Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Moyaers heeft het woord.
Voorzitter, minister, zoals u ongetwijfeld weet, is de VLAREM II-regelgeving (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) van toepassing wat de exploitatie van Sport Vlaanderencentra betreft. Daarin kunnen onder meer ook een aantal infrastructurele voorwaarden worden opgelegd. Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag 147 ‘Milieuvergunningen centra Sport Vlaanderen’ aan uw collega, minister Muyters, blijkt echter dat een aantal Sport Vlaanderencentra momenteel niet langer over een geldige milieuvergunning beschikken.
Daarom wil ik u graag volgende vragen voorleggen. Bent u ervan op de hoogte dat een aantal Sport Vlaanderencentra nu zonder milieuvergunning worden geëxploiteerd? Daaraan gekoppeld, hebt u een zicht op de specifieke situatie van de deelaccommodaties? Zijn die allemaal vergund? Wat zijn de gevolgen voor deze centra in afwachting van een nieuwe milieuvergunning? Kunnen deze centra ook zonder geldige milieuvergunning gewoon open blijven, zonder daarbij bijvoorbeeld verzekeringstechnische risico’s te lopen? Klopt het dat er voor bepaalde centra niet langer een milieuvergunning noodzakelijk is? Kunt u ook duiden over welke centra het dan gaat en waarom dat zo is? In welke mate is de volledige scheiding van hemel- en afvalwater belangrijk bij het verwerven van een nieuwe milieuvergunning? Klopt het dat dat criterium voor bepaalde centra deel uitmaakt van de in de milieuvergunning opgenomen voorwaarden? Bent u ervan op de hoogte dat de realisatie van dat criterium voor bepaalde centra on hold werd geplaatst in het kader van de Visienota 2020 voor alle centra van Sport Vlaanderen? Wat vindt u van die beslissing? Kent u de situatie inzake het hergebruik van regenwater in de diverse ijscentra van Sport Vlaanderen? Weet u bijvoorbeeld of het aanmaken van het ijs enkel met regenwater gebeurt?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Er zijn drie centra waarvan de vergunningstermijn verlopen is eind vorig jaar of begin dit jaar. Het gaat om Willebroek, Hasselt en Brugge. De procedure loopt voor een aanvraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden ingediend door de exploitant voor een zwemzone te Willebroek. Daarover moet in mei een beslissing worden genomen. Dit heeft niks te maken met de vergunningstoestand van de inrichting. De inrichting is momenteel ingedeeld bij klasse 3 vanwege de declassering van bepaalde rubrieken. De verleende vergunning van 1997 geldt inmiddels als aktename, aangezien de declassering plaatsvond. Voor het sportcentrum te Hasselt werd een aanvraag ingediend bij de deputatie van de provincie Limburg. De vergunning is op 1 maart verleend. Voor het sportcentrum in Brugge werd op 12 februari een aanvraag ingediend bij de deputatie, en de procedure loopt nog.
De sportcentra beschikken over de nodige vergunningen en exploiteren conform de regelgeving, met uitzondering van Brugge. De vergunningstoestand zou geen gevolgen mogen hebben op overeenkomsten die Sport Vlaanderen heeft gesloten. Als u verder wilt weten hoe Sport daarmee omgaat, zult u dat uiteraard aan de bevoegde minister moeten vragen.
Met de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning is er ook nieuwe indelingenlijst. Daarbij werden een aantal declasseringen doorgevoerd. Zo zijn bijvoorbeeld zwembaden, al dan niet overdekt, met een oppervlakte van ten minste 300 vierkante meter voortaan ingedeeld bij klasse 2 en niet meer bij klasse 1. Er zijn nog andere wijzigingen doorgevoerd, bijvoorbeeld betreffende stookinstallaties. Het is dus best mogelijk dat een inrichting door een declassering nu voortaan meldingsplichtig in plaats van vergunningsplichtig is. Dat is zeker het geval voor het sportcentrum te Willebroek.
Elke ingedeelde inrichting moet voldoen aan de bepalingen van hoofdstuk 4 van VLAREM II. Daarin staat dat een volledige scheiding tussen afvalwater en hemelwater afkomstig van dakvlakken en grondvlakken verplicht is op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt aangelegd of heraangelegd. Voor bestaande gebouwen in een gesloten bebouwing is de scheiding tussen het afvalwater en het hemelwater afkomstig van dakvlakken en grondvlakken alleen verplicht indien daarvoor geen leiding onder of door het gebouw moet worden aangelegd. Dit geldt ook voor de sportcentra. Dat hangt dus af van dossier tot dossier.
Wat uw laatste vraag betreft, kan ik alleen maar herhalen wat mijn collega u al heeft geantwoord. In de onlangs verleende vergunningen voor het ijscentrum in Hasselt en in Liedekerke werd in de bijzondere voorwaarden opgelegd dat het bedrijf binnen een termijn van een jaar na het verlenen van de vergunning een haalbaarheidsstudie moet opmaken naar de lozing van het smeltwater en niet-verontreinigd hemelwater en naar de mogelijkheid van hergebruik van beiden.
