Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de betrokkenheid van de (petro)chemische sector bij de totstandkoming van het interfederale Energiepact
Verslag
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik had deze vraag om uitleg al in december van vorig jaar ingediend, maar ze is nog altijd actueel. Ondertussen hebben we al heel wat kunnen lezen in de media, maar ik denk dat het niet slecht is om ook in dit halfrond een stand van zaken te geven rond dat Energiepact, vertrekkende vanuit de tekst die op dit moment voorligt en die is opgemaakt door de vier energieministers.
Op dit moment lijkt er wat stilte te zijn. Hopelijk is dat goed nieuws en betekent dat ook dat die energievisie kan uitmonden in een Energiepact, waarbij er afspraken worden gemaakt over de partijgrenzen heen, het liefst ook nog samen met de oppositie, zodat er een stabiele tekst op tafel ligt, die de toets van de verkiezingen kan doorstaan op lange termijn, zodat we uiteindelijk evolueren naar een visie die politieke stabiliteit geeft, maar die ook het investeringsklimaat garandeert om de omslag naar hernieuwbare energie voor eens en voor altijd te maken.
De minister-president heeft op een bepaald moment aangekondigd dat er ‘op een vrijdag’ een akkoord zou zijn. Er is ook al overleg geweest met de minister-president en de Federale Regering. We lezen echter elke dag dat er nog wel wat vragen zijn, en dat zet een rem op die noodzakelijke investeringen in hernieuwbare energie.
Hoever staat het vandaag met de realisatie van dat interfederale Energiepact? Zijn er de afgelopen weken nog gesprekken geweest? Staan er nog gesprekken op de agenda?
Hebt u zicht op een eindpunt waarop de tekst kan worden afgeklopt? Is er intussen ook binnen de Vlaamse Regering een gedragen visie betreffende de kernuitstap? Zo ja, wat is die visie? Zo neen, hoe zult u ervoor zorgen dat er een gedragen visie komt?
De heer Danen heeft het woord.
Het Energiepact beroert al een aantal weken de gemoederen. Wat de Vlaamse Regering met dit pact van plan is, is me niet meer zo duidelijk. Ik verneem wel dat premier Michel nog deze maand wil gaan samenzitten met de chemie- en farmasector over de impact van het pact. Misschien is dat ondertussen al gebeurd. Deze vraag dateert immers van begin deze maand.
Vooral de petrochemiebedrijven uiten zware kritiek op het pact. Om een antwoord te kunnen bieden op die kritiek, zal de premier de zogenaamde High Level Group Chemie en Life Sciences bijeenroepen.
Minister, de petrochemiebedrijven behoren tot de grootste stroomverbruikers in ons land. Een verhoging van de energiefactuur zou hun productiekosten dan ook gevoelig verhogen. De chemiefederatie essenscia had eerder al een gelijkaardige kritiek laten horen. Tijdens eerdere besprekingen aangaande het ontwerp van dit pact werd gesteld dat iedereen betrokken werd. De reactie van de chemie- en farmasector laat minstens vermoeden dat althans zij niet of niet voldoende betrokken zijn geweest. Vandaar mijn vraag: werden de vertegenwoordigers van de petrochemiebedrijven om advies gevraagd bij het uitwerken van het ontwerp van het pact? Door wie werden die chemie- en petrochemiebedrijven vertegenwoordigd? Werd de chemiefederatie essenscia geraadpleegd bij het opstellen van het ontwerp van het pact? Werden de ingewonnen adviezen mee verwerkt in het ontwerp van het Energiepact? Indien niet, waarom niet? Indien de chemie- en petrochemiebedrijven niet werden betrokken bij het uitwerken van het Energiepact, wat was de reden daarvoor?
Premier Michel wil de High Level Group Chemie en Life Sciences bijeenroepen. Is het Vlaamse Gewest ook vertegenwoordigd in dat overlegorgaan? Indien niet, kan het Vlaamse Gewest of u als minister vragen om alsnog uitgenodigd te worden op die bijeenkomst?
Minister Tommelein heeft het woord.
Bedankt voor de vragen, collega’s. Ook bedankt voor de bezorgdheid rond het Energiepact. Zoals aangekondigd door de Federale Regering en de federale minister van Energie en de eerste minister, is het momenteel wachten op de studie die de federale minister heeft besteld. Sowieso worden de teksten nu bekeken en hier en daar verfijnd. Wij hebben de visienota wel al besproken op de interkabinettenvergaderingen, maar de tekst zelf is nog niet op de regering geweest. Ook daar hebben wij duidelijk laten verstaan, zowel de minister-president als ikzelf, dat wij nu eerst wachten tot het op federaal niveau zijn beslag heeft gehad.
