Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, op 28 februari 2018, een dikke week geleden, werd door de Europese Commissie een document gepubliceerd met de titel: ‘European Commission Draft Withdrawal Agreement on the withdrawal of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland from the European Union and the European Atomic Energy Community.’ Dat werd hier en daar omschreven als de laatste noodoplossing voor de Ierse grenskwestie. Dit is niet het enige onderdeel, maar toch een belangrijk onderdeel van de afspraken. We herinneren ons ook dat op 7 december bepaalde kaderafspraken werden gemaakt. Sommige boze tongen beweerden toen dat er toch een akkoord werd afgesloten met betrekking tot de ‘border question’, dat er een akkoord was om te zeggen dat er geen akkoord was en dat er meerdere opties op tafel werden gelegd. Het feit dat de Europese Commissie, en met name EU-onderhandelaar Barnier, op 28 februari met dit document is gekomen, is eigenlijk een van de opties – laten we zeggen: de zet die de Europese Commissie moest doen als de andere opties niet konden worden gelicht.
Dit document van de Europese Commissie is dus een voorstel over hoe de brexit er zal moeten uitzien. Het is als het ware een voorafname van het officiële uittredingsakkoord. Het is een lijvig document van 120 pagina’s. Het bestaat uit een preambule, een hoofdstuk over de gemeenschappelijke bepalingen, een hoofdstuk over burgerrechten, de rechten van EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk en de rechten van Britten op het vasteland, binnen de EU, een hoofdstuk over de scheidingsbepalingen, een hoofdstuk over de transitieperiode, een hoofdstuk over financiële bepalingen, en een laatste hoofdstuk over institutionele bepalingen. Daarnaast is er ook nog sprake van twee protocollen en enkele bijlages.
Het voorstel zou de komende tijd bediscussieerd worden in de Raad en in de Brexit Steering Group van het Europees Parlement. Daarna moet het overgemaakt worden aan de Britse overheid.
Ondertussen weten we ook, minister-president, dat de Britse prime minister May vorige week haar vierde brexittoespraak heeft gehouden, waarin ze al min of meer geantwoord heeft op bepaalde onderdelen van deze nota van de Europese Commissie. EU-onderhandelaar Barnier heeft de Britse prime minister begroet om de duidelijkheid die zij desbetreffend heeft gegeven.
Minister-president, hoe verwelkomt u deze tekst vanuit de Europese Commissie? Kunt u meer toelichting geven over de inhoud van het voorstel, en dan specifiek over de thema’s die voor Vlaanderen van prioritair belang zijn? We weten uiteraard dat de discussie tussen het Verenigd Koninkrijk en de rest van Europa, maar met implicaties op het Ierse eiland en de ‘border’ tussen Noord-Ierland en de rest van Ierland, misschien minder van belang zijn voor Vlaanderen, maar dit heeft toch wel implicaties op de vrede die we sinds het Goedevrijdagakkoord kennen.
Een tijd geleden was ik in Ierland. Een Iers parlementslid wees mij op de houding van een van de onderhandelaars van het Europees Parlement, namelijk Guy Verhofstadt. Men was er telkens voor beducht als er door die onderhandelaar bepaalde verklaringen werden gedaan, omdat die meer kwaad dan goed zouden kunnen doen. Hij wees er bovendien op dat als er een ‘hard border’ komt, dat mogelijk de grootste schending zou kunnen zijn van het Goedevrijdagakkoord en dat dat tegelijk de spanningen hoog zou kunnen doen oplopen. Ik zal niet zeggen hoe hij het exact verwoord heeft, maar het was toch wel verontrustend. Mijn vraag gaat dus wel degelijk over wat de impact is voor Vlaanderen, prioritair dan.
Kunt u meer toelichting geven over de volgende stappen en het eventuele tijdspad dat daarbij werd afgesproken? Op welke manier werd input van de Europese lidstaten, en in casu vanuit Vlaanderen, al dan niet meegenomen in die nota van de Europese Commissie, die toch wel een verregaand standpunt heeft ingenomen? Als ik het goed voor heb, spreekt men er gewoon over dat de interne markt op het hele Ierse eiland van toepassing moet zijn. Ik denk dat Michel Barnier gezegd heeft dat de grens van Europa niet op het Ierse eiland ligt, maar op zee. Dat werd door de Britten en de Britse premier May natuurlijk beschouwd als: op die manier is niet het hele Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie getreden. Goed wetende met welke partij mevrouw May in een coalitie zit in het Verenigd Koninkrijk, maakt dit het natuurlijk ook bijzonder moeilijk.
