Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over het onderhoud van mountainbike- en ruiterroutes sinds de overdracht van provinciale bevoegdheden
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, mijn Limburgse collega Bert Moyaers zei me daarnet dat hij verwonderd was mij te zien in de commissie Sport. Ik denk dat ik dringend iets moet doen aan mijn sportief imago. (Gelach)
Ik ben alleszins blij dat ik hier nog eens een vraag aan u mag komen stellen, minister, want dat is geleden van 2015. Dat ging toen over net hetzelfde thema als waarvoor ik vandaag terugkom. Ik heb u toen vragen gesteld en we hebben met elkaar van mening verschild over de mountainbikeroutes en de ruiterroutes. Er was toen een discussie over de overdracht van de mountainbike- en ruiterroutes naar Vlaanderen.
Ik heb er toen op gewezen dat in Limburg, die op dat vlak marktleider is en terecht, – wie niet weet waarom dat dat terecht is, moet het maar eens bezoeken – het fietsroutenetwerk, het mountainbikenetwerk en het ruiterroutenetwerk samen werden onderhouden door de provincie. Ineens gingen twee van die drie netwerken naar Vlaanderen, wat de efficiëntie niet echt ten goede komt. Ik vroeg u waarom precies die twee. U hebt toen gezegd dat sport geen provinciale bevoegdheid is en dat dit naar Vlaanderen kwam. Dat was terecht. Ik wil er absoluut niet over discussiëren. We hebben toen wel een tijdje van gedachten gewisseld waarom mountainbiken en ruiteren sport zijn en geen recreatie, maar fietsen wel. We verschilden daarover van mening, maar die discussie is gevoerd. De mountainbike- en ruiterroutes werden overgeheveld naar Vlaanderen.
In het verleden konden die routes heel efficiënt samen worden onderhouden. Ik heb u toen gevraagd om erover te waken dat ze efficiënt onderhouden zouden blijven worden. U hebt daar toen uw engagement voor gegeven.
Minister, ik was dan ook redelijk verbaasd toen ik een brief die op 21 december 2017 was vertrokken, ontving op het gemeentehuis. Daarin stond dat vanaf 1 januari 2018 de gemeentes verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de mountainbikeroutes. Ik kan eerlijk gezegd niet meer volgen. Dat Sport een Vlaamse bevoegdheid is, daar valt niet aan te tornen. Dat is afgesproken en staat in het regeerakkoord. Ik wil daar, voor alle duidelijkheid, dus niet op terugkomen. Is mountainbiken recreatie of sport? Is fietsen recreatie of sport? Ruiteren staat waarschijnlijk nog het verst van sportbeoefening af, maar goed, die keuzes zijn gemaakt. Ik heb toen gevraagd om de efficiëntie in de gaten te houden. Nu stel ik vast dat nadat Vlaanderen dit naar zich toe heeft getrokken, de gemeentes het maar moeten doen.
Minister, waarom haalt u de routes weg bij de provincie om daarna aan de gemeentes te vragen om ze te onderhouden? Erkent u de inefficiëntie van deze manier van aanpak? Wat gaat u doen om deze absurditeit op te lossen?
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik ben geen ruiter, maar wel een amateurmountainbiker, hoewel ik toch heb ingezien dat technische rijvaardigheden er een essentieel onderdeel van uitmaken. Op dat gebied is er nog veel progressie mogelijk.
Sinds 1 januari 2018 behoort Sport niet meer tot de provinciale bevoegdheden. Uit een artikel dat op 19 januari in Het Belang van Limburg verscheen, blijkt dat er nog wat vragen zijn over het eerstelijnsonderhoud van de mountainbike- en ruiterroutes op het grondgebied Limburg. Tot vorig jaar stuurde de provincie Limburg een onderhoudsploeg voor deze routes. Nu zouden de Limburgse gemeenten zelf de kosten moeten dragen. Het provinciebestuur schat de kosten op zo’n 20.000 euro per jaar. In de andere provincies stonden de lokale besturen voordien reeds in voor het onderhoud van die routes.
Het prachtig fietsroutenetwerk van de provincie Limburg blijft wel onder de bevoegdheid van het provinciebestuur omdat dat tot het domein Toerisme en Recreatie behoort. Er zijn bovendien overlappingen tussen het fietsroutenetwerk en de mountainbikeroutes, waardoor het niet volledig duidelijk zou zijn wie nu instaat voor het onderhoud van welke stukken van de routes. Er zou op Vlaams niveau bekeken worden welke overgangsmaatregelen er mogelijk zijn met betrekking tot het onderhoud van de verschillende routes.
