Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, op 30 juni – wat al even geleden is maar het is opnieuw relevant door het recente Transbaso-onderzoek – schreef het lokaal overlegplatform (LOP) secundair onderwijs Sint-Niklaas-Temse, na overleg met de LOP’s en de scholen uit de regio Waasland en Dendermonde, een brief naar de parlementsleden waarin ze oproepen om te gaan voor vaste inschrijvingsdata geldig voor heel Vlaanderen vastgelegd door de Vlaamse overheid. De redenen waarom het LOP daarvoor pleit, zijn legio.
De spelregels van het inschrijvingsrecht zijn ingewikkeld, en ouders en leerlingen worden geconfronteerd met een wirwar aan inschrijvingsdata. Dit heeft als gevolg dat alle kinderen in Vlaanderen onder druk staan om steeds vroeger een studiekeuze te maken, en net de meest kwetsbaren vinden hierin moeilijk hun weg.
Basisscholen en centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) stellen steeds meer de vraag om keuzehulp in het eerste trimester of zelfs al in het vijfde leerjaar te plaatsen. Vooral 9kansrijke ouders stappen al in het vijfde leerjaar naar de CLB-infomomenten. In heel wat scholen moet je tegenwoordig inschrijven nog voor de opendeurdagen hebben plaatsgevonden. De huidige toestand met verschillende inschrijvingsdata is voor de ouders en leerlingen niet alleen verwarrend, maar ook niet transparant.
Pedagogisch zou het beter zijn om zo laat mogelijk in het schooljaar in te schrijven. Een hele groep kinderen en ouders is ruim anderhalf jaar voor de effectieve overgang naar het secundair onderwijs reeds bezig met het keuzeproces van het kind. Het keuzeproces wordt zo nog vervroegd in tegenstelling tot de algemene consensus dat we het keuzeproces van kinderen beter uitstellen.
Vanwege concurrentiële redenen is het zeer moeilijk voor LOP's om zulke beslissing in een ruimere regio te nemen. Als in omliggende gemeenten of regio’s al vroeg wordt gestart met inschrijvingen, dan voelen de scholen in aangrenzende gemeenten of regio’s zich verplicht om hierin mee te gaan. Zo ontstaat tussen scholen een wedloop om als eerste inschrijvingen te organiseren. Zo zijn de scholen in een stad als Gent verplicht om mee te gaan met dezelfde datum als de inschrijvingen in de rand. Anders vreest men een stadsvlucht, vooral dan voor kinderen van ouders met een hogere socio-economische status (SES).
Het installeren van vaste inschrijvingsdata – geldig voor heel Vlaanderen – brengt niet alleen volledige transparantie voor ouders en leerlingen, maar bespaart ook veel energie omdat niet langer jaarlijks lokaal of in de LOP’s een nieuwe tijdslijn vastgelegd moet worden.
Opvallend is dat deze bevindingen bevestigd werden in het recente Transbaso-onderzoek. Een van hun aanbevelingen is om de inschrijvingen later van start te laten gaan. Ze verwijzen naar het feit dat kansrijke ouders en kinderen al in het vijfde jaar scholen bezoeken. Zo start het keuzeproces voor het secundair onderwijs voor sommige kinderen al in het jaar dat ze 11 worden. Transbaso haalt eveneens aan dat het ontmoedigend is voor leerkrachten in het basisonderwijs. Zij stellen vast dat hun inspanningen in verband met oriëntering in het zesde jaar basisonderwijs niet zinvol zijn aangezien een groot deel van de leerlingen al heeft gekozen.
Minister, wat vindt u van de genoemde problemen en ontwikkelingen als gevolg van de zeer verschillende inschrijvingsdata? Bent u gevoelig voor het argument dat vooral leerlingen uit kansarme gezinnen hiervan de dupe zijn? Wat met de keuze voor uitstel van studiekeuze?
Bent u het ermee eens dat een gemeenschappelijke inschrijvingsdatum de genoemde problemen kan verhelpen? Bent u het ermee eens dat een gemeenschappelijke inschrijvingsdatum eveneens zou helpen bij het vermijden van kampeertoestanden en het probleem van dubbele inschrijvingen?
