Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de vernietiging door de Raad van State van het GRUP Uplace
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, zoals u weet heeft de Raad van State op 22 december vorig jaar het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringplan (GRUP) voor het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen vernietigd. Dat was eigenlijk een aangekondigde vernietiging want ook in mei vorig jaar had de auditeur van de Raad van State de vernietiging van de vernieuwde ruimtelijke plannen voor Uplace al geadviseerd.
Om nog iets verder te gaan in de tijd: ook al in 2014 had de Raad van State een oorspronkelijk GRUP uit 2011 vernietigd, waarna de Vlaamse Regering bij besluit van 22 januari 2016 een nieuw GRUP vaststelde. Dat nieuwe GRUP is nu door de Raad van State opnieuw vernietigd.
De raad haalt daarvoor een aantal elementen aan. De nieuwe plannen van de Vlaamse Regering gaan uit van verkeerde assumpties. Zo stelde de regering in het GRUP dat de totale handelsopppervlakte zou worden ingekrompen om zo tegemoet te komen aan de kritiek inzake leefkwaliteit en mobiliteit.
Volgens de Raad van State is in de nieuwe plannen juist meer handelsruimte toegelaten. Door te vertrekken van die verkeerde basisstelling gaat de regering ook inzake andere elementen in de fout. Zo vond de Vlaamse Regering het blijkbaar niet nodig om een nieuw plan-MER op te maken. Men heeft gewoon het plan van 2010 gerecycleerd. Maar, zo zegt de Raad van State, de gegevens en de modellen uit dat plan van 2010 zijn intussen natuurlijk achterhaald.
De beloofde vermindering van handelsoppervlakte was voor de Vlaamse Regering ook het argument om de geplande tramverbinding langs de R22 te schrappen als absoluut noodzakelijke voorwaarde voor het project. Ook daar is de Raad van State het dus niet mee eens, want die tramverbinding is een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot de vereiste modal shift en een daling van het autoverkeer in de buurt. Volgens de Raad van State voorzien de nieuwe ruimtelijke plannen dus niet in de beloofde reductie maar net in een substantiële toename van de toegelaten handelsoppervlakte in de Uplacezone.
Dus, minister, hebben we nu een nieuw hoofdstuk in de Uplacesaga. In het verleden hebben meerdere partijen, ook partijen uit uw meerderheidscoalitie, al gezegd dat de vernietiging van het GRUP de doodsteek zou moeten betekenen voor dit project. De projectontwikkelaar zelf, de mensen achter Uplace, geven aan dat ze nochtans vooralsnog niet van plan zijn om de stekker uit het project te trekken. Ze wachten, net als wij hier in het Vlaams Parlement, op een beslissing van de Vlaamse Regering.
Volgens uw partij, volgens CD&V, maakt het arrest duidelijk dat een grootschalig winkelcomplex als Uplace er niet kan komen, niet in de geplande vorm en ook niet in een of andere afgeslankte vorm en ook niet als een Uplace light waarvan de afgelopen weken en dagen sprake was. Ik citeer de CD&V-fractievoorzitter in het Vlaams Parlement. “Anno 2017-2018 zit niemand nog te wachten op zo'n grootschalig complex. Het is een doeltreffend winkelcomplex dat haaks staat op het beleid van de Vlaamse Regering om de handelskernen van onze steden te versterken.”
Dus, minister, dringen zich nu toch een aantal vragen op. Wat is de inhoudelijke reactie van de Vlaamse Regering op het arrest van de Raad van State? Komt er een nieuw ruimtelijk plan van de Vlaamse Regering voor het gebied? Of gaat men een aantal zaken delegeren aan de lokale besturen, zodat er een gemeentelijk RUP kan worden opgemaakt om het gebied een economische relance te geven?
Er is intussen al heel wat kostbare tijd verloren gegaan met heel het Uplaceproject. Welke impulsen kan en zal de Vlaamse Regering nu nog geven aan de werkgelegenheid, stadsontwikkeling en het sociaal-economisch weefsel in de betrokken regio?
