Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de aankoop door het Vlaamse Gewest van bossen van het OCMW van Brussel
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering verleent een subsidie van 1,6 miljoen euro aan zeven gemeenten voor de realisatie van openbare, toegankelijke natuur. Hiermee hoopt u uw doelstelling, zoals vervat in uw beleidsbrief, om 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen te realiseren in de Vlaamse Rand, een impuls te geven. Drie projecten in Halle, Drogenbos en Zaventem werden reeds door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Drie andere projecten in Machelen-Vilvoorde, Ternat en Affligem werden rechtstreeks door u goedgekeurd.
Minister, zult u de 1000 hectare extra toegankelijk groen nog halen, zoals in de beleidsbrief en het regeerakkoord is voorgeschreven? Zo ja, kunt u duiden welke projecten er nog in de pijplijn zitten en hoeveel hectare die bedragen? Zo neen, hoeveel hectare zullen er dan wel gerealiseerd worden binnen deze legislatuur?
Wat is de verdeling tussen het aantal extra hectare groen die u hebt gecreëerd en de hectaren aan bestaand groen die u toegankelijk hebt gemaakt?
Op basis van welke criteria werden deze projecten geselecteerd? Moeten deze projecten gedurende deze legislatuur volledig gerealiseerd worden om de toegekende subsidie te kunnen ontvangen? Zullen andere projecten in de toekomst ook in aanmerking kunnen komen voor subsidies? Zo ja, welke voorwaarden zijn daaraan verbonden?
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag gaat over hetzelfde onderwerp, maar samenvattend vraag ik naar wat er extra is of wat we als extra moeten beschouwen.
Minister, ik heb deze vraag ingediend naar aanleiding van uw mededeling dat u in de Brusselse Rand een hele reeks bossen had aangekocht of overgenomen van het OCMW van Brussel. U kaderde dit zelf in het engagement om in de Rand 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen te realiseren. Het gaat onder meer over de Laarbeekvallei in Dilbeek en een deel van het Hallerbos. Het is natuurlijk niet fout om die aan te kopen, maar een aantal dingen zijn niet duidelijk.
Die bossen waren eigendom van het Brusselse OCMW. Waren die om een of andere reden bedreigd met verdwijning of kap? Of waren ze zonevreemd? Waren er andere manieren om de bescherming te garanderen? Wat is het huidige statuut van de betrokken bossen? Wat is hun bestemming? Wat was er toegankelijk van en wat niet? Het Hallerbos bijvoorbeeld wordt bijzonder druk bezocht. Zelfs een beetje te veel als ik de betrokken gemeentebesturen hoor klagen over de verkeersoverlast en de miserie die het allemaal met zich meebrengt. Ik heb dus vragen over de meerwaarde van de bescherming en toegankelijkheid.
Welke prijs werd betaald voor de respectieve terreinen? Daarover is niets gecommuniceerd.
Was dit de enige manier om het voortbestaan en de toegankelijkheid van deze bossen te garanderen? Zo ja, is er dan genoeg geld om al wat andere overheden nog bezitten in de Rand over te nemen? Ik neem aan dat nogal wat gemeentebesturen graag geld zouden zien in hun kas. Ik weet niet of dit noodzakelijkerwijze betekent dat bos meer beschermd zal zijn als het eigendom is van het Vlaamse Gewest of van iemand anders.
Voorziet de Vlaamse Regering in budgetten die toelaten om alle bosgebieden die momenteel in eigendom zijn van lokale overheden, over te nemen indien die op de markt zouden komen?
Het kan een mogelijke meerwaarde van deze aankoop zijn indien deze gekaderd wordt in een globaal beheersplan van het ANB voor de hele regio, aaneensluitend op het Zoniënwoud en Meerdaalwoud. Dat zijn twee parels aan onze kroon. Indien daar verbonden complexen van zouden kunnen worden gemaakt, zou dit een grote meerwaarde kunnen betekenen. Zijn daar middelen en plannen voor? Is daar een visie over?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dames en heren, ik zal zeer uitgebreid antwoorden om alles goed te kaderen.
Mijnheer Nevens, u vroeg waar ik de 1000 hectare extra groen nog zal halen. Het is zo dat de realisatie van bijkomend toegankelijk groen in de Vlaamse Rand voor ons prioriteit blijft. Dat staat ook in het regeerakkoord, en we zetten er versterkt op in.
De reeds behaalde resultaten zoals de recente aankopen en de toekenning van VSGB-subsidies (Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel) tonen dit aan.
Er wordt sterk ingezet op domeinuitbreiding in functie van een toename van het openbaar groenaanbod via bijkomende investeringen. Er worden verschillende initiatieven genomen om potentiële gronden voor groenuitbreiding te detecteren in samenwerking met de verschillende partners in de Vlaamse Rand. Binnen de samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant wordt door de Regionale Landschappen in de Vlaamse Rand een projectplan ‘potentiële locaties voor bebossing’ uitgewerkt.
