Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, op 5 juli 2016 keurde de Vlaamse Regering uw conceptnota goed, het ‘Zonneplan’. Dit plan is erop gericht om zonne-energie opnieuw aantrekkelijk te maken. Er is – zoals u zelf altijd zegt – nog heel wat potentieel. U hanteerde zelfs de slogan ‘Voor iedere Vlaming één zonnepaneel’.
Op basis van een bevraging van iChoosr bij duizend Vlamingen blijkt dat 72 procent van de ondervraagden niet overweegt om zonnepanelen te plaatsen. Zes op de tien daarvan zeggen dat dit is vanwege de prijs. Daaruit besluiten zij dat de Vlaming goedkope stroom belangrijker vindt dan groene stroom. Opmerkelijk in deze studie is dat de respondenten de prijs van een PV-installatie totaal verkeerd, namelijk veel te duur, inschatten.
Minister, u onderneemt tal van initiatieven om het imago van het product fotovoltaïsche panelen (PV-panelen) opnieuw aantrekkelijk te maken. Iedere enquête is wat ze is, maar wanneer dergelijke conclusies in de media verschijnen, kunnen we zeggen dat dat vervelend is, maar we kunnen er ook een aantal conclusies uit trekken.
Er bestaan tal van waardevolle beleidsinstrumenten om investeringen in PV-panelen te stimuleren. Denken we maar aan de energielening en de groepsaankopen. Toch blijkt uit de bevraging dat er twee knelpunten zijn. Het eerste is de investeringskost, met een zekere overschatting. Minister, wat zult u ondernemen om, naast het promoten van zonne-energie, de Vlaming beter te sensibiliseren en in te lichten over de werkelijke kostprijs van PV-panelen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, het is niet alleen u maar meerdere mensen opgevallen dat ik vanaf dag één dat ik minister van Energie mocht zijn de plaatsing van zonnepanelen opnieuw heb gepromoot. Het was geen gemakkelijke situatie, en ik moet eerlijk toegeven dat het geheel van alles wat ermee te maken heeft, vrij complex is. Voor de mensen is het niet altijd even begrijpbaar.
We hebben een heleboel initiatieven genomen. Dat zegt u ook. En we zijn op dit moment nog bezig. Op dit moment loopt de grootschalige sensibiliseringsactie ‘Nomineer een dak’. We werken ook een modelbestek uit voor de plaatsing van PV-installaties op overheidsdaken, en een businessmodel voor de realisatie van PV-projecten op daken van bedrijven waarin de werknemers zullen kunnen participeren. Er komt ook een zonnegids. Daarbij is het uiteraard belangrijk dat investeerders een goed beeld krijgen van de investeringskost en van de rendabiliteit van een project. Ik merk dat daar dikwijls wat draagvlak onderuit wordt gehaald door een aantal spelers die meedoen aan het debat. De rendabiliteit hangt ook nog af van andere factoren dan de investeringskost, zoals de oriëntatie, de hellingshoek, de beschaduwing en de huidige elektriciteitsfactuur. Om de burger daarover goed te informeren, heb ik vorig jaar samen met de administratie de zonnekaart gelanceerd. Inmiddels hebben meer dan 525.000 burgers, bedrijven en organisaties de zonnekaart gebruikt. Dat is gigantisch! Daarbij krijgt men telkens een raming van de investeringskost en de terugverdientijd. Dit kan ook gedownload worden in de vorm van een gedetailleerd rapport met de verwachte investeringskosten, besparingen en inplanting.
Mijnheer Gryffroy, ik denk dat dat het beste instrument is om datgene te verhelpen waarnaar u verwijst: de zonnekaart volop gebruiken en promoten, en dus nog meer bezoekers dan die 525.000 aantrekken. Zo zullen ze merken dat het wel degelijk interessant is om PV-installaties te plaatsen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. 72 procent van de ondervraagden zegt niet van plan te zijn een installatie te plaatsen omdat de panelen te duur zouden zijn. Nu begeef ik mij op zeer glad ijs omdat ik economisch liberaal denk en ik hier straks misschien moet pleiten voor een soort van systeem. Ik heb zelf eens offertes gevraagd voor 1000 vierkante meter. Ik heb er vijftien ontvangen. Je kunt ze niet vergelijken met elkaar en ze variëren met prijzen tussen de 1000 en 2000 euro per kilowatt of per eenheid. In de ene offerte zijn bepaalde zaken inbegrepen, in de andere niet. Je hebt een paar dagen studiewerk nodig om de offertes te vergelijken. Dat is natuurlijk de vrije markt. Iedereen mag zelf bepalen hoe een offerte eruitziet. Maar misschien moeten we met de zonnekaart eens duidelijk communiceren dat een normale prijs zonder bijvoorbeeld specifieke problemen met de verankering op het dak ergens rond de zoveel euro per kilowatt moet liggen? Minister, kan dat op die zonnekaart? Of is daarin al voorzien?
Minister Tommelein heeft het woord.
De zonnekaart geeft een indicatieve prijs aan. Mijnheer Gryffroy, u krijgt offertes die zeer sterk afwijken van die indicatieve prijs op de zonnekaart, die uiteraard niet vastligt – ik denk niet alleen economisch liberaal, ik ben een liberaal, we gaan met die zonnekaart dus geen vaste prijs opleggen waaraan iedereen zich moet houden.
U verwijst naar een enquête van iChoosr. Ik verwijs naar de enquête van het Vlaams Energieagentschap (VEA) zelf, in augustus 2017. Die toonde aan dat 15 procent van de mensen een offerte hadden aangevraagd en dat nog 29 procent van de mensen van plan waren om het te doen. We hebben het hier over mensen die de zonnekaart hebben bezocht. Dat ondersteunt dus absoluut mijn stelling dat die zonnekaart een beter instrument is en ook een betrouwbaarder enquête dan die van iChoosr, dat toch een commerciële speler op de markt is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.