Hoe schat u de onderhandelingen over dit voorstel in, zowel vanuit het standpunt van de Europese Unie als vanuit het standpunt van het Verenigd Koninkrijk? Is dit een realistische basis om tot een oplossing te komen? Ik kijk uit naar uw antwoorden, minister-president.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Vanlouwe, het betreft een ontwerp van verdrag, met daarin de juridische vertaling van het ‘politieke herenakkoord’ tussen Davis en Barnier over de uittredingskwesties. Dat gezamenlijke akkoord is gesloten op 8 december 2017 en bevat ook een aantal bepalingen inzake de transitieregelingen.
Voor uittredingsonderwerpen waarover nog geen akkoord bestond ten tijde van het herenakkoord, gebruikte de Europese Commissie haar eigen positiepapers als inspiratie voor het uitschrijven van de juridische bepalingen. Die papers zijn geschreven op basis van het onderhandelingsmandaat van 22 mei 2017, dat goedgekeurd is door de lidstaten.
Volgens dat mandaat moeten de onderhandelingen zich in de eerste fase toespitsen op de rechten van de EU-burgers en hun families in het VK en vice versa, de te hanteren methodologie inzake de financiële afwikkeling van de brexit, de situatie van Noord-Ierland, alsmede andere zaken waarin het risico van rechtsonzekerheid kan ontstaan, zoals goederen die al op de markt zijn gebracht. Uittredingsonderwerpen waarover nog geen akkoord bestond, zijn douane, overheidsopdrachten, intellectuele eigendomsrechten, databescherming, en aspecten of deelaspecten van de drie prioritaire onderwerpen: rechten van de burgers, de Ierse grenskwestie en de financiële regeling.
Het ontwerp bevat bijgevolg een beperkt aantal nieuwe elementen, maar wordt nu eerst door alle Europese Unie-lidstaten geanalyseerd, ook door de Vlaamse overheid. Nadien zal hierover een discussie plaatsvinden op het Europese niveau. Ik ga ervan uit dat de Commissie haar tekst zal aanpassen aan de manier waarop de lidstaten dat vragen en waarbij ze zich comfortabel voelen. De geconsolideerde versie zal daarop worden voorgelegd aan de Britse regering.
Qua prioritaire belangen inzake de uittreding van het Verenigd Koninkrijk (VK) verwijs ik naar uw eerdere vraag om uitleg over het bereikte akkoord omtrent fase 1 van de brexitonderhandelingen.
De Commissie heeft de bedoeling om tegen de Europese Raad van 23 maart het interne consolidatieproces over deze ontwerpverdragstekst af te ronden. Nadien kunnen de onderhandelingen met het VK over deze ontwerpverdragstekst beginnen. Deze onderhandelingen moeten idealiter in oktober resulteren in een uittredingsverdrag dat door beide partijen wordt goedgekeurd. In geval van akkoord wordt de tekst dan bezorgd aan het Europees Parlement, dat zijn akkoord moet verlenen. Het Europees Parlement heeft al meermaals aangegeven dat eind oktober de deadline is om, rekening houdend met de interne procedures van het Europees Parlement, tegen ‘brexit day’, 29 maart 2019, een afgeklopt uittredingsakkoord te hebben.
Noot: het akkoord over de transitiefase of ‘implementation period’ volgens het Verenigd Koninkrijk, tot 31 december 2020 – het einde van het huidig meerjarig financieel kader, de fase die ingaat na brexit day – wordt ook in het uittredingsakkoord opgenomen. Tijdens de vergadering van de Europese Raad van deze maand zullen ook de richtsnoeren worden aangenomen over de visie van de EU27 op de toekomstige relaties EU-VK, met het oog op de opstart van de onderhandelingen over de tweede fase, die daarna zouden moeten kunnen aanvangen. Die moeten in oktober resulteren in een politieke verklaring over de toekomstige relaties. Dit luik maakt dus geen deel uit van het terugtrekkingsverdrag.