Minister, kunt u meer toelichting geven bij de verdeling van het onderhoud van de verschillende routes? Wie staat er in voor het onderhoud van de fietsroutes, de mountainbikeroutes en de ruiterroutes? Is er in overgangsmaatregelen voorzien voor de provincie Limburg? Zijn er vanuit de andere provincies vragen gekomen omtrent het onderhoud van de verschillende routes?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben al heel blij te horen dat niemand in vraag stelt dat deze bevoegdheid is overgekomen. Dat is ook logisch, want u hebt zelf in het parlement de overgang goedgekeurd op 9 november 2016. Dat het effectief tot de Vlaamse bevoegdheid behoort, is geen voorwerp meer van discussie. Het is aan mij om uit te voeren wat u beslist.
Samen met de provincies werd voor elke taak een vernieuwd uniform Vlaams sportbeleid voorbereid via verschillende werkgroepen. In het hele transitieproces was het steeds de bedoeling om te komen tot een uniform Vlaams beleid, wat betreft bijvoorbeeld G-sport en evenementen. Welke evenementen worden er gesteund en welke niet? Het kon niet meer zoals het in het verleden dat er bijvoorbeeld voor evenementen in Limburg geen ondersteuning was, maar in de andere provincies wel.
Bij G-sport was dat overigens hetzelfde. G-sport in Limburg wordt beperkt ondersteund, in Antwerpen is dat zeer sterk uitgebouwd. Qua infrastructuur is er beperkte ondersteuning in Limburg. Elders is dat veel meer ondersteund. De bedoeling was een uniform beleid te hebben en ook voor de ontwikkeling van die routes tot een uniform beleid te komen.
In de werkgroep hebben we dat allemaal behandeld. Collega Ceyssens, over het onderhoud van de mountainbikeroutes en -netwerken was er weinig discussie. Dat is ook logisch, omdat er een Vlaamse richtlijn beleid is geweest. De Vlaamse richtlijn zei dat het onderhouden van de mountainbikeroutes de taak was van de gemeente. Al van in 2012 was dat de richtlijn.
Wat is de taakstelling vanaf 1 januari 2018 voor de verschillende routes? De fietsroutes en de fietsknooppunten werden gecatalogeerd als toeristische activiteiten. De bevoegdheden bleven bij de provinciale toeristische dienst en de overheveling heeft dus geen invloed op deze taken van de provincie.
Voor de ruiterpaden, de mountainbikeroutes en de loopomlopen is het algemeen principe voor de taakverdeling als volgt: Sport Vlaanderen staat in voor de coördinatie en de ontwikkeling van nieuwe routes en nieuwe netwerken samen met lokale partners. Sport Vlaanderen zorgt verder voor de nodige beleidsmatige, organisatorische en dienstverlenende ondersteuning, zoals instaan voor materiaal, de palen, de wegwijzerbordjes, de startpanelen, de netwerkborden, de connectieborden, de kaartontwikkelingen en de lay-out. Ze voeren ook de promotie en staan in voor de promotieflyers, de routebeschrijvingskaarten, de website en de appontwikkelingen, en dat doen ze samen met RouteYou. Ze coördineren en volgen de kwaliteitscontrole op. Ze zetten het netwerk van peters met vrijwilligers op, probleemrapporteringsystemen en online toertochtkalenders . Dat zijn zaken die Vlaanderen heeft ontwikkeld of verder zal ontwikkelen.
De lokale besturen moeten dan instaan voor het plaatsen en onderhouden van de bewegwijzering en het onderhoud van de paden, wat volgens die richtlijn eigenlijk al moest gebeuren. Het is een heel efficiënte en logische manier van werken. Het onderhoud kan lokaal gebeuren met een beperkte verplaatsing en met kennis van de lokale situatie. Een mobiele ploeg die vanuit Vlaanderen elke provincie zou rondrijden, lijkt veel minder efficiënt.
Wat de vragen uit andere provincies betreft en de overgangsmaatregelen voor Limburg, hebben noch ik, noch mijn administratie vragen ontvangen vanuit andere provincies dan Limburg over het onderhoud van de route. De andere gemeenten deden het al, het is dan ook logisch dat de andere gemeenten uit die provincie met vragen daarover komen.
Voor het onderhoud van de mountainbikeroutes is er nog wel een uitzondering in West-Vlaanderen. Daar blijft de provinciale toeristische dienst Westtoer een deel van het onderhoud op zich nemen met eigen middelen. Dat is het resultaat van de gevoerde onderhandelingen in het kader van de verevening.
Er zijn geen concrete overgangsmaatregelen gepland voor de provincie Limburg. Ik verklaar hierna waarom dat ook niet nodig is. De provincie Limburg nam destijds eenzijdig de beleidskeuze om vanaf 2012 de gemeenten volledig te ontlasten van het onderhoud van de mountainbikeroutes en -netwerken, wat een afwijking was van het Vlaams richtlijnenkader.
