovereenkomst met De Lijn laten neerschrijven dat er echt niet langer kan worden gerapporteerd op basis van virtuele cijfers. We hebben dat als operationele doelstelling opgenomen, ook in het kader van ReTiBo. De doelstelling wordt inderdaad in de evaluatie van de uitvoering van de beheersovereenkomst meegenomen en moet toelaten dat we vanaf deze zomer starten met de nulmeting. Vanaf volgende zomer kunnen we dan met de evolutie beginnen ten opzichte van het nulpunt van deze zomer. Dan kunnen we dat beginnen te registreren en weergeven.
Een kwantitatieve doelstelling op het vlak van het aantal reizigersritten is in de beheersovereenkomst niet opgenomen, mede gelet op de omslag naar reële cijfers en het nieuwe ijkpunt, maar ook omdat de transitie naar basisbereikbaarheid ook met een verschuiving van reizigers gepaard kan gaan van het kern- en aanvullend net naar het vervoer op maat, en dat laatste kan worden uitgevoerd door allerlei spelers. Dat kan in de toekomst worden uitgevoerd door zowel private spelers, bijvoorbeeld door taxi’s, als De Lijn zelf.
Tot slot zal De Lijn aan de hand van 3D-camerabeelden en wifi-scanning een extrapolatiealgoritme ontwikkelen om het aantal reizigers zo nauwkeurig mogelijk te tellen. We blijven natuurlijk wat zitten met die abonnementenproblematiek. Met die technologie willen we de gegevens uit de registratie van de MOBIB-kaarten kalibreren. Uit de eerste analyses van de registratie van de MOBIB-kaarten blijkt dat niet alle reizigers met een abonnement hun kaart scannen. Daarnaast is het ook zo dat niet alle reizigers gebruik maken van een MOBIB-kaart. Het gevolg is dat ze per definitie niet registreren als ze op het voertuig stappen. Er is het toenemend succes van het sms-ticket en van de m-card.
Tijdens de eerste fase zal het algoritme worden ontwikkeld met behulp van een beperkte set van voertuigen. Daarna zullen we het systeem uitrollen en zal De Lijn in staat zijn de reizigersaantallen op het hele net in kaart te brengen. Het algoritme zal up-to-date worden gehouden met behulp van een dataset afkomstig van 150 voertuigen die met 3D-camera’s zullen worden uitgerust. Gelet op de wetenschap dat sommigen hun kaart niet gebruiken, zullen we de gegevens toch zo accuraat mogelijk kunnen wegen en kalibreren. Zo zullen we een zo accuraat mogelijk beeld krijgen van de evolutie van de reizigersaantallen van De Lijn.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik hoor u dit allemaal graag vertellen. De ernst is er op dit vlak helemaal ingeslopen. Als alles communicatie wordt, wordt alles bedrog. We hebben dat in het verleden gedurende jaren meegemaakt. Dat werd klakkeloos overgenomen en wie een kritische bemerking durfde te maken, werd meteen weggezet als een tegenstander van het openbaar of collectief vervoer. Ik ben zeer benieuwd.
Ik zeg dit niet namens Open Vld om het collectief of openbaar vervoer te fnuiken of aan banden te leggen, maar om te weten wat nu eigenlijk het draagvlak is. We zien de files. Ik was hier iets te laat omdat in Wilsele een auto stilstond. We zien dat elke dag. Ik denk dat we meer dan ooit behoefte hebben aan een vraaggestuurd collectief vervoer. We hebben meer dan ooit behoefte aan meer collectief vervoer. Het is net op basis van de metingen dat we hier een volledig klantgericht aanbod op kunnen afstemmen, zeker nu we de stap zetten naar de vervoersregio’s, die het orgaan worden om het vraaggestuurd openbaar vervoer vorm te geven. Het is van onmisbaar belang te kunnen beschikken over de reizigersaantallen en de data.
Minister, ik dank u voor uw uitleg. Wat de abonnementen en dergelijke betreft, zit de Maatschappij voor Intercommunaal Vervoer in Brussel (MIVB) trouwens op hetzelfde spoor. Ik denk dat we hier niet te vroeg mee komen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, ik heb het voorblad van De Tijd ook gelezen en ik ben daar tevreden over. Ik heb gelezen dat we eindelijk zullen stoppen met uit gebakken lucht bestaande cijfers de ether in te sturen.
Ik heb het even nagekeken. In 2002 hadden we 250 miljoen reizigers. In 2004 waren dat er plots wonderbaarlijk 400 miljoen geworden. Dat had natuurlijk te maken met de uitrol van de gratis abonnementen en met de zeer royale toerekening van zogezegde reizigers aan die abonnementen. Ik herinner me nog dat er onder minister Van Brempt elk jaar tientallen miljoenen reizigers bijkwamen, tot we op het hoogtepunt ver boven 500 miljoen reizigers zaten.
Het is een goede zaak dat we in de communicatie nu de werkelijke cijfers zullen zien. Ik zeg dit niet omdat het een fetisj is over de wijze waarop moet worden geteld, maar omdat dit zeer belangrijk is om nadien het vraaggericht openbaar vervoer uit te rollen en om het aanbod op de vraag af te stemmen.
Dan is er de vraag wat ik graag zou zien. We zullen dat uiteraard in verder overleg met De Lijn moeten doen. Het spreekt voor zich dat de jaarcijfers na de nulmeting pas vanaf volgend jaar beschikbaar zullen zijn. Ik heb in de beheersovereenkomst die we met De Lijn hebben afgesloten echter gelezen dat De Lijn vanaf de zomer van 2018 kan meten. In de zomer van 2019 volgt de volledige uitrol en kan een eerste jaarrapportering volgen. Om de vervoersregio’s hiermee al aan de slag te laten gaan en om de omschakeling te maken van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid, zou het echter nuttig zijn op voorhand al partiële cijfers te krijgen. Dat kan per kwartaal of per half jaar. Wat mij betreft, moet dit alleszins zo snel mogelijk gebeuren. Indien al vroeger werkelijke cijfers beschikbaar zijn, hoeven we niet op de volledige jaarcijfers te wachten. Die werkelijke cijfers zullen sowieso lager zijn dan de gratis toerekeningen. We moeten eerlijk zijn. Ik denk dat iedereen zich daarvan bewust is.
Voor mij is het belangrijkste dat het aantal betalende gebruikers en het aantal abonnementen klaarblijkelijk keer na keer stijgt. Dit is het bewijs van de aantrekkelijkheid van het openbaar vervoer en van de bereidheid van de mensen om die abonnementen te kopen. Het is een goede zaak dat die tellingen worden aangepast, niet als een doel op zich, maar om tot een beter en vraaggerichter openbaar vervoer te kunnen komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.