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb een gelijkaardige vraag. Ik grijp daarvoor terug naar het arrest van de Raad van State; die heeft een aantal zaken vastgesteld die bij mij toch wel de wenkbrauwen doen fronsen.
Ik begin met een letterlijk citaat van de Raad van State. “In 2016 gaat de Vlaamse Regering over tot een nieuwe vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de cluster C.3, waardoor het Uplace-project opnieuw mogelijk wordt gemaakt.”
Zoals al werd aangegeven, staat in de toelichtingsnota zeer duidelijk dat er: “ten opzichte van het RUP 2011 een substantiële reductie van de toegelaten handelsoppervlakte in de Uplace-zone is doorgevoerd om een antwoord te bieden op de argumenten die de Raad van State bij arrest nummer 227.723 ontwikkelt om de cluster C3 te vernietigen.” De voornoemde reductie van de handelsoppervlakte is voor de Vlaamse Regering een grond om terug te grijpen naar het reeds zes jaar oude milieueffectrapport.
Bij zijn laatste arrest nummer 240.302 van 22 december 2017 vernietigt de Raad van State het in 2016 vastgestelde gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De Raad van State stelt vast dat: “ten opzichte van het ruimtelijk uitvoeringsplan van 2011, de stedenbouwkundige voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan van 2016 een substantiële toename” – en dus geen reductie – “van de toegelaten handelsoppervlakte in de Uplace-zone tot gevolg hebben. Aldus blijkt er een onjuiste verantwoording te zijn gegeven om geen tramlijn op te leggen en om het milieueffectrapport uit 2010 te gebruiken.”
Het recente arrest van de Raad van State over het GRUP Uplace leest als een blunderboek. Minder blijkt meer te zijn, de verantwoording is onjuist en het gebruik van het milieueffectenrapport uit 2010 houdt geen stand. Meteen wordt duidelijk waarom de Vlaamse Regering, bij monde van minister Muyters en gesteund door uw kabinet, minister, de afgelopen maanden de voorzitter-bemiddelaar een opdracht tot bemiddeling heeft gegeven. Zoals de verslagen van de stuurgroep aantonen, werd gevreesd voor een vernietiging van het GRUP door de Raad van State en werd er, ver uit het zicht van het parlement, gewerkt aan een B-scenario.
Wat meer is: het parlement werd bewust op het verkeerde been gezet toen de plannen omtrent een Uplace light uitlekten. In alle toonaarden werd de betrokkenheid van de Vlaamse Regering ontkend, hoewel maar liefst vier kabinetsvertegenwoordigers mee aan de tafel zaten waar werd beslist om in alle discretie een optie B uit te werken. In alle eerlijkheid: een van de kabinetten is systematisch afwezig en laat zich niet verontschuldigen. Ik denk dat dat ook slim is.
Op 22 december voltrok zich het gevreesde scenario. En dus is de vraag ‘wat nu?’ meer dan legitiem, zeker gezien het plan van de Vlaamse Regering om Uplace koste wat kost te realiseren.
Is de Vlaamse Regering van plan om het GRUP Uplace te remediëren na de vernietiging door de Raad van State en het opnieuw vast te stellen?
Wat met de door de Vlaamse Regering gegeven opdracht aan de voorzitter van de stuurgroep Uplace om een bemiddeling met alle betrokken actoren op te zetten wat resulteerde in een rapport Uplace light? Wordt dat scenario – waarbij niet langer met een GRUP, maar met lokale RUP’s wordt gewerkt – nu geactiveerd of niet?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik heb begrepen dat er vorige week een uitvoerige bespreking is geweest van hetzelfde thema in de commissie Economie.
Het GRUP zoals het vernietigd is door de Raad van State, is een zaak van de voltallige Vlaamse Regering; die zal zich over de aanpak beraden na grondige analyse van het arrest. Op dit moment heeft de Vlaamse Regering daar nog geen uitspraak over gedaan. Ik kan dan ook niet meedelen wat de verdere aanpak zal zijn.