Ik heb hier in de commissie ook al een paar maal gezegd dat de kernuitstap een federaal issue is en dat dat daar zijn beslag moet kennen. Ik vind de pogingen om het altijd maar weer hier op het Vlaamse niveau te brengen, misschien wel lovenswaardig. Ik kan alleen maar zeggen dat ik altijd ben blijven uitgaan van de resolutie van het Vlaams Parlement, die hier is goedgekeurd. Ik denk niet dat ik mij er als Vlaams minister van Energie aan moet wagen om andere standpunten in te nemen dan wat jullie hier zelf kamerbreed hebben goedgekeurd en aangenomen. Ik zal nog eens citeren uit de resolutie: “Minstens worden de huidige federaal besliste kernuitstap en de doelstellingen van de Europese Energie-Unie als uitgangspunt genomen.” Het is dus het Vlaams Parlement zelf dat in zijn resolutie gezegd heeft dat de Vlaamse Regering dit moet doen. Als ik dan als Vlaams minister van Energie aan tafel zit met de federale, Waalse en Brusselse regeringen, ben ik wel de allerlaatste die de beslissingen die genomen zijn op het federale niveau, in vraag mag stellen, want het Vlaams Parlement heeft in zijn resolutie uitdrukkelijk gezegd dat ik dat niet mag doen en dat ik die uitgangspunten moet bewaken.
Voor de rest kent iedereen mijn standpunt en mijn motivatie. Mijn motivatie is inderdaad dat ik een Energiepact moest maken. En we zijn het daar allemaal over eens. Ik heb de voorbije weken gesprekken gevoerd en iedereen, meerderheid en oppositie, is het over één iets eens: dat Energiepact moet er komen, dat Energiepact is noodzakelijk.
Er staat heel wat in dat Energiepact dat op geen enkele manier de discussie al heeft gehaald. Dat vind ik bijzonder jammer, omdat sommige mensen smalend hebben gedaan over het Energiepact, zeggende dat het maar 22 pagina's telt. Ik stel vast dat heel veel mensen een stukje van een pagina hebben gelezen, en de 21 andere pagina's niet. Ik ben daar zeer bezorgd over. Dit gaat niet over de gewone man in de straat. Het gaat over leidende figuren in onze samenleving, die in hun standpunten en vragen aan mij duidelijk aantonen dat ze het Energiepact niet eens hebben gelezen. Dat is heel betreurenswaardig.
Het is nodig voor de toekomst, voor onze samenleving, voor onze kinderen en kleinkinderen. We moeten dringend, nu, actie ondernemen op het vlak van renovatie, van mobiliteit, van energieproductie enzovoort, maar finaal is het blijkbaar te veel gevraagd om het document toch eens door te nemen. Nu moeten wij wachten tot de studie die door de federale overheid wordt aangekondigd, eerst op tafel ligt voor we met de Vlaamse Regering verder kunnen gaan.
Mijnheer Danen, er is een ander traject gereden dan bij de Stroomversnelling. De Stroomversnelling, de Vlaamse energievisie, dat ging vrij vlot. We hebben experts, burgers en organisaties samengebracht en die hebben allemaal een engagement ondertekend dat ze zouden meewerken. Dat hebben ze ook gedaan. We hebben een finale tekst gemaakt, die naar de regering is gestuurd en de regering heeft die unaniem en zonder enige discussie goedgekeurd. Dan is die tekst naar hier gekomen en iedereen is het erover eens.
Trouwens, heel wat elementen van de Stroomversnelling zitten in het Energiepact. Om een voorbeeld te geven: wat mobiliteit betreft, hebben wij in de Stroomversnelling uitspraken gedaan en standpunten ingenomen over fossiele brandstoffen die we voor wagens gaan gebruiken. We hebben duidelijk gezegd dat we de richting van milieuvriendelijke wagens willen uitgaan tegen 2035. Ik ben ervan overtuigd dat dat nog sneller kan. Als andere gewesten nog sneller willen gaan, moeten ze dat maar doen. In het Energiepact staat ook 2035. Dat is de Vlaamse visie die is overgenomen door de interfederale ministeriële groep.