Vlaanderen is nauw betrokken bij de Belgische standpuntbepaling via de speciaal daarvoor opgerichte overlegstructuren bij de FOD Buitenlandse Zaken. Op Europees niveau heb ik de laatste maanden door talrijke bilaterale contacten de Vlaamse kijk op de zaak duidelijk gemaakt. Tijdens mijn gesprekken met hoofdonderhandelaar Michel Barnier, andere Europese ministers, ambassadeurs en leden van de Europese Commissie dient de Vlaamse brexitvisie als leidraad. Voor verdere uitleg verwijs ik naar uw eerdere vraag om uitleg over het bereikte akkoord over fase 1 van de brexitonderhandelingen.
Dan kom ik tot de moeilijkste vraag, de inschatting van de verdere onderhandelingen over dit voorstel. In het VK zegt de Britse regering het moeilijk te hebben met passages die betrekking hebben op thema’s waarover ze zelf nog geen concreet standpunt heeft gepubliceerd. Het gaat om douane, overheidsopdrachten, intellectuele eigendomsrechten en databescherming.
Zoals eerder opgemerkt, geeft de verdragstekst op die domeinen louter de EU27-visie weer. Verder heeft de Britse regering de voorstellen over Noord-Ierland zeer negatief onthaald, omdat die in Britse ogen neerkomen op een opdeling van het VK.
Het belangrijkste punt van die eerste fase is de Ierse grenskwestie. In het herenakkoord stond dat het VK een voorstel zou doen. Ik herinner daar nog even aan. De oplossing zou volgens de volgende drie stappen tot stand moeten komen. Eén: het toekomstig akkoord met de EU vermijdt de noodzaak om een harde grens te introduceren. Twee: indien dit niet het geval is, zal het Verenigd Koninkrijk een specifieke oplossing naar voren moeten schuiven. Drie: indien er dan geen specifieke oplossing kan worden gevonden, zal het VK – ik citeer in het Engels: “The UK will maintain full alignment with those rules of the internal market and the customs union, which support north-south cooperation, the all-island economy and the protection of the 1998 agreement.”
Daar zit alles in wat dan moet gebeuren. Barnier zegt: oké, u hebt geen voorstel dat de harde grens tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU als dusdanig vermijdt, u hebt ook geen specifiek voorstel gedaan voor Noord-Ierland, dus ik grijp naar wat we in het herenakkoord zijn overeengekomen: ‘the full regulatory alignment’. Dat is wat nu in die draft staat, die nog moet worden besproken door de Europese lidstaten, om dan uiteindelijk deel uit te maken van het onderhandelingsmandaat.
Het probleem is de kwadratuur van de cirkel. Als het Verenigd Koninkrijk niet akkoord gaat met een vorm van ‘soft brexit’, met een ‘soft border’ tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk – wat natuurlijk kan gebeuren in de beste der werelden –, als ze terugkeren op hun positie en deel willen blijven uitmaken van de interne markt, of je hebt de Europese economische ruimte zoals Noorwegen die heeft met volledige vrijheden, of je hebt een associatieovereenkomst zoals Zwitserland – maar laat ons die vergeten, want er is ook geen tijd meer voor – of je gaat naar een douane-unie met allerlei afspraken om te komen tot een ‘soft brexit, soft border’, dan zie ik echt geen oplossing voor die Noord-Ierse kwestie.
Je kunt niet zeggen: ‘Er is een ‘soft border’ tussen de Republiek Ierland en Noord-Ierland’ zonder dat je zegt zoals Barnier: ‘Er komt een ‘hard border’ en dat is de consequentie van een ‘hard border’ tussen het hele eiland in het Verenigd Koninkrijk.’ Waarop de Britten zeggen: ‘Protest, dat willen we niet, dat is Noord-Ierland weghalen uit het Verenigd Koninkrijk.’ Als je daar een ‘soft border’ hebt – wie a zegt, moet ook b zeggen –, moet je naar een ‘soft border’ met de rest van het Koninkrijk gaan. Ofwel ga je naar grenscontroles, douanetarieven en misschien andere standaarden tussen het hele eiland, met inbegrip van Noord-Ierland en het Verenigd Koninkrijk, ofwel heb je een ‘hard border’ tussen de Republiek en Noord-Ierland, wat men niet wil, wat in het akkoord zit, wat de Republiek ook niet wil, en wat de Britten ook niet willen.
