Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, een van de meest nuttige documenten die we van de Vlaamse overheid krijgen, is de VRIND, de Vlaamse Regionale Indicatoren. Dat is een aanleiding om te kijken wat de stand van zaken is in Vlaanderen met betrekking tot verschillende aspecten. Ik heb dan de gewoonte om naar een aantal economische parameters te kijken en te vergelijken met de doelstellingen in Pact 2020.
In 2009 heeft de vorige Vlaamse Regering, waar u ook deel van uitmaakte, samen met de sociale partners het Pact 2020 afgesloten, een nieuw toekomstpact voor Vlaanderen. Er is daarvoor een gezamenlijke langetermijnvisie en –strategie afgesproken. Heel vreemd zijn die doelstellingen niet, want op Europees vlak zie je gelijklopende doelstellingen.
In het Pact 2020 neemt Vlaanderen zich letterlijk voor om de drempels tot ondernemerschap af te bouwen, zowel administratieve, financiële als culturele drempels. Ik citeer: “We moedigen vrouwen, senioren, jongeren en allochtonen extra aan om een ondernemerscarrière op te nemen of een bedrijf op te richten.” De bedoeling moet zijn om het ondernemerschap bij die groepen te laten toenemen “tot een niveau dat evenredig is met hun aanwezigheid in de maatschappij”. Uit cijfers van VRIND 2017 blijkt dat het aandeel zelfstandigen bij de vrouwen in 2016 6,9 procent bedraagt. Op tien jaar tijd stijgt noch daalt deze indicator bij de vrouwen wezenlijk.
Bij de personen van niet-EU-herkomst … Minister, hier moet ik even de aanhalingstekens openen. Op het moment dat de Pact 2020-doelstelling werd gesteld, werd de term ‘allochtoon’ gebruikt zonder daar een echte definitie aan te geven. Daarna is die gewijzigd naar de VESOC-definitie (Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité). We weten nu waar we het over hebben. We spreken zeer recentelijk over personen van niet-EU-herkomst. Het is ingewikkeld. Ik heb zelf ook het initiatief genomen om de mensen van de VRIND te telefoneren met de vraag welke definitie zij hanteren. Mij is het nu wel duidelijk, maar het is moeilijk om na te gaan of we vooruitgaan in die Pact 2020-doelstellingen inzake mensen met een migratieachtergrond.
De cijfers voor jongeren en senioren worden in de VRIND niet meer afzonderlijk vermeld. Dat kon ik dus niet meer uitmaken.
Minister, erkent u dat de doelstellingen van Pact 2020 nog worden gedragen door de huidige Vlaamse Regering? Welke beleidsaccenten werden er in deze legislatuur gelegd om de ondernemingsratio bij vrouwen, ‘allochtonen’, senioren en jongeren zoals vermeld in Pact 2020 te behalen? Welke resultaten kunt u voorleggen? In de VRIND heb ik niet alle doelgroepen kunnen terugvinden. Bent u tevreden met de resultaten die u voorlopig kunt voorleggen? Gaat u aan dit tempo de voorgestelde doelstelling in 2020 halen? Zo neen, welke bijkomende beleidsmaatregelen denkt u te moeten nemen?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Turan, ik wil de zaken even correct zeggen. Het was niet de vorige regering die het Pact 2020 met de sociale partners heeft afgesloten, maar de regering daarvoor. Dat was in 2009. Maar ik was er wel bij, zij het aan de andere kant van de tafel als sociale partner.
We hebben in het regeerakkoord het Pact 2020 bevestigd, de doelstellingen worden dus nog steeds gedragen. Zoals u weet, streven we ernaar om generieke maatregelen in de markt te plaatsen, zowel op de coaching- en adviestrajecten als op de steunverlening, waarmee dan maatwerk mogelijk is vanuit de actoren in ons netwerk, die personen begeleiden in hun ondernemerschap. De dienstverleners binnen ons netwerk worden ertoe aangezet voldoende aandacht te hebben voor de doelgroepen, bijvoorbeeld door te werken met rolmodellen.
