Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Minister, collega’s, ik start met een gedicht van Joke van Leeuwen over haar vader, die ten prooi viel aan alzheimer. Het is een gedicht dat me persoonlijk raakt omdat ik het dagelijks meemaak in mijn privéleven.
Vader
Hij was gekamd, gewassen en in leven,
geen tanden meer, maar warm rond zijn karkas,
verbaasde ogen achter brillenglas.
Waar was zijn vrouw, waar was zijn huis gebleven.
Hij wist niet of hij woonde waar hij was.
Hij wist niet of ze eten zouden geven
en wie was op bezoek geweest zo-even
in zijn met thee en troost bekleed moeras.
Alles werd nu en alles onbestemd.
Hij gaf het op, de broek met scherpe vouw
bleef in de kast, hij lag en wachtte af
hallo daar roepend in zijn onderhemd,
tot hij zijn zoon die hem nog groeten wou
zag en herkende en zijn zegen gaf.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, voorzitter, collega’s, ik heb een gedicht gekozen van Nobelprijswinnares Wislawa Szymborska: ‘Utopia’. Ik vond dat een mooie boodschap aan ons als politici om de zaken op tijd en stond te kunnen relativeren.
Utopia
Het eiland waar alles wordt opgehelderd.
Hier kan men op vaste bewijsgrond staan.
Er zijn geen andere wegen dan de toegangsweg.
De struiken buigen door van alle antwoorden.
Hier groeit de boom van het Juiste Vermoeden
met eeuwig ontwarde takken.
De verblindend simpele boom van het Begrijpen
bij de bron die Ah Dus Zo Zit Het heet.
Hoe dieper het bos in, des te breder
het Dal der Vanzelfsprekendheden.
Rijzen er twijfels, dan verjaagt de wind ze.
De Echo neemt ongeroepen het woord
en verheldert graag de geheimen van de werelden.
Rechts de grot waar de Betekenis ligt.
Links het meer van de Diepe Overtuiging.
De waarheid maakt zich los van de bodem en drijft zachtjes omhoog.
Boven het dal torent de Onwankelbare Zekerheid op.
Vanaf haar top strekt zich het Wezen der Dingen uit.
Ondanks al deze verlokkingen is het eiland onbewoond
en de vage voetsporen die je op de kusten ziet
wijzen zonder uitzondering in de richting van de zee.
Alsof men hiervandaan alleen vertrekt
en onherroepelijk in het diepe onderzinkt.
In een leven dat niet te doorgronden is.
Mijn vraag gaat over de klacht van de Unie van Vrijzinnige Verenigingen, die we kennen als deMens.nu. De unie dient bij de Cultuurpactcommissie een klacht in tegen de VRT omdat de organisatie van mening is dat er geen vrijzinnig humanistisch alternatief is voor de erediensten die de openbare omroep uitzendt.
Het Cultuurpact van 1972 bepaalt dat openbare culturele instellingen pluralistisch moeten zijn en geen gebruikers mogen discrimineren om ideologische, filosofische of politieke redenen. Volgens deMens.nu is er echter sprake van een schending van het discriminatieverbod tussen de levensbeschouwingen omdat sinds de afschaffing van de levensbeschouwelijke omroepen, nu twee jaar geleden, de vrijzinnig humanistische levensbeschouwing nergens meer aan bod komt op de VRT. De organisatie pleit niet voor een afschaffing van de uitzending van de erediensten, maar eist gelijkberechtiging en stelt dat dit enkel kan door “een expliciete, benoemde en representatieve vrijzinnig humanistische aanwezigheid op radio en televisie”.
In een eerste reactie liet de VRT optekenen dat de openbare omroep “wel degelijk voorziet in een levensbeschouwelijk aanbod op zowel radio, tv als online”, maar dat men ter beschikking blijft van de Cultuurpactcommissie, die de klacht zal onderzoeken.
