Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik wil een vraag om uitleg stellen over de supercomputers die een tweetal weken geleden opnieuw in de media zijn verschenen. Supercomputers worden gebruikt voor high performance computing (HPC), een tak binnen computing gespecialiseerd in wetenschappelijke en engineeringtaken en -berekeningen die zo complex zijn dat een gewone computer ze niet kan uitvoeren. Supercomputers zijn dan ook van groot belang voor competitief onderzoek en innovatie, zeker nu we meer en meer naar een ‘big data’-economie evolueren. Dat is heel de digitale revolutie die hiermee gepaard gaat.
Dergelijke supercomputers kunnen, bijvoorbeeld, worden ingezet om nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. Er worden dan complexe laboratoriumsituaties in berekeningen omgezet. Die berekeningen kunnen zeer snel worden gemaakt. Ze worden ook ingezet om weersvoorspellingen preciezer te maken, om orkaantrajecten te voorspellen, om ons beter te beschermen tegen cyberaanvallen enzovoort. Bedrijven hebben supercomputers nodig om innovatieve producten te ontwikkelen of om de productietijd te verkorten.
In mei 2017 heeft de Europese Commissie haar plannen bevestigd om in HPC te investeren. Dit past in de ‘digital single market’-strategie. De bedoeling is om samen met de lidstaten een pan-Europese infrastructuur uit te bouwen met een competitieve Europese HPC en met een ‘big data’-ecosysteem. Het betreft een Europese inhaalbeweging ten aanzien van de mondiale concurrenten in de Verenigde Staten, China en Japan.
De Europese HPC moet een exascalecomputer worden die tegen 2023 snelheden van een triljoen berekeningen per seconde haalt. Dat is een miljard maal een miljard berekeningen. Zo moeten we al die nulletjes ook aan kindjes uitleggen. Eigenlijk kan ons brein dat niet vatten.
Reeds in maart 2017 hebben zeven lidstaten zich geëngageerd om samen te werken aan de Europese HPC, met name Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg, Italië, Spanje en Portugal. In juni 2017 heeft België de engagementsverklaring ook ondertekend. Ondertussen hebben in totaal dertien lidstaten zich hierbij aangesloten.
In januari 2018 heeft de Europese Commissie een formeel voorstel gelanceerd om de Europese HPC te implementeren door middel van een Joint Undertaking. Dat bekend samenwerkingssysteem is een Europese publiek-private samenwerking. De Europese Commissie en de deelnemende lidstaten leggen samen 1 miljard euro op tafel. De investeringen door de Europese Unie passen in het Horizon 2020-programma. De Europese HPC Joint Undertaking zou operationeel zijn van 2019 tot het einde van 2026.
Op eigen bodem kennen we het Vlaams Supercomputer Centrum (VSC), want Vlaanderen is wel degelijk een voorloper geweest. Dit virtueel centrum voor academici en de industrie wordt beheerd door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), in samenwerking met de vijf Vlaamse universitaire instellingen.
Minister, met de steun van de Vlaamse overheid heeft het VSC aan de KU Leuven de infrastructuur van de HPC Tier-1 uitgebouwd. Dit is de opvolger van de Tier-1 Muk van de Universiteit Gent. Deze supercomputer heeft de naam BrENIAC gekregen. In oktober 2017 hebben vertegenwoordigers van de KU Leuven BrENIAC in uw aanwezigheid plechtig gelanceerd. Deze lancering was tevens bedoeld als het startschot van een campagne om de mogelijkheden van de supercomputer meer bekendheid te geven in Vlaanderen, die de komende jaren zal lopen.
Minister, welke financiële implicaties heeft de Belgische toetreding tot het HPC-initiatief van de Europese Commissie?
Wat is het potentieel Vlaams en Belgisch aandeel in dit project? Ik denk dan aan onze knowhow, onze wetenschappers en onze kenniscentra. Hoe groot is onze betrokkenheid?
Zijn er gerelateerde Europese projecten waaraan Vlaanderen of België participeren of zullen participeren? Ik denk dan, bijvoorbeeld, aan het Partnership for Advanced Computing in Europe (PRACE)?
De Europese Commissie beoogt met de ontwikkeling van deze supercomputer een wijde range van wetenschappelijke, industriële en sociologische uitdagingen aan te pakken. Binnen welke van de zeven vooropgestelde domeinen zal dit op termijn de grootste meerwaarde voor Vlaanderen bieden? De supercomputer heeft een zeer uitgebreid scala aan toepassingsmogelijkheden. Welke mogelijkheden zouden voor ons de grootste meerwaarde bieden?