Uiteraard zijn alle acties die wij in de markt zetten, toegankelijk voor bijvoorbeeld vrouwen. Sommige actoren nemen specifieke initiatieven, zoals bijvoorbeeld PLATO Ladies door Voka, maar we monitoren dat niet afzonderlijk. Daarnaast doen we ook aan sensibilisering over ondernemingszin en ondernemerschap via de WOMED Award van Markant. Velen van u zijn daarbij al aanwezig geweest en ook bij de acties die Markant onderneemt inzake vrouwelijk ondernemerschap.
Via de middelen van het Europees Sociaal Fonds zetten we specifiek in op het stimuleren van ondernemerschap bij nieuwkomers. Allochtonen worden ook specifiek benaderd via de inspiratiesessies voor prestarters van UNIZO. Ook hier staan alle begeleidingen open voor allochtonen. Qua microkredietverstrekking richt microStart zich specifiek op deze groep.
Momenteel werken we aan een premie om werkzoekende senioren te ondersteunen bij hun ambities inzake ondernemerschap. U kent de maatregel die we nemen voor 45-plussers. UNIZO heeft inspiratiesessies voor prestarters, Voka ontwerpt als uitbreiding op zijn bestaande pakket dienstverlening een Bryo voor senioren; verschillende opleidings- en begeleidingsinitiatieven richten zich specifiek naar ouderen.
Hier speelt natuurlijk ook de werking van ‘Maak werk van je eigen zaak’, waarbij werklozen worden toegeleid naar ondernemerschap, een belangrijke rol, aangezien vooral oudere werklozen dikwijls de ambitie hebben om te starten als ondernemer. Specifiek voor jongeren zet Formaat, de koepel van de jeugdhuizen, in op het creëren van een veilige startomgeving voor jongeren die een zaak willen opstarten. De werking van de stichting Onderwijs & Ondernemen, maar ook Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo), richt zich specifiek naar leerlingen secundair onderwijs en studenten.
Het aanbod ondernemerschap bevat verschillende acties die zich richten op jongeren: pitchings voor studenten, inspiratiesessies enzovoort. Recentelijk hebben we beslist om in de eindtermen secundair onderwijs nog sterker in te zetten op ondernemingszin, maar ook om in het hoger onderwijs en bij doctoraatsstudenten ondernemend handelen als een streefdoel in de opleiding naar voren te schuiven. Dit zal op lange termijn ongetwijfeld sterke effecten hebben. Gezien de hele brede werking van het onderwijs, zijn deze effecten zowel te verwachten voor jongeren, vrouwen, als allochtonen.
Het cijfer dat u geeft voor vrouwelijk ondernemerschap, wil ik wel nuanceren, want op basis van de startersatlas van UNIZO, zoals opgemaakt door Graydon, krijgen we andere cijfers. Met betrekking tot nieuw opgerichte ondernemingen die een eenmanszaak zijn, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen mannelijke en vrouwelijke starters. In 2016 is het aandeel mannelijke starters met een eenmanszaak gelijk aan 57,11 procent. Dat wil zeggen dat de andere niet-mannelijk zijn. In absolute termen startten in 2016 30.191 mannen en 22.653 vrouwen een eenmanszaak. In vergelijking met 2015 is dit een stijging van respectievelijk 4,20 procent en 5,21 procent. Deze cijfers zijn voor heel België. Het cijfer dat u geeft, mag dus wat startersratio betreft toch sterk worden genuanceerd. Met wat nu instroomt als startend bedrijf, is er een enorme inhaalbeweging inzake mannelijke of vrouwelijke zelfstandigen. Dat moeten we bereiken. Op een andere manier lukt dat niet. Het verschil tussen mannen en vrouwen bij jonge starters vandaag is toch anders.
Daarnaast is de kern van mijn ondernemerschapsbeleid – ik noem dat de master call – op dit moment anderhalf jaar in werking. Dit is te vroeg om al echte conclusies te trekken met betrekking tot de impact op de factoren die u aanhaalt, aangezien dit vaak gaat over een mentaliteitswijziging. We nemen zoals aangegeven de bezorgdheden die u aandraagt, mee in de monitoring van de key performance indicators (KPI’s) van de verschillende dienstverleners.