Het uitgangspunt bij de verevening was de BBC en de jaarrekening 2014 van de provincies. Voor Sport is bekeken welke uitgave er onder Sport werden gedaan en welk personeel werkzaam was bij de sportdienst. De middelen en het personeel voor een onderhoudsploeg stonden niet onder Sport, maar onder Mobiliteit. Omdat de hoofdtaak, met name het onderhoud van de fietsknooppunten, bij de provincie bleef, is het gros van dat budget ook voor de mobiele ploeg bij de provincie gebleven.
Vanuit Limburg is er 15.000 euro overgemaakt voor de taak, voor het onderhoud en voor alles wat de routes betreft. Als ik die 15.000 euro voor Limburg vergelijk met de middelen die door andere provincies zijn overgemaakt voor de routes, dan hebben de andere provincies 9500 euro, 30.400 euro, 18.737 euro en 10.582 euro overgemaakt. Als u dan weet dat Limburg de marktleider is, dan zit die 15.000 euro bij dezelfde hoegrootheid van middelen die zijn overgemaakt voor de routes door de andere provincies. Met dat geld gaan wij de taken uitvoeren die we hebben overgenomen van de andere provincies en de provincie Limburg. Dat zijn de coördinerende taken die ik daarnet heb beschreven. Die 15.000 euro is in dezelfde grootteorde als de andere provincies. Voor het onderhoud als dusdanig hebben wij de middelen en ook de mensen niet gekregen.
Ik kan dus alleen maar vaststellen dat de provincie Limburg de gemeenten heeft ontlast, maar de middelen daarvoor niet heeft overgeheveld. De taak is zoals die overal is voor de gemeente, en zoals die is gepland in de richtlijn. De overgedragen middelen zullen dus worden ingezet, alles bij elkaar 84.000 euro, voor de rol die ik heb beschreven voor heel dit netwerk.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, de brief die we hebben ontvangen, gaat volgens mij alleen over de mountainbikeroutes. Wat dan met de ruiterroutes? Worden die wel nog door Vlaanderen onderhouden? Op sommige plaatsen liggen die naast elkaar. Dat zou betekenen dat de gemeente, de provincie en Vlaanderen daar passeren. Dat lijkt me niet echt efficiënt.
Ik frons de wenkbrauwen als ik hoor dat in West-Vlaanderen een mountainbikeroute wel provinciale bevoegdheid kan blijven omdat het als een toeristische route wordt bekeken. Laat dat nu net de discussie zijn waarover we het de vorige keer hebben gehad: de interpretatie van wat is nu sport, wat is recreatie en wat is toerisme? Daar gaat het hier over.
Nogmaals, in alle duidelijkheid, ik zeg niet dat de sportbevoegdheden niet volledig naar Vlaanderen moeten komen. Daar is geen discussie over, dat is afgesproken in het regeerakkoord. De vraag is: gaat het hier werkelijk over sport? Vorige keer hebt u gezegd: 'mountainbike en ruiter, voor mij wel'. Nu hoor ik wel dat mountainbiken in West-Vlaanderen een toeristische aangelegenheid is.
In Limburg komen er ook heel veel toeristen onthaasten. Ofwel brengen ze de fiets of de mountainbike mee, ofwel brengen ze hun paard of een koets mee, om op een iets avontuurlijker manier te onthaasten. Wat met de ruiterroutes? Waarom kan die uitzondering voor de toeristische mountainbikeroute wel in West-Vlaanderen en niet in Limburg?
Ik heb ook mijn wenkbrauwen gefronst, maar dan toch bij iets anders. Van wat er vanuit de provincies is overgegaan naar Vlaanderen voor bovenlokale sportevenementen, regiowerking, bovenlokale sportinfrastructuur, G-sport enzovoort, zal Limburg ook meer kunnen profiteren dan voorheen. Als ik een Limburger was, dan zou ik zeggen: toppie, geweldig. Er gaat in Limburg dus meer voor sport gebeuren dankzij de overheveling naar Vlaanderen. Dat lijkt me dan mooi.
Minister, in Limburg was er een onderhoudsploeg gepland, maar die zat dus niet onder het departement Sport, wel onder Mobiliteit. Er is een overheveling van middelen naar Vlaanderen voor Sport, maar het geld voor onderhoud zat er dus niet in. Gedeputeerde Vandenhove zegt dat Vlaanderen zich niet aan de afspraak houdt, dat het niet de gemeenten zijn die moeten betalen. Ik stel een retorische vraag: moeten de gemeenten dan een brief schrijven aan de andere gedeputeerde – ik heb zijn naam opgezocht, Jean-Paul Peuskens –, van Mobiliteit, want die heeft de centen wel voor dat onderhoud? Ik zal nu eens stout zijn: houdt de provincie Limburg geld achter voor de gemeenten voor het onderhoud?
