Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het lijkt misschien een beetje een vreemde vraag, maar het debat wordt gevoerd in Nederland: hoe duurzaam zijn windturbines of -molens? Hoe duurzaam is windenergie? Op het eerste gezicht is die heel duurzaam, maar de vraag gaat niet over de geproduceerde elektriciteit, wel over de grondstoffen die nodig zijn om de windmolens op zich te produceren en de wijze waarop die worden gewonnen.
Geïnspireerd door het beschermen van ons klimaat neemt de vraag naar windmolens overal toe en ook de vraag naar de benodigde metalen en mineralen. ActionAid, een internationale ngo die in ontwikkelingslanden de mensen steunt om op te komen voor hun rechten, heeft een studie laten uitvoeren naar het winnen van de grondstoffen. Daarbij is vastgesteld dat steeds meer milieuschade wordt aangericht en dat mensenrechten op die manier worden geschonden. Concreet gaat het over onder andere watervervuiling en kinderarbeid.
We kennen al duurzaamheidscriteria in ons groene-energiebeleid, bijvoorbeeld inzake biomassa. Daar is vanuit Europa actie voor ondernomen. De vaststellingen met betrekking tot grondstoffen voor windturbines, maar ook voor bijvoorbeeld batterijen, doet de vraag rijzen of ook niet voor andere materialen en instrumenten van onze energiebeleid duurzaamheidsvereisten moeten worden opgelegd.
Daarnaast lijkt het toch wenselijk dat de sector van de windenergie maar bij uitbreiding de volledige sector van de duurzame energie niet alleen kijkt naar de wijze waarop de energie wordt geproduceerd of opgeslagen, maar ook naar de volledige keten die aan de productie van die energie voorafgaat. Sommigen beroepen zich blijkbaar op het EMAS-certificaat (Eco-Management and Audit Scheme) om aan te geven dat ze rekening houden met de duurzaamheid van hun grondstoffen.
Minister, was u al op de hoogte van deze problematiek? Dit kadert allemaal binnen de circulaire economie waar we allemaal achter staan.
Kunt u naar het voorbeeld van de duurzaamheidsvereisten voor biomassa, duurzaamheidsvereisten opleggen voor andere installaties die hernieuwbare energie produceren of opslaan?
Is het EMAS-certificaat een goed instrument om de duurzaamheid van installaties te garanderen?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, duurzaamheidscriteria inzake biomassa zoals u aanhaalt, zijn ecologische vereisten die we in een Europees kader en richtlijnen opleggen aan de grondstof. Daar waar voor biomassa een Europees kader aanwezig is, is dit niet het geval voor de meeste grondstoffen die gebruikt worden bij het vervaardigen van windturbines.
Verder moeten we opletten dat we inzake bijkomende voorwaarden voor windturbines steeds binnen de Vlaamse bevoegdheid handelen. Zo kunnen we bijvoorbeeld niet ingrijpen op zaken die als normeringen van producten kunnen worden beschouwd. Dat is federale materie. Het is een bevoegdheid van uw partijgenoot minister Peeters.
Het is belangrijk te wijzen op het feit dat er wel degelijk oog is voor de duurzaamheid van het gebruik van grondstoffen, vervaardiging, uitbaten en afbreken van windturbines en het hergebruiken van de materialen. De kritiek komt meestal van mensen die hernieuwbare energie minder genegen zijn en die vinden dat de hernieuwbare energie toch ook moet worden geproduceerd. Ik moet zeggen dat dit af en toe toch wat spielerei is.
