Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, op zich is de inleiding redelijk kort. We hebben al heel vaak over dit onderwerp in deze commissie vragen gesteld, en u hebt daar zelf ook al bepaalde intenties over geuit, zowel in de beleidsnota als in de beleidsbrief. Oorspronkelijk was het scenario dat we zouden gaan naar een uitdoofbeleid voor pelsdierfokkerijen. Daarna is dat veranderd in een algemene stopzetting voor alle betrokken bedrijven, mits een flankerend beleid. U hebt in het verleden ook gezegd dat de waardebepaling voor de uitbetaling van die bedrijven voor stopzetting een complexe aangelegenheid is. U hebt daarover overleg gehad met de sector. Er is ook een studie over gebeurd. Als ik me goed herinner, heeft die niet zo heel veel duidelijkheid of zoden aan de dijk gebracht.
In uw jongste beleidsbrief hebt u verwezen naar Nederland, waar uiteindelijk een lange juridische discussie was beslecht en het verbod definitief was goedgekeurd. U hebt bij de bespreking van de beleidsbrief eind 2017 gezegd dat u met een voorstel naar de Vlaamse Regering zou gaan.
Minister, vandaar mijn vragen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de stopzetting van pelsdierhouderijen in Vlaanderen? Tegen wanneer zal er nu eindelijk een einde komen aan die pelsdierhouderijen, en welk flankerend beleid zal daartegenover worden gesteld?
Minister Weyts heeft het woord.
Zoals beloofd ben ik inderdaad begin dit jaar met een concreet voorstel naar de regering gegaan. Dat is nog voorwerp van bespreking en discussie. Ik snap niet altijd goed de nuance die u wilt aanbrengen met betrekking tot een uitdoofbeleid dan wel een stopzetting. Uitdoving moet leiden tot stopzetting, punt aan de lijn. We voorzien daarbij wel in flankerende maatregelen, namelijk een vergoedingsregeling. Daarover gaat de discussie vooral. Ik heb die vergoedingsregeling uitgewerkt, maar je kunt daar heel lang over discussiëren, namelijk over de vraag welke criteria je hanteert, waar de plafonds liggen, waar de minima liggen, waar de maxima liggen. Het Nederlandse voorbeeld werkt inspirerend wat dat betreft, maar is absoluut niet volledig transponeerbaar naar onze Vlaamse situatie. Bij ons is dat iets complexer.
Ik kan daarover dus zeggen dat we in de schoot van de regering nog aan het discussiëren zijn, maar net in functie van de finaliteit, namelijk het daadwerkelijk realiseren van de finale stopzetting van de nertsenkweek in Vlaanderen, kan ik u verder nog niet meer informatie geven. Het blijft echter mijn vaste wil en ambitie om ook deze doelstelling te realiseren.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik ben uiteraard blij om te horen dat de wil en de ambitie er nog altijd zijn om te komen tot een stopzetting. Daar zijn we het alleszins dan helemaal over eens. Heel even ter verduidelijking van wat ik altijd bedoel met dat uitdoofscenario en die definitieve stopzetting: uiteraard moest het uitdoofscenario ook tot een definitieve stopzetting leiden, maar oorspronkelijk was er het idee dat men eerst de uitbreiding van de bestaande en de nieuwe bedrijven zou verbieden, en dan op termijn de huidige bedrijven zou laten stopzetten, zonder die flankerende maatregelen. Daarna is die visie toch aangepast, met onmiddellijk een definitieve stopzetting. Gewoon ter verduidelijking: ik ben mee met dat laatste.
Minister, een beetje een richtinggevende timing zou misschien toch wel fijn zijn, kwestie van te weten binnen welke termijn we hier opnieuw de nodige vragen moeten stellen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik denk dat het op het einde van december van vorig jaar was dat we hier ook nog een plenaire discussie aan hebben gewijd. Toen bleek dat alle politieke partijen of alle fracties in dit parlement eigenlijk wel achter een stopzetting van de pelsdierhouderijen stonden. We zijn ondertussen drie maanden verder en er is nog altijd geen witte rook. U geeft zelf aan dat dat duidelijk te maken heeft met de vergoeding, met de centen die op tafel moeten worden gelegd. Het enige dat we hier in de commissie kunnen hopen, is dat er toch snel duidelijkheid komt.
