Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, het is al langere tijd een probleem: mensen die in de Waaslandhaven werken, ervaren heel wat fileleed als ze naar het werk gaan en ’s avonds weer naar huis terugkeren.
Om die reden heeft Alfaport Voka, samen met het Provinciaal Mobiliteitspunt Antwerpen, een onderzoek verricht naar het woon-werkverkeer van werknemers in de Waaslandhaven. De mobiliteitsanalyse is uitgevoerd bij achttien bedrijven in de bedrijvencluster Zwijndrecht. Samen met het Provinciaal Mobiliteitspunt Oost-Vlaanderen is voor de havenzone Waasland een vergelijkbare studie uitgevoerd bij twintig bedrijven. Het onderzoek heeft in totaal ongeveer 11.800 werknemers gescreend. Dat is ongeveer 65 procent van alle vaste werknemers in de Waaslandhaven.
Met betrekking tot deze mensen is een vergelijking gemaakt tussen de dagelijkse autoreistijden, inclusief files, en de verschillende alternatieven. Uit het onderzoek blijkt dat een op drie werknemers minstens even snel op het werk zou raken met de fiets als met de wagen en dat 75 procent van de werknemers zou kunnen carpoolen, waardoor er minder wagens op de weg zouden zijn. Momenteel komt 82 procent van de werknemers met de wagen naar het werk. Dat percentage ligt ruim boven het gemiddelde voor Vlaanderen, dat 66 procent bedraagt.
Uit het onderzoek van de alternatieven blijkt dat een kwart van de werknemers minstens even snel naar het werk zou kunnen gaan met de fiets, voornamelijk met de elektrische fiets en de speedpedelec, als met de wagen. Verschillende combinaties zijn mogelijk, onder meer met het veer, de fietsbus, de waterbus, de tram of de bus.
Het aanbod van openbaar vervoer is beperkt voor de werknemers in de Waaslandhaven. Met slechts twee buslijnen, naast collectief vervoer en de pendelbus, is hier nog ruimte tot verbetering. Het zou ook interessant zijn om een passagierstrein door te laten rijden naar de spoorbundel Zuid vanuit bijvoorbeeld Antwerpen-Noorderdokken of Antwerpen-Berchem. Momenteel zou 15 procent van de werknemers het openbaar en collectief vervoer als alternatief voor de wagen kunnen nemen.
Wat carpool betreft, is het potentieel zeer groot: maar liefst 77 procent zou in aanmerking komen.
Op basis van deze resultaten gaat Alfaport-Voka met de bedrijven actiepunten uitwerken. Samen met de overheid zullen ze nagaan welke barrières weggewerkt kunnen worden. Ze gaan hiervoor ook gesprekken aan met De Lijn. Ze willen daarbij ook inzetten op een vrije bedding van en naar bedrijventerreinen voor openbaar en collectief vervoer.
Minister, hoe reageert u op de resultaten van dit onderzoek naar woon-werkverkeer van werknemers in de Waaslandhaven?
Bent u in gesprek met Alfaport-Voka en de bedrijven om de werknemers te stimuleren om de alternatieven voor de wagen te gebruiken?
Welke initiatieven zult u nemen om deze werknemers toe te leiden naar de alternatieven voor de auto? Zult u dit ook uitrollen voor andere bedrijventerreinen?
Hoe kan De Lijn hierop inspelen? Hebt u hierover gesprekken met De Lijn?
Hoe staat u tegenover een vrije bedding voor openbaar en collectief vervoer naar bedrijventerreinen? Voor de Waaslandhaven en voor andere bedrijventerreinen?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega's, de onderzoeken naar het woon-werkverkeer geven ons zeer waardevolle informatie, maar grote verrassingen zaten er, zoals u zelf ook aangeeft, natuurlijk niet in. Ik heb in mijn beleidsnota in 2014 de nadruk gelegd op het woon-werk- en woon-schoolverkeer omdat daar de grootste winsten in modal shift te bereiken zijn. Deze onderzoeken tonen dat opnieuw aan. Ik zie vooral wat een groot groeipotentieel er nog zit op het aandeel fiets en openbaar of collectief vervoer.
Wat betreft de vaststelling van het beperkte of niet genoeg afgestemde openbaarvervoeraanbod: dit ligt net aan de basis om werk te maken van basisbereikbaarheid en de vervoerregio waarbij we het openbaar vervoer willen organiseren op maat en ook op vraag van de betrokkenen. Ook voor woon-werk- en woon-schoolverkeer willen we meer alternatieven bieden.
U weet dat wij reeds sedert 2016 Voka, Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland en de stad Antwerpen een ondersteuning geven voor mobiliteits- en bereikbaarheidsmanagers, in de aanloop van de start van de werken in uitvoering van het Masterplan 2020. Om de impact op de mobiliteit en bereikbaarheid van de Antwerpse regio te beperken, werd een heel pakket minderhindermaatregelen uitgewerkt. De mobiliteits- en bereikbaarheidsmanagers richten hun diensten in hoofdzaak aan zelfstandige ondernemers en publiekstrekkende organisaties en via Voka in het bijzonder aan de bedrijven in de Antwerpse regio.