Ook de mogelijkheden naar optimalisatie van het koelcircuit moeten worden onderzocht.
Voor Sport Vlaanderen Herentals is dit jaar het plaatsen van een installatie gepland om het regenwater dat al wordt opgevangen via de overspanning van de ijsbaan, te hergebruiken voor de aanmaak van ijs. Het hergebruik van regenwater voor de aanmaak van ijs wordt dus verder onderzocht door Sport Vlaanderen.
Collega, al uw ongerustheid is weg en mensen kunnen veilig verder sporten.
De heer Moyaers heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik heb deze vraag om uitleg al enkele weken geleden proberen in te dienen, maar toen was het een beetje te veel gericht op de namen Willebroek, Hasselt en Brugge. Ondertussen weet ik ook dat er op 1 maart aan Hasselt een vergunning werd verleend. Het is goed te horen dat dat nu ook voor Brugge is aangevraagd. Los daarvan vond ik het een heel vreemde gedachte dat een aantal van die centra van Sport Vlaanderen tijdelijk zonder een vergunning zaten. Ik vraag me ook af hoe dat zit met deelaccommodaties zoals in Gent. Misschien zou ik daarover best een schriftelijke vraag stellen.
Voor Willebroek is blijkbaar geen vergunning meer nodig, ondanks het feit dat er twee hoogspanningskabels zijn, een overnachtingsfaciliteit en een werkplaats. Dat is een rare gedachtegang, maar als de wetgeving zo is, dan zal dat inderdaad zo blijken.
U haalt ook de haalbaarheidsstudie aan over een vergunning die tijdelijk is afgeleverd voor Hasselt. Die vergunning is afgeleverd op 1 maart. Men heeft dus een jaar de tijd om de haalbaarheid te bekijken van wat het hergebruik van hemelwater zou kunnen betekenen. Dat is toch belangrijk, want om die ijsbaan telkens te vernieuwen, gaat het toch om heel wat kubieke meters water die per dag worden gebruikt. In Hasselt gaat het over ongeveer 6000 tot 7000 liter leidingwater per dag om die ijsbaan te vernieuwen. In deze tijden is dat zeker niet meer aan te raden.
Minister, wat is de normale procedure voor een accommodatie die zonder geldige milieuvergunning wordt geëxploiteerd? Wat gebeurt er als die niet in orde zou zijn, als er een klacht wordt ingediend? Kan men dan ook nog langer veilig blijven sporten?
Collega, de Sportcentra Vlaanderen worden op dezelfde manier behandeld als alle andere organisaties. Men moet een vergunning vragen conform de procedure die er is. Het klopt dat dat voor Willebroek niet meer hoeft. Men moet goed kijken wanneer een vergunning verloopt en op tijd een nieuwe aanvragen. Dat geldt voor Sport Vlaanderen, maar dat geldt evengoed voor particulieren.
We komen daar enigszins aan tegemoet met de nieuwe omgevingvergunning. Het wordt een termijn van onbepaalde duur. Dat wil zeggen dat je niet meer om de zoveel tijd verplicht bent tijdig een nieuwe vergunning aan te vragen. Dat is wel een grote vereenvoudiging.
Hoe gaan we daarmee om in de praktijk? Het wordt uiteraard beoordeeld door de handhavers en door wie finaal de uitspraak doet. Als iemand vergeten is een vergunning aan te vragen en ondertussen de procedure is opgestart om zich te conformeren en een nieuwe aanvraag in te dienen, dan hangt alles af van de beoordeling. Als iemand willens nillens exploiteert zonder vergunning, is dat een heel andere beoordeling dan iemand die dat echt is vergeten, maar ondertussen heeft aangevraagd. Meestal kijken we hoe ernstig de situatie is, of er geen overtredingen zijn, of er geen milieugevolgen zijn, want dat is heel belangrijk. Milieugevolgen worden ook mee beoordeeld en dan wordt bekeken hoe daarmee wordt omgegaan.
Er is dus geen algemene lijn. Het hangt af van situatie tot situatie. Voor mij als minister van Leefmilieu en voor mijn diensten is vooral het effect op het leefmilieu van groot belang. Ook de veiligheid van sporters wordt hierbij bekeken.
Minister, ik wil nog even terugkomen op minister Muyters van Sport. Hij spreekt over een visienota 2020 en zegt dat Vlaanderen vooral een voorbeeldfunctie moet hebben in ecologische standpunten. De centra van Sport Vlaanderen moeten op het vlak van technologie, milieu, ecologie, afvalbeleid en tal van andere aspecten een voorloper zijn. Dat is niet meer dan logisch aangezien de Vlaamse Regering duurzaamheidsinvesteringen en energetische maatregelen actief promoot. Het is ook belangrijk om met het hemelwater in de toekomst te kijken. Het is belangrijk dat diezelfde Vlaamse Regering toch beter het goede voorbeeld kan geven door op zijn minst de eigen regels wat meer te respecteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.