Er wordt verder geïnvesteerd in het onthaal binnen de openbare domeinen. Toegankelijkheid wordt als essentieel onderdeel meegenomen bij de in opmaak zijnde beheerplannen zoals deze voor de domeinen Gaasbeek, Groenenberg en de Zuunbeekvallei. Natuurgebied de Wolfsputten in Dilbeek wordt ingericht naar een verbeterde toegankelijkheid en beleving. Het Hanssenspark in Vilvoorde wordt vernieuwd en het project ‘Laat je sporen na’ speelt in op de beleving. Er wordt verder geïnvesteerd in de toegangspoorten Groenendaal, Panquin en het park van Tervuren, de Dombardsite Jezus-Eik, Groenenberg en Gaasbeek. Voor de hele regio wordt naar een optimalisatie van de toeristisch-recreatieve ontsluiting en verbinding gezocht. De recreatieve route, ‘van Basiliek tot Basiliek’ die groengebieden van Vilvoorde tot Grimbergen verbindt, wordt bewegwijzerd. Als sluitstuk en startpunt van de route investeert het Agentschap voor Natuur en Bos mee in een nieuwe fiets- en wandelbrug over het kanaal Brussel-Willebroek. Het is mijn ambitie om in elke gemeente in de Vlaamse Rand minstens in één speelzone te voorzien.
Verschillende landinrichtingsprojecten zijn in uitvoering of worden gepland. Dankzij projecten in Beersel, Zaventem en Asse wordt nog eens 10 hectare nieuw toegankelijk groen gerealiseerd. Ongeveer 26 hectare park wordt heringericht en 55 hectare private gronden worden ontsloten door de aanleg van een wandelweg. Verschillende recreatieve verbindingen ontsluiten het open landschap. De kwalitatieve herinrichting en verbetering van de toegankelijkheid van bijna 500 hectare projectgebied wordt gepland vanaf dit jaar.
Het gewijzigd beleid met betrekking tot het geïntegreerd natuurbeheer biedt kansen op het vlak van responsabilisering van lokale besturen en private eigenaars en beoogt de samenwerking met beheerders om tot realisatie van natuurdoelen en een nieuwe of sterk verbeterde openstelling te komen. Binnen de overeenkomst met de provincie Vlaams-Brabant wordt in de werking van de Regionale Landschappen gezocht naar en gefocust op potenties voor openstelling en inrichting bij private eigenaars. Met deze versterkte inzet beoog ik de Vlaamse doelstelling te realiseren om in toegankelijk groen in de Vlaamse Rand te voorzien.
Wat is de verdeling tussen het aantal extra hectare groen en de voordien reeds hectaren aan bestaand groen? Vooreerst verwijs ik naar een zeer uitgebreid antwoord dat u hebt ontvangen op uw schriftelijke vraag van 29 september 2017.
Een exacte verdeling tussen nieuwe hectares en bestaande hectares die toegankelijk gemaakt werden, is moeilijk op te maken omdat zowel de aankopen door het ANB als de gesubsidieerde projecten meestal een combinatie zijn van zowel bestaand groen als nieuw te realiseren groen. Ik kan wel meegeven dat sinds 2014 187 hectare gronden werden aangekocht in de Vlaamse Rand ter uitbreiding van openbare groendomeinen, waaronder ook verschillende nieuw te bebossen gronden.
Er wordt sterk geïnvesteerd in een belevingsvolle openstelling en kwaliteitsvol onthaal in de bestaande openbare groendomeinen. De inrichting van onthaalpoorten, het plaatsen van signalisatie en de ontsluiting door verbindingen te realiseren, zijn hier voorbeelden van.
De meeste speelzones en toegankelijkheidsregelingen werden aangeduid in de bestaande bossen in de Vlaamse Rand. Een nieuw aangeplant bos vraagt diverse jaren ontwikkeling alvorens een openstelling mogelijk is. Lokale besturen worden ondersteund om nieuwe speelzones en vrij toegankelijke zones te realiseren via zeer gerichte subsidies. Zo realiseren de gemeenten via ondersteuning met VSGB-subsidies een verbeterde openstelling en inrichting van 128 hectare nieuw en/of bestaand groen in de Vlaamse Rand.
Via landinrichting ten slotte werd 16 hectare bijkomend openbaar groen en een verbeterde toegankelijkheid voor een honderdtal hectare groen- en openruimtegebied gerealiseerd in de Vlaamse Rand.