Als er een onderhoudsploeg was gepland – dat zit bij het departement Mobiliteit, niet bij Sport –, dan is het wel handig om dat over te hevelen. Het is eigenlijk geld voor het onderhoud van de mountainbikeroutes. Zal de heer Vandenhove niet naar de overkant gaan bij de heer Peuskens en vragen om zijn schuif open te trekken en die centen te geven aan de gemeenten van Limburg? Dat zou toch geweldig zijn.
De Vereniging van de Vlaamse Provincies is vorige week bij ons op bezoek geweest en heeft gezegd: 'Wij zijn uw streekmotor.' Ik heb de indruk dat provinciebesturen veeleer een motor zijn met streken. Ik zou dan ook willen vragen dat de gemeenten het recht hebben om aan de provincie te vragen: 'Geef het budget eens hier, want wij hebben daar dus ook recht op.' Het is bizar dat het onderhoud van mountainbikeroutes blijkbaar niet mee zou zijn overgekomen naar de Vlaamse overheid.
Minister Muyters heeft het woord.
Collega Meremans, ik had dat gevoel ook. Vandaar dat ik zei dat die 15.000 euro in dezelfde lijn zit als de rest die is overgedragen. Vanuit de provincie Limburg is 500.000 euro voor Sport overgekomen naar Vlaanderen. In het totaal is er van alle provincies 7,2 miljoen euro overgekomen. Dat bewijst dat er een beperkte werking voor Sport was in Limburg, voor G-sport, voor evenementenondersteuning en voor bovenlokale infrastructuur. Doordat dat nu voor iedereen hetzelfde zal zijn, zal die 7,2 miljoen euro gelijker worden verdeeld in functie van de evenementen die worden georganiseerd.
Uw idee dat alles bij elkaar Limburg gaat winnen bij de overdracht, is juist omdat ze een relatief beperkte sportactiviteit ondersteunden. Dat is de bluts met de buil. Bij Cultuur is het misschien weer iets anders. Voor het onderhoud van de paden is het ook iets anders, want daar doet Limburg het anders dan was afgesproken op het Vlaamse niveau. De gemeenten krijgen wat minder, maar in totaal zal de provincie Limburg erbij winnen door het gemeenschappelijk beleid.
Mijnheer Ceyssens, het onderhoud van alle routes is voor het lokale niveau. Als het in die brief enkel over mountainbikeroutes gaat, zal ik nog eens navragen waarom het alleen daarover gaat. Voor zover ik weet, is ook het onderhoud van de ruiterroutes voor de lokale overheid. Er is dus zeker geen Vlaamse ploeg die de ruiterroutes zal onderhouden. Voor de efficiëntie lijkt mij dat ook vanzelfsprekend. Dan moeten we geen drie ploegen op pad sturen.
Bij de verevening heeft West-Vlaanderen gezegd dat ze het geld voor die routes overdragen, dat de gemeenten het onderhoud moeten doen, maar dat zij dat toch zullen opnemen: 'Jullie krijgen het geld, maar wij blijven de taken doen.' Dat is de filosofie die daarachter zit. Politiek is het overgedragen, maar zij nemen het over. Dat is wat er in West-Vlaanderen is gebeurd.
Als er een firma zegt dat ze dat gratis doet, dan is dat blijkbaar de manier waarop dat bij de verevening is afgesproken en toen ook politiek is afgeklopt. Dat is de situatie in West-Vlaanderen. Wij kregen de centen, en zij willen de taken blijven doen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, alvast bedankt voor de verduidelijking voor de ruiterroutes. Ik neem er kennis van dat we als gemeente nog meer taken naar ons toegeschoven krijgen. Nogmaals, ik heb die brief van voren naar achter en van achter naar voren gelezen en ik lees alleen: 'mountainbikeroutes'. Daarover moet dan toch nog enige verduidelijking komen.
De vragen aan de gedeputeerden moeten in de provincieraden worden bekeken. Ik dacht dat die middelen voor het fietsroutenetwerk onder Mobiliteit zouden zitten. Dat lijkt me logisch. Dat was precies de kracht van het hele verhaal in Limburg. Die routes liggen echt niet ver van elkaar, op sommige plaatsen liggen ze zelfs naast elkaar en ze konden gelijktijdig worden onderhouden.
Minister, als die centen van Mobiliteit naar Vlaanderen waren gekomen, dan mocht Limburg dat wel verder blijven onderhouden. Ik heb het alleszins nooit zo begrepen dat er een mogelijkheid was om het wel zelf te blijven onderhouden. Ik had begrepen dat, omdat het Sport was, men het moest afstaan aan Vlaanderen. Voor mij is dat een nieuw element, waarover ik mij verder eens zal bevragen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld