Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik heb deze vraag om uitleg ook al gesteld aan minister Schauvliege, omdat er zich ook op het vlak van ruimtelijke ordening misschien problemen kunnen voordoen. Ik stel deze vraag ook aan u omdat we zien hoe de bevolkingsprognoses in Vlaanderen evolueren en omdat steeds meer mensen single leven. In de krant stond een artikel met de vraag of containerwoningen een alternatief kunnen zijn voor sociale woningen.
Er is het initiatief van de stad Gent om containerwoningen te verhuren. Vandaag wachten in Gent meer dan 10.000 mensen op een sociale woning. In een poging hieraan tegemoet te komen, maakt het stadsbestuur plannen om containerwoningen te bouwen. De containerwoningen zouden volgens dit idee dan niet enkel als sociale huisvesting dienen, maar ook opstapwoningen zijn voor jonge gezinnen die geen huis kunnen huren in de stad.
Ook al lijkt het Gentse project eerder een noodoplossing om aan de wachtlijsten tegemoet te komen, wonen in containers maakt, volgens Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck deel uit van het wonen in de toekomst. Dit ligt, aldus de Bouwmeester, in lijn met het feit dat we de volgende decennia op een kleinere oppervlakte zullen moeten wonen. Voor hem is het ‘moeten’, voor mij is het ‘kunnen’. In de toekomst zouden containerwoningen dus ook geschikt moeten zijn voor families uit de middenklasse, want doen we dat niet, dan draait ons land, volgens de Bouwmeester, verder in de soep qua ruimtelijke ordening.
U reageerde reeds, minister, op het gebruik van wooncontainers, door te stellen dat ze enkel kunnen dienen als een tijdelijke maatregel en geen structurele oplossing bieden voor het woningtekort. Thans heeft een container een heel nieuwe connotatie. Als we denken aan een container, dan zien we een container voor ons zoals die op een vrachtwagen staat, met twee deuren die open kunnen. Er bestaan echter al heel wat innovatieve projecten die duurzaam zijn. Ik geef het voorbeeld van Ark-Shelter – niet dat ik reclame wil maken. Dat zijn hele mooie zwarte boxen, die zelfvoorzienend zijn. Heel wat jonge mensen die geen woning van 250.000 of 300.000 euro kunnen betalen, vinden dit misschien een leuke oplossing als de omgeving kwalitatief is. Singles of jonge gezinnen zonder kinderen zijn misschien bereid om daar twee jaar in te wonen. Er zijn vele jonge mensen die bij mama en papa blijven wonen. Een kleine, hippe containerwoning biedt veel meer vrijheid. We moeten het idee dus niet meteen afschieten. Ook in de toeristische sector worden dergelijke containerwoningen omarmd. We zien in alle grote steden het concept van citizenM opduiken. Ik denk dus dat een dergelijk concept jonge mensen kan aantrekken.
Deelt u de visie van de Vlaamse Bouwmeester dat een containerwoning ook een gezinswoning kan zijn? Voldoen de containerwoningen aan de huidige EPC- en andere veiligheidsnormen? Zijn er momenteel redenen om aan te nemen dat een containerwoning minder duurzaam is dan de duurzaamheid van de gemiddelde sociale huurwoning volgens de huidige renovatieratio? Zijn de containerwoningen geen logische stap richting modulair sociaal bouwen? Hebt u op Vlaams niveau plannen om straks te experimenteren met containerwoningen zodat er niet langer vanuit een buikgevoel aan beleid wordt gedaan maar vanuit praktijkervaring? Zult u dit experiment opzetten vanuit de beleidsoptiek van een verminderd ruimtebeslag door een verbeterd ruimtelijk rendement van de percelen in beheer van de sociale actoren? Zoals u weet, geraakt ook de grond van de sociale bouwmaatschappijen op.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Christiaens is verontschuldigd wegens ziekte, waarvoor alle begrip. Mijn antwoorden zijn echter wel gebundeld. Ik zal dus antwoorden op alle vragen die zijn gesteld, niet alleen door u maar ook door mevrouw Christiaens.
Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen containerwoningen en modulaire/aanpasbare woningen. Mocht ik spreken in de media over containerwoningen, dan zou het kot te klein zijn. Het kot zou echt te klein zijn. Ik zou van alle kanten commentaar krijgen. (Opmerkingen)
Containerwoningen zijn stalen containers die verplaatsbaar en stapelbaar zijn. Modulaire woningen zijn woningen waarvan de stukken in een fabriek worden geproduceerd en in situ bij elkaar worden geplaatst.
Ze kunnen achteraf ook niet worden verplaatst. Een modulaire woning kan niet worden verplaatst omdat de stukken in situ in elkaar zijn gezet.
Ik ben natuurlijk steeds bereid vernieuwende woonideeën te onderzoeken. We moeten hier natuurlijk zeer doordacht mee omgaan. Ze moeten passen in een brede, coherente visie in het algemeen en in de visie op sociaal wonen in het bijzonder. Ik ben het eens met de visie van de Vlaamse Bouwmeester die ook aan al bod is gekomen. De voltallige Vlaamse Regering moet zich in de toekomst meer bewust zijn van het feit dat we compacter moeten wonen en dat de ruimte schaarser wordt. Ik ben het daarmee eens, maar we moeten natuurlijk ook kijken naar een aantal bijzonderheden. De wetenschap staat niet stil en dat is maar goed ook. Alle vormen van mogelijke wooneenheden evolueren en we moeten aftoetsen wat die nieuwe ontwikkelingen mogelijk maken voor de woningmarkt. Of het om de private woningmarkt of de sociale woningmarkt gaat, maakt in dit verband eigenlijk niet veel verschil.
Ik hoop dat we met zijn allen kunnen onderschrijven dat het voor zich spreekt dat elke woonvorm veilig, gezond en vooral kwaliteitsvol moet zijn. Dit staat los van de doelgroep of van de gebruikte bouwtechniek. Ik hoop dat we dit met zijn allen kunnen onderschrijven. Artikel 5 van de Vlaamse Wooncode bepaalt dat woningen moeten voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitseisen.
Ik begrijp waarom de realisatiesnelheid een belangrijke overweging is in de keuze van het OCMW van Gent voor betaalbare modulaire woningen of containerwoningen, want dat is natuurlijk de aanleiding van deze vraag om uitleg. Het is me niet duidelijk waarvoor de stad Gent of het OCMW van Gent nu precies kiest. Ik heb dat proberen te achterhalen, maar het is niet duidelijk. Voor de stad Gent is het essentieel dat het snel kan gaan. Ik weet niet of ze modulaire of containerwoningen bedoelen. Het is de verantwoordelijkheid van het lokale bestuur in kwestie om ervoor te zorgen dat de woningen aan de kwaliteitsnormen voldoen. We zullen erop toezien dat dit gebeurt. Daarnaast moet aandacht worden besteed aan de ruimtelijke aspecten en aan de duurzaamheid.
Wat dit laatste punt betreft, moet ik ten aanzien van containerwoningen een zeker voorbehoud formuleren. Aangezien ze omwille van de stabiliteit van staal zijn gemaakt, zullen ze volgens de informatie van de architecten van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), behoudens een zeer hoge kostprijs, bijna onmogelijk kunnen voldoen aan de vereisten inzake energiezuinigheid, brandveiligheid en akoestiek. Indien die woningen moeten voldoen aan bepaalde normen met betrekking tot energiezuinigheid, brandveiligheid en akoestiek, zal enorm veel geld moeten worden geïnvesteerd om dat klaar te krijgen.
De vraag over het EPC moet eigenlijk aan minister Tommelein worden gesteld.
Mevrouw Van Volcem, u hebt me gevraagd of ik plannen heb om op het niveau van de Vlaamse Regering te experimenteren met containerwoningen. Ik neem aan dat u modulaire woningen bedoelt. U mag straks nog verduidelijken wat u precies bedoelt. Er is me ook gevraagd of ik een experiment zal opzetten vanuit de optiek van een verminderd ruimtebeslag, of ik weet heb van lokale besturen die al dan niet op eigen initiatief met deze of andere woningtypes in aanraking komen en hoe ze hier concreet mee omgaan.