De onderzoeken passen in de gebiedsgerichte werking die de mobiliteitsmanager van Voka, met de steun van de Vlaamse overheid, uitvoert en de inspanningen die Alfaport doet om havenbedrijven bij te staan in hun mobiliteit. Bij het studiewerk deden de organisaties een beroep op de ondersteuning van de Provinciale Mobiliteitspunten van de provincies Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Hiermee geven de bedrijven aan bereid te zijn om mee te werken aan een modal shift en actief op zoek te gaan naar geschikte alternatieven. Uiteraard staan wij ter beschikking om dit te ondersteunen. Voka en Alfaport-Voka werken aan een actieplan. Dit wordt een gedeelde opgave, zowel vanuit de kant van de overheid als van de kant van de bedrijven.
Met betrekking tot de fiets werd geld vrijgemaakt voor de realisatie van een fietsbrug over de E34. Zo kan de woon-werktijdverplaatsing serieus worden beperkt. De Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) start binnenkort ook een proefproject Park & Bike. Het initiatief combineert zowel auto- en fietsgebruik als tram- en fietsgebruik. Aan bepaalde haltes en Park & Ride’s (P+R) zullen afgesloten en inbraakveilige fietsboxen worden geplaatst zodat men zijn fiets in alle veiligheid kan achterlaten. Vanop deze locatie zullen werknemers de ‘last mile’ naar hun werkplaats kunnen afleggen.
Nog dit jaar is voorts door het Havenbedrijf een verdere uitrol van de waterbus in het gebied gepland. Men heeft extra verbindingen op het oog. Het Havenbedrijf wil hiermee nu ook de bedrijvenclusters in het noorden bedienen. Op die manier kunnen fietsers vanuit de stad Antwerpen of van dieper uit het Waasland op een betrouwbare en fietsveilige manier de bedrijven in de Waaslandhaven bereiken.
De fietsbus is al voorgesteld en gaat nu voor iedereen open vanaf 3 april. De fietsbus kruist de Schelde en het Kanaaldok. Daarmee wordt de fietser een omrijfactor van 25 kilometer bespaard. Wie woont op rechteroever en werkt op linkeroever, beschikt tijdens de spits elk kwartier over een fietsverbinding door de Liefkenshoek- en Tijsmanstunnel. Sommige stukjes wordt zelfs in een aparte bedding gereden, zodat de file wordt vermeden.
Daarnaast wordt onder de koepel van de vervoerregioraad Antwerpen verder werk gemaakt van een mobiliteitsplan, Routeplan 2030, dat ook de thematiek van de woon-werkverplaatsingen van/naar de Waaslandhaven omvat. Dat moet leiden naar concrete actiepunten. In functie van het Routeplan 2030 zullen de in de toekomst te ondernemen acties worden gedefinieerd. Dat is de werking die ook verder wordt uitgerold naar andere bedrijventerreinen en -kernen.
Binnen een vervoerregio worden deze specifieke verplaatsingsnoden gedetecteerd en vanuit een vraaglogica wordt het mogelijk gemaakt om in te spelen op dat gegeven. De Lijn heeft in de uitbouw van het openbaar vervoersnet uiteraard een cruciale rol. Aangezien de vervoerregio Antwerpen een proefregio is in het kader van basisbereikbaarheid, kan men zelf De Lijn aansturen in het aanbod.
Wij reserveren een niet onaanzienlijk bedrag voor doorstromingsmaatregelen, 32 miljoen euro. Ik vraag aan De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer en Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) om daaraan de beste invulling te geven. We focussen, zoals u zelf zegt, op openbaar en collectief vervoer. Ik zal op de volgende vergadering van de tasforce ‘doorstroming’ daarvoor speciale aandacht vragen.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord en voor de schets die u geeft van een aantal bijkomende initiatieven die zullen worden genomen om een duurzamer woon-werkverkeer effectief te realiseren, zoals de fietsbrug, de initiatieven in samenwerking met BAM, de inbraakveilige fietsbox, de waterbus, de fietsbus. Dat is zeker vast heel positief.
Minister, u verwijst ook naar de vervoerregio. Het klopt dat de vervoerregio op dat vlak een aantal initiatieven moet nemen, maar wat voor mij nog niet duidelijk is – we hebben het er gisteren in de plenaire vergadering ook even over gehad –, is hoe er bijkomend een aantal initiatieven kunnen worden genomen op gebied van openbaar vervoer, van collectief vervoer, en de gesloten enveloppe waarbinnen er altijd moet worden gewerkt. Misschien kunt u daarover enige verduidelijking geven?
Zijn er mogelijkheden? Kan er bijvoorbeeld een beroep worden gedaan op de budgetten die gepland waren voor het Pendelfonds voor dergelijke projecten? Als dat nog zou kunnen worden verduidelijkt, zou dat een meerwaarde zijn.
Waarom ik de vraag stel, is omdat ik merk dat voor heel wat mensen de files toch wel een groot probleem beginnen te worden. Ondanks het goede statuut dat er zeker en vast is bij een aantal chemische bedrijven, willen mensen niet meer elke dag die files blijven trotseren en meer en meer blijven er vacatures bij de chemische nijverheid openstaan. Iedereen zal met die arbeidskrapte waarmee we worden geconfronteerd, inspanningen willen doen om zijn werknemers ook effectief naar de werkplek te kunnen brengen.
Tegenover de vervoerregio staat natuurlijk ook een budget. Het is geen spielerei, men krijgt echt de verantwoordelijkheid over een budget.
Het is ook zo dat de Antwerpse regio gezegend is met serieuze budgettaire middelen in het kader van de minderhindermaatregelen waarbij concrete voorstellen en alternatieven worden gesubsidieerd en gefinancierd vanuit die toch wel ruime pot van middelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.