Volgens de Europese Commissie heeft HPC het potentieel nieuwe jobs te creëren. Ziet u enige impact op de Vlaamse arbeidsmarkt van de toekomst? We weten natuurlijk dat heel de digitalisering een enorme impact op onze arbeidsmarkt zal hebben. Het valt sowieso moeilijk te voorspellen wat de grootte hiervan precies zal zijn.
Welke community in Vlaanderen zal gebruik kunnen maken van de Europese supercomputer? Zullen naast onze kenniscentra ook onze bedrijven en onze softwareontwikkelaars op termijn toegang tot de high performance computing power krijgen?
Zult u dit initiatief, samen met de federale overheid en met de Belgische sherpa’s van de Europese HPC, van nabij opvolgen?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, zoals u zelf al hebt vermeld, heeft de Europese Commissie voorgesteld om 1.394.000.000 euro in supercomputers te investeren. Hiervan zou 486 miljoen euro uit Europese programma’s en eenzelfde bedrag van deelnemende landen komen. Vervolgens zou nog 422 miljoen euro van de private partners moeten komen.
Met dat geld wil de Europese Commissie de weg banen naar een exaschaalcomputer. Ik vermeld hier uitdrukkelijk dat het de bedoeling is een weg te banen, want de aanschaf van een exaschaalcomputer maakt geen deel uit van het voorstel. Het voorstel van de Europese Commissie voorziet in de aanschaf en het onderhoud van twee pre-exaschaalcomputers. Dat zijn computers die 20 tot 50 procent van de rekenkracht van een exaschaalcomputer hebben. Daarnaast wil de Europese Commissie onderzoek en innovatie ondersteunen op het gebied van supercomputers, zodat de Europese exaschaalcomputer met Europese onderdelen kan worden gebouwd.
Ik wil de ambitie van de Europese Commissie wat duiden. U hebt zelf vermeld hoe we dit aan kindjes moeten uitleggen. Ik zal dat ook proberen. De rekenkracht van een CPU wordt in flops uitgedrukt. Daar komen dan voorvoegsels voor. Wat de opslag in bytes betreft, spreken we over megabytes, gigabytes of terabytes. De grootte is telkens het duizendvoud van het vorig begrip. Voor flops geldt hetzelfde.
De Vlaamse supercomputer BrENIAC heeft een topperformantie van meer dan 600 teraflops per seconde. Dat is 0,6 petaflops. Een exaschaalcomputer heeft een rekenkracht van een exaflop per seconde, ofwel 1000 petaflops. Die van ons is 0,6 petaflops. Die andere is een exaflop of 1000 petaflops. De computer die we op termijn willen maken, is tweeduizendmaal sterker in rekenkracht dan degene die we in Vlaanderen hebben.
Het aandeel van België in dit initiatief is niet vooraf gedefinieerd en wordt ook niet van bovenaf opgelegd. De Commissie stelt voor om de inspraak in de gezamenlijke onderneming proportioneel te maken met de inbreng die wordt gedaan. In functie van het aandeel in de kost dat je neemt, krijg je inspraak. De inbreng kan in cash of in natura gebeuren. De Europese Commissie legt voor elke euro 1 euro op tafel. Daarom sprak ik daarstraks over twee keer 486 miljoen euro. Voor elke euro die een deelnemend land inbrengt, legt Europa een euro op tafel.
Het is in die fase dus nog niet mogelijk om het aandeel van Vlaanderen en België in die EuroHPC Joint Undertaking in te schatten. Er is in Vlaanderen wel een stuurgroep opgericht met daarin mijn kabinet, mijn administratie, de Vlaamse sherpa in de Europese HPC en het Vlaams Supercomputer Centrum (VSC). De stuurgroep zal het HPC-landschap in Vlaanderen met de bedrijven, de kennisinstellingen en de onderzoekers in kaart brengen, zodat we een inschatting kunnen maken van het Vlaams potentieel in die Joint Undertaking. De stuurgroep zal ook onderzoeken welke Vlaamse bijdrage dan gepast is. Het is goed dat we eerst kijken hoeveel we zelf nodig hebben van die pre-exacomputers om eventueel deel te nemen aan het verdere onderzoek, en dan pas vaststellen hoeveel onze inbreng zou kunnen zijn.
