Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, we hebben het in deze commissie al vaker gehad over de bietentelers. In december daalde de suikerprijs in de EU tot een nieuw dieptepunt, namelijk onder het referteniveau van 404 euro per ton. Dat is de laagste prijs sinds de hervorming in 2006.
Wanneer de prijs onder het referteniveau zakt, kan de Europese Commissie maatregelen nemen. Sommige lidstaten vragen dan ook om Europese maatregelen te nemen, andere menen dat de suikerproducenten de keldering zelf hebben veroorzaakt en er geen maatregelen moeten worden genomen.
Minister, werd u reeds aangesproken door bietentelers die in moeilijkheden geraken? Was dit volgens u te verwachten? Hebt u hierop geanticipeerd? Het is de zoveelste crisis in de landbouwsector. Op welke manier kunt u zelfredzaamheid bij de sector inbouwen, bijvoorbeeld via een door de sector te spijzen bufferfonds, al dan niet met Vlaamse steun? Moeten we denken aan een traject om de telers bij aanhoudende lage prijzen te begeleiden in de omschakeling van hun bedrijf?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Wouters, de landbouwmarkten zijn geliberaliseerd, en dat geldt ook voor de suikermarkt. Dat zorgt er natuurlijk voor dat de prijs wordt bepaald door vraag en aanbod. De Europese prijsdalingen van de voorbije periode zijn een gevolg van de afschaffing van de suikerquota. Dat hebben we ook gekend met de melkquota. De fabrieken hebben hun telers aangespoord om bijkomend areaal bieten te planten, wat inderdaad ook gebeurt. Daardoor is er nu een groter aanbod en daalt de prijs.
Ook de suikernoteringen op de wereldmarkt namen vorig jaar een duik en noteren vandaag nog een flink stuk onder de Europese suikerprijs als gevolg van prognoses van suikeroverschotten op de wereldmarkt. De lage prijs heeft uiteraard geen positieve invloed op de Europese prijs. Bij een hogere wereldmarktprijs zou de Europese prijs zich gemakkelijker kunnen herstellen, bijvoorbeeld door een sterkere uitvoer van Europese suiker.
Het is nu nog te vroeg om te spreken over een crisis in de suikerbietensector. Indien er maatregelen nodig zijn om de marktwerking te herstellen, moet dat op het Europese niveau worden gezocht, want het markt- en handelsbeleid zijn geharmoniseerd voor de ééngemaakte markt. Je kunt als lidstaat niet zomaar op eigen houtje marktbeleid gaan voeren. De Commissie monitort de situatie.
Elke landbouwer staat het vrij om te kiezen welke teelten hij wil zaaien of planten. Men kan zich ook laten begeleiden. Hiervoor wil ik de nadruk leggen op de instrumenten die wij hebben geïnstalleerd, zoals het pakket bedrijfsbegeleidende maatregelen binnen KRATOS, waar die landbouwers ook een beroep op kunnen doen. We moeten dit goed opvolgen en bekijken of we op termijn op het Europese niveau al of niet maatregelen moeten vragen of ingrijpen.
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, we moeten inderdaad heel goed opletten. Nog niet zo lang geleden is berekend dat men 450 euro per ton nodig heeft om rendabel te zijn, en nu zitten we daar gigantisch veel onder. We moeten dat zeker in het oog houden omdat de sector sowieso in moeilijkheden komt als die prijs wordt aangehouden. Daarbij zult u in ons een bondgenoot vinden.
De heer De Croo heeft het woord.
Het is misschien interessant om te weten dat suiker een enorm probleem is. Ik deel even een korte historische herinnering. In 1960 was er de fameuze Cubacrisis, waaruit bijna een wereldoorlog is ontstaan. Toen werden de Sovjetraketten uit Cuba verwijderd. Dat werd door sommigen uitgelegd als een suikerprobleem. De Amerikaanse deelstaten waar de senatoren zeer stabiel werden verkozen, waren bietenrijke staten. Cuba was een suikerrietrijke staat.
