Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
In Gent heerst er ongenoegen bij de onafhankelijke boekhandels. Een tiental dagen geleden lieten zij weten niet tevreden te zijn omdat in de komende drie jaar alle Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige boeken bij de keten Standaard Boekhandel zullen worden aangekocht. Eenzelfde exclusiviteitscontract zien we in Leuven, terwijl andere steden zoals Roeselare en Mechelen hun aankopen verspreiden over diverse leveranciers.
De stad Gent stelt dat de stad door de omvang van de aanbesteding gebonden is aan andere regels. In totaal gaat het in Gent om een bedrag van een klein miljoen euro, exclusief btw. Enkel voor kleinere deelopdrachten kan er gericht gemikt worden op lokale handelaars. De boekensector begrijpt niet dat hieraan geen mouw kan worden gepast, mits enige creativiteit in de lastenboeken.
Een aanbesteding kan wellicht ook kwalitatieve voorwaarden bevatten. Ik refereer even aan de studie uit 2013 die werd gemaakt in opdracht van uw voorganger, minister Joke Schauvliege. Dat was een bevraging over de verwachtingen van de bibliotheken zelf, en daaruit bleek dat bibliotheken onder meer verwachten dat een leverancier een vaste contactpersoon heeft bij de boekhandel, dat de boekhandel frequente informatie over nieuwe uitgaven bezorgt, dat er een elektronisch opvolgsysteem is, dat spoedbestellingen binnen de week kunnen worden geleverd, dat de boekhandel afspreekt met de bibliotheek welke soort boeken automatisch geleverd worden, al dan niet via zichtzendingen, dat de boekhandel een leveringstermijn van drie à vier weken respecteert, dat de boekhandel fysieke zichtzendingen levert alsook virtuele zichtzendingen, dat de boekhandel boeken kastklaar aanlevert, dat de boekhandel voldoet aan de specifieke facturatie-eisen van de bibliotheek en dat de boekhandel de volledigheid van de levering garandeert.
In deze lijst zijn tal van kwalitatieve criteria opgenomen waarvan ik meen dat ze ook een plaats en een belangrijk gewicht kunnen krijgen in aanbestedingen van talrijke lokale openbare bibliotheken.
In de studie uit 2013 wordt ook het complex juridisch kader toegelicht. Ik heb daar in het verleden zelf ook al meermaals mee geworsteld en ik ben wellicht niet de enige in deze zaal. De wet op de aanbesteding van overheidsopdrachten is een complexe en internationale regelgeving, deels binnenlands, deels Vlaams, deels federaal, deels Europees. Bij de toepassing van de nationale wetgeving spelen meerdere criteria een rol bij de gunning van de opdracht. Die gunningscriteria zijn meestal inhoudelijke criteria die dienen om de gunning te beoordelen. De prijs is vaak een van de criteria, vroeger vaak het enige criterium in vele gevallen. De studie van minister Schauvliege toonde de nood aan om de kwalitatieve criteria zwaarder te doen doorwegen.
De realiteit is dat voor een bedrag hoger dan 200.000 euro een Europese aanbesteding wettelijk verplicht is. In de studie lees ik dat slechts drie openbare bibliotheken in 2013 werkten met een Europese aanbesteding. Blijkbaar splitsen andere openbare bibliotheken de aankoop in meerdere aanbestedingen, van bestelbonnen tot kleine sommen die ze via een aanbesteding doen, om de leveranciers en de boekhandels in hun stad divers, als ik dat zo mag zeggen, te kunnen bedienen, vanuit het inhoudelijke argument dat een goede bibliotheek en een levend aantal boekhandels in een stad elkaar bevruchten en versterken en eigenlijk ook met elkaar verbonden zijn qua leefbaarheid, belangstelling enzovoort. Ik ben me ervan bewust dat dit laatste criterium heel moeilijk in een aanbesteding kan worden gevat.
Een andere frustratie van de kleinere en onafhankelijke boekhandels is de gereglementeerde boekenprijs die voorziet in een vaste korting van 20 procent voor aankopen door bibliotheken. In het verleden boden ketens zelfs kortingen van 30 procent. Merkwaardig is dat ondanks de gereglementeerde boekenprijs die misschien de onafhankelijke boekhandel wat meer zou kunnen ondersteunen, toch de grote keten de contracten binnenhaalt en er eigenlijk meer aan verdient omdat zij minder korting mag geven.