Het Vlaams Supercomputer Centrum maakt, via het Belgisch lidmaatschap, deel uit van het Partnership for Advanced Computing in Europe (PRACE). PRACE biedt toegang tot rekentijd op zeven supercomputers in vijf landen. Via een oproepsysteem krijgen enkel de beste projecten de gevraagde rekentijd. PRACE biedt ook opleidingen die door het Vlaams Supercomputer Centrum worden gepromoot. Daarnaast zijn verschillende Vlaamse instellingen lid van de Big Data Value Association (BDVA). We zijn dus een deel van PRACE, maar ook van de Big Data Value Association. Die associatie vormt samen met het European Technology Platform for High Performance Computing de private partnerzijde van de Joint Undertaking.
Het is uiteraard niet mogelijk te zeggen in welke takken Vlaanderen het meeste belang zal hebben. Wel weet ik dat we in steeds meer economische en wetenschappelijke gebieden grote rekenkracht nodig hebben. Simulaties op grote schaal, datamining van omvangrijke en complexe datasets, virtuele prototyping enzovoort, vereisen steeds meer rekenkracht.
Onze eigen kennisinstellingen zoals imec, VIB, VITO en Flanders Make krijgen, elk in hun domein, ook hoe langer hoe meer te maken met rekenkundige modellen die enorme rekenkracht vragen. Op korte termijn zal de bijkomende tewerkstelling wellicht hoofdzakelijk bij de onderzoeksinstellingen en de universiteiten terug te vinden zijn, terwijl we voor de innovatieve hightechbedrijven veeleer een impact op langere termijn zien. In de huidige stand van het EU-initiatief is het echter niet mogelijk een duidelijke kwantificering van dat effect te maken.
Deelname aan de gezamenlijke onderneming garandeert voor elk deelnemend land toegang tot de aangekochte supercomputers pro rata van de inbreng van het betrokken land. Je zult niet alleen zeggenschap, maar ook rekenkracht kunnen krijgen in functie van je inbreng. Er is dus een direct verband tussen de bijdrage van een lidstaat en de ter beschikking gestelde toegangstijd tot de supercomputers. Verder zijn er nog geen details beschikbaar omdat we nog niet hebben bepaald met hoeveel we zouden participeren. Daarom moeten we eerst alles in kaart brengen.
Zoals ik daarnet al vermeldde, hebben we een Vlaamse stuurgroep opgericht. De leden van deze stuurgroep overleggen met de andere betrokken overheden binnen België om te kijken naar een gemeenschappelijk punt.
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister, het is heel vriendelijk dat u zegt dat u het gaat uitleggen alsof u het uitlegt aan een klein kind. Dat ik het dan nog niet begrijp, komt goed binnen. Het is inderdaad onvatbaar hoe hard die ontwikkelingen allemaal gaan. Dat betekent ook dat we als overheid, als industrieel weefsel in Vlaanderen ons best moeten doen om aansluiting te blijven vinden bij die snelle ontwikkelingen. We hebben daar vanuit Vlaanderen in de voorbije tientallen jaren altijd al behoorlijk in geïnvesteerd met het Vlaams Supercomputer Centrum. We hebben dus wel wat knowhow opgebouwd en kunnen dan ook meepraten met de grote jongens aan de Europese tafel.
Minister, het is dus heel interessant dat we dit blijven opvolgen. U hebt gezegd dat de stuurgroep is opgericht om te zorgen dat we onze bijdrage blijven leveren en ons voordeel halen uit dat Europees programma. U zei dat de toepassingen in de eerste plaats naar de universiteiten en kennisinstellingen zouden gaan. Dat is logisch en vanzelfsprekend. We hebben dat trouwens ook gezien bij de Vlaamse supercomputer, maar ook daar hebben we altijd aangegeven dat het uiteindelijk de bedoeling is dat ook de industrie in een volgende, aansluitende stap gebruik zou kunnen maken van die rekencapaciteit, puur omwille van de vermarktbaarheid, van de kennis die daar wordt ontwikkeld.
Onze fractie pleit ervoor dat we vanuit Vlaanderen onze betrokkenheid aan dat Europese programma ten volle laten spelen. Door uw antwoord is dat voldoende bevestigd. Op die manier zitten we mee aan de knoppen van de verdere ontwikkeling van die supercomputer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.