De projecten werden in 2017 geselecteerd op basis van acht criteria. Een: bijdragen tot de verhoging van de leefbaarheid en meer of beter openbaar toegankelijk groen. Twee: conformiteit met de Harmonisch Park- en Groenbeheercriteria: het moet duurzaam zijn, dynamisch, divers, en mens, natuur en milieu moeten centraal staan. Drie: garantie dat de voorgestelde inrichtings- en beheermaatregelen ook een duurzame voortzetting in de toekomst betekenen, dat is belangrijk vanuit het zuinigheidsoogpunt. Vier: bij aankoop mogen gronden nog niet gekocht zijn voor de indiening van het project. Bij inrichting mag het project zich nog niet in de aanbestedingsfase bevinden. Vijf: bij inrichtingsmaatregelen wordt geverifieerd of het projectgebied in eigendom is van een openbare instelling dat het projectvoorstel indient en uitvoert. Zes: het dossier bevat een duidelijke beheervisie en inrichtingsplan, ingebed in gemeentelijk en/of bovenlokaal beleid. Zeven: er is een groot draagvlak van het project. Acht: het realiteitsgehalte van de voorgestelde inrichtingsmaatregelen, het stappenplan en het financieel plan.
De begunstigden van de subsidies moeten de projecten binnen het jaar na de toekenning aanvatten. De projecten hebben een looptijd van maximaal 36 maanden. De projecten goedgekeurd in december 2017 moeten met andere woorden starten voor december 2018 en lopen maximaal tot december 2021.
Ook in 2018 en 2019 zullen projecten in het kader van toegankelijk groen in de Vlaamse Rand worden ondersteund door middel van subsidies bij het Agentschap voor Natuur en Bos. De criteria die zullen worden gehanteerd, zijn gelijkaardig aan de acht criteria die ik heb opgesomd.
Mijnheer Tobback, u vraagt naar het huidige statuut van de betrokken bossen. De aangekochte gronden zijn volgens het gewestplan hoofdzakelijk bestemd als natuurgebied. Een aantal percelen liggen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, vooral in Beersel, maar er is ook een zone voor openbaar nut.
Ongeveer 60 procent van de gronden bevinden zich in het habitatgebied ‘Hallerbos en nabije boscomplexen met brongebieden en heiden’. Grote delen van het Begijnenbos en het Gasthuisbos in Beersel vallen daaronder. Dezelfde gronden, aangevuld met de gronden van het IJbos in Dilbeek, zijn gelegen binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), namelijk De Vallei van de Laarbeek en de Molenbeek, de bossen en beekvalleien te Beersel en Sint-Genesius-Rode en het Hallerbos en omgeving. Voor geen van deze gronden bestaat momenteel een bos- of natuurbeheerplan.
De gronden binnen het Gasthuisbos en Begijnenbos liggen in het beschermd cultuurhistorisch landschap Meigemheide. Voor geen van de gronden werd reeds een toegankelijkheidsregeling opgemaakt. Aangezien de gronden in eigendom van een openbaar bestuur zijn, is de principiële toegankelijkheid van toepassing. Deze basistoegankelijkheid betekent dat voetgangers in bossen en natuurreservaten toegang hebben tot de boswegen. Alleen de Eysingendries in Halle, het Gasthuisbos en Begijnenbos in Beersel zijn vandaag volgens dit principe beperkt ontsloten via enkele niet onderhouden aardewegen.
Welke prijs werd betaald? De juiste aankoopprijs is lopende, en is onderdeel van de verdere procedure en onderhandeling. Het is niet aangewezen dat hier publiek te maken voor het definitieve bedrag vastligt. Er is geen beleid om alle bosgebieden in eigendom van lokale overheden die zomaar op de markt komen, te verwerven. Er is daarvoor ook geen bijzonder budget gepland. Wanneer lokale overheden eigendommen te koop aanbieden, wordt grondig nagegaan of dat past binnen onze strategie en binnen de voorwaarden die ik daarnet heb opgesomd. Dan wordt beslist of daar al of niet toe wordt overgegaan. Ook terreinen waar bijzondere, vaak zeldzame natuurhabitats aanwezig zijn of het potentieel daartoe bestaat, worden vaak verworven.
Een alternatieve mogelijkheid voor de ontsluiting van het gebied is de opmaak van een toegankelijkheidsregeling voor kwalitatief onthaal in het gebied, al dan niet gekoppeld aan een natuurbeheerplan, wat aanzienlijke investeringen vraagt voor de aanleg van wandelpaden, rustruimtes, speelruimtes, bewegwijzering, onthaalinfrastructuur, en dat vraagt een recurrent onderhoudsbeheer. Beheer en openstelling van natuurgebieden in Beersel, Halle, Dilbeek, zijn echter geen kerntaken van het OCMW van Brussel. Het OCMW van Brussel nam tot vandaag dan ook geen enkel initiatief om een toegankelijkheidsregeling op te stellen of te investeren in de openstelling van het gebied.
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) beschikt wel over de nodige expertise, zodat deze aankoop een zekere winst betekent zowel voor het behalen van instandhoudings- en biodiversiteitsdoelen, als een verruiming van het onthaal en de natuurbeleving.
