Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, collega’s, op de website – webstek moet ik eigenlijk zeggen, dat is het mooie Vlaamse woord – UiTinVlaanderen.be kun je terecht voor de cultuur- en vrijetijdsagenda voor Vlaanderen en Brussel. Naast concerten, quizzen of theatervoorstellingen kun je er ook activiteiten van politieke partijen terugvinden. De website, een uitstekend initiatief van de Vlaamse minister van Cultuur, hanteert een reglement waarbij politieke activiteiten ingedeeld worden in twee groepen.
Evenementen waar het vrijetijdsgehalte de bovenhand heeft, zoals eetfestijnen of een quiz of andere culturele activiteiten, mogen wel op de online-agenda verschijnen. Een evenement waar politieke meningen worden geuit via bijvoorbeeld een toespraak, ook op eetfestijnen of recepties, worden door publiq, de webbeheerder, van de website geweerd. Een dunne, maar concrete en duidelijke lijn. Nochtans lijkt de beheerder zich niet steevast aan de eigen regelgeving te houden: activiteiten van sommige politieke partijen werden in het verleden geweerd conform het reglement, terwijl gelijkaardige activiteiten van andere politieke partijen wel toegelaten werden. Hoewel de reglementering duidelijk is, is ze dat niet op de website UiTinVlaanderen.be zelf. Het onlinereglement inzake voorwaarden vermeldt namelijk helemaal niets van regelgeving rond politieke activiteiten.
Minister, hoe staat u tegenover deze ambigue manier van werken van webbeheerder publiq? Zult u deze mensen daarop aanspreken? Welke maatregelen zult u nemen?
Bent u op de hoogte van dergelijke gevallen?
Is het reglement volgens u voldoende duidelijk? Moet dit volgens u integraal terug te vinden zijn op de website, wat nu niet het geval is?
In het verleden verzocht webbeheerder publiq de gemeentediensten, als eigenaar van de zaal waarin de gebande activiteiten plaatsvinden, om de activiteit te verwijderen van de webstek UiTinVlaanderen.be. Bent u ook van mening dat de webbeheerder, al dan niet naast de gemeente, zeker ook de organisator op de hoogte moet brengen?
Minister Gatz heeft het woord.
In antwoord op uw eerste vraag zal ik kort toelichten hoe de UiTdatabank werkt en op welke manier er in deze context wordt omgegaan met politieke activiteiten. Jaarlijks worden er meer dan 200.000 activiteiten ingevoerd in de databank, in 2017 ging het zelfs om 250.000 activiteiten die dan ook nog eens 500 agendaplatforms tegelijk voeden.
Om een hoge kwaliteit te garanderen voor deze stroom aan activiteiten staan gemeentelijke medewerkers in voor de kwaliteitsbewaking. Deze kwaliteitsbewaking bestaat niet alleen uit controle van activiteiten, maar ook uit de coaching van organisatoren met betrekking tot de richtlijnen rond invoer van de activiteiten.
Begin 2018 is 93 procent van de Vlaamse steden en gemeenten lid van het UiTnetwerk en heeft een UiTovereenkomst gesloten met publiq. Deze overeenkomst bevat afspraken rond kwaliteitsbewaking, waaronder dus het aanstellen van één of meerdere validatoren. Alle provinciehoofdsteden, centrumsteden en grotere gemeenten zijn lid van het UiTnetwerk. De overige 7 procent is op dit moment kleine gemeenten. In 93 procent van de gemeenten wordt in elk geval meer dan 93 procent van de activiteiten in de UiTdatabank ingevoerd.
De leden van het UiTnetwerk bewaken de kwaliteit van de activiteiten door verenigingen en organisatoren continu bij te staan bij het invoeren. Zij worden gevraagd dit te doen door regelmatige communicatie met en informatie aan hun gemeentelijke verenigingen en organisaties en door de organisatie van invoeropleidingen voor organistoren. Steden en gemeenten kunnen bovendien alle aanbod dat ingevoerd is in de UiTdatabank nakijken via een handige validatietool.
publiq ondersteunt op zijn plaats de leden van het UiTnetwerk door opleidingen te geven over hoe gemeenten en steden hun organisatoren best aanpakken – teach-the-teacher noemt men dat – en door richtlijnen te delen over onder meer politiek aanbod. De basisregel rond het toevoegen van aanbod is dat het aanbod vrij toegankelijk is voor iedereen en niet gericht is op commerciële of particuliere belangen. Activiteiten van organisatoren zoals verenigingen, gemeentelijke diensten zoals cultuurcentrum en sportdienst komen dus in aanmerking, een verkoopactie van een winkel niet.