Minister, mijn vragen gaan niet over de Gentse bibliotheek. Dit lijkt me een thematiek die voor heel Vlaanderen en voor 308 Vlaamse gemeenten en heel wat Brusselse gemeenten van tel is.
Klopt het dat de aankoopregels voor bibliotheekcollecties verschillen naargelang de grootte van het aangekochte volume? Mag een lokale overheid in elk systeem van aanbesteding kwalitatieve criteria opnemen en die dus een gewicht geven? Mogen bibliotheken hun aankopen in verschillende delen onderbrengen, dus verschillende aanbestedingen uitschrijven? Doorstaat dit de Europese toets?
Is er actuele informatie over de opname en het gewicht van kwalitatieve criteria in aanbestedingen en gunningen? Vindt u het belangrijk dat ook kleinere, onafhankelijke boekhandels de kans krijgen om boeken te leveren aan de lokale openbare bibliotheek? Dat is een eerder politieke vraag.
Zijn er andere creatieve oplossingen mogelijk om ook de lokale boekhandels toe te laten mee te dingen? Hoe reageert u op de kritiek van de onafhankelijke boekhandels dat de gereglementeerde boekenprijs in dit geval een cadeau is aan de grote spelers op de markt?
Minister Gatz heeft het woord.
Er zijn inderdaad verschillen voor de aankoopregels voor bibliotheekcollecties naargelang de grootte van de bestelling die men doet. Het aankoopbeleid van openbare bibliotheken wordt bepaald door de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. Deze wet bevat de principes en basisregels die van toepassing zijn op een overheidsopdracht.
De grootte van de aankoop bepaalt mee aan welke regels er moet worden voldaan. Via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan de aanbestedende entiteit aan de gekozen ondernemers een offerte vragen en met een of meer van hen over de voorwaarden van de opdracht onderhandelen. In de regel is dat slechts mogelijk tot een uitgave van 144.000 euro, exclusief btw. Boven dat bedrag moet de opdracht openbaar gepubliceerd en geplaatst worden via de andere procedures die in de wetgeving overheidsopdrachten opgenomen zijn. Vanaf het bedrag van 221.000 euro, exclusief btw, moeten opdrachten dan weer gepubliceerd worden in het Europees Bulletin der Aanbestedingen. Dat zijn dus de drie financiële tranches, als ik het zo mag zeggen.
Kan een lokale overheid bij dit systeem van aanbesteding ook kwalitatieve criteria in acht nemen? Ja, het is perfect mogelijk om ook andere criteria dan de prijs als belangrijke gunningscriteria op te nemen in de bestekken, zoals beschreven in artikel 81 van de wet die ik net citeerde. “De aanbestedende overheid baseert de gunning van overheidsopdrachten op de economisch meest voordelige offerte. De economisch meest voordelige offerte uit het oogpunt van de aanbestedende overheid wordt, naar keuze, vastgesteld: 1° op basis van de prijs; 2° op basis van de kosten, rekening houdend met de kosteneffectiviteit, zoals de levenscycluskosten, overeenkomstig artikel 82; 3° rekening houdend met de beste prijs-kwaliteitsverhouding, die bepaald wordt op basis van de prijs of de kosten alsook criteria waaronder kwalitatieve, milieu- en/of sociale aspecten, die verband houden met het voorwerp van de betrokken opdracht. Het kan onder meer gaan om de volgende criteria: a) kwaliteit, waaronder technische verdienste, esthetische en functionele kenmerken, toegankelijkheid, geschiktheid van het ontwerp voor alle gebruikers, sociale, milieu- en innovatieve kenmerken, de handel en de voorwaarden waaronder deze plaatsvindt; b) de organisatie, de kwalificatie en de ervaring van het personeel voor de uitvoering van de opdracht, wanneer de kwaliteit van dat personeel een aanzienlijke invloed kan hebben op het niveau van de uitvoering van de opdracht; c) klantenservice en technische bijstand, alsook leveringsvoorwaarden zoals de leveringsdatum, de leveringswijze en de leverings- of uitvoeringstermijn.”