Mijnheer Rzoska, het is misschien een beetje een primeur voor dit parlement of deze commissie, ik kan u meedelen – dat is een nieuw element, zodat u alle elementen op een rijtje hebt – dat er gisteren een brief is toegekomen van de gemeente Machelen-Diegem met de vraag aan de Vlaamse Regering om een delegatie te geven voor de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor cluster C3, reconversiegebied Vilvoorde-Machelen. De brief is ondertekend door de gemeentesecretaris en door burgemeester De Groef. Dat moet nog worden besproken.
Mijnheer Janssens, uw vraag over werkgelegenheid, stadsontwikkeling en het socio-economisch weefsel in de betrokken regio is een vraag die behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, bevoegd voor de economie. Hij is daarover reeds uitvoerig ondervraagd en meldt mij het volgende: “Zones die getroffen worden door zware collectieve ontslagen kunnen erkend worden als steunzone. Momenteel is er een procedure lopende om zo’n steunzone rond Vilvoorde-Zaventem te erkennen.
Bedrijven die investeren in een afgebakende steunzone kunnen een vrijstelling van 25 procent van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing bekomen voor een periode van 2 jaar per extra arbeidsplaats die als gevolg van deze investering wordt gecreëerd en die gedurende ten minste 3 jaar (voor kmo’s) en 5 jaar (voor grote ondernemingen) behouden blijft.
Sinds 1 mei 2017 is de maatregel ook van toepassing op projecten waarvoor een brownfieldconvenant is afgesloten.”
Mijn collega stelt verder dat voor een aantal deelgebieden een brownfieldconvenant werd aangevraagd of reeds afgesloten. Voor sommige dossiers lopen gesprekken tussen alle betrokken partijen met het oog op het opstellen van een brownfieldconvenant, bijvoorbeeld Tessenderlo Chemie. Voor de projecten waarvoor reeds een brownfieldconvenant is ondertekend, is er een stuurgroep opgericht waarin de betrokken partijen aanwezig zijn. Binnen de stuurgroep wordt de algemene vooruitgang van de beoogde projecten opgevolgd en wordt getracht een oplossing te vinden voor knelpunten.
Vanuit Stedenbeleid zijn subsidies toegekend in het kader van stadsvernieuwingsprojecten: projectsubsidies voor Broek, Kanaalpark en 4 Fonteinen.
Ter opvolging van het gemeentelijk structuurplan Vilvoorde loopt momenteel de opmaak van een globaal ruimtelijk strategisch plan Vilvoorde. Bij de opmaak van het document werden verschillende administraties betrokken.
Specifiek voor het deelgebied Buda werd op 23 november 2017 een opdracht gegund voor een optimalisatiestudie. Om de diverse initiatieven te kunnen afstemmen, werd beslist een kaderovereenkomst op te maken. Deze overeenkomst vormt het kader voor de opstart van gezamenlijke projecten. De overeenkomst zal worden afgesloten tussen het Departement Omgeving, perspective.brussels, de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), de provincie Vlaams-Brabant, de stad Vilvoorde, de gemeente Machelen, de stad Brussel, de provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) Vlaams-Brabant en Citydev. Daarnaast wordt een deelovereenkomst opgemaakt met Voka.
Voor de zone langs de Gillekensstraat werd enkele jaren geleden door het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) een budget ter beschikking gesteld aan De Vlaamse Waterweg voor de verwerving van enkele zonevreemde woningen zodat er een globale ontwikkelingsvisie voor het blok kan worden uitgewerkt. Samen met de verschillende partijen werden enkele inrichtingsprincipes en voorwaarden opgemaakt. Tijdens de zomer van 2017 heeft De Vlaamse Waterweg een oproep gedaan naar bedrijven die interesse hebben om zich daar te vestigen. Er lopen nu gesprekken met de bedrijven die hun interesse in het gebied geuit hebben.
Ook collega-minister Homans, bevoegd voor het stedenbeleid, biedt impulsen. Zo wordt vanuit het instrument Stadsvernieuwing financiële en inhoudelijke ondersteuning geboden voor de realisatie van stadsvernieuwingsprojecten in de 13 centrumsteden en de 21 provinciale steden. Hoewel dit subsidie-instrument dus niet regionaal georiënteerd is, kan het wel ondersteuning bieden aan de belangrijke verstedelijkte gebieden.