Wilt u initiatief nemen om in afwachting van een wijziging van het Inschrijvingsdecreet alvast een gemeenschappelijke inschrijvingsdatum voor heel Vlaanderen te onderzoeken en in te voeren?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, in de commissie van 12 oktober heb ik gezegd dat ik ook signalen ontvang dat het draagvlak om later op het jaar te starten met de inschrijvingen in het secundair onderwijs stapsgewijs groeit. Bij de opmaak van het huidige Inschrijvingsdecreet is er gekozen om ruimte in te bouwen voor lokale autonomie. Het decreet bepaalt de startdatum, maar dit is voor de scholen geen verplichting tot starten op die datum. Het kan later.
We zien dat heel wat scholen en soms zelfs hele regio’s omwille van een betere studie- en schoolkeuzebegeleiding liever wat later zouden willen starten met inschrijven, maar dat ze dat niet doen als de omliggende scholen niet mee opschuiven vanwege de onderlinge concurrentie. Dat signaal geeft men niet enkel vanuit het LOP Sint-Niklaas-Temse, maar ook vanuit andere steden met een centrumfunctie voor secundair onderwijs krijg ik dezelfde boodschap zoals van het LOP Antwerpen en het LOP Gent.
Er wordt gevraagd om de inschrijvingen later in het schooljaar te laten starten en dit te verankeren via een centrale tijdslijn. Ik ben dit genegen. Het zou inderdaad ook de problematiek van dubbele inschrijvingen moeten beperken en kan een opstap zijn naar een centrale aanmeldingsprocedure. Ik ben daar niet tegen, maar heb wat vragen bij wat de taak is die de overheid moet vervullen.
Een centrale tijdslijn zal niet alles oplossen en zal natuurlijk niets veranderen aan het feit dat kansrijke ouders en kinderen al in het vijfde leerjaar secundaire scholen bezoeken of infomomenten door het CLB bijwonen. Het hoeft op zich ook geen probleem te zijn dat ouders zich tijdig informeren. Dat ouders verschillende scholen willen bezoeken en zich tijdig willen informeren, vind ik op zich een goede zaak. Maar het is wel jammer als dat noodgedwongen gebeurt omdat de inschrijvingen starten vóór de opendeurdagen of voor de infosessies plaatsvinden. Dat betekent immers dat degenen die wachten tot het zesde leerjaar, effectief te laat zijn om scholen te bezoeken voor ze moeten kiezen. Inschrijvingen voor het eerste jaar secundair onderwijs later in het schooljaar laten starten, geeft basisscholen en CLB’s meer ruimte om leerlingen en hun ouders te begeleiden in het maken van een goede keuze. Dit zal volgens mij alle leerlingen ten goede komen.
Afhankelijk van hoe we nu verder afspreken, kan ík daarin initiatief nemen of het parlement. Ik luister graag naar de verschillende standpunten.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik ben blij met de opening die u alvast maakt. Ik heb het antwoord dat u hebt gegeven aan de LOP-voorzitters, gezien. U zegt daarin ook dat u dit niet ongenegen bent maar dat het aan het parlement is om initiatief te nemen. Dat heeft u eerder niet tegengehouden om toch in te grijpen. Misschien kunt u dit in dezen ook doen. Het is misschien wat moeilijker omdat de oppositie er niet bij zit deze keer.
Het is toch aangewezen omdat er een grote roep is vanuit de praktijk. Het is nefast om kinderen al in het vijfde leerjaar een studiekeuze te laten maken.
Om op je 10e of 11e in het vijfde leerjaar al te moeten bezig zijn met je studiekeuze, is te vroeg. Ik ben dan ook benieuwd naar de reacties van de andere fracties aangezien u daar ook op wacht.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik ken de scholengemeenschap Sint-Niklaas zeer goed, om niet te zeggen dat ik mevrouw Vercauteren daar zelf zeer goed ken.
In het licht van de dubbele inschrijvingen moeten we erover waken dat dit niet gebeurt. Dubbele inschrijvingen geven voor scholen problemen. Je maakt klassenroosters, zet leerkrachten in, verdeelt lokalen en neemt moeilijke beslissingen over het al dan niet splitsen van klassen op basis van het aantal leerlingen dat je denkt te zullen hebben. Als leerlingen dan toch niet opdagen omdat ze in een andere school zitten, dan geeft dat problemen – ook voor de andere school, omdat ze meer leerlingen hebben dan verwacht.