U vroeg ook of bibliotheken hun aankopen in verschillende delen mogen onderbrengen en of dat de Europese toets doorstaat. De aanbestedende overheid kan inderdaad beslissen de opdracht te plaatsen in de vorm van afzonderlijke percelen en/of loten. In dat geval moet zij daarvan de aard, de omvang, het voorwerp, de verdeling en de kenmerken bepalen in de opdrachtdocumenten. Er is wel een belangrijke ‘maar’: de keuze van de methode voor de berekening van de geraamde waarde van een overheidsopdracht en de eventuele splitsing ervan, mag niet bedoeld zijn om de opdracht aan de bekendmakingsregels te onttrekken, tenzij objectieve redenen dat rechtvaardigen. Het is dus zeker mogelijk, maar het vergt toch enige beleidsmatige en juridische voorbereiding.
Er zijn geen cijfers beschikbaar over hoeveel bibliotheken kwalitatieve criteria gebruiken in hun gunningen of over het gewicht daarvan. De Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen (VVBAD) ontving de laatste maanden wel significant meer vragen van openbare bibliotheken over het gebruik van kwalitatieve criteria in gunningen. De VVBAD publiceert daarom een artikel over dit thema in het maartnummer 2018 van haar tijdschrift Meta.
Uiteraard vind ik het belangrijk dat kleine en onafhankelijke boekhandels ook hun kans krijgen in dit hele verhaal. De gereglementeerde boekenprijs is er, op vraag van de sector, net gekomen om kleinere en onafhankelijke boekhandels meer kansen te bieden.
Dan was er een gemakkelijke vraag voor een parlementslid, maar een moeilijke voor de minister: zijn er andere creatieve oplossingen? Creatief is uiteraard een ruim omvattend begrip. Als minister kan ik enkel verwijzen naar de vigerende wetgeving, in dit geval dus de wet inzake overheidsopdrachten. Die wetgeving stelt ook dat voor die opdrachten van leveringen, diensten en werken waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan de drempel voor de Europese bekendmaking – het gaat over die al vermelde 221.000 euro – de aanbestedende overheden de verdeling in percelen moeten overwegen. Als zij besluiten de opdracht niet in percelen op te delen, moeten de voornaamste redenen daarvoor worden vermeld in de opdrachtdocumenten. Met andere woorden: als men het ene doet, moet men verantwoorden, en als men het andere doet, moet men ook wel verantwoorden. Er is dus wel een afweging. Als een overheid dus beslist de opdracht niet in percelen op te splitsen, moet zij de redenen daarvoor vermelden.
Indien de aanbestedende overheid er wel voor kiest de opdracht te plaatsen in de vorm van afzonderlijke percelen, heeft zij daarenboven het recht er slechts enkele te gunnen en eventueel te besluiten de andere op te nemen in een of meer nieuwe opdrachten, desnoods volgens een andere plaatsingsprocedure. Er zijn dus wel wat mogelijkheden.
De aanbestedende overheid vermeldt daarenboven in de aankondiging van een opdracht of de offertes mogen worden ingediend voor een, meer of alle percelen. De aanbestedende overheid mag daarbij, zelfs indien er offertes mogen worden ingediend voor meer of alle percelen, het aantal aan één inschrijver te gunnen percelen beperken, op voorwaarde dat het maximum aantal percelen per inschrijver in de aankondiging van een opdracht is aangegeven. De aanbestedende overheid moet zich daarbij uiteraard wel baseren op objectieve en niet-discriminerende criteria, die zij in de opdrachtdocumenten moet vermelden.
Uw laatste vraag betrof de kritiek van een of verschillende onafhankelijke boekhandels dat de gereglementeerde boekenprijs hier een contraproductief effect zou kunnen hebben. Zoals gesteld, worden overheidsopdrachten geregeld volgens de daarnet aangehaalde wet. Dat is federale materie. Daar is ook niet van af te wijken, hoewel er verschillende mogelijkheden zijn, zoals ik u aangegeven heb. Ik denk ook niet dat het de bedoeling van uw vraag was om daarvan af te wijken.