Het probleem is dat dit in een internationale context staat, dat de wereldprijzen een rol spelen, dat men gewoonlijk, zoals voor melk en bieten, het potentieel zakken van de verkoopprijs probeert in te winnen door het verhogen van de productie, en dat het verhogen van de productie een invloed heeft op de daling van de kostprijs, maar ook van de verkoopprijs.
Via de Vlaamse Regering zijn we geassocieerd met de Mercosur-onderhandelingen over een grote reserve van rietsuiker in dat deel van de wereld. Dat moeten we niet vergeten. De suikerbiet is er gekomen omdat de Engelse vloot het napoleontische expansiegebied van Europa afsloot en geen rietsuiker liet leveren aan Europa. Daarom hebben wij suiker moeten maken uit suikerbieten. Het heeft allemaal zijn oorsprong en zijn reden.
Minister, ik vrees dat u daar niet zoveel aan kunt doen. Misschien kan dat via het werken in coöperatieven of via kostenvermindering. De landbouwers in deze zaal weten dat men niet oneindig kan telen.
Er is enorm veel wetenschappelijk onderzoek naar suikerbieten, met een stijgend tonnage als gevolg. Ik raad u aan te monitoren en na te gaan wat Mercosur doet. Men kan natuurlijk niet tegelijk het vlees slecht vinden, de suiker gevaarlijk vinden en de productie op een goede manier verkopen.
De heer Poschet heeft het woord.
Minister, ik deel natuurlijk zoals ieder lid van deze commissie de bezorgdheid over het inkomen van de landbouwers en de soms moeilijke marktsituatie. De keuzes in het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn gemaakt in de richting van structuurondersteuning. Zoals u terecht zegt, kan er via KRATOS ondersteuning worden geboden op bedrijfsmanagementniveau.
Mijnheer Wouters, houdt u hier nu een pleidooi voor een eigen Vlaams marktbeleid op het vlak van suiker? Is dat wat ik moet begrijpen of is dit een vraag aan de minister om dit ook op het Europese forum aan bod te brengen? En dan stel ik de vraag aan de minister: is dit vandaag een issue op de Europese Landbouwraden? Wordt daar met zorg gekeken naar de suikerprijzen of kan dat daar aan bod worden gebracht?
Enkele weken geleden heb ik samen met de heer Vanderjeugd aan de minister een aantal vragen gesteld over de Mercosur-onderhandelingen. We weten dat de Vlaamse bietentelers – en het zijn er niet meer zo veel – toch wel wat zorgen hebben. We moeten dit, zoals de minister en de heer De Croo hebben gezegd, plaatsen in de context van internationale vrije handel. Ik wil pleiten voor een faire prijs, niet alleen voor de telers in het Zuiden maar ook voor de telers in het Noorden, in Europa. Ik denk dat dit een zorg is die we allemaal delen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
We hebben inderdaad dezelfde zorg, namelijk dat er een correcte en eerlijke prijs moet worden betaald. Dat geldt trouwens niet alleen voor de suikerbieten, maar voor heel wat andere landbouwproducten die in die vrijgemaakte markt onderhevig zijn aan prijsschommelingen.
Op dit moment is dit op Europees niveau eigenlijk geen issue. Het is niet zo dat men het gevoel heeft dat het gaat om een dramatische situatie, maar dit moet natuurlijk wel worden opgevolgd. Het klopt immers dat er een daling is. We moeten de zaken dan ook in het oog houden.
We hebben het voordeel dat we bij ons een aantal grote afnemers hebben die ervoor zorgen dat er voor onze boeren zekerheid is op dat vlak en dat dit dus iets minder bitter, iets zoeter smaakt. Ik zeg niet dat er mogelijk geen problemen zijn. De prijzen zijn inderdaad gedaald en daar kunnen we ook niet naast kijken.
De heer Wouters heeft het woord.
Mijnheer Dochy, dit was zeker geen pleidooi om een uitsluitend Vlaamse suikermarkt te creëren. Dat zou getuigen van grootheidswaanzin. Maar ik denk wel dat de Europese aanpak en de vrije handel opportuniteiten bieden die we moeten grijpen. Dat lijkt me heel belangrijk. En dat Vlaanderen een goed voorbeeld kan zijn voor de rest van Europa, daar ben ik natuurlijk altijd van overtuigd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.