We hebben hierover al gepraat in de plenaire vergadering van 6 december. In uw antwoord, minister, op de actuele vraag van collega De Gucht over de uitzending van de erediensten op de VRT, liet u het volgende optekenen: “Het lijkt me goed om het juiste evenwicht te vinden van levensbeschouwing en religie op de openbare omroep.” Dat ging vergezeld van de melding dat hierover het gesprek met de openbare omroep moet en zal worden aangegaan.
In het licht van de klacht van deMens.nu heb ik dan ook volgende vragen. Bent u ook van oordeel dat er momenteel op de openbare omroep geen sprake is van gelijkberechtiging tussen de verschillende levensbeschouwingen? Zo ja, steunt u de vraag van de Unie van Vrijzinnige Verenigingen naar een “een expliciete, benoemde en representatieve vrijzinnig humanistische aanwezigheid” op de VRT?
Welke pistes ziet u om een evenwaardige en evenwichtige representatie van de verschillende levensbeschouwingen te garanderen?
Wat is de stand van zaken van de gesprekken met de VRT, die u ter zake aankondigde op 6 december?
Minister Gatz heeft het woord.
Ik ga zo meteen een gedicht van Yousra Benfquih voorlezen, waarvan de titel ogenschijnlijk al het begin van een antwoord op uw parlementaire vraag zou kunnen zijn. De verwarring is geheel toevallig.
Oui, je est un autre, mais pas l’autre que tu penses
Rimbaud, lieve vriend, excuus dat ik
je tutoyeer maar wist je dit:
in sommige landen telt de liefde pas
als je drie kussen geeft,
en een rivier is toch ook maar een zee
die zich tussen oevers beweegt,
een tussentaal tussen twee vreemden
die elkaar vragen wat is vandaag
zonder morgen of toen, en dan
de schouders ophalen.
En Rimbaud, je weet wellicht dat:
luidsprekerbouwers piramidevormige luidsprekers bouwen
zodat alles beter klinkt,
en wat doet een schip
zonder driehoekig anker?
Het verdwaalt, juist ja, en ook
van een stoel weet je vast,
dat hij maar vanaf drie poten
het evenwicht bewaart net zoals
we slechts in goden mogen geloven
als ze in drievoud komen.
Maar Rimbaud, hier is iets dat je nog niet weet:
op straat kwam iemand me tegen:
ik ben het, zei ik,
maar hij hield me voor een ander,
misschien omdat ik mijn haren die dag niet goed kamde
en later schermde iemand een handtas voor me af.
Dus, Rimbaud, sorry hoor, het kan niet anders:
Er moet nog iemand een ander zijn
een ander die niet jij verzint
maar ook niet ik.
P.s.: laat je me nog even weten, wat je daarvan vindt?
Inderdaad, mevrouw Segers, zoals u weet ben ik op 19 januari 2018 door de Vaste Nationale Cultuurpactcommissie in kennis gesteld van het feit dat de Unie van Vrijzinnige Verenigingen, deMens.nu, en de heer Van Rompaey, voormalig directeur van de vzw Het Vrije Woord, een klacht hebben ingediend tegen de VRT over discriminatie van vrijzinnigen in de radio- en tv programmatie. Uiteraard zal de Cultuurpactcommissie deze klacht behandelen en tot een uitspraak komen. Het lijkt me nu primordiaal om in de eerste plaats die uitspraak af te wachten alvorens ik hier verder uitspraken kan of wil doen. Als politicus en als jurist wil ik de volgorde van de rechtsorde respecteren.