Het decreet van 23 december, dat we goedgekeurd hebben, houdende de invoering van een gereglementeerde boekenprijs, heeft daar geen invloed op en is er net gekomen na een decennialange vraag van de onafhankelijke boekhandels en in overleg met de hele boekensector. En zoals u weet, topt het decreet aangaande de gereglementeerde boekenprijs nu net die exuberante kortingen uit het verleden af, kortingen die de lokale boekhandels compleet uit de markt speelden. Ik zie dan ook niet in hoe het Vlaamse decreet op de gereglementeerde boekenprijs nu plots net de grote spelers op de markt zou bevoordelen.
Daarenboven wil ik u ook nogmaals wijzen op het feit dat we decretaal hebben vastgelegd dat er een evaluatie zal volgen over de doeltreffendheid en de effecten van dit decreet, op basis van de nulmeting die we achter de rug hebben, met aandacht voor het aantal boekhandels en verkooppunten, het aantal op de Vlaamse boekenmarkt actieve uitgeverijen, de productie, de afzet, het aankoop- en collectiebeleid van bibliotheken en dergelijke meer. Als het nodig blijkt, kan samen met experts en vertegenwoordigers uit de sector een werkgroep worden opgericht, die aanbevelingen doet om het decreet bij te sturen.
Ik heb de kritiek gelezen. Die is niet nieuw. Ik heb een jaar of twee geleden, en nu herhaald, dezelfde kritiek gekregen over een Vlaamse boekhandel in Brussel, ten aanzien van de lokale Nederlandstalige bibliotheken en ten aanzien van Muntpunt. Dit is meer een inschatting en geen harde informatie, maar ik heb het gevoel dat op dit ogenblik naast de prijs de service en de snelheid waarmee bepaalde dingen professioneel geleverd kunnen worden, voor een aantal lokale besturen en lokale bibliotheken meer de doorslag geven. Maar ik leg de bal ook wel in hun kamp. Veel lokale besturen doen dat ook: als zij vinden dat de lokale boekhandel in hun gemeente van belang is, dan is het zeker mogelijk, met alles wat ik juridisch gezegd heb, om met de loten die men heeft, minstens een deel van de loten voor het aankoopbeleid van bibliotheken niet voor te behouden, want dat kan niet, maar in elk geval toch zo te maken dat de kansen voor een kleine, lokale, onafhankelijke boekhandel maximaal zijn.
De heer Caron heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord, minister. Ik hoop, gewoon door de thematiek nog eens onder de aandacht te brengen en door uw antwoord erop, dat hier en daar nog eens een lichtje gaat knipperen bij een aantal mensen, en dat ze daar ook zelf nog eens bij stilstaan. Ik heb op zich niets tegen Standaard Boekhandel. Die moet ook zijn rol spelen in het boekenlandschap. Laat dat duidelijk zijn. Maar het zou toch doodzonde zijn dat men denkt dat men door wettelijke verplichtingen over aanbestedingen op die manier in bepaalde steden de kleine boekhandels uit de markt zou spelen.
Ik heb het niet meer opgezocht, maar ik herinner mij uit vroegere discussies dat bibliotheekleveringen tot een derde van de omzet van sommige boekhandels vertegenwoordigen. Dat gaat dan vaak niet alleen over de bibliotheek uit de stad, maar ook uit omliggende gemeenten, waar geen boekhandels zijn. In die zin maakt het wel een relevant deel van hun inkomen uit, en tegelijk van de kwaliteit van het aanbod. Ik hoop dus dat daar wat knipperlichten gaan branden en dat de VVBAD, maar ook Cultuurconnect, dat ongetwijfeld expertise in huis heeft, en de onafhankelijke boekhandels zelf, ook nog eens de gedachten bij elkaar leggen en misschien ook wat hulpmiddelen ontwikkelen, voorwaarden, uitgeschreven systemen van aanbestedingen, een betere omschrijving van de criteria en de motivatie van splitsing in percelen enzovoort, zodat die aankopen ook wat kunnen worden verdeeld.
Ik ben helemaal geen voorstander van het Nederlandse model, waarbij de aankoop van boeken centraal gebeurt, voor het hele land, waardoor je natuurlijk grote kortingen krijgt – dat is zo –, maar waarbij de lokale boekenhandel ook geen baat heeft.
