Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Moyaers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, duurzaamheidsinvesteringen en energetische maatregelen worden door de Vlaamse Regering op verschillende manieren gepromoot. Eén ervan is de plaatsing van zonnepanelen op daken van woningen en gebouwen. De ambities om op die manier de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2020 te realiseren, zijn dan ook groot.
Om die ambities kracht bij te zetten, riep u de Vlaming recent op massaal daken te nomineren waarop zij graag zonnepanelen wilden zien. Met de campagne ‘Stroomversneller’ hoopt u het plaatsen van zonnepanelen op daken te versnellen. Aangezien zowel grote privédaken als daken van openbare gebouwen in aanmerking komen, wil ik uiteraard graag mijn steentje bijdragen.
Volgens de gegevens van Sport Vlaanderen bestaan er in Vlaanderen meer dan 20.000 sportaccommodaties, waarvan onder andere 1200 sporthallen, bijna 5000 sportlokalen en meer dan 200 overdekte zwembaden. Bovendien zijn er meer dan 12.000 openluchtsportvelden geregistreerd die meestal ook nog een of meerdere kleedkamergebouwen en/of cafetaria omvatten.
De potentiële dakoppervlakte die in deze sector voor de plaatsing van zonnepanelen ter beschikking is, lijkt op het eerste gezicht enorm. Als je enkel de sporthallen, de sportlokalen en de overdekte zwembaden in overweging neemt, dan kom ik voorzichtig geschat, op een dakoppervlakte van 280 hectare, het equivalent van een 420-tal voetbalvelden. Bovendien vermoed ik dat de vormgeving van de meeste daken – de zogenaamde ‘platte daken’ – zich uitermate leent voor de plaatsing van zonnepanelen.
Over de energiegerelateerde uitgaven van deze 20.000 sportvoorzieningen heb ik geen onmiddellijke informatie ter beschikking, maar ik vermoed dat deze vrij hoog zullen zijn. Daarom wil ik, rekening houdend met bovenstaande analyse, volgende vragen stellen aan u, minister.
Hoe staat u tegenover bovenstaande analyse? Bent u in het bezit van specifiek cijfermateriaal over de aanwezige dakoppervlakte van sportaccommodaties in Vlaanderen en/of hebt u informatie over de totale energie-uitgaven, eventueel opgesplitst per soort van accommodatie, van de Vlaamse sportinfrastructuur? U mag dat ook schriftelijk doorgeven.
Indien dat niet het geval zou zijn, acht u het nuttig om over deze informatie te beschikken? In welke initiatieven voorziet u om deze informatie te verzamelen?
Hebt u zicht op de energiebesparende maatregelen die in de sportsector reeds werden genomen, meer specifiek met betrekking tot de plaatsing van zonnepanelen, bijvoorbeeld het aantal locaties, het aantal vierkante meter geplaatste zonnepanelen, de totale energieopbrengst enzovoort?
Bestaan er momenteel plannen om op de centra van Sport Vlaanderen zonnepanelen te plaatsen? Zo ja, binnen welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Bent u naar aanleiding van deze informatie bereid specifieke aandacht te besteden aan de sportsector inzake de promotie van energiebesparende ingrepen, de uitwerking van ‘good practices’, de ondersteuning van inspirerende voorbeelden enzovoort?
Minister Tommelein heeft het woord.
Welkom, mijnheer Moyaers. Ik ben blij ook eens van u een vraag te krijgen. Wellicht bent u de sportspecialist van uw partij? Het is altijd aangenaam om eens een ander geluid te horen.
Collega's, ik zoek niet alleen naar daken op sportinfrastructuur, ik zoek naarstig naar daken op scholen, op cultuurgebouwen, op gemeentelijke gebouwen, op kerkelijke gebouwen. Ik ben er dus ook voorstander van om de daken van sportinfrastructuur maximaal te benutten.
U hebt reeds vermeld dat de actie ‘Nomineer een dak’ een inventaris zal opleveren van vele interessante daken. De eigenaars van deze daken zal ik extra sensibiliseren om zonnepanelen te installeren. Ik heb het vermoeden dat bij de genomineerde daken heel veel sportinfrastructuur zal worden aangeduid.
Veel sportinfrastructuur wordt beheerd door lokale besturen. Voor deze doelgroep zijn enkele nieuwe initiatieven uitgewerkt. Zoals ik daarnet ook aan de heer Gryffroy heb gezegd, ga ik vrijdag naar de regering om te vragen om de gemeenten extra te sensibiliseren. Het Vlaams Energiebedrijf heeft recent een bestek voor aankoop van zonnepanelen gelanceerd, waarop de gemeenten kunnen intekenen. Op korte termijn zal ik ook een modelbestek lanceren dat elke gemeente kan toepassen, met specifieke aandacht voor verbruik ter plaatse – niet alle sportinfrastructuur heeft 24 op 24 uur die energie nodig – en voor een coöperatieve aanpak. Ik denk dat daar een enorm potentieel ligt. Als wij de leden van de sportclubs kunnen overtuigen om mee te investeren in het dak van hun favoriete sportclub, dan denk ik dat we dat als een succesverhaal zullen kunnen beschouwen.