Dit als antwoord op uw eerste drie vragen. En dan uw vierde vraag: inderdaad, er is een korte en zeer beknopte gedachtewisseling geweest binnen de Vlaamse ministerraad naar aanleiding van mijn uitspraken, onder meer in de plenaire vergadering van 6 december 2017. Maar wij hadden, zoals u weet, een bredere discussie over andere VRT-gerelateerde aangelegenheden. Daar lag toen het zwaartepunt op. Op dat ogenblik volgde de Vlaamse Regering mijn zienswijze in dezen niet. Dat kan soms gebeuren. Dat hebt u begin januari in de pers kunnen lezen. In die zin verandert er niets ten aanzien van het eredienstgegeven op de VRT. Ik durf te betwijfelen dat daarmee het maatschappelijke debat is afgerond. Dit is de stand van zaken, zoals u die al wel vermoedde.
Uw vraag is op zich wel pertinent, met de invalshoek die u aanhaalt. Ik stel voor dat we eerst afwachten wat de Cultuurpactcommissie hierover te zeggen heeft. Zij is nu de meest gerede instantie om daarover een oordeel te vellen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, dat is voor uw doen een bijzonder kort antwoord! Ik kan mij voorstellen dat hierover binnen de Vlaamse Regering is gedebatteerd en dat de conclusie inderdaad was dat uw collega’s uw standpunt niet volgen. Ik denk dat zij gelijk hebben. In de plenaire vergadering hebben wij vanuit de verschillende fracties aangegeven dat we denken dat we in deze tijd van polarisering meer dialoog nodig hebben en meer kennis van elkaars overtuigingen en religies, om op die manier een respectvol debat te kunnen voeren. Voor mijn fractie is het heel belangrijk dat levensbeschouwing en religie aan bod kunnen blijven komen op de openbare omroep, op een manier die aantrekkelijk is voor de kijkers en die ook past binnen het format van televisie. Dat is uiteraard een moeilijke oefening.
De vrijzinnigheid heeft geen erediensten. Ik denk ook niet dat het een goed idee is om, zoals op de Franstalige omroep, de lentefeesten te gaan uitzenden.
Ik ga ervan uit dat u dat na de uitspraak van de Cultuurpactcommissie zult opnemen met de VRT, om ervoor te zorgen dat er, in samenspraak met deMens.nu, gezocht kan worden naar een format dat aantrekkelijk is voor de kijkers en dat ervoor kan zorgen dat de vrijzinnigheid gelijkberechtigd wordt wanneer het gaat over aandacht voor levensbeschouwing en religie.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik lees een fragment van het gedicht ‘Enige woorden over de ziel’ van Wislawa Szymborska, dat past bij de vraag over levensbeschouwing.
Een ziel heb je nu en dan.
Niemand heeft haar ononderbroken
en voor altijd.
Dagen en dagen,
jaren en jaren
kunnen zonder haar voorbij gaan.
Soms verwijlt ze alleen in het vuur
en de vrees van de kinderjaren
wat langer bij ons.
Soms alleen in de verbazing
dat we oud zijn.
En zo gaat het nog verder. Het is een heel lang en heel mooi gedicht.
We hebben in de pers inderdaad kunnen volgen dat de Unie van Vrijzinnige Verenigingen zich tot de Cultuurpactcommissie heeft gewend omdat zij niet tevreden is over het aanbod van de VRT wat betreft haar levensbeschouwing.
De afspraken die daarrond gemaakt zijn met de VRT betroffen dat zij zelf programma's zouden uitzenden, maar ook zelf maken, waarin levensbeschouwelijke items aan bod komen. Bij wat ik er al van heb gezien – maar ik kijk nu ook niet zo heel veel televisie – herkende ik er niet altijd een bepaalde levensbeschouwing in.
Het zijn zeer interessante gesprekken, zowel op radio als op televisie. Maar de herkenning van een bepaalde levensbeschouwing of religie is niet altijd zo duidelijk voor de kijker of de luisteraar. Misschien moet daarnaar wat aandacht gaan? Ik wil graag een suggestie doen: wilt u dat ook bespreken met de VRT?
In Frankrijk heb je een keer per jaar een ‘émission interreligeuse’. Ik zou dat vertalen als een interlevensbeschouwelijke uitzending. Daarin vinden een hele voormiddag op televisie tussen alle religies gesprekken plaats rond een bepaald thema, zoals de dood, de liefde, ecologie, klimaat. Dan vindt er een echte dialoog plaats: ‘Wat denkt u daarover?’ Ik neem aan dat dat er dan ook filmpjes zijn. Men zal de hele voormiddag wellicht niet al pratend vullen. Ik heb het niet gezien, maar ik weet dat het bestaat. Misschien moet de VRT daar eens naar kijken, naar hoe men dat in Frankrijk doet? Ik weet natuurlijk niet wat de mening van de anderen daarover is.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, de vraag van mevrouw Segers snijdt zeker hout: wat is de plaats van de vrijzinnigheid in het geheel van die uitzendingen? Je zou de discussie ook kunnen aantrekken van op hoeveel zendtijd, op hoeveel aandacht elke geloofsgemeenschap ‘recht’ heeft in die uitzendingen. Die discussie is nog niet gevoerd, maar komt misschien nog wel eens. In de eerste plaats zou ik die overlaten aan de wijsheid van de openbare omroep. We weten dat daar heel wijze mensen zitten – ook anderen, maar ook heel wijze mensen.
De VRT moet daar in de eerste plaats naar kijken en in dit geval ook de Cultuurpactcommissie. Maar ik denk niet dat die discussie is afgesloten.
Voorzitter, ik heb nog een gedicht voor u. Ik heb iets lichtvoetigs genomen, maar toch ook een beetje maatschappijkritisch voor die tijd. Het is van Jan Greshoff, een van zijn bekendste of zijn bekendste gedicht. De titel is misleidend en luidt ‘Liefdesverklaring’.
Liefdesverklaring
Ik houd zo van die donkre burgerheren
Die langzaam wandlen over ’t Velperplein
In deze koele winterzonneschijn:
De dominee, de dokter, de notaris
En t klerkje dat vandaag wat vroeger klaar is.
Maar ’t kan verkeren.
Zo onmiskenbaar ziet men aan hun kleren
Dat zij rechtvaardig zijn, terwijl de plicht
Die eedle lijnen groefde in hun gezicht:
De dominee, de dokter, de notaris,
Drievuldig beeld van al wat wijs en waar is.
Maar ’t kan verkeren.
Op aarde valt voor hen niets meer te leren,
Zij zijn volkomen gaaf en afgerond,
Oud-liberaal, – excuses, minister – wantrouwend en gezond:
De dominee, de dokter, de notaris,
Voor wie de liefde zelfs zonder gevaar is.
Maar ’t kan verkeren.
Zij gaan zich nu voorzichtig laten scheren,
Om daarna, met ervaring en verstand,
Een glas te drinken op het heil van ’t land:
De dominee, de dokter, de notaris.
’k Weet geen probleem dat hun na zes te zwaar is.
Maar ’t kan verkeren.
Levende monumenten op het plein
In deze veel te heldre winterschijn:
De dominee, de dokter, de notaris,
Die denken dat uw dichter niet goed gaar is.
Maar ’t kan verkeren!
Dank u wel. We kunnen alleen hopen dat er ook veel wijze mensen in de Cultuurpactcommissie zetelen en dat ze daarover een wijze uitspraak zullen doen.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik kan de speelsheid van het laatste gedicht zeker appreciëren – andere gedichten trouwens ook, hoor.
Ik wil inderdaad de Cultuurpactcommissie en haar advies afwachten. Daar zal ik niet meer over zeggen. Aangezien de vraag mij expliciet is gesteld, wil ik aangeven aan mevrouw Brouwers, consequent blijvende met mijzelf, dat ik zeker te vinden ben voor interreligieuze dialoog en programma’s, maar dat ik mij daar dan weer niet mee zal bemoeien, omdat dat dan inderdaad tot de programma’s van de VRT behoort. Dat neemt niet weg dat ik er mijn persoonlijke visie op erediensten blijf op nahouden. Maar aangezien u die uitvoerig kent, zal ik die niet herhalen.