Minister, ten slotte wil ik iets zeggen over de gereglementeerde boekenprijs. Ik gebruik het alleen omdat zij het zo stellen. Volgens mij is het helemaal niet zo dat die boekenprijs as such hen benadeelt. Integendeel, die bevoordeelt hen. Echter, hun ‘colère’ zit hem in het feit dat de keten die al zoveel van die aanbestedingen wint, daardoor zijn winstmarge gewoon verhoogt. Goed, dat is ‘collateral damage’ van een regelgeving die gemaakt werd met de beste bedoelingen. We wachten de evaluatie daarvan af, dan kunnen we de discussie opnieuw voeren. Tot nader order lijkt het mij helemaal geen reden om daar vandaag negatief over te doen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Het is een interessante vraag. Ik wens mij dan ook graag aan te sluiten bij de bedenkingen die collega Caron nu op het einde heeft gemaakt.
Het is inderdaad zo, ook in mijn eigen gemeente, dat er van die bulkaanbestedingen gebeuren, waardoor de toewijzing uiteindelijk vaak terechtkomt bij een groothandel en niet bepaald bij de lokale boekhandels. En die lokale boekhandels hebben het natuurlijk al niet zo gemakkelijk. Dat blijft een probleem, dat moeten we erkennen, ondanks een vaste boekenprijs enzovoort.
Minister, u hebt iets interessants gezegd over hoe de VVBAD in maart een artikel zou laten verschijnen over hoe men die kwalitatieve criteria mee kan opnemen in de bestekken. We hopen dat iedereen in Vlaanderen, al onze openbare bibliotheken, dat goed zullen lezen.
Iets anders is natuurlijk – en dat heeft collega Caron ook aangehaald – de ondersteuning ter plaatse. Ik kan mij voorstellen dat een grote stad dat allemaal wel aankan enzovoort. Maar misschien moeten we met voorbeelden werken. Misschien kan Cultuurconnect daarin een rol spelen, of uw administratie. We kunnen advies geven op dat niveau, zodat ze inderdaad de juiste bestekken de wereld insturen. Want u hebt daarnet zelf even aangehaald, minister, dat men daar toch voorzichtig mee moet zijn. Het is allemaal niet zo gemakkelijk. De wetgeving rond openbare aanbesteding moet correct worden toegepast. Misschien is het goed om iedereen, maar vooral de kleinere, lokale besturen daarin goed te ondersteunen.
Minister, u hebt verwezen naar de vaste of gereglementeerde boekenprijs. De nulmeting is gebeurd. Er is afgesproken om dat na verloop van tijd opnieuw te meten. Daar moet natuurlijk voldoende tijd overheen gaan, want anders heeft het niet veel zin. Hebt u al enig idee wat die periodiciteit zou kunnen zijn? Zult u dat nog doen of is dat bedoeld voor uw opvolger?
De heer Meremans heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de vorige sprekers.
Het is inderdaad zo dat de gereglementeerde boekenprijs is ingevoerd net om de verschraling tegen te gaan en ook voor een stuk om die onafhankelijke boekhandels te ondersteunen.
Ik begrijp dat de gemeenten en steden onder druk staan wat betreft de kostprijs en dergelijke. Maar aan de andere kant ga ik er toch van uit – het is ook aangehaald door de minister – dat gemeenten en steden – zeker grote steden – met redelijk wat personeel toch voldoende knowhow in hun rangen hebben om ervoor te zorgen dat die onafhankelijke boekhandels op een correcte manier kunnen deelnemen aan die aanbesteding. Ik stel mij daar persoonlijk vragen bij. De vraag is hier: neemt men het niet wat te gemakkelijk op? Dat men zegt: ‘Oké, hup, en we zijn ervan af. De schepen zal niet zagen, want het is in orde.’ Dat is een van de redenen.
Ik geloof, net als iedereen, in de onafhankelijkheid van een gemeente, van een stad. Maar je zou toch mogen verwachten van een stad, een grote stad, waar er diverse onafhankelijke boekhandels zijn, dat men daar de nodige stappen onderneemt om te zien hoe dat boekenlandschap – en zeker de onafhankelijke boekenhandels – daaraan kan deelnemen. Dat is misschien een opdracht voor die steden.