Door deze aankoop kunnen grote kerngebieden worden ingericht en ecologisch verbonden. Dat is natuurlijk de meerwaarde, dat we er een link kunnen leggen. Dat zorgt ervoor dat sommige sleutelsoorten kunnen terugkeren in de speciale beschermingszone (SBZ), bijvoorbeeld het versterken van het bestaand netwerk in functie van het vliegend hert – een kever –, in samenwerking met de verschillende gemeenten en de provincie Vlaams-Brabant, Natuurpunt en verschillende bewoners en landbouwers. Het ANB investeert vandaag reeds in verschillende projecten die de realisatie van ecologische verbindingen als doel hebben.
Sinds 2006 is het Plan Boommarter als een sterk samenwerkingsverband tussen de stad Halle, Natuurpunt, het ANB, natuurgidsen Zuidwest-Brabant en Regionaal Landschap. Dat is heel actief in het gebied ten zuiden van de stadskern van Halle, tussen Zenne en Hallerbos. De hoofddoelstelling van het project is het uitwerken van een groot bos- en natuurcomplex ten zuiden van Halle, waarbij de bestaande bos- en natuurelementen worden versterkt, verbonden en waar mogelijk en nodig omgevormd of uitgebreid. De verschillende partners investeren samen in de realisatie van het project. Het ANB investeert 25.000 euro per jaar in het projectsecretariaat. Het totale jaarbudget van het projectsecretariaat Plan Boommarter, samengebracht door alle partners, bedraagt 60.000 euro.
Het landinrichtingsproject Land van Teirlinck werkt sinds 2010 aan een duurzame inrichting van de open ruimte in Beersel en Linkebeek. Deze gemeenten, Natuurpunt, het ANB en de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) zijn partner in het project dat onder meer de realisatie van een ecologische verbinding tussen de ecologische structuur van de Molenbeekvallei en het Zoniënwoud en een bosverbinding tussen het Hallerbos en het Zoniënwoud langs de Kapittelbeek met haar valleibossen wil realiseren. De budgetten van de landinrichtingsprojecten worden ingeschreven in de werking van de VLM.
Via het strategisch project Horizon+ werken de gemeenten Hoeilaart, Overijse en Sint-Genesius-Rode samen met de provincie Vlaams-Brabant en Natuurinvest aan de realisatie van openruimteverbindingen via een geïntegreerde, gebiedsgerichte aanpak. Door bescherming en versterking van de open ruimte in de binnengebieden worden woonwijken en kernen met het Zoniënwoud en de IJsevallei verbonden. Dit project spoort samen met het Landinrichtingsproject IJsevallei, dat het natuurlijke karakter van de IJse wil herstellen en de groene plekken rond de waterloop met elkaar wil verbinden. Over het geheel van drie jaar beschikt het project Horizon+ over een budget van ongeveer 460.000 euro.
Het verbinden van bestaande boscomplexen biedt ook kansen voor een uitbreiding van het lokaal toegankelijk groenaanbod in de Vlaamse Rand rond Brussel. Zo werd er in 2017 1.129.000 euro toegekend aan zes projecten van lokale besturen die toegankelijk groen in de Vlaamse Rand realiseren.
Ook binnen de contouren van de grote boscomplexen wordt gewerkt aan een sterkere ecologische samenhang. Het meest sprekende voorbeeld is wellicht de grootschalige inspanning die wordt geleverd in het Zoniënwoud, een woud dat wordt doorsneden door autosnelwegen en een spoorweg. Het Life+OZON-project nam maatregelen zoals een ecoduct over de ring, wat het meest sprekende voorbeeld is.
Voor een totaal budget van intussen bijna 10 miljoen euro zijn daar werven uitgevoerd of in uitvoering. Ook daar hebben meerdere besturen en bestuursniveaus de krachten gebundeld. De belangrijke bijdrage van de Europese Commissie via het LIFE-programma, en de middelen van zowel het Agentschap Wegen en Verkeer, het Departement Omgeving, Leefmilieu Brussel en de gemeentebesturen kunnen daar worden vermeld.
Het is een hele mondvol, maar dat toont dat er op heel veel terreinen wordt gewerkt en dat we blijven streven en werken. We denken dat we onze prioriteit zullen halen die is ingeschreven in het regeerakkoord.
De heer Nevens heeft het woord.
Dank voor uw uitgebreid antwoord, minister. Het ging over heel veel, over heel veel projecten en ook over een duidelijke rode lijn bij het samenbrengen van verschillende mensen en lokale besturen.
Bedankt ook dat u de criteria hebt vermeld, want die had ik nergens gevonden. Er blijft voor mij echter toch nog een onduidelijkheid bestaan. Volgens een van uw criteria koopt u niet van een openbare instelling. De aankoop via het OCMW van Brussel lijkt me echter niet aan dat criterium te voldoen.
