Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, enkele weken geleden bent u met een uitgebreide delegatie vanuit Vlaanderen en van het federale niveau en uit andere deelstaten van het land, naar Davos getrokken voor het World Economic Forum. Het World Economic Forum organiseert jaarlijks deze prestigieuze bijeenkomst in het Zwitserse Davos, waar maar liefst 2500 gasten aanwezig zijn. Het gaat over wereldleiders, staatshoofden, eerste ministers, politici uit Europa, de Verenigde Staten, Azië. Van over de hele wereld komt men er naartoe. En het zijn uiteraard niet allemaal politici maar ook CEO’s, ondernemers, investeerders, multinationals. Ook vanuit Vlaanderen was er een delegatie van ondernemers. Tegelijkertijd zijn er ook heel wat academici, journalisten, intellectuelen en mensen die iets te zeggen hebben. Het is dus een ideaal moment om te netwerken. Minister-president, u zei ooit in een berichtgeving dat u als minister-president mikt om drie soorten bedrijven te kunnen contacteren. U sprak over potentiële investeerders die een meerwaarde kunnen zijn voor Vlaanderen. U had het ook over bedrijven die hier al gevestigd zijn en waarbij u toch ook de nodige contacten wilt leggen. Heel concreet had u een gesprek met de CEO van de chemiereus BASF. Tot slot zijn er uiteraard ook ondernemingen die na de brexit overwegen om richting Europa en ook richting Vlaanderen te trekken.
Minister-president. op welke manier heeft Vlaanderen zich voorbereid? Als ik het goed voorheb, is het zo dat Vlaanderen al meer dan twintig jaar aanwezig is in Davos. Met welke verwachtingen ging u daar als minister-president van de Vlaamse Regering naartoe?
Wie maakte er naast uzelf nog deel uit van de vertegenwoordiging op het World Economic Forum vanuit Vlaanderen? Misschien waren er ook andere ministers, was er ook een uitgebreide delegatie van ondernemers of investeerders.
Kunt u meer duiding geven over welke contacten u zelf ter plaatse hebt gehad? Wat stond er precies op de agenda van de verschillende Vlaamse vertegenwoordigers in Davos?
Hoe evalueert u de deelname van Vlaanderen aan het World Economic Forum in 2018?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
De voorbereiding op Davos gebeurt door twee actoren, enerzijds het Vlaams Departement Buitenlandse Zaken (BUZA) dat het lidmaatschap van de Vlaamse Regering aan het World Economic Forum beheert, en anderzijds Flanders Investment & Trade (FIT). Beide werken samen. BUZA regelt vooraf het praktische aspect van de reis en het verblijf. Wat het programma betreft, werken beide samen, elk met zijn eigen klemtonen, BUZA meer op het politieke aspect en FIT met de focus op de economische contacten. Zij zorgen voor een goed programma, een selectie van potentiële ontmoetingen. Dat gebeurt op basis van een aantal criteria. Dat zijn bekende, bestaande investeringsplannen of -contacten, beschikbare informatie over mogelijk nieuwe projecten, ingeschatte toekomstige investeringsplannen zoals bedrijven met hoofdzetel in Londen, een status als targetbedrijf, dat wil zeggen een bedrijf dat ideaal zou passen in de plannen voor een sterk Vlaanderen in de toekomst, algemeen interessante, ook politieke contacten. Maar de klemtoon ligt wat mij betreft steeds meer op de economische contacten.
De delegatie is veranderd sinds 2016. Wij hebben een Flanders Room ingericht, waar de CEO’s hun weg naartoe vinden. De CEO van Flanders Investment & Trade gaat mee, alsook de directeur van de afdeling Buitenlandse investeringen van Flanders Investment & Trade en een beleidsmedewerker Internationaal Ondernemen van het Departement Buitenlandse Zaken.
Het is belangrijk dat die mensen van FIT actief bij de gesprekken aanwezig konden zijn, vroeger konden ze dat niet. Ik was ermee begonnen om een verslag op te maken maar het was voor mij niet evident om tegelijk gesprekken te voeren en een verslag op te maken. Nu kunnen notities worden genomen terwijl ik aan het woord blijf.
Die mensen hebben geen eigen programma, zij hebben ook geen toegang tot de congreshal. Die toegang is beperkt tot één persoon voor Vlaanderen, en dat is de minister-president.
Samengevat kan ik stellen dat ik we dit jaar met drie groepen van bedrijven contacten hadden in Davos, waaronder internationale bedrijven die al actief zijn in Vlaanderen en potentiële nieuwe investeerders en bedrijven die mogelijk overwegen activiteiten te verleggen in het kader van de nakende brexit. Dat is niet onbelangrijk. Ik stel vast dat veel buitenlandse bedrijven vaak minder geïnformeerd zijn dan onze Vlaamse bedrijven en nog niet doorhebben dat het Verenigd Koninkrijk een derde land wordt, met alle gevolgen van dien. Het gaat dan over de gevolgen van de brexit op het vlak van het vrijhandelsverkeer, investeringen, de regels van de interne markt enzovoort. Dit jaar hebben we daar ook op ingezet.
Van woensdagmorgen tot vrijdagmiddag had ik in totaal 28 afspraken. Ik heb economische contacten maar ook een aantal politieke contacten gehad, onder meer op de Belgische Power-receptie, waarop ik een toespraak gaf over de troeven van Vlaanderen. Ik heb de eerste minister van de Iraans-Koerdische Regionale Regering ontmoet, Europees brexit-onderhandelaar Michel Barnier, de Australische minister van Handel Steven Ciobo over bilaterale relaties en over het handelsverdrag tussen de EU en Australië. Op vrijdag heb ik de toespraak van Amerikaans President Trump bijgewoond.
Ik evalueer de deelname van Vlaanderen van jaar tot jaar positiever. De contacten zijn zeer intens. Als ik bedrijfsleiders ontmoet van buitenlandse bedrijven, is mijn aanvoelen dat zij goed voorbereid naar die meetings komen, dat zij Vlaanderen en het Vlaamse beleid goed kennen, dat ze onze regering kennen. Dit jaar hoorde ik eigenlijk niets anders dan positieve commentaren. Ik heb geen opmerkingen of kritiek gekregen. Iedereen was tevreden over het beleid en over de manier waarop ze worden bejegend. Onze inzet op onderzoek en ontwikkeling is een bijzonder belangrijke factor voor de bedrijven met onze clusters, met onze onderzoeksinstellingen. Dat bevestigt me dat wij de goede weg zijn ingeslagen met onze internationale handels- en ondernemingsbeleid.
De brexit houdt uiteraard bedreigingen in, maar bevat daarnaast ook opportuniteiten voor het eventueel aantrekken van buitenlandse bedrijven. Momenteel zitten we echter in een onzekere situatie.
De visibiliteit van Vlaanderen op dit belangrijke World Economic Forum gaat in stijgende lijn. We laten een goede indruk na en de internationale bedrijfsleiders vinden de weg naar de Flanders Room.
Ik heb contact gehad met de top van Sanofi. Het ging daarbij over de vestiging in Geel, waar een bijkomende investering gebeurt van 300 miljoen euro en waar honderd wetenschappelijke medewerkers worden aangeworven. Voor die internationale bedrijven heeft het beleid dat we hier voeren met onze heel sterke triple helix effect, het zorgt ervoor dat, ook al kunnen we hier niet altijd het kapitaal verankeren, er toch verankering is door kennis.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Het lijkt me inderdaad nog altijd bijzonder nuttig dat Vlaanderen rechtstreeks aanwezig is op het World Economic Forum in Davos. Netwerken brengt mensen, ondernemingen en politici samen en brengt ook ondernemers en investeerders samen. Vlaanderen internationaal op de kaart zetten lijkt daarbij absoluut een noodzaak. Ik denk dan ook dat deelname van de Vlaamse Regering, en meer bepaald uw aanwezigheid, echt wel een meerwaarde kan zijn om de troeven van Vlaanderen verder uit te spelen.
Ik neem aan dat u ook bent geconfronteerd met heel concrete vragen over bepaalde hervormingen die zijn doorgevoerd. Het gaat daarom niet altijd over hervormingen die onder uw bevoegdheid vallen, ik denk aan bijvoorbeeld de verlaging van de vennootschapsbelasting, het wegwerken van de loonkosthandicap en de arbeidsflexibiliteit. Wanneer men in een bepaald land, regio of deelstaat wil investeren, zijn dat zaken die voor investeerders, ondernemers en multinationals een rol spelen voor zij de nodige stappen zetten. Mijn bijkomende vraag is: hebt u daar ook rechtstreeks vragen over gekregen? Hebt u weet dat dit voor buitenlandse investeerders en ondernemers nog altijd een issue is of voelt u daar ook dat maatregelen die op het federale niveau zijn genomen, zoals de verlaging van de vennootschapsbelasting, het wegwerken van de loonkostenhandicap, de taxshift en het streven naar meer arbeidsflexibiliteit, een impact hebben op onze economie, op potentiële investeerders, op de mogelijke komst van Britse ondernemingen of vestigingen van Britse bedrijven en multinationals naar Vlaanderen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Elk bedrijf komt met specifieke klemtonen en aandachtspunten. Ik heb een dame uit Indonesië ontmoet die een coöperatie van boeren heeft opgericht waar mensen zeer sterk verenigd zijn en die de Europese markt wil betreden. Zij zoeken nu naar een plaats van intrede bij ons. Die organisatie brengt koffieboeren bijeen. Zij stellen andere vragen dan gerichte vragen over fiscaliteit. Andere stellen vragen over de onderzoeksactiviteit die we hier ontwikkelen, de digitalisering, de mogelijkheid om samen te werken met kennisinstellingen. Nog een aantal andere zijn begaan met de fiscaliteit en de competitiviteit. Maar meestal begin ik zelf met onze assets uit een te zetten waar de verbeterde competitiviteit uiteraard een belangrijk aspect van is. Sinds 1996 is de loonkostenhandicap weggewerkt en zelfs met 1 procent beter geworden. Daarnaast zijn er de aangekondigde verlaging van de vennootschapsbelasting en het zeer gunstige fiscale klimaat in ons land voor onderzoekers. Dat betekent ook dat er een interessant klimaat is om hier met investeringen te komen die gericht zijn op onderzoek en ontwikkeling. Elke vraag is dus anders.
Onze andere troeven, goed opgeleid personeel, meertaligheid, hoge arbeidsproductiviteit en onderzoeksinstellingen met wereldrenommée, zijn allemaal aspecten die mee aan bod komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.