Er is dus een genuanceerd verschil tussen uitdoving en stopzetting. Uitdoving leidt natuurlijk tot stopzetting, het is alleen een kwestie van tijd. Stopzetting interpreteer ik als een onmiddellijke stop op heel korte termijn. Met uitdoving kunnen de pelsdierhouders eventueel tot aan hun pensioen of nog langer verder actief zijn. Dat is een belangrijke nuance.
Nog één vraag, minister. U stelt dat Nederland niet helemaal tot voorbeeld strekt op dit vlak voor Vlaanderen. In Vlaanderen zou het nog heel wat complexer zijn dan in Nederland. Die analyse verbaast mij een beetje. Het is een feit dat het in Nederland over veel meer bedrijven gaat. Al bij al is het nog vrij beperkt in Vlaanderen. Wat is precies het verschil inzake complexiteit? Waarom is het complexer in Vlaanderen?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
We hebben altijd gewezen op de correcte uitbetaling van een schadevergoeding. Ondertussen is er wat tijd gegaan over de studie die we allemaal hebben mogen inkijken. Ik wou eens informeren of er intussen sommigen hebben aangekondigd dat ze vrijwillig gaan stoppen.
Wat dat laatste betreft, neen. Vanzelfsprekend, dat is de evidentie zelf, als men een mogelijke vergoeding in het verschiet heeft. Dat is de keerzijde van de medaille, van onze aankondiging, niettegenstaande het niet vervat is in het regeerakkoord.
We moeten wel, net zoals bij de hele discussie over het onverdoofd slachten, behoedzaam te werk gaan in functie van de doelstelling, namelijk het halen van een resultaat. Dat staat voor mij voorop. Soms duurt dat wat langer en hebben we wat meer discussies nodig om daar een goed draagvlak te kunnen bereiken.
Vanzelfsprekend gaan we nooit overgaan tot onmiddellijke stopzetting. De pelsdierenkweek bestaat al tientallen jaren, als het niet meer dan honderd is, ik zou het moeten opzoeken. Nu onmiddellijke stopzetting opleggen, zou ons juridische procedures opleveren die we sowieso zouden verliezen. Dat lijkt mij nogal een evidentie. Vandaar dat we naar flankerende maatregelen moeten gaan, wat mij betreft met deadlines indertijd. Dat lijkt mij evident.
Wat zijn de verschillen met Nederland? Bijvoorbeeld ons pensioenstelsel. We hebben ook zoiets als de nertsnutriëntenemissierechten die in Nederland niet bestaan en die een zekere waarde vertegenwoordigen en te verhandelbaar zijn. De complexiteit is dus wel degelijk aanwezig in dit dossier.
Minister, ik begrijp uiteraard dat u, als u aan het onderhandelen bent, niet verder kunt ingaan op de inhoud van de voorstellen.
Blijkbaar kunt u ook niets zeggen over de timing. Ik ga er toch van uit dat het de bedoeling is om nog een deze legislatuur tot een besluit te komen.
Ik begrijp wat u zegt. De keerzijde van de aankondiging is natuurlijk dat de bedrijven weten dat er centen tegenover staan. Vrijwillig stoppen zal zeker niet gebeuren, eerder omgekeerd zou ik zeggen. Die vraag heb ik ondertussen aan uw collega gesteld. Bedrijven zullen eerder nog gaan uitbreiden en dat is ook jammer. Ik durfde het nog niet met zekerheid stellen, omdat ik nog geen antwoord heb.
Op dit moment gebeurt er niets en dat is spijtig. We hebben geen uitdoofscenario. We hebben geen termijn in het vooruitzicht. We zijn aan het onderhandelen. Goed, minister, ik geef u het voordeel van de twijfel. Ik ga ervan uit dat u alsnog tot een compromis gaat komen. Ik zal zeker niet nalaten om deze vraag hier te blijven stellen.
Voor alle duidelijkheid, ik denk dat alle partijen het daar kamerbreed mee eens zijn. Dat is ook niet onbelangrijk.
De vraag om uitleg is afgehandeld.