Dit concept van gesloten kringlopen zit ook vervat in het Europees initiatief rond circulaire economie. Meer nog dan enkel te kijken naar het duurzame karakter van de grondstoffen en de ontginning, speelt de hele cyclus een rol. De sector, Europa en dus ook de Vlaamse WindEnergie Associatie (VWEA), dient hier volop en vrijwillig in te zetten om voor windturbines de kringloop te sluiten. Dit omvat dus ook de impact van bouwen en uitbaten en na de levensloop, het afbreken en hergebruiken. De potentiële verbeteringen gaan dan ook van materialen over fabricage tot bouw, uitbating en verwijdering van de turbines. Zo zijn de meeste turbinebouwers gecertificeerd voor ISO 14001 waarin steeds het engagement om te verbeteren is opgenomen.
In Vlaanderen wordt de bouw en uitbating van windturbines deugdelijk en degelijk ondersteund door een vergunningskader dat oog heeft voor de verschillende vormen van impact op mens, natuur en landschap. Daar zorgt minister Schauvliege dagelijks voor. Tegelijk gaat de sector, Vlaams maar ook internationaal, mee verder in het circulair gegeven en wordt onderzoek vandaag vooral toegespitst nog op hogere performantie van de turbines, verlengen van de levensduur van turbines, en hogere recyclagepercentages van uit dienst genomen turbines.
Meer concreet bieden EMAS en ISO 14001 vooral op lokaal vlak een antwoord op het duurzaamheidsvraagstuk en zijn ze dus een deel van het globaal verhaal dat de productie en recyclage van windturbines is. Deze milieubeheersystemen focussen namelijk vooral op de terreinen waar het bedrijf actief is, over de landsgrenzen heen hebben dergelijke certificaten minder slagkracht.
De sector besteedt inderdaad al wat aandacht aan deze problematiek. Het is goed dat we dat hier ook onder de aandacht brengen en waar mogelijk stimuleren zodat mogelijke tegenstanders van de ontwikkeling van hernieuwbare energie geen argumenten meer hebben. Ik zal minister Peeters ook aanspreken op dit element, daar kunt u van op aan.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik ben altijd zeer verheugd als andere collega's opnieuw het belang van circulaire economie onderschrijven. Het is natuurlijk zo dat we moeten opletten dat we nu niet focussen op – misschien wel, misschien niet – wat de super, super, superste duurzame hernieuwbare energie is. Het is denk ik al veel, heel veel, beter dan klassieke energie. Dus dat is alvast goed.
Verder zorgt de certificering van ISO 14001 er ook voor dat er best al wat stevige standaards zijn opgelegd inzake milieumanagement. Het lijkt me dus niet verkeerd.
Aan de tegenstanders die ons vaak proberen wijs te maken dat het volledige productieproces van windmolens toch niet zo fantastisch is, wil ik zeggen dat er over het productieproces van een kerncentrale toch nog wel één en ander te zeggen valt.
Bovendien wil ik wat de energieproductie betreft graag nog meegeven dat een windmolen in zijn eerste zes maanden alle energie produceert die nodig is geweest om hem te bouwen. Ter zake wordt immers ook soms gespind. Energetisch beschouwd is een windmolen dus al behoorlijk circulair.
Verder wil ik de collega’s er toch ook op attenderen dat men moet opletten met het stellen van heel specifieke vragen over heel specifieke sectoren als het over circulaire economie gaat. Dat doorbreekt namelijk een beetje de essentie van de circulaire economie, namelijk de totale ketenaanpak. Om die reden heeft minister Muyters in de commissie Economie wat zijn beleidsdomeinen betreft er ons op gewezen dat het de keuze van de Vlaamse overheid is geweest, terecht volgens mij, om de circulaire economie niet als een aparte cluster, niet als een apart speerpunt te installeren, maar erop toe te zien dat de circulaire economie in de vijf speerpuntclusters wordt toegepast. Mijnheer Bothuyne, als u dus kijkt naar de speerpuntcluster Flux50, dan zult u zien dat daar tal van bedrijven qua energie samenwerken om hun volledige keten, van productie tot consumptie en management, circulair te maken. Het zal dan, denk ik, zaak zijn om erop toe te zien welke vooruitgang die cluster boekt inzake circulaire economie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.