Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, de satellietrekening Toerisme is geactualiseerd en is eind januari 2018 gepubliceerd. De satellietrekening geeft ons een volledig beeld van de impact en de positie van de Vlaamse toeristische sector op de economie als geheel. Het gepubliceerde rapport betreft het jaar 2016.
Op haar website haalt Statistiek Vlaanderen enkele conclusies uit het rapport aan. Zo waren de toeristische bedrijfstakken in 2016 goed voor 4,3 procent van de bruto toegevoegde waarde van het Vlaamse Gewest, wat neerkomt op 8,6 miljard euro. De consumptie door de toeristen zelf genereerde in 2016 2,5 procent van de bruto toegevoegde waarde, of 5 miljard euro.
Verder wordt ook de impact op het toerisme van de aanslagen in 2016 aangehaald. Statistiek Vlaanderen stelt hierover dat de terreur eigenlijk weinig impact op het toerisme in het Vlaamse Gewest heeft gehad. Het toerisme bleef immers op hetzelfde peil als in 2014 en de toeristen bleven ook in dezelfde mate consumeren. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt dat evenwel anders, want daar waren de nefaste gevolgen van de terreurdaden heel wat tastbaarder. Het aandeel van toerisme in de bruto toegevoegde waarde van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest daalde tot 2,4 procent van de totale bruto toegevoegde waarde van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In 2014 was dit nog 2,7 procent.
Een ander element dat Statistiek Vlaanderen aanhaalt, is de tewerkstelling in de toeristische sector. Het is belangrijk dat dit goed wordt gemonitord. Het rapport toont aan dat in 2016 132.975 jobs voor loontrekkenden en 52.867 jobs voor zelfstandigen en helpers werden opgetekend. Daarmee maken de jobs in de toeristische sector, in verhouding tot het totale aantal jobs in Vlaanderen, 5,5 procent uit van alle jobs voor loontrekkenden en 8,1 procent van alle jobs voor zelfstandigen en helpers. Er is een stijging van het aantal jobs in vergelijking met 2014. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werden 57.867 jobs voor loontrekkenden en 7005 jobs voor zelfstandigen en helpers opgetekend. Volgens het rapport valt zowel in het Vlaamse Gewest als in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een beperkte daling op te merken van het aantal toeristische jobs voor loontrekkenden. Hoewel er in de toeristische sector jobs bij zijn gekomen, zijn er in andere sectoren meer jobs bij gekomen.
Het rapport bevat tevens een internationale benchmark, een uitstekend middel om de economische indicatoren inzake toerisme met andere bedrijfstakken en landen te vergelijken. Uit het rapport blijkt dat we op internationaal vlak gemiddeld scoren.
Minister, liggen de conclusies van de satellietrekening in de lijn van het gevoerde toeristische beleid? Hoe plaatst u de conclusies in het rapport tegenover de reële impact op het toerisme van de aanslagen in 2016? Volgens de internationale benchmark die in de satellietrekening is opgenomen, scoort Vlaanderen overwegend gemiddeld. Hoe evalueert u de positie die Vlaanderen tegenover andere landen inneemt? Hebben we de ambitie om het nog beter te doen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik begin met de voornaamste conclusie: terreur heeft weinig impact gehad op de toegevoegde waarde van het toerisme in het Vlaamse Gewest. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt dat wel even anders.
Als we spreken over de toegevoegde waarde van de toeristische industrie, gaat het over het percentage of bedrag van de toegevoegde waarde gegenereerd door de toeristische bedrijfstakken, ongeacht of de producten en diensten door toeristen of door anderen geconsumeerd worden. De consumptie door toeristen zelf genereert in 2016 2,5 procent of 5 miljard euro van de toegevoegde waarde in het Vlaamse Gewest. Dit cijfer betreft de consumptie door toeristen ongeacht of die uitgaven gebeuren in toeristische of in niet-toeristische bedrijfstakken. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gaat het om 1,6 miljard euro of 2,4 procent van de totale toegevoegde waarde in dat gewest.