In 2017 is een experimentele oproep gedaan in verband met nieuwe woonvormen. Toen kon daarvoor onder meer worden afgeweken van de minimale kwaliteitsnormen en van de bouwtechnische normen van de VMSW. Die oproep is er gekomen om het beleid niet te voeren op basis van het zogenaamde buikgevoel, maar, zoals het hoort, op basis van ervaringen en evaluaties. Ik kan alvast meedelen dat geen projecten zijn ingediend die gebruikmaken van containerwoningen of van modulaire woningen als tijdelijke of duurzame woonvormen. Dat betekent dat wie met containerwoningen werkt, aan de huidige kwaliteitsnormen moet voldoen.
Wat de ervaringen van de lokale besturen betreft, kan ik enkel verwijzen naar het initiatief van de provincie Vlaams-Brabant, die in 2015 een open oproep heeft gelanceerd in verband met kleinschalig en betaalbaar wonen. Het doel was een antwoord te vinden op de actuele vraag naar kleinschalige wooneenheden op voormalige weekendverblijven en campings. Dat was de insteek en het opzet van de provincie Vlaams-Brabant. De geselecteerde woningen zijn meestal gebaseerd op het containerprincipe, een begrip dat ik hier wil onderstrepen. Ze zijn in een catalogus voorgesteld en verspreid onder de gemeenten in de provincie Vlaams-Brabant. De concrete realisaties vinden nu onder meer plaats in de gemeente Zemst, waar verschillende modules als kijkwoningen worden geplaatst, en in de gemeente Huldenberg, op de voormalige camping Rustenberg. Ik zal mijn administratie vragen dit project van nabij op te volgen en me op de hoogte te houden van de eventuele beleidsaanbevelingen die hieruit zouden kunnen voortvloeien, maar ik kan uiteraard niet op de zaken vooruitlopen.
Indien daar binnen de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) vraag naar is, ben ik alvast bereid om de bouwtechnische en conceptuele richtlijnen van de VMSW samen met de Vlaamse Bouwmeester onder de loep te nemen met betrekking tot de realisatie van modulaire, duurzame woningen. De vraag moet natuurlijk van de SHM’s komen, want zij moeten hiermee tenslotte aan de slag.
Mevrouw Van Volcem, ik denk dat ik met dit antwoord tegemoet kom aan uw vraag om rekening te houden met de opmerkingen van de Vlaamse Bouwmeester. Hij wordt hier wel degelijk bij betrokken.
Ten gevolge van het aangepast Procedurebesluit Wonen van 2017 wordt een kwaliteitskamer opgericht. Aangezien de decretale basis nog ontbreekt, is die kwaliteitskamer nog niet operationeel. Dit is voor een eerste principiële goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd. Het orgaan krijgt de bevoegdheid een beslissing te nemen over de verzoeken om, los van een concreet socialehuisvestingsproject, een afwijking toe te staan op de richtlijnen van de VMSW. De Vlaamse Bouwmeester zal in die kwaliteitskamer zetelen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik vind het een heel positieve zaak dat u de regelgeving onder de loep wilt nemen samen met een kwaliteitskamer. Wanneer er zoveel mensen wachten en de middelen beperkt zijn, moet worden nagagaan hoe met die beperkte middelen zoveel mogelijk mensen kunnen worden geholpen.
De wereld is in evolutie, en dat geldt ook voor het bouwen. U verwijst naar een stalen box. Ik ben geen voorstander om mensen in een stalen box te steken, maar de ontwerpen die ik heb gezien, ook ter plaatse, zijn van een heel andere aard en zouden zelfs veel jonge mensen kunnen verleiden om daar tijdelijk in te wonen. Zeker wanneer sociale woningen in de toekomst tijdelijk zijn, kan dit voor een bepaalde doelgroep aantrekkelijk zijn. De huidige sociale woningen en de staat waarin sommige zich vandaag bevinden, zijn ook niet altijd aantrekkelijk. Uit rondvraag blijkt dat jonge mensen daar liever niet in gaan wonen. Dat heeft toch een klein beetje een negatieve connotatie.