Een zeer klein deel van de dagelijks ingevoerde honderden activiteiten bestaat uit politiek of politiek getint aanbod. Specifiek voor politiek aanbod wordt, zoals in de invoerrichtlijnen bepaald, aanbod dat louter gericht is op het verspreiden van een politieke boodschap, niet gepubliceerd. Een politiek debat bijvoorbeeld waarbij meerdere politieke stemmen aan het woord komen, kan dan weer wel.
Om een neutrale aanpak voor alle partijen te hanteren en om te garanderen dat publicatiekanalen zoals UiTwebsites een neutraal vrijetijdsoverzicht bieden, hanteert publiq volgende tweeledige aanpak. Ten eerste is er de decentrale gemeentelijke validatie. Dat wil zeggen dat steden en gemeenten instaan voor kwaliteitscontrole en naleving van regels rond ontoelaatbaar aanbod, zoals vastgelegd in de UiTovereenkomst die ze sluiten met publiq. Steden en gemeenten zijn wel degelijk gemotiveerd om deze controles uit te voeren omdat het aanbod ook op de eigen communicatiekanalen verschijnt. Als steden en gemeenten een eigen redactiereglement willen hanteren dat strenger is dan dat van publiq, dan kan dat, maar dan het liefst in samenspraak met publiq.
Ten tweede zijn er de aanvullende centrale kwaliteitscontroles door publiq. Medewerkers van publiq voeren zelf, steekproefgewijs, aanvullende controles uit om na te gaan of aanbod in de UiTdatabank thuishoort.
Voor politiek aanbod concentreren de controles door publiq zich rond piekmomenten zoals eindejaar, wanneer veel nieuwjaarsrecepties worden ingevoerd in de UiTdatabank. Aanbod dat conform de invoerrichtlijnen niet thuishoort in de UiTdatabank wordt verwijderd.
Hierbij zoekt publiq aanbod op via zoekacties op naam van alle politieke partijen, zodat het aanbod van verschillende partijen dezelfde behandeling krijgt.
Ik ben niet op de hoogte van eerdere gevallen. Bij mijn weten worden de invoerrichtlijnen doorgaans door de steden en gemeenten goed toegepast en zijn er voldoende controles ingebouwd om de neutrale aanpak te verzekeren. Het gaat hier bovendien over een zeer beperkt aandeel van het totale aantal activiteiten dat wordt ingevoerd in de UiTdatabank.
De reglementering hierover hoort eerder op pagina’s die over de UiTdatabank gaan dan op UiTinVlaanderen.be zelf. De UiTdatabank is namelijk de ingang waar organisaties informatie over vrijetijdsactiviteiten kunnen invoeren die daarna wordt gepubliceerd naar een groter publiek op sites zoals UiTinVlaanderen.be. De verwijzing naar politiek aanbod staat op de pagina’s over de UiTdatabank en op de helpdeskpagina’s gelinkt vanuit de UiTdatabank zelf.
Deze informatie wordt, zoals eerder gezegd, door publiq zelf en de lokale besturen, in het kader van hun werking met de UiTdatabank, uitvoerig verspreid aan de lokale organisatoren. Dat gebeurt onder meer via de stedelijke of gemeentelijke website, het gemeentelijk infoblad en invoeropleidingen.
