Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, scholen worden vandaag de dag geconfronteerd met middelengebruik en gameverslavingen bij jongeren. Rond drugsgebruik bij jongeren stelde u al dat scholen zelf een drugsbeleid moeten uitstippelen waarbij ze in de eerste plaats inzetten op preventie, en indien nodig de politie kunnen inschakelen. De Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) ondersteunt scholen met werkbare methodieken waarmee ze aan de slag kunnen. Welzijnsminister Vandeurzen heeft een overeenkomst met VAD waarin ondersteuning voor scholen is opgenomen.
Oostendse scholen vragen een grotere ondersteuning rond gameverslaving om die verslavingen bij jongeren aan te pakken. Jongeren zitten vaak versuft van het gamen in de klas. Oostende stelde in alle scholen een brochure ‘Omgaan met middelen in het onderwijs’ voor en organiseert extra vorming.
Ook in Antwerpen wordt een tandje bij gestoken om de drugsproblematiek aan te pakken. Jongeren die normaal op school moeten zitten, raken verwikkeld in het drugsmilieu. Met de hulp van enkele Antwerpse instanties willen ze proactiever te werk gaan.
Minister, welke signalen ontvangt u van scholen over middelengebruik en gameverslaving bij jongeren? Hoe zult u Vlaanderenbreed actie ondernemen om scholen te stimuleren een beleid rond drugsgebruik en gameverslaving uit te stippelen? Hebt u een zicht op het aantal scholen die een beleid rond drugsgebruik en ook gameverslaving hebben uitgewerkt? Hoe evalueert u de ondersteuning van VAD aan scholen? Hoe ervaren de scholen die? Overlegt u met welzijnsminister Vandeurzen over deze problematiek? Welke acties en maatregelen komen daaruit voort?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw De Meulemeester, tot nu toe heb ik geen specifieke signalen van scholen ontvangen rond middelengebruik en gameverslaving. Ik heb ook geen precies zicht op het aantal scholen dat een beleid rond drugsgebruik en gameverslaving heeft. Hierover houden wij geen cijfers bij. Ik kan u die dus ook niet geven. Ik ben me echter wel bewust van het feit dat scholen ondersteuning nodig hebben.
Via een beleidsmatige aanpak kunnen scholen op een effectieve manier werken aan deze uitdaging. Een doordacht beleid laat toe een duidelijk standpunt in te nemen ten opzichte van diverse middelen. De Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen schreef daarover een aantal heldere visieteksten die verduidelijken wat een beleidsmatige aanpak op school moet omvatten. VAD stelt een leerlijn ter beschikking die toelaat na te gaan wanneer je welk thema aan bod laat komen en in welke lessen.
Bovendien is er ook materiaal ter beschikking om ouders in het beleid over alcohol, drugs en games te betrekken en kunnen scholen die nood hebben aan een analyse van de schoolse situatie op het vlak van de middelenthematiek een beroep doen op de VAD-leerlingenbevraging. VAD biedt ook educatieve pakketten aan. Voor het hoger onderwijs is er de studentenbevraging.
Naast het materiaal van VAD is er ook materiaal van Mediawijs rond gamen en het gebruik van games en sociale media waar scholen gebruik van kunnen maken. Ook het Kenniscentrum Mediawijsheid onderneemt initiatieven om elke burger bewust te maken van de positieve en negatieve aspecten van videogames. Via de website www.medianest.be worden ouders gesensibiliseerd en ondersteund en via het platform ‘Games in de klas’ ook leraren. Er is dus bijzonder veel materiaal ter beschikking.
Of scholen ermee aan de slag gaan, behoort tot de autonomie van de scholen zelf. We hebben wel een plejade van zaken waarmee ze aan de slag kunnen. Het tegengaan van drugsgebruik en gameverslaving is echter niet iets dat scholen alleen kunnen. Ze moeten kunnen samenwerken met belangrijke partners, waaronder in de eerste plaats ouders. Dat vergeten we soms. Als er nood is aan hulpverlening, kunnen scholen een beroep doen op de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s). Indien nodig kunnen scholen ook de politie erbij betrekken. De hefboom hiervoor is de ministeriële omzendbrief PLP 41. Het aanspreekpunt, waarvoor we zo hard hebben geijverd, kan worden gecontacteerd.
Zeer recent is een databank in het leven geroepen waarin deze contactpersonen door middel van een wachtwoord kunnen worden opgezocht. Een school die problemen vermoedt, en zijn contactpersoon niet kent, kan daar via de databank onmiddellijk aan geraken.
In het verlengde van de gezondheidsconferentie van minister Vandeurzen over onder meer alcohol, drugs en gamen, gaan er in 2018 settinggerichte werkgroepen van start, met daarin verschillende experten. De focus van de settinggerichte werkgroepen is gericht op het faciliteren van de implementatie van het preventieve gezondheidsbeleid
Ook voor onderwijs wordt er zo’n werkgroep opgestart. De opdracht is adviezen te geven aan minister Vandeurzen over mogelijke acties en maatregelen. De werkgroep zal rekening houden met het al bestaande materiaal. Men zal nagaan waar eventuele bijsturing wenselijk is. Deze adviezen zal ik dan verder met collega Vandeurzen bespreken.
Ten slotte verwijs ik naar de eindtermen, waarin de aandacht voor een gezonde levensstijl een element zal zijn.
Dank u voor uw antwoord, minister. Het is inderdaad een complexe problematiek, waar de ene school al wat meer mee te maken krijgt dan de andere. Er bestaat geen algemeen geldende aanpak, daar ben ik me zeer van bewust.
Zoals u aangeeft, weten de scholen vaak niet waar ze terechtkunnen. De samenwerking met VAD is vanzelfsprekend, en Mediawijs is mij ook bekend.
Sommige gemeenten hebben het voordeel dat ze hun eigen preventiewerker hebben. De scholen kunnen bij deze persoon terecht, die hun de weg toont naar VAD en Mediawijs. De drugpunten kunnen hier ook een grote rol spelen ter ondersteuning van scholen, gemeentebesturen enzovoort.
Rond gameverslaving bestaat meer onduidelijkheid. Heel wat gemeenten maken er werk van om vorming te geven aan scholen of er via de ouderraden voor zorgen dat ouders terechtkomen op vergaderingen waar ze worden ingelicht over de aanpak. Ik besef dat dat geen taak is van Onderwijs alleen. Dat is samen met Welzijn ervoor gaan. Zoals u zelf zegt, moeten we werken naar gezondheid. Jongeren moeten kunnen gamen, maar het moet beperkt blijven. (Opmerkingen)
Inderdaad, dat ze niet verslaafd worden.
Gemeenten met een preventiewerker kunnen aan vroeginterventie doen. In samenwerking met de cgg’s wordt er aan vroeginterventie gewerkt. Dat kunnen we uitbreiden. De samenwerking tussen Onderwijs en Welzijn is van groot belang.
De vraag om uitleg is afgehandeld.