Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik zal de mondelinge toelichting van mijn vraag wat korter houden dan de schriftelijke versie. Ik denk dat alle collega's hier, of toch degenen die geïnteresseerd zijn, de vraag gelezen hebben of zelfs hebben voorbereid.
De aanleiding voor mijn vraag was inderdaad een besluit van de Waalse Regering dat een aantal zaken regelde inzake de inplanting van windmolens zoals exploitatie, geluid, periodieke slagschaduw, toegestane magneetvelden en nog andere. Blijkbaar leidde dat tot een versoepeling van de geluidsnormen en de slagschaduw. Er werd een beroep ingesteld tegen het besluit bij de Raad van State.
De Raad van State heeft dit besluit vernietigd. Over deze sectorale voorwaarden voor windmolenparken had de Raad van State een prejudiciële vraag gesteld aan het Europees Hof van Justitie. Daarvoor verwijs ik naar mijn tekst. Samengevat zouden we kunnen zeggen dat het Europees Hof gesteld heeft dat er een milieueffectenrapport zou moeten worden opgemaakt of toch aan een aantal voorwaarden zou moeten worden voldaan om windmolenparken te plaatsen. De Raad van State heeft het arrest van het Europese Hof van Justitie gevolgd. Dat betekent dat er in Wallonië een juridisch probleem ontstaan is voor de windturbineparken, waar een aantal gevolgen aan verbonden zijn.
Minister, mijn vraag werd ingegeven door een aantal mensen die me daarover hebben gecontacteerd. Gaat u ermee akkoord dat door dit arrest rechtsonzekerheid dreigt voor tal van onshorewindturbineprojecten? Hebt u overlegd met minister Schauvliege? Wat is überhaupt het gevolg van dit arrest van het Europees Hof van Justitie en de uitspraak van de Raad van State wat betreft Wallonië? Heeft dat ook gevolgen voor de Vlaamse regelgeving wat betreft de sectorale normen? Welke impact heeft dit arrest? Ik vind het daarom spijtig dat de vragen op de agenda verwisseld zijn. Wat zou dit voor gevolgen kunnen hebben met betrekking tot het luik van de productie van hernieuwbare energie in het licht van het interfederale Energiepact?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, de problematiek van de arresten-D’Oultremont van het Hof van Justitie en de Raad van State is inderdaad bekend. Op basis van het betreffende arrest van het Hof van Justitie, dat inderdaad door de Raad van State werd gevolgd, staat het vast dat wanneer wetgeving het kader vormt voor het verlenen van vergunningen, deze ook onder het toepassingsgebied van de plan-MER-richtlijn valt. Het gaat om een principieel arrest met een ruim toepassingsgebied.
De kern van deze rechtspraak betreft echter niet een inhoudelijke discussie maar eerder een vormgebrek. Deze materie behoort tot de bevoegdheid van mijn collega-minister Schauvliege. Dit is een complex juridisch probleem en minister Schauvliege is betreffende deze problematiek en de draagwijdte van deze rechtspraak momenteel druk het arrest aan het bestuderen. Ook de administratie doet dat. Aangezien deze analyse nog aan de gang is, zou het onkies zijn om op dit moment als minister van Energie daarover uitspraken te doen. Ik hoop dat men begrip heeft voor het feit dat ik dat ook niet zal doen. Indien u meer informatie nodig hebt betreffende deze problematiek en deze bevoegdheid, wendt u zich het best tot mijn collega Schauvliege.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik heb er alle begrip voor dat u niet nader kunt ingaan op de vragen. Ik heb daarom ook gevraagd of er overleg was met de bevoegde minister Schauvliege. Het is inderdaad een complex juridisch probleem dat nader bestudeerd moet worden. Als het arrest ten gronde is bestudeerd, zal ik haar vragen welke gevolgen dit zal hebben. Het is belangrijk dat wij zo snel mogelijk weten welke de gevolgen van dit arrest zullen zijn, want het kan, zoals u zelf zegt, wel een grote impact hebben op een en ander. Wanneer ik minister Schauvliege hierover heb ondervraagd en meer weet, dan kom ik bij u terug.
De vraag om uitleg is afgehandeld.