Minister, ik stel deze vraag niet alleen in het kader van sociaal wonen, dat vandaag 6 procent van de mensen betreft, maar ook in het kader van een algemeen beleid inzake modern en betaalbaar wonen voor starters. Vandaag zijn steeds meer mensen alleenstaand en het zijn vooral koppels die nog een woning kunnen kopen. Een dergelijke modulaire woning kan dan ook een oplossing zijn.
U vraagt naar de kostprijs. Ik heb de cijfers wel gekregen want ik heb die vraag ook gesteld in de gemeenteraad van Brugge. De containers waarop men in het kader van zorgwonen een beroep heeft gedaan bij het OCMW Gent, kosten 85.000 euro. Ik vind dat niet zo veel, zeker wanneer men die container tijdelijk kan huren. Zelfs wanneer men een heel goede container van 100.000 euro tijdelijk kan verhuren, dan kan een huurder die misschien zelfs huren voor 150 euro per maand. Dat kan heel interessant zijn, ook in het kader van het ouderenbeleid. Men kan dat bij een bestaande woning voegen. Soms zijn de mensen twee jaar zorgbehoevend en breidt men de woning niet uit voor bedragen van 60.000, 70.000, 80.000 of 100.000 euro omdat het een tijdelijk gegeven is. In dergelijke gevallen kan het huren van een kwalitatieve box een oplossing zijn en wordt daarmee tegemoetgekomen aan een maatschappelijke nood in de bestaande ruimte zonder dat men bijkomende ruimte aansnijdt.
Minister, ik vind het zeer goed dat u dit ter sprake brengt maar ik denk dat de minister van Wonen het initiatief zou kunnen steunen en de slechte sfeer die daarrond hangt voor een deel zou kunnen wegnemen. U zegt nu zelf dat het kot te klein is wanneer u het hebt over containerwoningen, maar u zou ook moedig kunnen zijn en kunnen wijzen op de kwaliteit en de opportuniteiten ervan. U moet niet bang zijn om u in dat hoekje te laten duwen.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, u kijkt spontaan naar mij wanneer u zegt dat het kot te klein zou zijn, maar ik zal u geruststellen want ik zie zelf wel iets in deze piste.
Twee jaar geleden heb ik u en minister Schauvliege hier al over ondervraagd omdat ik vind dat deze piste mogelijkheden biedt voor starters en zeker voor sociale huisvesting. Een containerwoning kan misschien pejoratief klinken maar ik heb zelf heel veel voorbeelden gezien – mevrouw Van Volcem heeft ernaar verwezen – van mooie constructies die kunnen worden opgezet met dat soort woningen. Zeker modulair bouwen kan zeer interessant zijn voor sociale huisvesting. Ik verwijs naar voorbeelden zoals Ark-Shelter maar er zijn er wellicht nog andere, waar ik zelf mijn VOKA-stage heb gelopen. Zij zetten prachtige modulaire woningen, die comfortabel en energetisch perfect in orde zijn en die heel wat mogelijkheden bieden, ook inzake sociale huisvesting. Veel nuttiger dan wat men vandaag doet, mensen een onderbezettingsvergoeding vragen, zou zijn dat men nagaat hoe woningen kunnen worden aangepast aan de gezinssamenstelling en aan de evolutie daarvan. Het zou toch fantastisch zijn als er een systeem zou bestaan waarbij modules kunnen worden toegevoegd in geval van een gezinsuitbreiding en waarbij modules worden weggenomen wanneer de kinderen uit huis zijn en het gezin daar blijft wonen. Op die manier kan een gezin altijd in een aangepaste sociale woning wonen en kunnen die modules elders worden ingezet. Dat lijkt me veel nuttiger dan mensen te beboeten die buiten hun wil om, omdat hun gezin kleiner of groter is geworden, in een niet-aangepaste woning verblijven.
Wat vandaag niet kan, is misschien morgen wel mogelijk. Wij zijn een parlement en wij leggen de regels vast. Alles ligt in onze handen om na te gaan hoe we zaken die vandaag misschien nog niet kunnen of die juridisch onmogelijk zijn, in de toekomst wel mogelijk kunnen maken. Ik ben zeker voorstander om te onderzoeken welke pistes hierin mogelijk zijn en hoe we dit soort modulair bouwen kunnen inzetten, ook in sociale huisvesting.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Deze legislatuur hebben we behoorlijk zwaar ingezet op het thema nieuwe woonvormen, over de partijgrenzen heen. We hebben dat thema hier op tafel gelegd, er is een resolutie over goedgekeurd en op basis van die resolutie heeft de minister het initiatief genomen om een decreet voor te leggen. Uit dat decreet Nieuwe Woonvormen zijn de proefprojecten gelanceerd. Er is dus al serieus wat werk verzet. Dat gebeurt ook parallel. Zo heeft minister Schauvliege in de Codex Ruimtelijke Ordening een aantal aanpassingen aangebracht om in te spelen op die nieuwe woonvormen.
Minister, ik denk dat er nog een heel mooie kans ligt bij u en uw diensten om nog iets meer te gaan doen met die modulaire woonvormen. Ik spreek niet graag over containerwoningen, ik heb het liever over modulaire of kleinschalige woningen. Ik denk dan aan de vele grondvoorraden die de SHM’s hebben. Veel SHM’s hebben grond in voorraad en moeten rekening houden met een bepaalde planning en budgettering. Niet alles kan in één keer worden gebouwd, zij werken sowieso met een bepaalde planning: 2919, 2022, 2024 enzovoort. Misschien kan met uw administratie eens worden onderzocht of het niet interessant kan zijn om die leegstaande terreinen in kaart te brengen. Eventueel kan worden gewerkt met een soort van groepsaankoop, waarbij die modulaire kleinere woningen kunnen worden ingezet op terreinen van de SHM’s in afwachting van een sociale woning die of een sociaal appartement dat dan op die grond zal verrijzen. Zodra het bouwproject is gerealiseerd, kunnen die modulaire woningen naar een ander terrein verhuizen. Ik ben maar constructief aan het meedenken, minister. We moeten ook rekening houden met de wachtlijsten en met de alleenstaanden, die daar een groot deel van uitmaken. Wij zijn er in elk geval van overtuigd dat daar nog heel wat opportuniteiten liggen.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Er is al heel wat gezegd, maar ik wil toch nog even het aspect zorg naar voren brengen. Steeds meer mensen worden door familie verzorgd, waardoor de nood aan deze nieuwe zorgwoningen toeneemt. Het zou goed zijn dat dit tijdelijk mogelijk wordt gemaakt.
Ik heb ook al schriftelijke vragen gesteld over het project ‘Naar een toekomst van mobiele zorg’. Uit het gecoördineerd antwoord van minister Muyters bleek dat er in juni een kennisdelingsdag komt over dit project. Het is belangrijk dat verslag nog even af te wachten. Minister, als daarin knelpunten naar voren komen inzake wonen, kunt u die dan mee aanpakken zodat die zorgwoningen in de toekomst meer kans krijgen?
Minister Homans heeft het woord.
Ik heb begrepen dat een soortgelijke vraag dinsdag in de commissie Ruimtelijke Ordening aan minister Schauvliege is gesteld. Mevrouw van der Vloet, daar is het aspect van zorgwonen en dergelijke uitgebreid aan bod gekomen. De basis van zorgwonen zit in de Codex Ruimtelijke Ordening. Als er aspecten zijn die te maken hebben met wonen en niet met ruimtelijke ordening, zullen we die natuurlijk bekijken en proberen op te lossen.