Ik ben wel blij dat voor dat bos er een natuurbeheersplan was opgesteld. Het opstellen van een dergelijk plan vind ik niet in uw criteria terug. Mij lijkt het nochtans logisch dat we eerst een natuurbeheersplan opstellen voor we kijken of dergelijke bossen wel toegankelijk zijn. Waarom hebt u het opstellen van een natuurbeheersplan dan niet in uw criteria opgenomen? Sommige natuur is kwetsbaar. U hebt het ook zelf aangehaald. Pas aangeplante bomen zijn gevoelig, en zo’n gebied kan dan ook niet toegankelijk worden gemaakt. Sommige natuur is hoe dan ook te gevoelig om toegankelijk te worden gemaakt. Een natuurbeheersplan kan dergelijke pijnpunten naar boven halen en aangeven welke plaatsen binnen het boscomplex geschikt zijn voor bijvoorbeeld een speelzone of een grotere toegankelijkheid. Een bos, zoals het Hallerbos, dat verschillende hectaren groot is, is vandaag al toegankelijk. Er is daar een netwerk van wegen, buurtwegen en voetwegen die het nu al mogelijk maken het bos te betreden. Wat is de meerwaarde van het aankopen van bossen die al toegankelijk zijn? Is het dan wel fair om die bossen mee te rekenen voor de 1000 hectare extra toegankelijk groen?
De heer Tobback heeft het woord.
Ik sluit me volmondig aan bij de laatste bedenking van collega Nevens, minister. Ik steun uw ambitie om te zorgen voor 1000 hectare bijkomend toegankelijk bos, maar als we die bossen allemaal twee of drie keer tellen, dan komen we wel aan 1000 hectare, maar niet aan extra. Daar gaat ook mijn eerste vraag over. Uit uw antwoord, dat inderdaad zeer uitgebreid was – waarvoor dank – haal ik nog altijd geen netto rekening. Hoeveel is er nu echt bij gekomen of zal er bij komen aan bos en toegankelijkheid? Ik blijf vragende partij voor een reeks veel duidelijkere criteria op dit punt. Nu begint het een beetje op een communicatieslag te lijken waaraan bos en natuur op zich niet veel hebben. Ik heb het over de aankondiging van de aankoop. Ik heb uitdrukkelijk naar de prijs gevraagd. U zegt dat u daarover nog aan het onderhandelen bent. Dat betekent dat er eigenlijk nog geen aankoop is. Zolang er geen akkoord is over de prijs, is er geen contract. En zolang er geen contract is, is er geen aankoop. Met andere woorden, we hebben dat bos nog helemaal niet, tenzij er intussen een akkoord is over het bedrag, en dan zou ik dat graag te horen krijgen. We vinden dat natuurlijk later wel in de begroting terug, maar het zou helderder en transparanter zijn dat onmiddellijk te vernemen. Of hebt u het aan de media wel al verkocht, maar van Brussel nog niet gekocht?
Ik blijf ook op mijn honger op het punt van de meerwaarde inzake toegankelijkheid. Ik zal uw antwoord in het verslag uiteraard uitgebreid nalezen, maar als ik me niet vergis, hebt u gezegd dat we tot een bepaald bos enkel via niet onderhouden aardewegen toegang hebben. Wat zijn dan uw criteria voor toegankelijkheid? Is een bos in uw ogen alleen toegankelijk wanneer er geasfalteerde wegen in liggen? Ik ken nogal wat speelbossen, onder andere bij De Kluis in het Meerdaalwoud, die eigenlijk alleen via aardewegen toegankelijk zijn. En volgens mij moet dat ook zo blijven. Ik zie dus geen tegenstelling tussen de aanwezigheid van aardewegen en toegankelijkheid. Als we in een bos kunnen wandelen, dan kunnen we erin wandelen.
Ik stel ook vast dat de meeste bossen en terreinen die u verondersteld wordt aan te kopen, eigenlijk op geen enkele manier ontoegankelijk of bedreigd waren. In veel gevallen maken ze al deel uit van het VEN, het Vlaams Ecologisch Netwerk, of liggen ze in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Bosbeheersplannen of natuurbeheersplannen ontbreken wel, maar verder was het probleem van de bescherming niet zo gigantisch groot. Waarschijnlijk had u het voortbestaan van die bossen op een andere of misschien goedkopere manier kunnen garanderen.
