Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de kmo-portefeuille werd recent nog besproken in de commissie naar aanleiding van een vraag van collega Bothuyne.
Met dit instrument wil de Vlaamse overheid ondernemers ondersteunen in de verdere professionalisering van hun activiteiten door in een financiële tegemoetkoming te voorzien voor opleidingen of het inkopen van adviesdiensten. De ondernemers zijn sneller geneigd om hun werknemers opleidingen te laten volgen omdat de overheid financieel tussenkomt in dat aanbod.
Met ingang van 1 april 2016 werd de kmo-portefeuille aanzienlijk vereenvoudigd en werd de steun afhankelijk van de grootte van de onderneming, waarbij het steunpercentage voor kleine ondernemingen 40 procent is, hoger dan voor middelgrote ondernemingen, waar het 30 procent is.
De Vlaamse overheid voorziet in een aanzienlijk budget voor dit instrument. Ik heb de evolutie van de cijfers eens nagegaan en ze zitten in een stijgende lijn. Minister, u herhaalt dit ook regelmatig. In 2016 werd voor 54 miljoen euro aan steun toegekend, waarvan 90 procent naar kleine ondernemingen ging. Dat is toch wel een succes, zeker in vergelijking met 2012, toen het nog maar over 34,5 miljoen euro ging. Het is dus een heel sterke stijging. Ik had begrepen dat u voor 2018 in een budget van 51 miljoen euro voorziet.
De aanleiding voor deze vraag – en ik zal er voorzichtig in zijn, want u weet dat parlementariërs regelmatig benaderd worden met allerlei vragen – is het feit dat ik recent werd gecontacteerd door een dienstverlener die opleidingen aanbiedt en erkend is in het kader van de kmo-portefeuille. De dienstverlener kreeg van enkele cursisten het bericht dat zij eind 2017 nog een aanvraag wensten in te dienen voor een opleiding waarvoor ze zich in 2017 hadden ingeschreven. Tijdens de aanvraag kregen ze echter de melding dat het Vlaams subsidiebudget voor 2017 was uitgeput.
Alle begrip daarvoor: het zou niet de eerste keer zijn dat op het einde van het jaar het budget voor de kmo-portefeuille ontoereikend is. Dat wil ook wel zeggen dat er gretig gebruik van wordt gemaakt. In het jaarverslag 2016 van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) vinden we terug dat het in 2016 ook het geval was. Op zich is dat niet echt een probleem. De vraag is echter hoe er wordt op ingespeeld. In 2016 hebt u het budget verhoogd van 50 miljoen euro tot 54 miljoen euro.
Minister, kunt u bevestigen dat er eind 2017 een budgetprobleem was? Ik zal mijn vraag officieel stellen zoals u ze hebt gekregen.
Hoeveel aanvragen voor de kmo-portefeuille werden in 2017 ingediend? Hoeveel steun werd in 2017 effectief toegekend? Ik ga ervan uit dat het budget op is als de vraag van de dienstverlener effectief klopt.
Waren er eind 2017 inderdaad gevallen waarbij aanvragers de melding kregen dat het budget voor 2017 op was? Over hoeveel gevallen ging het? Konden de aanvragers die aan de voorwaarden voldoen, uiteindelijk nog een aanvraag doen of konden zij een beroep doen op het budget van 2018? Ik kreeg daar graag een beetje verduidelijking over.
Minister Muyters heeft het woord.
Collega, ik begrijp heel goed dat u wat verduidelijking wilt. Het is ook niet eenvoudig en ik zal proberen om het u uit te leggen. Ik begrijp het helemaal en ik zal proberen het over te brengen.
Om het antwoord goed te kaderen, is het belangrijk om de werking van de kmo-portefeuille nog eens uit te leggen. Een bedrijf tekent een overeenkomst met een erkende dienstverlener voor opleiding of advies. Op basis van die overeenkomst kan het bedrijf een aanvraag doen bij de kmo-portefeuille. Het systeem kijkt of er nog voldoende subsidiemiddelen aanwezig zijn. Zodra het bedrijf zijn aanvraag indient, wordt het aandeel subsidie berekend en wordt dat aandeel van de beschikbare middelen gereserveerd. Dus: het bedrijf heeft een contract gesloten met een dienstverlener en vraagt subsidie aan. Als er nog geld is, wordt het gereserveerd voor de subsidie die het bedrijf heeft aangevraagd. Op dat ogenblik heeft het bedrijf een maand de tijd om zijn aandeel te storten op een rekening van Sodexo.