Vorig jaar heb ik de zonnekaart gelanceerd. Uit de resultaten kunnen we de geschikte gebouwen en de geschikte oppervlakte bepalen. Er zijn echter geen specifieke ruimtelijke gegevens beschikbaar die kunnen worden gekoppeld aan de resultaten om zo de oppervlakten in te delen naar sector. Men kan dus per gemeente nagaan welke daken interessant zijn, men kan ze dan in de gemeente zelf detecteren als sportinfrastructuur, bij mij bijvoorbeeld het dak van KV Oostende, van basketbalclub Oostende, van Hermes Oostende.
We kunnen beslissen dat eerst aan te pakken, maar dat zal in de gemeenten moeten gebeuren. Ik heb die centrale gegevens niet. Ik zie daken, maar ik kan niet meteen zien van wie die daken zijn. Die gegevens zijn hier niet aan gekoppeld.
Als minister van Energie ben ik uiteraard bevoegd voor het energiebeleid. Dat is geen verrassing. Ik heb al eens met een knipoog tegen de heer Bothuyne “ik ben wij” gezegd. Dit omvat iedereen. Ik kan enkel proberen te sensibiliseren, te motiveren en mensen in gang te zetten. Ik doe er alles aan om zo veel mogelijk projecten te realiseren. Sommige mensen vragen zich af of ik in mijn vrije tijd geen flexi-jobber ben die zonnepanelen installeert. Dat is niet het geval, maar ik heb wel de hulp van mijn collega’s nodig. Minister Crevits doet dat op de daken van de schoolgebouwen. Minister Homans doet dat op de daken van de sociale woningen. Minister Vandeurzen doet dat op de daken van de welzijnscentra. Minister Gatz doet dat op de daken van de culturele centra. Minister Weyts doet dat op de daken van de openbare gebouwen die onder zijn departement vallen. Ik kan bijna al mijn collega’s op die manier opsommen.
Mijnheer Moyaers, ik ben ervan overtuigd dat minister Muyters bezig is met de plaatsing van zonnepanelen op sportcentra. Ik stel voor dat u minister Muyters in de commissie Sport een vraag om uitleg stelt over wat hij op dit ogenblik doet.
De heer Moyaers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw positief antwoord. Ik vind het positief dat er volgens u al zeer veel sportinfrastructuur wordt genomineerd en dat u de gemeenten wilt aanspreken. Ik vind het zeer goed dat u voor een coöperatieve aanpak pleit. Dat is niet enkel mooi om bij de supporters van een bepaalde club een bepaalde bewustwording te creëren, maar het is ook een energiebesparing voor de club zelf.
U hebt hopelijk begrepen dat mijn vraag om uitleg in de eerste plaats geen vraag maar een suggestie is, die vooral voor uw campagne ‘Stroomversneller’ kan dienen. De gemiddelde sporthal heeft een dak van ongeveer 1000 vierkante meter. De sportlokalen zitten rond 300 vierkante meter, en een overdekt zwembad heeft ongeveer 400 vierkante meter aan dak. Als ik dat optelsommetje maak, zit ik al snel aan 2,8 miljoen vierkante meter. Uw ambitie om tegen 2020 uw klimaat- en energiedoelstellingen te halen, is uiteraard groot. Dit is echter een window of opportunity.
Wat de centen van Sport Vlaanderen betreft, zal ik minister Muyters aanspreken. In zijn visie voor 2020 spreekt hij graag over centers of excellence, maar volgens mij mogen die centers of excellence niet enkel uitblinken in sportaccommodatie, maar ook in energiebesparende maatregelen. Het zou misschien interessant zijn eens met hem rond de tafel te zitten om na te gaan wat jullie samen in die centra van Sport Vlaanderen kunnen doen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, sporthallen hebben meestal heel mooie dakoppervlaktes, maar mijn ervaring leert me dat veel sporthaldaken vanwege het overgewicht niet geschikt zijn om zonnepanelen op te leggen. De structuur van die daken is daar niet op voorzien. U moet voorzichtig zijn met het creëren van te hoge verwachtingen. Ik denk dat in Overijse het dak van een sporthal het eens heeft begeven.
Ik kom weer terug op de discussie over de burgemeestersconvenanten. We kunnen met veel poeha bepaalde zaken aankondigen, maar ik wil zeer hard benadrukken dat we die zaken ook correct moeten uitvoeren. Als een gemeente niet zelf in het dak van een sportgebouw, school en dergelijke wil investeren, kan dit perfect door coöperatieven of andere organisaties gebeuren. Dit kan echter niet zomaar aan een bepaalde organisatie worden toegewezen. Dit moet worden aanbesteed. Ik weet dat het Vlaams Energieagentschap (VEA) samen met het Facilitair Bedrijf en het Vlaams EnergieBedrijf (VEB) werkt aan het opstellen van standaardbestekken die de gemeenten kunnen gebruiken. We werken hier wel degelijk met publieke daken en bepaalde regels, namelijk de procedures voor openbare aanbestedingen, moeten worden gevolgd om die daken op de markt te zetten.