Naar het einde van de legislatuur, wanneer de partners drie jaar werking achter de rug zullen hebben, moeten we wel een grondige discussie hebben over de impact van mijn beleid, onder andere over het ondernemerschap bij de verschillende doelgroepen. Aangezien de dienstverlening nog in volle gang is – na de opstartfase zijn ze nu echt goed bezig – is het moeilijk te zeggen hoeveel mensen we precies bereiken. Ik voel me vandaag nog niet genoodzaakt om nieuwe maatregelen te nemen. De manier van werken waarbij we de partners sterk laten inzetten op die doelgroepen, is een goed beleid. Ik hoop dat dat resultaat zal hebben, maar het is nog te vroeg om dat te beoordelen.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, dank u wel voor de opsomming van de projecten die bezig zijn. U hebt eigenlijk niets nieuws verteld wat ik nog niet kende. U weet dat dit dossier mij zeer na aan het hart ligt. U zult het me niet kwalijk nemen dat het cijfer van het vrouwelijk ondernemerschap dat ik u heb gegeven, niet klopt, want het staat op de Vlaamse VRIND-indicatoren. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Inderdaad, dat is van 2017. Ik neem aan dat de cijfers dan van 2016 zijn. Het stemt me tevreden te vernemen dat er een verbetering is in de cijfers van de eenmanszaken. U zegt dat u vooral generieke maatregelen neemt, dat u ervan uitgaat dat uw partners voldoende aandacht hebben voor de doelgroepen die ik in mijn vraag heb opgesomd. Het zijn ook de doelgroepen waartoe Vlaanderen zich in Pact 2020 heeft verbonden. U zegt dat u PLATO Ladies niet afzonderlijk monitort. U hebt me vandaag geen enkel cijfer gegeven, ook geen stand van zaken. Wat is de stand van zaken? Wat is het percentage jongeren, het percentage senioren, het percentage van mensen van niet-EU-afkomst vandaag?
Met de opstart van 2019 kunnen we dat wel bekijken. Dan kunnen we weten hoe hard we onze partners, die bezig zijn met de uitrol van de grote call … Die grote call hebben we niet zomaar vrijblijvend geplaatst met zoveel geld. Ik wil resultaten zien, want de Vlaamse Regering heeft zich samen met de sociale partners geëngageerd om die cijfers te halen. Als we belastinggeld inzetten, moeten we ook resultaten kunnen neerzetten.
Minister, als we kijken naar de uitdagingen waar we met de maatschappij voor staan, zoals de vergrijzing, dan is inclusief ondernemerschap een heel belangrijk aspect van de inclusieve economie die ons door Europa wordt opgelegd. We moeten dan bekijken waar ondernemerschap een meerwinst kan halen. Deze doelgroepen zijn niet toevallig gekozen in 2009. De doelstellingen zijn gekozen door Europa, en daar staan heel veel Europese middelen tegenover via het ESF.
Minister, ik wil gemonitord beleid zien. Misschien kunt u mij dat niet geven, maar vandaag kunt u mij de stand van zaken toch geven.
Mevrouw Turan, ik ben een beetje teleurgesteld in de negatieve teneur van uw discours. In het ondernemersleven zie ik dat er heel veel inspanningen worden geleverd door het kabinet van de minister om vrouwelijke starters of ondernemers aan het ondernemen te krijgen. Gisteren was ik bij Artemis. Dat is een netwerk van vrouwelijke ondernemers. Enerzijds worden de vrouwelijke ondernemers daar samengebracht, anderzijds worden starters of vrouwen die overwegen om te starten, meegetrokken in dat netwerk. Het is door die kruisbestuiving dat er hier en daar starters of vrouwelijke ondernemers overgaan tot het ondernemen. Ik wil dan ook de negatieve teneur die u hier tracht te brengen, volledig tegenspreken.
Het is niet alleen bij vrouwelijke ondernemers, maar ook bij andere doelgroepen dat je die inspanningen ziet. Minister, dat vraagt ook tijd. Daarin treed ik u bij. Tijdens het begrotingsdebat rond Kerstmis heb ik me druk gemaakt over een poging om een negatief verhaal te brengen. We zitten in een positieve economische flow en dat maakt dat mensen sneller worden overtuigd om die stap naar het ondernemerschap te zetten omdat de economische context positief is.
Minister, ik kom even terug op uw actieplan ondernemerschap en de master call. Ik wil informeren naar het resultaat daarvan, maar wellicht is het nog te vroeg daarvoor. Ik begrijp dat er wel degelijk een evaluatie zal gebeuren. Hebt u al een idee van de methodiek en van de timing? Dat wil ik graag mee opvolgen.