Het feit dat de inschrijvingsdata steeds vroeger vallen, nog voor leerlingen goed en wel weten welke studierichting ze zullen kiezen, is inderdaad geen goede zaak. Het pleidooi om later op het jaar in te schrijven, als alle infodagen gepasseerd zijn, is een goede zaak. Dat is vooral voor leerlingen die twijfelen tussen scholen die gelegen zijn in verschillende steden. In mijn regio bijvoorbeeld zijn er scholen in Sint-Niklaas, Hamme, Lokeren, Dendermonde en Beveren. De inschrijvingsdata zijn niet op elkaar afgestemd, waardoor je de facto dubbele inschrijvingen krijgt. Een meer eenvormig moment van inschrijvingen zou voor veel scholen een goede zaak zijn. Dan komt natuurlijk de discussie wat 'later' betekent. Men moet de boel natuurlijk georganiseerd krijgen. Dat moeten we zeker nog verder bekijken.
Dat is echter nog iets anders dan CAR's (centraal aanmeldingsregister) met dubbele contingenteringen uniform uitrollen over heel Vlaanderen. Dat is een andere discussie dan deze naar aanleiding van deze vraag om uitleg, zijnde over de datum.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij het pleidooi van mevrouw Meuleman, vele LOP-voorzitters en eigenlijk ondersteund door de minister. We hebben effectief belang bij uniformiteit, zowel naar schoolorganisatie als naar concurrentiewedloop als naar gelijke kansen voor alle ouders om hun kinderen in te schrijven. Het uitstel van de inschrijvingsdatum en het uniformiseren over heel Vlaanderen, is iets wat we absoluut moeten overwegen. Er bestaat volgens mij ook een groot draagvlak voor.
Uiteraard zal niemand het kinderen en hun ouders kwalijk nemen dat ze zich uitgebreid informeren. Het tegendeel is eerder zorgwekkend. Het is absoluut niet problematisch als dit vroeg begint, maar ik vind het wel de taak van de overheid om duidelijk aan te geven dat er na uitgebreide keuze er één moment is waarop iedereen gelijke kansen heeft om zich in te schrijven. We moeten die gelijke kansen ook maximaal garanderen voor alle kinderen, aangezien we weten dat nu eenmaal hoogopgeleide of kansrijke ouders zich veel sneller informeren dan de anderen.
De dubbele inschrijving is geen goede zaak en maakt het alleen maar ingewikkelder. Als we daar in één klap vanaf geraken, dan kan dat zeker op onze steun rekenen.
Er zijn alvast drie partijen vragende partij om het Inschrijvingsdecreet op een constructieve manier aan te passen en te vereenvoudigen. Ik hoor dat bij Groen, CD&V en sp.a. We blijven uiteraard, ook in het kader van het Inschrijvingsdecreet, voorstander van een sociale mix. Als dat voor sommigen niet langer wenselijk is, dan moeten we toch niet nalaten om het decreet in die zin aan te passen dat de inschrijvingen en de kans op de juiste schoolkeuze voor alle kinderen gegarandeerd zijn en dat er geen wedloop naar vroeger, vroeger, vroeger ontstaat. Early tracking vinden we geen goede zaak voor een juiste studiekeuze. Dit element in het Inschrijvingsdecreet noopt daartoe. Dit moeten we alvast proberen aan te pakken.
Wat dat CAR betreft: als elke stad of elk LOP daar in een eerste fase al mee zou beginnen, dan zou dat heel wat oplossen. Ook in regio's waar er geen acuut plaatsgebrek is, is dit wenselijk en zinvol. Als u het mij vraagt, is het nog gemakkelijker om het Vlaanderenbreed te doen omdat je nu eenmaal onderwijsregio's hebt en stromen die breder zijn dan LOP-gebieden waar jongeren schoollopen. Soms heeft dat te maken met een busverbinding of de ligging van een secundaire school. Laat ons daar ook aandacht voor hebben. Laat ons dat centraal aanmeldingsregister toch maar overwegen, al was het maar om ook in dezen de planlast terug te dringen.