In het geval van de reconversiezone Machelen-Vilvoorde komt de stad Vilvoorde in aanmerking. Vilvoorde kon de afgelopen jaren ondersteuning krijgen van minister Homans. In 2014 ontving Vilvoorde een projectsubsidie van 3,2 miljoen euro voor het stadsvernieuwingsproject Vilvoorde Broek. In 2015 ontving Vilvoorde een conceptsubsidie van 60.000 euro ter ondersteuning van de conceptuele ontwikkeling van het project ‘Tijdelijk anders bestemmen in de reconversieprojecten’.
Daarnaast heeft minister Homans in 2017 een subsidie van 3 miljoen euro toegekend aan drie steden in de Vlaamse Rand, namelijk Vilvoorde, Dilbeek en Halle, om ze extra te ondersteunen in hun aanpak van grootstedelijke uitdagingen. De stad Vilvoorde ontvangt in dit kader 1,5 miljoen euro. Dit moet de stad aanvullende financiële ruimte geven om op lokaal niveau te komen tot structurele bestuurlijke antwoorden. De subsidie zal ook in 2018 worden toegekend.
Dit illustreert dat ook minister Homans vanuit Stedenbeleid gerichte impulsen geeft.
Wat met de door de Vlaamse Regering gegeven opdracht aan de voorzitter van de stuurgroep Uplace? Collega’s, de stuurgroep voor de brownfieldconvenants ressorteert officieel onder de bevoegdheid van mijn collega bevoegd voor de economie. Ik heb begrepen dat daar vorige week heel wat antwoorden rond zijn gegeven en dat wat dat betreft alles is uitgeklaard.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, vorige week is er inderdaad in de commissie Economie een uitgebreide bespreking geweest, onder meer naar aanleiding van vragen van collega Rzoska. Maar toen minister Muyters werd gevraagd wat er moet gebeuren na de vernietiging van het GRUP door de Raad van State, zei hij één ding, en dat kwam erop neer dat dat de bevoegdheid is van zijn collega-minister Schauvliege, niet alleen de bevoegdheid maar zelfs het prerogatief van minister Schauvliege om te oordelen wat er moet gebeuren na het vernietigingsarrest van de Raad van State. U komt nu in de commissie zeggen dat u, een maand na dat arrest van de Raad van State, daar blijkbaar nog altijd niet met de Vlaamse Regering over hebt gesproken of beraadslaagd en dat u vooral niet weet hoe het verder moet. Dat is wat u hebt aangegeven.
Dat is toch opmerkelijk want, zoals ik daarstraks al heb gezegd, heeft al in mei vorig jaar de auditeur geadviseerd om dit GRUP te vernietigen. U wist dus wat er mogelijk zat aan te komen. Blijkbaar heeft de Vlaamse Regering helemaal geen plan B, hoewel men die vernietiging, net zoals velen onder ons, had verwacht. Minister, wanneer bent u nu eindelijk eens van plan om hierover een beslissing te nemen? Er is al zoveel kostbare tijd verloren gegaan om de economische heropleving in die streek, Machelen-Vilvoorde, te stimuleren. Wanneer gaat de Vlaamse Regering hierover nu eens een definitieve beslissing nemen?
U hebt verwezen naar een brief die u hebt gekregen van de burgemeester van Machelen. Ik heb begrepen uit eerdere berichten in kranten dat de minister-president al heeft laten verstaan dat hij inderdaad bereid is om in gesprek te gaan met de gemeenten Machelen en Vilvoorde om dan op een of andere manier een doorstart van dit project te geven, al dan niet een vorm van Uplace light. Het gaat uiteindelijk om hun bevoegdheid. Wat is uw visie over zo’n Uplace light? Ziet u dat zitten? Wanneer gaat u aan de Vlaming, wanneer gaat u aan de mensen uit de regio, nu eindelijk eens duidelijkheid geven over wat er al dan niet op die locatie gaat komen?