De meerderheid van Noord-Ierland, inclusief een aantal van de protestanten, heeft tegen de brexit gestemd en wil de Goedevrijdagakkoorden bewaren, wil de economische verwevenheid, ook op het vlak van energie enzovoort – het staat uitdrukkelijk in de tekst die ik voorlas: ‘The all-island economy’ is zodanig verweven. Ik zie daar echt geen oplossing. Er is een principieel akkoord over, maar als ze op dat eerste punt niet tot een goede regeling komen, wordt het zeer, zeer moeilijk om heel specifiek voor de grens tussen de Republiek en Noord-Ierland tot een oplossing te komen die beantwoordt aan de wensen van het herenakkoord, van de Republiek, van Noord-Ierland: geen grensposten, geen nieuwe controles, geen scheiding, geen andere standaarden, geen douanetarieven enzovoort. Het zal aan mij liggen, maar ik zie daar niet de oplossing in.
Barnier is teruggevallen – in mijn ogen correct – op het derde punt van het herenakkoord, dat zegt: ‘Als er geen Brits voorstel komt dat daarvoor een oplossing biedt, dan gaan we naar ‘full regulatory alignment’.’ Dat is wat in zijn voorstel staat en wat onmiddellijk leidt tot die reacties.
Als we niet tot een omvattende regeling komen tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie die een totale oplossing biedt, zitten we daar met de kwadratuur van de cirkel. Maar ik kan me vergissen, en ik hoop eigenlijk dat ik me vergis, maar tot nu toe heeft niemand me gezegd hoe het dan wel zou moeten kunnen.
Theresa May heeft opnieuw een speech gegeven. Van het kabinet-May zijn er de voorbije maand een zestal toespraken geweest, met niet altijd dezelfde boodschap erin. Theresa May heeft nu een aantal verklaringen gedaan waarin ze bij eerdere rode lijnen blijft: geen lidmaatschap van de interne markt, geen toezicht van het Europees Hof van Justitie, geen lidmaatschap, ook niet partieel, van een douane-unie. Dat eerste punt zit eigenlijk heel, heel vast.
Kun je eventueel naar een vrijhandelsverdrag gaan? Dat is dan het positieve in de toespraak van Theresa May, dat ze een opening maakt om in te gaan op wat ik altijd een plusverdrag heb genoemd. Een ambitieus handelsakkoord, geen tarieven, brede overeenkomsten inzake goederen en diensten, de expliciete erkenning dat aligneren met de EU kritiek is voor de sectoren die ook voor Vlaanderen belangrijk zijn, bijvoorbeeld farma en chemicals, een plusbenadering, een brede samenwerking op het vlak van energie, transport, R&D, cultuur en onderwijs enzovoort.
Dat zijn heel positieve elementen. Met haar verwijzing naar het akkoord tussen de Verenigde Staten en Canada met een ‘soft border’, moet ik toch zeggen dat ik de reactie van de Ierse premier begrijp. Zij heeft gezegd: ‘Aan de grens tussen Canada en de VS is er wel grenscontrole, staan er wel douaniers, staan er zelfs politieagenten met honden. Dat is dus een andere situatie. Je kunt je wensen blijven projecteren, maar er zijn geen 101 oplossingen voor. Dat is de harde realiteit. Als de Britten zeggen dat ze voor een totaal andere situatie gaan, een vorm van Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) plus – waar het steeds meer op lijkt –, dan zie ik geen oplossing voor wat in de eerste fase zit op uitdrukkelijke vraag van de Ierse Republiek en ook van Noord-Ierland. Met alle respect, maar ik zie dat niet.