Ik wil toch nog eens het verschil benadrukken tussen een containerwoning en het containerprincipe. Dat is heel belangrijk. Niemand hier wil dat we mensen huisvesten in een container zoals mevrouw Van Volcem daarnet omschreef. Bij het containerprincipe gaat het om modulaire woningen die niet verplaatsbaar zijn. Ik zeg niet dat hier iemand heeft gevraagd om die na verloop van tijd te verplaatsen, maar u moet in uw achterhoofd houden dat ze niet verplaatst kunnen worden zodra ze in situ in elkaar zijn gezet.
Artikel 5 van de Wooncode is uiteraard belangrijk, met energiezuinigheid, brandveiligheid en akoestiek. Ik neem aan dat niemand hier vragende partij is om daarvan af te wijken. Ik heb dat ook niet gehoord in iemand zijn pleidooi. Het is wel belangrijk dat alle nieuwe vormen van wonen, ook het containerprincipe, daaraan blijvend voldoen.
Natuurlijk zullen we alle initiatieven die van de SHM’s komen, bijvoorbeeld van De Mandel, mevrouw Hostekint, met heel veel interesse, samen met de VMSW, bekijken. Ik vind het wel belangrijk dat die vragen van de SHM’s zelf komen. Zij zijn de actoren die het zullen moeten uitvoeren in de toekomst. De vraag moet dus van de huisvesters zelf komen. Hoe meer vragen er komen van de verschillende SHM’s, met hoe meer plezier wij dit zullen bekijken, samen met de VMSW, en nagaan hoe dit kan worden opgelost en gerealiseerd. Dit is inderdaad een opportuniteit en ook een innovatief idee. We hebben de mond vol van innovatie en ook in het beleidsveld Wonen moeten we openstaan voor innovatieve ideeën. Dit kan er zeker eentje zijn.
In die optiek is de kwaliteitskamer een zeer goede zaak, al zeg ik het zelf. Ik ben er zeker van dat dit een goede zaak is, los van het feit dat de Bouwmeester erin zit, die bekendstaat om zijn innovatieve ideeën en dito uitspraken. Die kwaliteitskamer zal tot vele nieuwe innovatieve ideeën leiden.
Ik ben het ermee eens dat we in de toekomst bij het huisvesten van mensen rekening moeten houden met de nieuwe samenstelling van gezinnen, met jonge starters, met alleenstaanden, met andere woonbehoeften dan in het verleden. We zijn daar ook mee bezig. Die kwaliteitskamer is er een voorbeeld van. Ik blijf – en ik ga ervan uit dat dit voor iedereen hier geldt – vasthouden aan artikel 5 en alle andere artikels van de Wooncode. We moeten absoluut vermijden dat we op deze manier zouden inboeten aan kwaliteit en veiligheid, maar dat was niemands pleidooi. Het is wel iets dat we vanuit het beleid in het oog moeten houden en we zullen daar dan ook streng op toezien.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, dinsdag was ik aanwezig in de commissie. Sommige partijen willen de modulaire woningen inzetten voor zorg. Ik ben er pleitbezorger van om dit uit te breiden naar meer groepen omdat niet alleen zorgbehoevenden maar ook alleenstaanden en starters van deze woningen moeten kunnen gebruikmaken. In een evolutieve samenleving moeten we kijken naar innovatieve ideeën. Ik vraag daar uw uitdrukkelijke steun voor.
Ik kan één iets niet goed volgen. Ik ben er niet van overtuigd dat een modulaire woning niet kan worden verplaatst. Het is niet omdat die in situ wordt opgezet, dat die niet kan worden verplaatst. Volgens het OCMW in Gent zijn die wel verplaatsbaar.
U zegt dat de vraag moet komen van de SHM’s. Die kan er natuurlijk alleen maar komen als dit binnen de regelgeving past. Ze zullen geen aanvragen doen als het volgens de regelgeving niet mogelijk is. We moeten tot een synergie komen zodat dergelijke projecten wel mogelijk zijn. Het is misschien aan u als bevoegd minister om die regelgeving aan te passen zodat dergelijke initiatieven op grote schaal ingang kunnen vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.