Minister Muyters heeft het woord.
Inzake de master call hebben alle partners KPI’s gekregen. Het is de afspraak dat we die elk jaar of zelfs halfjaarlijks monitoren. Ik zal de kwartaalrapportering overmaken. De doelstelling is dat ze op het einde van de call hun KPI’s volledig hebben gehaald.
Collega Vanwesenbeeck, ik ben het met u eens. Heel het beleid zit ook in die filosofie. Laat ons proberen zo veel mogelijk starters te hebben in alle groepen. Dat is het beleid dat we voeren. Dat is verdorie op een goede manier aan het slagen. We hebben het hoogste aantal starters ooit. In mijn omgeving zie ik dat we de omslag naar ondernemerschap bewerkstelligen, inzake de mentaliteit en de beoordeling daarvan. Er is echt een mindswitch, een mentaliteitswijziging aan het gebeuren. Jongeren vandaag staan anders tegenover het ondernemerschap dan toen ik of jullie jonger waren. Dat is duidelijk een effect van onze manier van werken, en dat is op lange termijn.
Dat zie je ook als we het hebben over falen. Onlangs was ik aanwezig op een van de acties van Failing Forward en hoorde daar prachtige getuigenissen. Steeds meer wordt daarover gesproken. Vroeger sprak men daar niet over. Vanaf 7 februari komt er voor het eerst een programma op Canvas over mensen die hebben gefaald en daarover praten.
Zij leggen uit wat er is gebeurd en welke impact dat op hen heeft gehad. Volgens mij hadden dergelijke zaken enkele jaren geleden geen kans om op het scherm te komen. Ik ga ervan uit dat we met deze werkwijze voortzetten wat we nu al bereiken en in het algemeen meer starters zullen hebben. We moeten hier blijvend aandacht voor hebben, maar we hebben ervoor gekozen dit met partners te doen. Die partners nemen vrouwen en allochtonen mee. Er zijn Europese projecten waarbij allochtonen worden ingezet. Senioren krijgen kansen. Dit is gekoppeld aan een inkomenszekerheid. Gedurende twee jaar krijgen die ouderen een premie. Op die manier geven we een boost die het ondernemerschap in alle groepen kan laten stijgen. Dat is uiteindelijk de bedoeling.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Ik wil nog kort reageren. Er is een transformatie aan de gang. De grote werkgevers waarop onze jongeren konden rekenen om een loopbaan te beginnen, zijn er niet meer. Eigenlijk is de switch naar zelfstandigheid en naar eigen initiatieven in onze maatschappij sowieso bezig. Dat is heel positief. We moeten zeker ook aandacht blijven hebben voor de kwetsbaarheid en de mogelijkheden van de groeiende groep der zelfstandigen.
Mevrouw Vanwesenbeeck, ik ben absoluut niet negatief ingesteld. Ik zit hier al iets langer dan u. Elk project of initiatief om het vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren, juich ik toe. De cijfers zijn er echter. We spelen hier geen Sinterklaas. We geven belastinggeld uit en we stellen voorwaarden. Ik herinner me uw kritische woorden tijdens een plenaire vergadering. U hebt toen gesteld dat we moeten nagaan wat we met die subsidies doen. Dit is overheidsgeld dat we inzetten om de doelstellingen in het Pact 2020 te halen. Als Vlaams volksvertegenwoordiger is het mijn verdomde plicht om twee jaar voor het einde van die termijn te vragen waar we staan.
Minister, er zijn initiatieven genomen en er zijn positieve evoluties. Wat bepaalde doelgroepen betreft, kan ik dit echter totaal niet beoordelen. U hebt me vandaag geen cijfers gegeven. Ik dank u voor uw antwoord, maar ik zal vandaag nog een schriftelijke vraag indienen waarin ik expliciet om die cijfers vraag.
Als er belastinggeld naar onderwijs of verzorging gaat, willen we resultaten zien. Als we het ondernemerschap binnen verschillende doelgroepen willen stimuleren, moeten we ook resultaten boeken. Dit moet worden gemonitord en berekend.
Mevrouw Turan, ik zal u wat werk besparen. De minister heeft al gemeld dat die gegevens aan het commissiesecretariaat zullen worden overgemaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.