De zaken lopen nu verder. Van de kant van de Europese Unie zijn er concrete teksten op basis van wat is afgesproken. Van de kant van de Britten – ik zeg dit niet met leedvermaak, ik vind het bijzonder jammer – zijn er nog altijd geen concrete tekstvoorstellen. In die zaken moet je met tekstvoorstellen komen om te kunnen discussiëren. De tijd van de grote principiële keuzes moet worden afgerond, je moet tot concrete oplossingen komen. Ik hou mijn hart vast voor het verdere verloop van de onderhandelingen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw zeer uitgebreide antwoord. Het blijft bijzonder complex. U hebt terecht gewezen op de kwadratuur van de cirkel. Barnier heeft inderdaad door het uitblijven van andere concrete voorstellen gekozen voor de derde optie uit deze nota. Hij is zelf afgekomen met een tekst. Ik denk dat Vlaanderen de Ieren volop steunt tegen de installatie van een ‘hard border’. Niemand is daarmee gediend. Anderzijds willen wij ook niet dat er een gat valt in de interne markt zodat goedkope producten van over de hele wereld via het Verenigd Koninkrijk, meer bepaald via Noord-Ierland, door het uitblijven van een grens, zomaar de Europese Unie kunnen binnenkomen. Dat zou bijna een smokkelroute kunnen zijn. Zo zouden die producten via Noord-Ierland het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie binnenkomen, en zouden ze de vrije toegang krijgen tot de EU27. We moeten dat zeker kunnen opvolgen.
Ik heb gelezen in de speech van Theresa May dat ze ervoor pleit dat het Verenigd Koninkrijk ook geen Singapore in de Noordzee mag worden. Anderzijds waarschuwt ze ervoor om geen protectionistische maatregelen te nemen, wat veeleer een hint was naar Donald Trump, maar ook naar de Britse oppositieleider Jeremy Corbyn.
Minister-president, u hebt verwezen naar bepaalde variaties die er kunnen komen, een soort losse relatie zoals de Canadese. U sprak zelfs over CETA plus. Er is ook de vaste, hechte relatie met Noorwegen. Waar we Theresa May wel kunnen volgen, is in haar oproep tot pragmatisme en gezond verstand. Dat moet dan niet alleen blijven bij een oproep, maar het moet ook tot uiting komen dat gezond verstand absoluut mogelijk is. Ze wil zo dicht mogelijk bij de Europese Unie blijven, waarop een journalist vroeg wat dan de zin is van de brexit. Daarop bleef de Britse premier het antwoord schuldig.
Er zal inderdaad moeten worden gegaan naar een speciaal akkoord tussen de akkoorden die bestaan met Canada, Zwitserland, Noorwegen of dergelijke maar het kan ook niet de bedoeling zijn te gaan naar een soort van cherrypicking, waarbij altijd de mooie kersen op de taart worden weggepikt en de zware slagroom op de taart blijft liggen voor de rest van de Europese Unie.
Ik hoop dat wij vanuit Vlaanderen onze impact kunnen blijven hebben. Ik hoop ook dat er binnen dat interfederale samenwerkingsakkoord met de andere deelstaten en de federale overheid wel degelijk kan worden geluisterd naar wat Vlaanderen te zeggen heeft. U hebt brexit-onderhandelaar Michel Barnier al naar Zeebrugge gehaald en overleg gehad met Vlaamse bedrijfsleiders en ondernemers. Van mijn kant heb ik een inspanning gedaan om één van de economische commissies van het Comité van de Regio's ook naar de haven van Zeebrugge te halen om uit de eerste hand te horen wat de impact is van de brexit op de lokale economie in Vlaanderen en meer bepaald op West-Vlaanderen en de haven van Zeebrugge. We weten dat heel veel producten van Vlaanderen via de haven van Zeebrugge richting het Verenigd Koninkrijk gaan. En dan lees ik dat er nog altijd geen standpunt is over de douane. We willen inderdaad geen lange wachtrijen, formaliteiten en administratieve verplichtingen aan de grens, aan de haven van Zeebrugge. En daar zijn we misschien partners van andere regio’s, andere havens in Europa die misschien diezelfde administratief verplichtingen en bureaucratie vrezen. We moeten trachten dit te vermijden.
De heer Kennes heeft het woord.
Als er een grens moet komen, dan zal die ofwel in de zee liggen, ofwel tussen Noord- en Zuid-Ierland. Dat is een probleem dat we de volgende maanden niet opgelost zullen zien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.