Tot slot wil ik me absoluut aansluiten bij collega Nevens wanneer hij zegt dat als u met toegankelijkheid wilt scoren – en ik ben absoluut niet tegen toegankelijkheid – u eerst een beheersplan moet maken, om te vermijden dat u het weinige dat er is, onder het motto van de toegankelijkheid nog eens in waarde naar beneden haalt. We zijn allemaal vragende partij voor waardevolle toegankelijke natuur die ook waardevol blijft. En laat alsjeblieft die asfaltweg achterwege.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, in het persbericht konden we inderdaad lezen dat u in de Vlaamse Rand 100 hectare bos aankoopt. Het gaat over bossen van het OCMW van Brussel, meer bepaald in Dilbeek, Beersel en een stuk van het Hallerbos. Van mensen op het terrein kreeg ik echter signalen dat ze bezorgd zijn. Ze vragen zich af over welke stukken het precies gaat. We hebben het nagevraagd en blijkbaar is niemand echt goed op de hoogte. Meer nog, we kregen het signaal dat de gesprekken met het OCMW eigenlijk nog niet zijn opgestart en dat er ontevredenheid is over deze heel voorbarige communicatie. Die communicatie zal inderdaad de prijs alleen maar opdrijven. Er wordt al gecommuniceerd ook al zijn er totaal nog geen akkoorden en is er zelfs nog geen onderhandeling aangevat. Mijn vraag is dan ook heel concreet over welke stukken bos het precies gaat en in welke fase van de aankoop u precies zit. Want dat interesseert de mensen op het terrein natuurlijk wel.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Toen het regeerakkoord in het parlement werd gepresenteerd, was er behoorlijk wat kritiek op het feit dat het op het vlak van bosdoelstellingen weinig cijfers bevatte. De regering kreeg wel applaus voor haar doelstellingen in de Vlaamse Rand. Ze formuleerde haar doelstelling ook heel duidelijk: “Tegen het einde van de regeerperiode moet er 1000 hectare bijkomend toegankelijk groen gerealiseerd zijn.” Dat is behoorlijk scherp geformuleerd. De discussie over de definitie maakte het natuurlijk al een stukje onduidelijker. Gaat het over groen dat bijkomend toegankelijk is gemaakt? Of over bijkomend groen dat ook toegankelijk is? U antwoordt hier dat het eigenlijk beide is, minister. Daar is iets voor te zeggen, maar het probleem is dan dat de evaluatie moeilijk wordt. Zo kom ik tot mijn vraag: hoe zullen we die doelstelling van de 1000 hectare precies realiseren? In uw lijst heb ik ook projecten gevonden die tot na 2019 lopen. Ik neem aan dat die voor het einde van de legislatuur niet afgerond zullen zijn. In welke fase bevinden we ons dus in het behalen van die 1000 hectare? Kunnen we die doelstelling wel evalueren?
In uw lijst vond ik ook projecten in gebieden die ik zelf vrij goed ken, zoals het park van Tervuren en het stukje Zoniënwoud in Jezus-Eik. Die gebieden hebben vandaag al heel wat toegankelijk groen. Bijkomend toegankelijk groen is natuurlijk altijd welkom, maar volgens mij heeft dat daar niet de hoogste prioriteit. Er zijn in Vlaams-Brabant heel wat plaatsen die vandaag nog helemaal geen of weinig groen hebben. De uitdaging is daar te zorgen voor bijkomend groen dat dan ook nog eens toegankelijk wordt gemaakt.
We mogen het onszelf niet te gemakkelijk maken als het gaat over die doelstellingen die duidelijk geformuleerd staan in het regeerakkoord.
Het staat duidelijk in het regeerakkoord en ik heb het daarnet duidelijk geschetst. Het is trouwens niet de eerste keer: we hebben hier al een aantal keren vragen over gehad. Ik heb al gezegd dat het voor mij beide is: het is uitbreiding, maar het is ook het bestaande groen openstellen, toegankelijk maken.
Stel het omgekeerde. Ik zal de vraag aan u stellen: stel dat wij dit zouden interpreteren alsof wij 1000 hectare nieuwe gronden zouden verwerven en aanleggen. Het is een illusie dat in deze legislatuur kan worden gerealiseerd dat dat gebied toegankelijk is. Ik heb het al gezegd, stel dat we allemaal gronden kopen en bebossen, dan zullen deze niet toegankelijk zijn in deze legislatuur. Het zullen in het begin alleen maar struikjes zijn.
Zoals het in het regeerakkoord geformuleerd staat, is het logisch dat het bijkomend groen is dat we toegankelijk maken. Dat is uitbreiding, maar dat is ook bestaand groen verwerven.
Ik heb de criteria overlopen. Als we subsidies geven, mijnheer Nevens, dan is er uiteraard de verplichting om een beheersplan te maken en die toegankelijkheid te regelen. Als we beslissen om gronden aan te kopen van lokale besturen die dat niet in hun corebusiness hebben – ik heb daarnet het voorbeeld gegeven – dan zouden we het verwerven van zeer waardevolle bossen, groen en natuur kunnen afremmen door die verplichting van een beheersplan en toegankelijkheid op te leggen. Dat lijkt mij eigenlijk een bijkomende rem, en dat vind ik niet goed. Ik vind het goed dat wij dat kunnen verwerven en met onze expertise die toegankelijkheid kunnen regelen.
Dat is natuurlijk de meerwaarde, mijnheer Tobback, van de stukken die we nu verwerven, waar de beslissing genomen is om die onderhandeling ook aan te gaan, dat is dat we die verbinding kunnen maken en dat we eigenlijk een toegankelijkheidsnetwerk kunnen maken. Ik bedoel met onderhoud niet dat er asfaltwegen moeten liggen, integendeel. Ik bedoel dat er verbindingen moeten zijn, bewegwijzering en dat het kan worden gebruikt voor recreatieve doeleinden. We kunnen nadenken over de toegankelijkheid.
