Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Voorzitter, we hebben vorige week weer een groot artikel over e-commerce in de kranten kunnen lezen. Comeos communiceert al vele jaren over de evoluties in de e-commerce. We zien allemaal een groeiende trend, waar België en Vlaanderen op het vlak van jobcreatie helaas onvoldoende van profiteren. Het gaat dan vooral, zoals ook in het artikel stond, om de grote distributiecentra.
De bedrijven moeten ook tijd, ruimte en middelen kunnen en willen vrijmaken om zelf op die kar te springen. Naast hun fysieke aanwezigheid, moeten ze ook trachten online aanwezig te zijn, waar mogelijk liefst met een webshop. Op dat vlak speelt de Vlaamse overheid wel degelijk een belangrijke rol. Zo is de website www.hetinternetookuwzaak.be gelanceerd.
In het artikel verklaart Comeos dat dagelijks ongeveer 153 euro aan online aankopen wordt besteed. Ongeveer 64 procent van de mensen zou het voorbije jaar online hebben gekocht. Ik denk dat de personen die er niet van overtuigd zijn dat deze trend zich doorzet, zeldzaam zijn geworden.
Minister, indien een handelaar wil overleven, moet hij mee op de digitale kar springen. De vraag is of we de drempel nog steeds moeten verlagen om dit nog meer te stimuleren. Naar aanleiding van het vorige week verschenen artikel wil ik dit actualiseren en u een aantal vragen stellen.
Hoe evalueert u de campagne ‘Het internet. Ook uw zaak’ tot nu toe? Hoe staat het met de e-scans? Kunt u in dit verband nog relevante cijfers met ons delen? Ik kan hierover ook een schriftelijke vraag indienen.
Hebt u nog met Comeos en andere organisaties vergaderd om na te gaan wat het Vlaams beleid meer kan doen om de e-commerce van de grond te laten komen?
In welke mate spelen de lokale besturen in op de vraag naar platformen waarop bedrijven hun diensten kunnen aanbieden? Hebt u hierover reeds van gedachten gewisseld met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)? Is het, bijvoorbeeld, mogelijk dat een handelaar niet langer zelf in dat platform moet voorzien? Als het platform aan de onderneming kan worden aangeboden, zou dat de drempel zeker voor een stuk verlagen.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Christiaens, ik ben zelden zo blij een vraag om uitleg van u te mogen beantwoorden. Wat het internet betreft, heb ik de heer Bothuyne al wat cijfers en een evaluatie bezorgd. Ik zal een aantal van die elementen opnieuw naar voren brengen.
De evaluatie was positief. Een van de belangrijkste punten die we moeten onthouden, is de toenemende inzet op online marketing door handelaars. Het aantal handelaars dat aan e-commerce doet, is van 18 tot 32 procent gestegen. Dit is mede mogelijk gemaakt door de opkomst van marktplatformen als Storesquare, CityFashion en andere. De portaalsites hebben meer dan 50.000 bezoekers gekregen en 1350 handelaars hebben de e-scan ingevuld. Op basis daarvan hebben ze een gepersonaliseerd advies gekregen.
We zijn hier verder op ingegaan. We hebben een brede consultatie van de handelaars, de kmo-organisaties en de gemeenten gehouden. Op het einde van dat project en op basis van die consultatie heb ik mijn agentschap de opdracht gegeven een vervolg te creëren. In dat vervolg moet de focus niet langer liggen op de sensibilisering van de handelaren, maar veeleer op het aanzetten tot actie. De eerste filosofie was eigenlijk dat elke handelaar er eens over moet nadenken. Nu wil ik een stap verder gaan. Ik wil hen helpen de stap naar actie te zetten.
Het nieuw plan is voorgelegd aan het stakeholdersplatform van het Kennisnetwerk Detailhandel, waarin onder meer Comeos, de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), de VVSG en de Vereniging van Vlaamse Provincies (VVP) zetelen.
Het zal nog dit voorjaar worden uitgerold via infosessie, modelvoorbeelden, online informatie enzovoort. Daar worden zowel de steden en gemeenten, UNIZO, de VVSG en de lokale handelaars bij betrokken.
Sommige lokale besturen gaan zover dat ze een eigen platform lanceren. Daarvan zijn er goede voorbeelden, zoals lovendegemonline.be en oostakkeronline.be. Andere gemeenten gingen in op het aanbod van een dienstverlener om een lokale website te koppelen aan een elektronische klantenkaart of een app. Al die initiatieven werken uiteraard drempelverlagend.