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. We hebben inderdaad vorige week al in de commissie Economie daarover al heel wat vragen gesteld aan minister Muyters. We hebben daar ook heel wat antwoorden gekregen. Ik ga daar niet op terugkomen. Maar ik blijf toch wat op mijn honger zitten. Ik heb vorige week ook gezegd dat in mijn ogen een regering een en ondeelbaar is. Als ergens een vraag wordt gesteld in een parlement, dan verwacht ik daar ook een antwoord op. Minister Muyters verwijst heel duidelijk naar u door. Hij zegt dat hij in dezen geen initiatief te nemen heeft. Dat staat letterlijk in het verslag. Ik citeer: “Het valt niet binnen mijn bevoegdheid te beslissen of er al dan niet een nieuw GRUP komt. Ik heb op dit vlak geen initiatief te nemen.”
Dus kom ik terug bij u, minister. Wanneer gaat u het initiatief nemen om dit op tafel van de regering te leggen? Of gaat u dat niet doen? Gaat u het zelf beslissen? Of moeten we wachten – zoals dat de laatste maanden wel eens gebeurt – op een vrijdag om dan te zien welke de beslissing is? Dus, aanvullend op uw antwoord: welke initiatieven gaat u nemen en wanneer? Ik heb de indruk dat de Vlaamse Regering op dit moment niet aan het bewegen is. Uw collega’s zitten blijkbaar te wachten op een initiatief van u. Ik denk dat het duidelijk is. Er zijn in het verleden in het parlement uitspraken geweest, en wat mij betreft terecht, namelijk dat bij een nieuwe vernietiging van het GRUP door de Raad van State, het verhaal van Uplace eindigt. Ik hoop dus dat er binnenkort, op een vrijdag, een duidelijk antwoord op die vraag komt.
De heer De Ro heeft het woord.
Minister, het klopt dat vorige week in een andere commissie twee vraagstellers uitgebreid ingegaan zijn op dezelfde materie. Ik ben blij dat u een uitgebreid overzicht hebt gegeven van wat er alleen al maar in deze legislatuur door de Vlaamse Regering in het gebied waarover we spreken, geïnvesteerd is. Dat staat wat haaks op sommige kort-door-de-bochtredeneringen dat het net de Vlaamse Regering was die de pen vasthield van projecten als Uplace light. Ik kan de collega's die over de regio waar een aantal van ons in wonen en werken, graag spreken als over een economisch kerkhof – sommige promotoren doen dat ook –, verzekeren dat dat eigenlijk ‘bullshit’ is, als ik me die woorden mag permitteren. Ondanks de volledige reconversie sinds de industriële aftakeling van eind de jaren 70 en de jaren 80, zijn zowel Zaventem, Vilvoorde als Machelen arbeidsbassins. Mochten die drie gemeenten gevolgd worden door alle andere Vlaamse gemeenten, dan zouden we met veel te weinig mensen zijn om te kunnen voorzien in de nodige arbeidskrachten.
Ik merk op uit de teneur van sommige vraagstellers en opmerkingen die ik mocht lezen, dat het is alsof de Vlaamse Regering zelf te beslissen heeft wat er met die gronden gebeurt. Wij zijn geen eigenaar. Ik ga er niet van uit dat collega Janssens zomaar pleit voor een staatsmodel waar een overheid ter plaatse komt en zegt: ‘Deze grond lijkt ons iets om iets mee te doen. Of het nu het zotte idee is om er een bos op te zetten of iets anders, wij nemen het voor ons.’