Het onderhoud van waardevolle natuur en bossen behoort niet tot de corebusiness van de OCMW's. Als we de vraag krijgen om dat te verwerven, nemen wij dat in overweging.
Het is ook interessant om te weten hoe dat loopt. Het is wel eenvoudig om te zeggen dat de aankoop nog niet definitief is. Eigenlijk is dat waar, een notariële akte is nog niet getekend. In alle dossiers werken wij zo dat op een bepaald moment die vraag komt, deze van het OCMW zelf komen of ook van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Het ANB doet prospectie en kan interessante terreinen aankopen. Dan wordt er een officiële dossiervraag opgesteld. Deze gaat naar het kabinet en wij bekijken of aan alle voorwaarden voldaan is, wat er allemaal in zit, en we geven een mandaat om daarmee verder te gaan. Uiteraard is daar in die beslissing een bedrag op geplakt, maar dat is dus nog niet definitief. Ik vind het ook niet wijs om dat hier dan mee te delen. Dat is niet omdat het geheim is, maar omdat het niet zinvol is om dat op die manier te doen.
Ik ga ervan uit als een lokaal bestuur of OCMW te kennen geeft dat het gronden wil verkopen, en wij willen die aankopen, dat ze er niet lastig over doen dat we bereid zijn om die gronden te kopen. Het lijkt me zeer eigenaardig dat men die redenering nu gaat omdraaien.
Men vraagt naar de concrete stand van zaken. Er is hier een uitgebreid antwoord op een schriftelijke vraag, vraag nummer 20. Ik weet niet of het antwoord al definitief is overgemaakt. Ik heb hier in elk geval alle gedetailleerde antwoorden. De heer Nevens, die de schriftelijke vraag heeft gesteld, heeft daar normaal het alleenrecht over, en ik weet nu niet hoe ik daarmee moet omgaan. (Opmerkingen)
Ik zit met een dilemma. Ik heb gedetailleerde lijsten, maar ik laat het aan het parlement over om hierover te beslissen.
We laten het aan de vraagsteller over om daarover te beslissen.
Ik heb hier geen termijn wanneer u het antwoord zou moeten krijgen. Misschien hebt u daar zelf wel zicht op. Ik zal u dat graag bezorgen, alles is klaar. U kunt het krijgen. Ik zal het met veel plezier overhandigen. Wat mij betreft, is dit een mooie realisatie.
Ik heb ook een kaartje. Daar wordt soms naar gevraagd. Men vraagt waar de Rand rond Brussel eindigt, hoe ruim en hoe breed dat is. Op het kaartje kunt u zien wat wij onder de Rand rond Brussel verstaan.
Ik vind het jammer dat het voor sommigen nooit goed zal zijn. We hebben hier een enorme inhaalbeweging gemaakt. We zetten daar prioritair op in. We hebben mooie realisaties geboekt. We kunnen de doelstellingen uit het regeerakkoord halen tegen het eind van deze legislatuur. Ik had daar enthousiasme rond verwacht in plaats van pessimisme over deze aanpak.
Bedankt, minister. Ik kijk uit naar het antwoord op de schriftelijke vraag. Die had ik inderdaad in detail geformuleerd. Het zal binnenkort wel landen.
Ik dank u voor het antwoord. Ik ben dus niet tegen toegankelijk groen, integendeel. Het is belangrijk dat we zo veel mogelijk in de Vlaamse Rand de groene gordel kunnen versterken en dat die aansluit aan bestaand groen, aan private initiatieven enzovoort.
In dat opzicht ben ik het helemaal eens met uw visie en werkwijze om de lokale besturen daarbij te betrekken. Ook partners zoals het ANB, landinrichtingsmaatschappijen en dergelijke zijn interessant. Alleen moeten we toch volgens mij de middelen waarin voorzien is, zo nuttig mogelijk gebruiken. We mogen ons niet laten leiden door die 1000 hectare, want dat is inderdaad een fetisj aan het worden, terwijl men nu misschien aankopen plant die perfect toegankelijk zijn. Ik zou verkiezen om de middelen in te zetten voor nieuw groen dat we op langere termijn toegankelijk maken door de aanplanting van bos.