Niet alle platformen bieden ook onlineverkoop aan. Het promoten van de eigen website of Facebookpagina van de handelaar is dan veeleer het doel, in plaats van echt te verkopen. Voor de handelaars is de verkoop via marktplatformen zoals Storesquare en Cityfashion ook wel een kans om ervaring op te doen met e-commerce en tegelijk een veel ruimer marktgebied te bedienen.
Volgens recente cijfers van Eurostat verkoopt ondertussen 38 procent van de Belgische ondernemingen, over alle sectoren bekeken, reeds via marktplatformen. En daar schrok ik toch wel van. We hebben het dan over Belgische cijfers. We staan daarmee op de zevende plaats in de Europese Unie. Wij hebben nogal snel de neiging om naar Nederland te kijken, die het allicht nog beter doen. Maar op zich is de zevende plaats binnen de Europese Unie van 28, geen slechte plaats. Zoals ik al zei, werken we daaraan voort.
Op een studiedag voor steden en gemeenten die we hebben georganiseerd in het kader van ‘Het Internet. Ook uw zaak’ werd er reeds uitgebreid aandacht besteed aan die gemeentelijke platformen, met de goede voorbeelden enzovoort.
Kortom, ik denk dat we positief mogen zijn over het eerste. We zetten nu een stap verder om nog meer handelaars aan te zetten tot actie.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Dat is inderdaad goed nieuws. U kunt goede cijfers voorleggen. Van 18 procent naar 32 procent: dat is inderdaad iets waarmee kan worden uitgepakt. Het is gerealiseerd. Dat is positief, dat is goed. Het is natuurlijk heel goed om te horen dat het vervolgtraject bijna klaar is om te worden uitgerold. U brengt eigenlijk alleen maar een positieve boodschap.
Ik heb nog een vraag. Wordt het huidige traject van de e-scans en het sensibiliseren voortgezet? Of wordt dat nu afgerond en overgenomen door het tweede?
Misschien heb ik het fout begrepen, maar u zei dat 1500 handelaars een e-scan hebben ingevuld. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
1350. Mij lijkt dat eigenlijk weinig als absoluut cijfer. Maar ik weet niet hoe u dat interpreteert? Wordt de huidige actie stopgezet? Of loopt die parallel verder?
En wat de e-scans betreft, is dat voor u dan een goed cijfer?
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Vlaanderen kan niet veel meer doen dan sensibiliseren. De belangrijkste hefbomen voor e-commerce in België en Vlaanderen, om daar echt het verschil te maken, bevinden zich op federaal niveau. Die gesprekken zijn niet zo gemakkelijk.
Wat de lokale besturen betreft, vinden mijn partij en ik dat we daar niet te ver in mogen gaan. Want op een gegeven moment kun je eigenlijk wel spreken van concurrentievervalsing, waarbij handelaar A zelf zijn website moet betalen om digitaal of online te kunnen verkopen en handelaar B met dezelfde activiteit in de buurgemeente gratis een website van een lokaal bestuur krijgt aangeboden. We vinden het niet de taak van de politiek of van de overheid om webshops te ontwikkelen.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik zal vooral reageren op de vragen van mevrouw Christiaens. De filosofie is dat het nieuwe programma effectief in de plaats komt van het vorige. Het vorige is afgerond en we doen nu dit. Als je naar actie gaat, is er natuurlijk altijd een stuk sensibilisering bij, maar het accent verlegt zich.
U vraagt: 1350 e-scans, vindt u dat goed? Mijn antwoord is ja. Want in eerste instantie was het de bedoeling van te sensibiliseren.
De 50.000 bezoekers zijn het deel sensibiliseren. En 1350 bezoekers wilden duidelijk nog verder gaan. Zij hebben dan de e-scan gedaan. Ik denk dat de e-scan er al was. Nu willen we meer accent leggen op de actie. Dat was een eerste aanzet naar actie. Op dat moment – toen de sensibilisering, bedrijven erover doen nadenken, het belangrijkste was – was die 1350 eigenlijk wel goed. Maar nu willen we er sterker inzetten op het aanzetten tot actie. En daarom ligt het accent nu daarop.
De vraag om uitleg is afgehandeld.