De organisatoren worden door de UiTdatabank op de hoogte gebracht als een gemeentelijke validator een activiteit afkeurt. Dit verschijnt namelijk in de UiTdatabank op de persoonlijke homepagina van de invoerder. Maar op dit moment is het wel nog zo dat de UiTdatabank nog geen begeleidende uitleg geeft. Dit is te wijten aan de overgang van de vorige versie van de UiTdatabank naar de recente versie, maar het zal opnieuw opgenomen worden. De communicatie naar invoerders over de status van hun ingevoerde inhoud zal in 2018 dus verder verfijnd en verbeterd worden. Het kan zijn dat de aanleiding van uw vraag inderdaad niet de nodige terugkoppeling heeft gekregen. Ik weet het niet zeker, maar ik kan het vermoeden. Op dit moment kunnen gebruikers die vragen hebben over de status van hun activiteit terecht bij de validatoren of bij de helpdesk van publiq of op de helpdeskpagina’s.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. Begrijp me niet verkeerd, we zijn voor het platform UiTinVlaanderen. Het brengt mensen bij elkaar en is makkelijk toegankelijk voor kleine en grote verenigingen van allerlei slag om publiciteit te maken voor hun vereniging maar ook voor hun activiteiten. Het werkt uitstekend en is eenvoudig. Het is als organisator ook makkelijk toegankelijk om activiteiten in te brengen. U haalt terecht aan dat ook vele lokale besturen een koppeling hebben gemaakt tussen de UiTdatabank en hun eigen kanalen om activiteiten te verspreiden.
Voor mij moet het kunnen dat ook politieke strekkingen terechtkunnen op de UiTdatabank. Politiek dichter brengen bij de burger en vice versa is ook een opdracht van verschillende politieke organisaties en partijen. Ik vind dat UiTinVlaanderen zeker en vast mag berichten over die politieke activiteiten. De essentie van mijn betoog is dat de lat voor iedereen op gelijke hoogte moet liggen. Ik zou enkele concrete voorbeelden kunnen geven van activiteiten van andere politieke partijen dan die van mijn partij die niet werden geweigerd en nog steeds terug te vinden zijn op de webstek. Ik zal dat bewust niet doen omdat het weinig zoden aan de dijk brengt.
Ik had toch graag aangekaart dat er met twee maten en twee gewichten wordt gewerkt. Van de websitebeheerder publiq mogen en moeten we meer transparantie verwachten. U hebt zelf aangehaald dat de organisator geen bericht krijgt als zijn activiteit is verwijderd. U geeft aan dat er aan dat probleem iets gedaan zal worden en dat de overgang er iets mee te maken heeft. Men had van bij het begin van de overdracht uit beleefdheid aan de organisator moeten melden dat er een bericht was verwijderd. Dat gaat gewoon om beleefdheid en heeft niets te maken met systemen. Een mailtje sturen naar de organisator waar de gegevens van gekend zijn en waar de hoofdindiener van gekend is, kost weinig moeite.
Ik vind ook dat het reglement transparanter zou moeten zijn en meer gedeeld onder mensen die activiteiten indienen. Ik vind het spijtig dat er een dunne lijn is tussen het verwijderen van bepaalde activiteiten via zoekmachines, want dat geeft het gevoel dat er met twee maten en twee gewichten wordt gewerkt. U spreekt van “steekproefgewijs”. Het ligt dan eigenlijk in handen van de medewerker die de vrijheid heeft om te bepalen welke activiteit er wordt verwijderd uit de UiTdatabank en welke niet. Voor mij is het gelijkheidsbeginsel cruciaal in deze: iedereen gelijk voor de wet. Als er onregelmatigheden worden aangetroffen, dan moet die regel worden toegepast op alle activiteiten en moet er niet enkel worden gefocust op een partij of een naam om die te proberen te verwijderen uit de databank.
Minister Gatz heeft het woord.
Ik ben het in elk geval eens met de regel die publiq nu rond de politieke activiteit en de communicatie daarrond hanteert. Ik denk dat ze die goed communiceren met de besturen. Ik ben het ook zeker eens met de opmerking van de heer Nevens dat de regels voor iedereen dezelfde moeten zijn, anders wordt elk systeem in vraag gesteld. Ik zal publiq vragen om hier nog bijkomende aandacht aan te geven, gelet op de gevoeligheid daarrond. Als u bepaalde zaken hebt, mag u die altijd ofwel aan publiq ofwel aan mij doorspelen. Als zwart op wit is aangetoond dat men steken heeft laten vallen, dan moeten we daar iets aan doen. Ik zal zeker met hen kijken dat het in de toekomst nog wat secuurder kan gebeuren.
De heer Nevens heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.