Wat kunnen we wel doen? Dat heb ik vorige week ook gezegd namens mijn fractie. Ik denk dat Vlaanderen moet samenwerken met de private partners en met de lokale overheden. Ik zou ervoor pleiten om iets ruimer te gaan dan een delegatie van twee burgemeesters, ik zou de schepencolleges en de administraties van die twee gemeenten betrekken. Vlaanderen heeft de troeven in handen rond economie, omgeving, wetenschap en innovatie om bijvoorbeeld op die plek economische bedrijvigheid te creëren in samenwerking met kennisorganisaties zoals universiteiten, hogescholen of onderzoekscentra, via een fiscaal gunstig klimaat en via investeringen. Het kan inderdaad economische ontwikkeling van de toekomst creëren, die geen grote verkeerschaos met zich meebrengt maar die wel bijvoorbeeld op het vlak van media, logistiek of farma, drie takken die in de door mij genoemde gemeenten in de noordrand al aanwezig zijn, een extra impuls kan geven om een ’pharma valley’, een ’media valley’ of een ‘logistic valley’ te creëren, maar in ieder geval niet de hangars of het oude idee van een winkelcentrum, maar effectief om kennis, innovatie en technologie op die plaats samen te brengen.
De industrie en de private sectoren zijn aanwezig. De ligging is extreem goed tussen de hogescholen en universiteiten van Brussel, Mechelen en Leuven. Als je daartussen drie lijnen trekt en je probeert daar het middelpunt van te krijgen, dan zal dat aardig in de buurt zijn. Wel, laat ons aan dat soort toekomstprojecten werken. Dat is meteen ook een antwoord op de misnoegdheid in de gemeente Machelen, waarbij het soms lijkt dat men denkt dat de buurgemeenten of parlementsleden die zich ongerust maken over de mobiliteit in onze streek, dat doen vanuit een soort jaloezie en dat we daar niets willen. Integendeel, met onze fractie zijn we met veel plezier bereid om mee na te gaan wat we daar, mee door impulsen van Vlaanderen en van de provincie Vlaams-Brabant, kunnen realiseren dat ons een meer toekomstgericht economisch model oplevert dan het zoveelste verzamelde winkelcomplex dat het oorspronkelijk was.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, dit project heeft ondertussen een zeer lange geschiedenis, die altijd op hetzelfde neerkomt. Men probeert te allen prijze dit project in leven te houden en keer op keer blijkt dat men dat binnen de wettelijke grenzen en de redelijkheid, die we zelf hebben gesteld, niet kan. De samenvatting van het hele verhaal is toch wel de volgende. We hebben in België geen presidentieel regime of geen absolute vorst – en maar goed ook, collega Nevens. Dat heeft als gevolg dat wanneer er vanuit verschillende locaties, vanuit verschillende projectontwikkelaars en vanuit een aantal gemeentebesturen vragen zijn die tegenstrijdig zijn en die moeilijk haalbaar zijn, uiteindelijk iemand moet beslissen. In dit geval is het de Vlaamse Regering die een beslissing moet nemen.
Het probleem dat deze Vlaamse Regering heeft, is dat ze deze beslissing nu jaar na jaar en keer op keer met zich mee blijft slepen en eigenlijk weigert om ze te nemen – nu ook weer. Men heeft telkens opnieuw grote aankondigingen gedaan, wanneer er een beroep wordt ingesteld of wanneer de Raad van State zich uitspreekt. Keer op keer zegt men dat het de laatste keer is geweest en dat men daarna gaat beslissen. Nu is het de laatste keer, of de allervoorlaatste keer – ik weet niet hoe je het nog moet noemen op den duur – dat de Raad van State zegt: ‘Men heeft misschien ooit kunnen denken dat dit een goed idee was, jaren geleden, maar eigenlijk zijn de gegevens waarop men zich toen gebaseerd heeft, al lang achterhaald en niet meer bruikbaar. De wereld is veranderd. Dit kan dus niet meer.’ Vlaamse Regering, in plaats van die hete aardappel naar elkaar te blijven doorschuiven – de ene dag minister Muyters, de andere dag minister Schauvliege –, beslis iets in het belang van de regio, in het belang van de tewerkstelling, in het belang van de leefbaarheid van al die gemeenten. Stop met die therapeutische hardnekkigheid. Stop met dat beest kunstmatig in leven te houden. Stop met te proberen de dienstmaagd van de heer Verhaeghe te zijn. Stop daarmee! Dit gaat niet! Dit kan niet! Telkens wanneer u opnieuw probeert om het een beetje te laten kunnen, loopt u opnieuw tegen de muur.