Ik pleit uiteraard ook voor zonnepanelen als het mogelijk is ze te plaatsen. Ik wil echter niet dat we hier allemaal toeteren over het aantal vierkante meters op de sporthallen en dat achteraf niets wordt gerealiseerd. Ik wil enige nuchterheid. Om die daken vrij te geven, moeten we rekening houden met de stabiliteit en met de openbareaanbestedingsprocedures.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik zou me niet concentreren op wat niet kan, maar vooral op wat wel kan. Er zijn zeker sporthallen waar dit kan, en daar zou ik de nadruk op leggen. Dit geldt zeker voor de sporthallen die nieuw worden gebouwd. Ik zou ervoor pleiten om die daken of toch zeker delen ervan hernieuwbare-energiebestendig te maken. Ik weet dat de Vlaamse overheid op dat vlak misschien niet veel kan doen, maar ik wil hier toch toe oproepen.
Minister Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, we moeten, voor alle duidelijkheid, eerst en vooral de daken in orde brengen op het vlak van de energie-efficiëntie. We moeten zelfs niet discussiëren over de vraag of er al dan niet zonnepanelen op kunnen worden geplaatst of over de vraag of een dak voldoende groot is. U hebt dat ook duidelijk gezegd en we zitten hier op dezelfde golflengte. Energie-efficiëntie is de eerste opdracht en de rest volgt hierop.
Mijnheer Danen, ik denk dat u gelijk hebt. We moeten niet kijken naar wat niet kan, maar kijken naar wat wel kan. Dat geldt voor alles, ook voor de windmolens. We zoeken op plaatsen waar het niet kan, maar we verliezen op dit ogenblik goede plaatsen waar het wel degelijk kan en waar er geen protest, overlast of problemen zijn.
Een aantal gebouwen heeft uiteraard niet voldoende draagstructuur, maar elk gebouw moet op een bepaald ogenblik wel eens worden aangepakt. Misschien is dat een opportuniteit om hiervoor te zorgen. In feite zou het zo moeten zijn. Het kan trouwens niet anders dan dat nieuwe sportinfrastructuur die nu wordt gebouwd, over zonnepanelen moet beschikken. Dit geldt zeker voor zwembaden. Ik kan me niet voorstellen dat nu nog energie-intensieve sportinfrastructuur, zoals zwembaden, zou worden gebouwd zonder zonnepanelen.
Ik heb de voormalige voorzitter van KV Oostende, de heer Coucke, overigens verteld dat ik het onbegrijpelijk vind dat nog een stadion of een nieuwe tribune zonder zonnepanelen wordt gebouwd.
De heer Coucke gaf mij gelijk en hij heeft zich uitgebreid geëxcuseerd, maar ik hoop dat de clubs van AA Gent, van Anderlecht en Antwerp – ik hoor dat daar nieuwe stadions worden gebouwd, misschien kunt u dat aan de burgemeester van Antwerpen eens doorgeven … Geen nieuwe voetbalstadions zonder hernieuwbare energie. Wat men daar aan energie verbruikt, is hallucinant. Die klik moet overal komen. Ik zal het ook aan de toekomstige nieuwe burgemeester van Oostende zeggen dat hij daar rekening mee moet houden.
We moeten ook meewerken aan het verhaal van derdepartijinvesteerders. Daar is een aanbesteding nodig, en dat is een heel belangrijk element. Er zijn inderdaad nog wat drempels weg te werken. Een van de belangrijkste problemen van sportaccommodaties is dat heel wat van die accommodaties geen 24 op 24 uur worden gebruikt. Voor een zwembad is dat geen probleem. Water dat je overdag opwarmt, zal 's nachts nog wel warm blijven. Dat zal niet onmiddellijk afkoelen. Als je een tennis- of volleybalsporthal die 's nachts of in de schoolperiodes leegstaat, wil verwarmen, dan hebben zonnepanelen geen zin als je die niet ook voor andere plaatsen kunt gebruiken.
Zonnedelen, het project dat de heer Gryffroy een zeer warm hart toedraagt, en waarin we dus samen twee warme harten zijn, zal in de komende maanden toch moeten doorbreken.
Minister, ik ben tevreden met uw antwoord. Voor wat de ministers zelf kunnen doen, liggen de grote uitdagingen in de centra van Sport Vlaanderen. Als ik het investeringsprogramma bekijk van 2017 en 2018 van de uitbouw en renovatie van die centra van Sport Vlaanderen, dan staat er helaas heel weinig in over klimaat- en energiebesparende maatregelen. Daar zit een enorm potentieel dat we optimaal moeten kunnen benutten. Ik hoop dat in de nieuwe investeringen in 2019 wel terug te vinden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.