Dat is een moeilijk verhaal. Meestal gaat het om landbouwgronden die in aanmerking komen. Dat vergt veel overleg. Daarvoor zijn lokale besturen, landbouwraden en de Vlaamse Landmaatschappij enzovoort ideale partners. Ook het Regionaal Landschap Dijleland kan daar een steentje toe bijdragen. Dan moeten we misschien toch durven kiezen voor de moeilijke weg om die uitbreiding van dat groen in de Vlaamse Rand te realiseren en niet al onze eieren in de mand van bestaande bossen leggen die deels al toegankelijk zijn en in het bezit van een bestuur. Dat vind ik geen goede tendens om alle bossen op te kopen die in handen zijn van lokale besturen of overheidsinstellingen die de plicht hebben om een beheersplan op te stellen om als een goede huisvader hun eigendommen te beheren. Ze kunnen dat perfect overdragen aan lokale natuurverenigingen. Ze kunnen dat perfect in erfpacht geven aan het ANB zonder dat Vlaanderen daar effectief geld tegenaan moet gooien om die te verwerven. U hebt dat trouwens al eens geantwoord, dat het niet alleen aankoop is, maar dat er ook afspraken kunnen worden gemaakt in het kader van erfpacht of huurovereenkomsten op langere termijn. Laat ons toch zorgen dat we het maximum halen uit de beschikbare middelen zodat we op lange termijn een duurzame oplossing hebben voor de vergroening van de Vlaamse Rand.
Minister, om tegemoet te komen aan uw gevoel van onderwaardering, dat blijkbaar heel sterk is: ik steun een aantal dingen die u hebt uitgelegd, volledig, zoals het idee van te proberen verbindingen aan te leggen en een habitat te creëren waardoor de wolf ook naar de Vlaamse Rand kan komen. In Limburg is hij welkom, wij willen ook stilaan onze wolf.
Alle gekheid op een stokje, ik denk dat een aantal van die initiatieven voor die regio wel positief zijn. Daar gaat de discussie niet over. U schijnt samen met collega Nevens een beetje dezelfde tendens te volgen in deze meerderheid. Met het antwoord op zijn schriftelijke vraag heeft hij ons iets proberen te verkopen dat we normaal gezien over twee weken gratis krijgen, wanneer het gepubliceerd is. (Opmerkingen van Bart Nevens)
Ik denk dat u dat niet goed hebt begrepen, collega Nevens. U moet uw dogmatische verblinding eventjes laten vallen, dan zult u de realiteit zien, net zoals de minister. Want u doet eigenlijk net hetzelfde, minister. Als u vanuit bestemming beschermde en reeds toegankelijke bossen aankoopt en dan zegt dat die aankoop past in de 1000 hectare bijkomend toegankelijk bos, dan hebt u een hele hoop van ons geld besteedt aan het realiseren van een doel dat u zelf in het regeerakkoord hebt geschreven – wij vanuit de oppositie hebben dat niet geschreven – maar waarbij u die 1000 hectare bijkomend toegankelijk gebied bovendien niet haalt. Als het vandaag al toegankelijk en beschermd is, dan hebt u niets gerealiseerd, maar u hebt er wel voor betaald, tenminste voor die delen van bijvoorbeeld het Hallerbos en andere die vandaag niet alleen toegankelijk maar vaak zelfs overbezocht zijn, in die mate dat er zelfs eerder bijkomende bescherming nodig is dan bijkomende toegankelijkheid op sommige momenten.
U speelt daar toch een dubieus spel met cijfers. Dat u de doelstellingen van het regeerakkoord wilt opfleuren om ervoor te zorgen dat u ze misschien toch nog haalt, dat is natuurlijk uw goed recht. Maar het is op zich misschien wel nuttig dat u er dan bij zegt hoeveel geld u daarvoor betaald hebt. U hebt immers geld uitgegeven dat niet past in het realiseren van die doelstelling. Dat bos was er, dat bos was beschermd en dat bos was toegankelijk.
Ik noteer dat u effectief een beetje flou blijft over de aankoopprocedure. U hebt natuurlijk gelijk, er is een engagement om te gaan onderhandelen en er is een gesprek over de prijs. Ik neem aan dat het OCMW van Brussel zich niet zal hebben teruggetrokken. In die zin verloopt de procedure normaal. Wat er misschien niet normaal in verloopt, is dat u nog voor het afgesloten is, er al mee in de krant wilde staan. Maar ook dat is een bewijs dat die 1000 hectare bijkomend toegankelijk bos in de Rand eerder een communicatieoperatie is vanuit deze regering dan een reële operatie, los van een aantal positieve initiatieven die in dat kader worden genomen maar die eigenlijk ook zonder dat kader hadden moeten worden genomen. Ik blijf dus nogal op mijn honger zitten over wat eigenlijk een soort communicatiestunt was waar niet overdreven veel achter staat. Collega Nevens, ik wacht nog wel een week of twee voor ik mijn geld geef aan het antwoord. We zullen het zo ook wel lezen.
Collega’s, in dezen geen geld onder of boven de tafel. Het antwoord is bezorgd op 27 oktober en staat reeds op de website. U hoeft dus geen geld boven of onder de tafel te betalen. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Ik dacht net van idee te veranderen. Ik dacht alle collega's de vraag te geven, behalve aan collega Tobback, die ik nog twee weken wilde laten wachten. (Gelach)
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.