Of het nu een bos moet worden, of een farmaceutisch park, of een nieuwe vorm van tewerkstelling: dat maakt eigenlijk zelfs niet uit. Al waar men hier naar snakt, is dat u en de Vlaamse Regering eindelijk beslist, dit blok van ons been hakt en aan de regio toelaat om een aantal nieuwe projecten te ontwikkelen – de heer Verhaeghe of iemand anders, dat maakt zelfs niet uit – die toelaten om vooruit te gaan, die de gemeente Machelen toelaten om vooruit te gaan, die de gemeente Vilvoorde toelaten om vooruit te gaan en die de rest van de regio toelaten om vooruit te gaan, als het even kan zonder dat men wordt geconfronteerd met bijkomende verkeersoverlast, bijkomende luchtverontreiniging en bijkomende miserie.
In 2010 kon u misschien zeggen dat u het niet wist, maar nu al lang niet meer. De ene minister zegt dat de andere initiatief moet nemen. De minister die initiatief zou moeten nemen, neemt dat niet en zegt dat het de hele Vlaamse Regering moet zijn. In godsnaam en in het belang van iedereen die u geacht wordt te dienen, doe nu ten minste iets. Dat is mijn vraag.
De heer Ronse heeft het woord.
Het is altijd goed om eens terug te keren naar de voorgeschiedenis op dit Vlaamse niveau, een bestuur van christendemocraten, socialisten en liberalen die zeiden dat we op deze site met een probleem zitten. Het was een brownfield dat gereconverteerd moest worden. Ze hebben een wedstrijd georganiseerd en er is een winnaar uit de bus gekomen. Men is dan gestart met het maken van de ruimtelijke planning. Dat ruimtelijk uitvoeringsplan dat de reconversie van de hele site moest inluiden en waarin men de laureaat van de wedstrijd geëngageerd heeft, is tot tweemaal toe vernietigd. De laatste keer was vrij recent en was ook de aanleiding voor deze vragen om uitleg. Er is op vandaag nog maar één politiek bestuur dat duidelijk is over wat er moet gebeuren met die site. Dat is een bestuur dat bestaat uit socialisten, groenen en christendemocraten. Zij zeggen duidelijk dat de minister hun snel een Uplace light moet geven.
Persoonlijk denk ik dat het beter is om even te temporiseren. Dit is een site die cruciaal is in Vlaanderen. Ze ligt zeer centraal. De minister moet de tijd krijgen om samen met de Vlaamse Regering na te gaan wat er nu verder moet gebeuren met die site en wat er moet gebeuren met diegene die door socialisten, christendemocraten en liberalen is aangeduid als laureaat om de reconversie van de site te doen. Ik zou u afraden om nu snel een beslissing te nemen. Ik denk dat de groenen, socialisten en christendemocraten in Machelen er iets te snel over gaan. Temporiseer en denk goed na zodat er geen potten worden gebroken.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik wil een en ander correcter en meer objectief duiden. De uitspraak van de Raad van State is er gekomen op 22 december 2017. Ik kan me vergissen van datum, maar we hebben wel op 22 december 2017 binnen de Vlaamse Regering akte genomen van dat arrest. De minister-president heeft ook namens de Vlaamse Regering een verklaring afgelegd. Hij heeft gezegd dat we akte nemen van het arrest, dat we alles hebben gedaan om wat is afgesproken in het brownfieldconvenant, zo goed mogelijk uit te voeren en dat er contact zou worden genomen met de lokale besturen van Machelen en Vilvoorde om te kijken wat hun verdere visie is.
Het antwoord dat daarop is gekomen, is de brief van Machelen-Diegem, waarin uitdrukkelijk staat dat men de reconversie volledig wil bekijken, rekening houdend met de bevolkingsaangroei. Er staat een hele argumentatie in op basis waarvan men een delegatie vraagt. Dat is niet zomaar een brief tot overleg, maar een brief waarin men effectief vraagt naar een delegatie opdat ze zelf op hun grondgebied voor dat gebied een ruimtelijk uitvoeringsplan kunnen maken. We moeten beslissen of daar al dan niet op wordt ingegaan. Die brief is nog maar net toegekomen. We moeten nagaan of dit kan gebeuren en welk antwoord we daarop geven. Dat zal binnen de Vlaamse Regering verder worden besproken.