Ondanks de terreur in maart 2016 bleef de economische impact van het toerisme in het Vlaamse Gewest even groot als in 2014. De cijfers geven aan dat toeristen in totaal ongeveer evenveel consumeerden in het Vlaamse Gewest als twee jaar eerder. Hoewel Vlamingen zelf minder reizen ondernamen, gaven buitenlanders maar ook Brusselaars en Waalse toeristen iets meer uit in het Vlaamse Gewest dan in 2014. In absolute cijfers ligt de toegevoegde waarde van het toerisme 50 miljoen euro hoger dan in 2014, maar qua aandeel is er maar een minieme toename van 0,03 procentpunten: het ging van 2,46 procent in 2014 naar 2,49 procent in 2016. Dat is nu niet bepaald spectaculair.
De cijfers voor het Vlaamse Gewest staan in contrast met deze voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Daar hadden de terreuraanslagen veel meer gevolgen. Dat lijkt ook logisch. Er kwamen heel wat minder binnen- en buitenlandse toeristen naar Brussel, wat maakt dat de totale consumptie-uitgaven heel wat lager waren dan in 2014. Dit resulteert in een toegevoegde waarde van toerisme die in 2016 gelijk is aan 1,6 miljard euro of 2,4 procent van de totale toegevoegde waarde van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In 2014 was dit aandeel nog 2,7 procent en ging het om bijna 1,8 miljard euro. Dat is dus wel degelijk een achteruitgang.
Een derde belangrijke economische maatstaf is de tewerkstelling. In vergelijking met 2014 neemt het aantal jobs in de toeristische sector toe in het Vlaamse Gewest, net als in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In verhouding tot alle jobs daalt het aandeel toeristische jobs bij de loontrekkenden in beide gewesten in beperkte mate.
Uiteraard is het belangrijk om die cijfers af te zetten tegen andere bedrijfstakken en landen. Dan vind ik dat de toeristische sector wat ondergewaardeerd wordt. Zo is de sector toerisme in het Vlaamse Gewest goed voor 4,3 procent van de bruto toegevoegde waarde. Vergelijk dat met de chemische industrie, die haalt 3,1 procent. De hele financiële sector ligt met 3,8 procent ook een stuk lager dan de toeristische sector.
Het aandeel van het Vlaamse Gewest ligt hoger dan dat van pakweg Nieuw-Zeeland of Finland, maar net iets lager dan dat van Nederland.
Tellen we alle vormen van tewerkstelling op, dan komen we voor het Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest samen uit op een totaal van ruim 250.000 jobs, wat goed is voor 6,5 procent van alle jobs in het Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest samen. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zien we een hoger aandeel, namelijk 8,3 procent. In het Vlaamse Gewest is het 6 procent. Met een aandeel van 6,5 procent voor het Vlaamse en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest samen scoren we duidelijk hoger dan heel wat Europese landen zoals Zweden, Zwitserland, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, maar ook dan landen zoals Canada en zelfs Australië. Dat is toch wel representatief.
Deze objectieve cijfers geven weer dat de impact van deze sector op de toegevoegde waarde en de tewerkstelling, zelfs na de terroristische aanslagen, beperkt blijft. Er is daarentegen, gelet op de groeiperspectieven die we hebben in de toeristische sector, heel wat perspectief op een toename van de toegevoegde waarde en een toename van de tewerkstelling.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Het is goed dat die objectieve gegevens ons heel wat informatie geven. Daarbij zien we inderdaad dat de impact in 2016 al bij al beperkt is gebleven. We kunnen natuurlijk nooit weten wat het zou hebben gegeven indien die terreuraanslagen er niet zouden zijn geweest. Maar we zitten dus nog in een flow van groeiperspectief. Dat leidt uiteraard tot een toename van de tewerkstelling en van de economische return.
De toeristische sector wordt inderdaad in vergelijking met de andere bedrijfstakken nog altijd ondergewaardeerd. Op Europees en wereldniveau scoren we gemiddeld. We staan inderdaad niet gekend als hét toeristisch land, zoals Frankrijk en Portugal. Maar in vergelijking met vergelijkbare landen scoren we toch zeer goed. Vlaanderen moet op de ingeslagen weg alle inspanningen voortzetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.