Wat de kleinere gemeenten betreft, heb ik het eerder al eens gehad over de samenwerkingsverbanden waarbij gemeenten kunnen samenwerken, bijvoorbeeld kunnen bekijken hoe hun bibliotheken samen die aankoop kunnen doen en hoe ze er als maatschappelijke opdracht voor kunnen zorgen dat ook die onafhankelijke boekhandels kunnen deelnemen.
Mijn vrees is een beetje dat de geesten niet overal even snel gerijpt zijn en dat men, zoals ik eerder zei, te snel voor de gemakkelijkheidsoplossing kiest.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik houd het zeer kort. De verantwoordelijkheid is inderdaad duidelijk gemengd. De bewustwording, het bewustzijn bij de lokale besturen moet er zijn en is er ook bij heel veel lokale besturen. En als dat er is en er zijn dan inderdaad vragen omtrent juridische bijstand, kunnen wij zeker met onze spelers, onder meer Cultuurconnect, maar ook de VVBAD, daarin verder ondersteunen. Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) kan dat. Want dit is nu wel een specifieke vraag rond overheidsopdrachten, maar dat is wel iets waarin natuurlijk zeer veel expertise bestaat.
Ik kan mij inbeelden dat we hier en daar nog wel berichten zullen krijgen over iemand die om bepaalde redenen een aanbesteding niet heeft binnengehaald. Dat kan altijd. Sommigen onder u, die vandaag helaas door ziekte verontschuldigd zijn, hebben mij ondervraagd over de aanbesteding van het eengemaakte bibliotheeksysteem. Iemand die iets niet haalt, zal al snel zeggen: ‘Het is dit.’ Of: ‘Het is dat.’
Eén, de regels moeten worden geëerbiedigd. Twee, prijs is belangrijk. Maar, drie, men kan effectief mits enige creativiteit binnen de grenzen van de wet wel degelijk meerdere doelen tegelijk binnenhalen, zowel wat betreft goede en snelle service, waar grotere spelers misschien een streepje voor hebben, en toch ook de leefbaarheid van het lokale boekenweefsel ondersteunen. Dat is zeker mogelijk.
Wanneer komt er een éénmeting, na de nulmeting? Als ik me niet vergis, komt die er na twee jaar. We moeten even wachten. Het is ook moeilijk om het jaarlijks te doen. Het zal al moeilijk zijn om op twee jaar de juiste evoluties juist te kunnen interpreteren. Dat zal een interessant debat worden voor degene die hier dan zit. Maar op één jaar zouden we het niet kunnen. Dat zou vrij nutteloos zijn.
We zijn gestart. Ik denk dat, met het antwoord op de vraag, het toch nog altijd mogelijk is om zowel met het instrument van de gereglementeerde boekenprijs als met de opsplitsing van bepaalde loten binnen een aanbesteding, zowel klein als groot – maar in dit geval ging de vraag over klein – mee te ondersteunen. Er is dus geen wetmatigheid dat alles hier in één richting zou moeten doorslaan.
De heer Caron heeft het woord.
Minister, ik vind uw antwoord goed.
Ik denk dat we het allemaal eens zijn over de basisprincipes. Het is een kwestie dat het op de vloer nog wat doorgezet wordt.
Wat de service betreft: net door haar ketenstructuur is Standaard Boekhandel zeer kwalitatief. Ze hebben echt wel mensen die dat heel nauw en efficiënt kunnen opvolgen. Voor hen is dat zelfs een schaalvoordeel. Dat is nu eenmaal zo.
Ik sluit ook graag aan bij wat collega Meremans zei over de intergemeentelijke samenwerking. Bibliotheken kunnen elkaar dan op dat juridische en technische vlak ondersteunen.
Ten slotte heb ik een heel ander soort argument. We pleiten met z'n allen voor leefbare steden en aantrekkelijke binnensteden. Er is de problematiek van winkelleegstand in Vlaanderen die omvangrijk is. We hebben er belang bij dat er ook goede boekhandels zijn in winkelaanbod in Vlaanderen en niet alleen de amazons en bol.coms van deze wereld. Als we leefbare steden en aantrekkelijke bibliotheken willen hebben, hebben we ook onafhankelijke boekhandels nodig om de kwaliteit van onze steden op te krikken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.