– Marius Meremans treedt als voorzitter op.
Ik waardeer de voorzet van het Franse voorbeeld. In de kerstvakantie heb ik de BBC-nota gelezen. Die is trouwens zeer interessant, ik kan u die aanraden. Die nota kan verschillende soorten van antwoorden geven en kan ter inspiratie, niet van mij, maar van omroep tot omroep, ook onze openbare omroep van dienst zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.
U ontsnapt er niet aan: ook ik heb een gedicht mee. Het is ook een speels gedicht, mijnheer Vandaele. Het is van Annie M.G. Schmidt. Het is iets vrolijks. Ik heb het daarnet voorgedragen aan een lid van onze fractie dat jarig was. Dat is gefilmd, ik houd mijn hart vast. Het gaat over ouder worden en is geïnspireerd op een niet nader genoemd lid van de Vlaamse Regering, dat tegen mij zei: ‘Het wordt pas erg als ze je zeggen dat je er nog goed uitziet voor je leeftijd.’
Ouder worden
Met mij is er totaal niets aan de hand.
Ik ben nog fit van lijf en van verstand.
Wel wat artrose in mijn heup en mijn knie.
Als ik me buk, is het net of ik sterretjes zie.
Mijn pols is iets te snel, mijn bloeddruk wat te hoog,
maar ik ben nog fantastisch goed… zo op ‘t oog.
Met de steunzolen die ik heb gekregen,
loop ik weer langs ’s Heeren wegen,
kom ik in de winkels en ook weer op het plein.
Wat heerlijk zo gezond te mogen zijn.
Wel gebruik ik een tabletje om in slaap te komen
en over vroeger wat te kunnen dromen.
Mijn geheugen is ook niet meer wat het was
en ik ben weer vergeten wat ik gisteren nog las.
Ook heb ik steeds meer last van mijn ogen
en mijn rug raakt langzamerhand wat meer gebogen.
Mijn adem is wat korter, mijn keel is vaak erg droog,
maar ik ben nog fantastisch goed… zo op het oog.
Het leven is zo mooi, het gaat zo snel voorbij.
Als ik kijk naar foto’s, over vroeger van mij,
dan denk ik terug aan mijn jeugdige jaren.
Wilde ik mooie schoentjes, moest ik daar heel lang voor sparen.
Ik ging fietsen en wandelen, overal heen.
Ik kende geen moeheid, zo ’t scheen.
Nu ik ouder word, draag ik vaak blauw, grijs en zwart
en loop ik heel langzaam, vanwege het hart.
Doe het maar op uw gemak, zei de cardioloog,
u bent nog fantastisch goed… zo op het oog.
De ouderdom is goed, ja begrijp me wel,
maar als ik niet slapen kan en ik schaapjes tel,
dan twijfel ik toch of het wel waar is
en of schaapjes tellen eigenlijk niet wat raar is.
Mijn tanden liggen in een glas met water,
mijn bril ligt op de tafel even later.
Mijn steunkousen naast het bed op de stoel.
U weet dus wat ik met die twijfel bedoel.
Trek niets in twijfel, zei mijn pedagoog.
U bent nog fantastisch goed… zo op het oog.
’s Morgens, als ik ben opgestaan
en eerst de afwas heb gedaan,
lees ik het nieuws in de krant.
Het werk in huis doe ik naderhand.
Ik doe de ramen, ik stof wat af,
ik kom tijd te kort, staat u niet paf?
Wel gaat alles wat traag,
heb na het eten wat last van de maag.
Maar ik wil niet zeuren, want het mag,
het is heel normaal bij de oude dag.
Aanvaard het rustig, zei de psycholoog.
U bent immers nog fantastisch goed… zo op het oog!