Over geen enkel gewestelijk RUP wordt zomaar door de minister beslist. Dat is iets wat binnen de Vlaamse Regering gebeurt. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid. Daarom is het goed dat de Vlaamse Regering zich buigt over de nieuwe elementen, zoals de brief tot aanvraag van de delegatie, en daar een antwoord op formuleert.
Iedereen is het erover eens dat er heel veel mogelijkheden zijn op de site zoals ze daar nu ligt. Daar is heel veel potentieel. Ik vind het goed dat er ook geluisterd wordt naar de lokale visie. Dat is altijd mijn ingesteldheid geweest, maar ook die van de Vlaamse Regering. Dat is ook de hand die de minister-president namens de Vlaamse Regering heeft uitgestoken op 22 december.
Het heeft weinig zin om achterhoedegevechten uit te lokken, te kijken naar het verleden en met modder te gooien. Niemand wordt daar beter van. Het terrein ligt er. Het grote voordeel is dat het terrein volledig is gesaneerd. Het was gigantisch vervuild. Het was een blackfield waar niemand interesse in had. Nu lonkt iedereen naar dat terrein om er van alles mee te doen. Laat die positieve boodschap op het einde van dit antwoord weerklinken. Laat ons samen snel werk maken van wat er ook in de toekomst mag komen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, er is in het parlement geen meerderheid meer om met dit gigantische Uplacecomplex verder te gaan. Er is mijns inziens ook binnen uw eigen meerderheid geen meerderheid meer om met dit project verder te gaan.
Mijnheer Ronse, het is dan natuurlijk wel opmerkelijk dat uw partij, de N-VA, – de enige partij die in het begin niet betrokken was bij dit project – op dit moment nog de enige partij lijkt te zijn die er alsnog mee wil verdergaan. Ik vind dat zeer opmerkelijk.
Minister, mijn oproep naar u en naar de Vlaamse Regering is om vooral te kiezen voor een realistische, alternatieve invulling voor de economische heropleving van de regio, een invulling waar de lokale bevolking helemaal achter kan staan. Stop nu toch eens met tijd te verliezen in dit gigantische dossier waar er nog amper voorstanders van zijn. Durf nu eindelijk eens snel een beslissing te nemen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, het is inderdaad tijd om te beslissen en om te zeggen dat het project zoals we het ooit in gedachten hadden, er gewoon niet komt. Ik denk dat u die sleutel wel degelijk voor een deel in handen hebt.
Ik weet al heel lang dat er in dit dossier geen parlementaire meerderheid is. Mijnheer Ronse, ik denk dat Groen Machelen en de man in kwestie zowat de laatste is en ook de enige ooit die het project heeft verdedigd. Maar ook u wordt vandaag geconfronteerd in een ander dossier dat er niet ver vanaf ligt met een lokale bestuurder die een ietwat andere visie heeft op de megalomane uitbreidingsplannen van een of andere luchthaven.
Mijnheer Ronse, ik hoorde in uw woorden toch een kleine opening. Ik wil aansluiten bij de positieve woorden van de minister. Ik hoorde bij u een kleine opening dat het misschien tijd wordt dat we met z’n allen samen, met alle betrokken actoren, lokaal maar ook regionaal, van nul beginnen. Het is inderdaad goed dat het terrein is gesaneerd. Dat zult u mij niet horen tegenspreken. We moeten van nul beginnen en kijken wat niet enkel Vlaanderen maar ook de lokale besturen nodig hebben om naar een goed evenwicht te gaan tussen arbeid, economie, ecologie en alles wat daarmee samenhangt. Na het broddelwerk van de laatste jaren moeten we een doorstart kunnen nemen. Mijn fractie is er altijd toe bereid om daar samen over na te denken.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.