Eerst hebben we in de Stroomversnelling gevraagd om mee te werken. Interfederaal hebben we dat anders gedaan. We hebben zowel voor de burgers als voor de stakeholders bevragingen georganiseerd. Elke stakeholder, zowel de industrie als de milieuverenigingen, hebben kunnen deelnemen aan de bevraging die net voor de zomer plaatsvond. Iedereen heeft zijn insteek gegeven, ook essenscia. Het is niet zo dat we na de bevraging nog eens de verschillende stakeholders bij elkaar hebben geroepen en uitgenodigd voor het verdere traject.
Heel wat mensen hebben mij gezegd dat dit er al moest liggen in 2015. Ik heb inderdaad – ik geef dat eerlijk toe – gesleurd en getrokken om dat eind 2017 af te werken. Nog eens overleg plegen met alle stakeholders ging alleen maar zorgen voor nog meer vertragingen. De insteek van de verschillende stakeholders is gebundeld en diende als insteek voor het pact. Ik heb begrepen dat een aantal sectoren zich zorgen maken, voornamelijk over de prijs, over de factuur voor de ondernemingen. Ook dat zit in het Energiepact, ook daar hebben we de energienorm in meegenomen. Die moet dan verder op het federale niveau worden uitgewerkt. Ondertussen hebben wij op het Vlaamse niveau al de ‘supercap’ ingevoerd.
De eerste minister heeft de federale High Level Group Chemie en Life Sciences bijeengeroepen. In die federale groep zijn wij als Vlaamse Gewest niet vertegenwoordigd. Op Vlaamse niveau bestaat er ook een dergelijke werkgroep. Het spreekt natuurlijk voor zich dat ik met de organisaties die zich zorgen maken, wel gesprekken voer. Vorige maandag was ik op een werklunch bij Agoria. Daar heb ik iedereen toegesproken en iedereen kon mij vragen stellen. Er zijn uiteraard ook gesprekken met het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) en met essenscia. Met iedereen die op dit moment zijn bekommernis uit, zijn er gesprekken. Finaal wachten wij tot de studie van de federale overheid wordt opgeleverd.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat het Energiepact nu in de wachtmodus zit. Als ik alle studies die nu beschikbaar zijn – het is een complexe materie, daarover zijn we het eens –, bekijk, dan is mijn redenering dat, ongeacht de beslissing die er wordt genomen – of we nu een volledige kernuitstap doen in 2025 of een gedeeltelijke en we houden nog twee kerncentrales over –, de energiebevoorrading altijd een probleem zou zijn, zeker tot 2030. Zelfs met het scenario dat de N-VA twee kerncentrales openhoudt omdat we anders een probleem hebben met de energiebevoorrading, zullen we nog bijkomende initiatieven moeten nemen om de energiebevoorrading te garanderen. Over die conclusie zijn we het eens.
Als we bijkomende initiatieven moeten nemen zoals bijvoorbeeld gascentrales, en er moeten ondersteuningsmechanismen worden ontwikkeld om die te stimuleren, dan gaan we onder toezicht van Europa staan. Na het afkloppen van een energievisie gaan we de week daarop niet met gascentrales kunnen beginnen. We staan onder toezicht van Europa, en dat is een heel strenge procedure, die ook heel lang duurt en complex is en waarvoor heel doordachte dossiers moeten worden opgemaakt, en waar vooral tijd in kruipt. Kunnen we de wachtmodus dan nu niet gebruiken om de gesprekken met Europa op te starten? Kunt u dat initiatief niet nemen met de vier ministers, om de tijd die we nu verliezen omdat we moeten wachten, te winnen met Europa? Als uiteindelijk blijkt dat dat niet nodig is, dan hebben we tenminste geen cruciale tijd verloren.
We gaan naar verkiezingen. Als we in de tweede helft van 2018 met Europa moeten gaan onderhandelen, vrees ik dat er niets meer gaat gebeuren tot na de verkiezingen van 2019. Dan gaan we misschien echt te laat zijn. Dus ik zou eigenlijk willen vragen of die redenering klopt. Kunnen we niet nu – in de wachtmodus – vanuit de vier ministers een initiatief nemen om al gesprekken op te starten met Europa? Kunnen we niet nu al dossiers opmaken om de energiebevoorrading, die toch nodig is, te garanderen? Dan kunnen we later nog beslissen hoeveel van die gascentrales er moeten komen. Dan hebben we tijd gewonnen door de gesprekken die we toch moeten voeren met Europa al op te starten.