Vervolgens kunnen er zich twee situaties voordoen. Het bedrijf stort zijn aandeel op tijd. Zodra de middelen zijn gestort, storten we vanuit de kmo-portefeuille de subsidies. Met het geld op die rekening kan het bedrijf dan de overeengekomen advies- of opleidingsdiensten betalen. Het bedrijf stort zijn aandeel niet op tijd, bijvoorbeeld omdat het bedrijf beslist om de dienst toch niet aan te kopen of omdat het bedrijf een fout maakt bij de overschrijving of omdat het te laat is. Op dat ogenblik wordt het gereserveerde geld vrijgegeven en kan het voor een nieuwe aanvraag worden gereserveerd.
In 2017 zijn er 142.136 steunaanvragen ingediend. Op 23 januari 2018 zijn hiervan reeds 130.229 steunaanvragen toegekend. Dat wil zeggen dat het bedrijf hiervoor reeds zijn aandeel heeft gestort. Op 23 januari waren er dus ongeveer 12.000 aanvragen waarvoor het aandeel van het bedrijf niet gestort was.
We hebben er 142 gereserveerd voor een bedrijf, en 130 hebben we er al gegeven. Die andere 12.000, dat is omdat het bedrijf nog niet heeft betaald. Ze hebben een maand om dat te doen.
De toegekende steunaanvragen vertegenwoordigen een totale gereserveerde subsidie van 52.664.139 euro. Aan die 130.000 steunaanvragen die al waren betaald, hebben wij in totaal 52.664.000 euro gegeven. Hiervan werd reeds 47.109.955 euro uitbetaald, dat is 90 procent. Dat komt omdat bedrijven tot het einde van het volgend kalenderjaar de tijd hebben om hun facturen in te dienen om de subsidies te krijgen. Voor aanvragen in 2017 kan er dus worden uitbetaald tot eind 2018. Dat kan bijvoorbeeld over een langere opleiding gaan.
De kloof tussen wat is begroot en wat uiteindelijk wordt gebruikt, is 350.000 euro. We hebben 53 miljoen euro begroot, en we hebben 52.664.000 euro uitgegeven. Die kloof heeft te maken met de reservaties die niet worden toegekend omdat bedrijven hun eigen aandeel niet hebben gestort. De ongebruikte reservaties worden doorheen het jaar telkens opnieuw beschikbaar gesteld: we hebben het voor u gereserveerd, maar u hebt niet betaald, dan komt dat de maand erna terug in de pot als u niet op tijd hebt betaald. Dat is de filosofie.
In december kunnen we dat natuurlijk niet doen, want we weten pas eind januari wat er in december niet op tijd is betaald. Daardoor hebben we tussen ons uiteindelijke budget – 53 miljoen euro – en wat we hebben kunnen uitgeven in 2017 – 52.664.000 euro – een kloof van 350.000 euro. Dat zijn degenen die niet hebben gestort, waardoor dat budget niet is gebruikt.
De in december gereserveerde middelen die in de loop van januari niet worden toegekend omdat bedrijven hun aandeel niet storten, kunnen niet opnieuw beschikbaar worden gemaakt voor nieuwe aanvragen. We hebben altijd een ongebruikt gedeelte omdat we niet weten hoeveel er niet zullen betalen, maar wel hebben gereserveerd.
Voor het begrotingsjaar 2017 werd een totaal vastleggingskrediet van 51 miljoen euro gepland. Halfweg november 2017 is uit een extrapolatie gebleken dat er waarschijnlijk te weinig budget zou zijn, en hebben we 2 miljoen euro extra budget gepland om de continuïteit van de kmo-portefeuille tot het einde van het kalenderjaar 2017 te garanderen. Ik heb dan ook beslist om nog de nodige 2 miljoen euro bijkomend te laten vastleggen. De geplande 51 miljoen euro hebben we in november opgetrokken naar 53 miljoen euro.
Op 28 december 2017 om 11.26 uur werd de laatste steunaanvraag ingediend op het geplande budget van 53 miljoen euro voor het kalenderjaar 2017. Van donderdag 28 december rond de middag tot 31 december middernacht konden niet alle aanvragen worden gehonoreerd. Dat maakt het heel moeilijk. Op 28 december 's middags waren de centen op, maar om middernacht kwam er weer een stuk vrij van mensen die niet op tijd hadden betaald, en zo hadden we weer even budget. In de loop van 29 december is dat dan weer op, maar om middernacht hadden we opnieuw centen van niet-betaalden. Het is niet gemakkelijk.
Zo zijn er tussen 28 december en 31 december toch nog 66 aanvragen gehonoreerd. Eigenlijk zijn er dus middelen geweest tot 31 december, maar het kan zijn dat je op 28 december vanaf de middag tot 's nachts geen geld had. Dat is ook logisch, want het is een gesloten budget, dus ik kan er niet zomaar geld bijsteken. Dat zou de minister van Begroting niet leuk vinden.
Op 1 januari 2018 om middernacht hebben we het subsidiebudget van kalenderjaar 2018 vrijgegeven en konden we zo via de kmo-portefeuille opnieuw steunaanvragen honoreren. Ter vergelijking: in 2016 was het budget toereikend. In 2015 traden tekorten op vanaf 15 december. Het is logisch dat als je veel aanvragen niet kunt honoreren, er een opstoot komt in het begin van januari van het jaar daarop. In het begin van dit jaar hebben we geen opstoot gekregen. Ik veronderstel dat er heel weinig zijn die het niet hebben gekregen.
Het is heel ingewikkeld, maar ik hoop dat het toch een beetje duidelijk is. Het is logisch dat we met een gesloten budget werken. Als ik vroeg zie dat er niet genoeg is, dan probeer ik geld bij te steken, maar het is niet te doen om het helemaal op te gebruiken, dat begrijpt u ook. Ik kan ook niet zeggen: ga maar boven uw enveloppe. Strikt genomen zouden alle bedrijven die het hebben aangevraagd, het daarna mogen honoreren.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Minister, het is inderdaad heel ingewikkeld.
Niet voor de bedrijven.
Ik begrijp dat het niet zo gemakkelijk is om, als het budget dreigt op te geraken, de dienstverleners daarvan op de hoogte te brengen. Dat is niet zo simpel, want soms is er geen, en dan komt er weer bij. Ik begrijp de complexiteit, maar we moeten toch klantgericht denken: hoe verloopt dat in de praktijk, wie zijn onze klanten voor wie we die opleidingen plannen? Uiteindelijk zijn dat de kmo's.
Hoe gaat het nu in de praktijk? De dienstverleners bieden hun opleidingen aan. In augustus of september zetten ze dat in hun agenda en sturen die naar de kmo's. De kmo's gaan daarop in. Ze zien een opleiding van 900 euro waarvoor ze bijvoorbeeld maar 600 euro moeten betalen, en ze schrijven zich daarvoor in. Ze budgetteren dat ook op die manier. In december gaan ze bijvoorbeeld die cursus volgen, en dan gaan ze een beroep doen op de kmo-portefeuille. Als ze dan op het verkeerde moment, bijvoorbeeld op 28 december, aanklikken, zijn ze een beetje misnoegd.
Minister, ik verwacht niet onmiddellijk een uitgewerkt antwoord, maar is dat niet iets dat we kunnen vereenvoudigen, zodat de kmo's of de dienstverleners daarover beter geïnformeerd zijn? Als je aan de kant van de kmo's staat, dan kennen zij dat verhaal niet.
Mag ik proberen daarop te reageren? Het moeilijke is dat ik dat kan oplossen door zwaar te overbudgetteren. Dan krijg je een onderbenutting van miljoenen euro's. Ik heb nu al 300.000 euro onderbenutting. Dus vind ik dat we nogal goed hebben gemikt. Stel u voor dat ik had gezegd dat we bijpompen tot 55 miljoen euro, dan hadden we dat niet gehad. Maar dan kon ik 3 miljoen euro niet inzetten voor andere maatregelen, en dat is de moeilijkheid. Ik probeer zo juist mogelijk te werken. Ik denk dat we dat nu heel goed hebben gedaan. Een goede dienstverlener zegt tegen zijn kmo: we kunnen dat begin volgend jaar opnieuw indienen, en dan is dat ook geregeld. We zien nu echter geen opstoot, dus denk ik dat er heel weinig zijn geweest.
Als ik zwaar zou overbudgetteren, ben ik er zeker van dat we op het einde een onderbenutting hebben, en dat willen we ook niet. We willen de centen die we hebben, goed inzetten voor de economie.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Minister, ik moet dit even laten bezinken. Het blijft heel complex. Er zijn meerdere telefoontjes geweest. Een aantal kmo's hebben gebeld naar VLAIO voor informatie. Ze kregen dan het bericht dat de minister dat zo had beslist. Daar moet u toch even iets rechtzetten omdat er hier en daar wat commotie is. Misschien moet u dat ook even opnemen met VLAIO.
De vraag om uitleg is afgehandeld.