We hebben inderdaad lang gewacht op die energievisie, en toch lijkt het een beetje op haastwerk. Als we een aantal cruciale sectoren weinig of niet hebben geraadpleegd, maak ik me toch wel wat zorgen. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik hun mening ter zake volg.
Ik wil even ingaan op die wachtmodus. Ik heb vernomen dat de tijd die we het federale niveau geven om te studeren, een maand zou zijn. Klopt die termijn? Wil dat zeggen dat in de loop van februari het resultaat van de studie bekend zal zijn? Kunnen we dan overgaan tot een definitieve beslissing rond het Energiepact? Is dat de timing die u vooropstelt?
Voor alle duidelijkheid: de reacties die ik hier nu krijg, slaan allemaal op federale materie. De aanmelding bij Europa, de gascentrales enzovoort, dat zijn allemaal federale bevoegdheden. U vraagt mij nu dus om de federale bevoegdheden over te nemen. Dat ga ik dus niet doen. Ze zouden dat trouwens niet toestaan.
Al wat u zegt, staat wel degelijk in het Energiepact. U hebt gelijk, mijnheer Beenders, we moeten … Als we gascentrales zullen bouwen… het is geen kwestie meer van ‘misschien bouwen’, we zullen ze bouwen want we kunnen niet anders. We hebben twintig jaar geleden in dit land niet beslist om andere dingen te doen. We hebben beslist om geen nieuwe kerncentrales te bouwen. We hebben zelfs tot driemaal toe beslist om ze af te bouwen. We hebben nog niet zo lang geleden in de Kamer beslist om ze in 2025… En hier in dit parlement hebben we een resolutie goedgekeurd waarin staat dat dat het standpunt blijft van het Vlaamse Parlement. Dus, ja, ik wil wel hé.
Dat we zullen moeten aanmelden en dat we zullen moeten ondersteuningsmechanismen instellen, dat is overduidelijk. Trouwens, bij mijn weten, volgens mijn informatie, is federaal minister van Energie Marghem daar ook mee bezig en is er op dit moment een studie besteld die dat allemaal moet gaan regelen. Dat toont ook aan wat de ‘sense of urgency’ is van het Energiepact.
Als we één iets leren uit heel de discussie, dan is het dat het dringend is, dat het nu moet gebeuren, dat er beslissingen moeten vallen. We kunnen blijven over één element in het Energiepact discussiëren, maar ondertussen vergeten dat er een pak andere elementen in staan, onder andere de aanmelding van de procedures bij Europa. Iedereen weet dat, ik heb daar ook onlangs met de heren Gryffroy, Bothuyne en Schiltz nog over gepraat, dat zal moeten.
We zullen sowieso een transitie moeten regelen om de kerncentrales die zullen worden gesloten, vroeger dan 2025, op te vangen. Dat zal moeten gebeuren. Trouwens, er zijn een aantal gassites die klaarstaan om opgestart te worden, onder andere in de gemeente Dilsen-Stokkem, de burgemeester is hier aanwezig. De vergunningen zijn effectief klaar en het is slechts een kwestie van opstarten.
Minister, ik vraag u helemaal niet om de bevoegdheden van de federale overheid over te nemen. Ik vraag u gewoon om uw autoriteit te gebruiken in het overleg dat u hebt met de vier ministers en om die sense of urgency te benadrukken. Dat was mijn oproep aan u.
Ik denk dat niemand had verwacht dat we nu in wachtmodus zouden zitten. Iedereen had gehoopt dat de beslissing al was genomen, en dan kon de volgende procedure al worden opgestart, dan kon de aanmeldingsprocedure van Europa al gebeuren. Nu we in wachtmodus zitten, moeten we daar niet op wachten. Ik vraag u als minister om – door dit interfederale Energiepact hebt u veel overlegd met de andere ministers, het zijn dezelfde partijen in de verschillende regeringen – geen ‘crucialiteit’ verloren te laten gaan. Het zou jammer zijn, mochten we achteraf tot de conclusie komen dat we de timing niet halen omdat we nu tijd verliezen, en een volgend probleem creëren terwijl we nu kunnen anticiperen. Dat is het enige dat ik u vraag.
De kwestie rond de timing blijft bestaan. Ik heb geen antwoord gekregen op die vraag. Dus ik stel ze opnieuw. Klopt het dat er in de loop van februari een definitieve studie komt waarop we vrij snel kunnen komen tot een definitieve beslissing? Of klopt dat niet?
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.