De heer De Ro heeft het woord.
Ik kan vanuit onze fractie alleen maar volmondig ja zeggen op één datum die later valt en één centraal aanmeldingsregister. Er bestaan daar teksten over die herlezen en herschreven zijn. Dat materiaal is voorhanden.
Tegenover een gefaseerde invoering in beperkte zones om het dan uit te breiden naar de rest van Vlaanderen, zoals ik hoor bij de heer Daniëls en mevrouw Gennez, staan we wat sceptisch, vooral vanuit de praktijk. Als we naar LOP-voorzitters en directies luisteren, dan zeggen ze dat we ook eens moeten gaan spreken met de gebieden die niet in het LOP zitten maar in de omgeving. Er zal wel altijd iemand een buur zijn. Als het in een bepaald LOP-gebied geregeld is maar als ze dan bij de buren hun goesting doen zonder CAR, zonder vaste datum, dan zullen er altijd problemen blijven bestaan.
De vraagsteller verwees naar de open brief en de situatie in Oost-Vlaanderen, Gent-Sint-Niklaas, waar het nog net iets moeilijker is. Wie er ook het initiatief neemt met betrekking tot het inschrijvingsrecht, voor een groot stuk van het Vlaamse Gewest zijn Brussel en Wallonië een buur. Dat geldt vooral voor Brussel en de Rand. Het zou niet onverstandig zijn, mochten we naar één datum gaan voor de Nederlandstalige scholen in Brussel en de Rand, dat dit wordt besproken met de Franse Gemeenschap. Dezelfde fenomenen spelen zich daar af, zeker in zeer veel taalgemengde gezinnen. Met een zeer grote krapte aan scholen is er een voordeel aan één datum.
Ik onderschrijf dat hoe later op het jaar het voor ouders en kinderen en scholen veel evidenter is om kinderen te oriënteren. Voorzitter, ik denk zelfs dat we in de teksten die we hebben voorbereid, de datum voor het secundair onderwijs zeer laat hebben gelegd. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor sommige groepen in het onderwijs, zoals de CLB's. Maar we hebben binnen de groep schrijvers gezegd dat dit dan maar moet.
Minister, er is veel goede wil, misschien niet over alle punten. Laat ons als goed voornemen voor 2018 tijdens de komende weken kijken hoe we dit snel kunnen regelen. Wat mij betreft mag dat met zo veel mogelijk partners rond de tafel, als het maar gebeurt.
Omdat ik heb meegeschreven aan een aantal voorbereidende teksten, wil ik ook even iets zeggen. Het verlaten van de datum is nooit een discussiepunt geweest. We hebben die inderdaad vrij laat gesteld in functie van een goede studiekeuze en een goede oriëntering van leerlingen. Volgens mij is daar niet veel discussie over.
Daarnaast hebben we in de hoorzittingen kunnen vaststellen – en dat hebben we ook opgenomen in de teksten – dat het niet alleen belangrijk is om na te denken over de datum vanaf wanneer kan worden ingeschreven maar ook tot wanneer.
Er is namelijk heel duidelijk naar voren gekomen dat het voor scholen vandaag heel moeilijk is om een echte start te nemen op 1 september, omdat er nog heel veel bewegingen en late inschrijvingen zijn in de loop van september. Voor de goede organisatie van een schooljaar is het belangrijk dat de scholen een lessenrooster kunnen opmaken en opdrachten kunnen geven aan leerkrachten, zodat ze vanaf 1 september met het schooljaar kunnen beginnen, en niet op 1 oktober, door die grote wijzigingen.
Ik denk dus dat ook de datum tot wanneer leerlingen zich in de school voor een bepaalde richting kunnen inschrijven, van belang is. Het is ook belangrijk dat leerlingen zich slechts in één school kunnen inschrijven, en niet in vijf scholen tegelijk, zodat de problematiek van de dubbele inschrijving ook is opgelost.
Er zijn dus vele goede redenen om de datum voor heel Vlaanderen duidelijk vast te leggen, voor iedereen op hetzelfde moment, vanaf wanneer tot wanneer. Zowel de scholen als de CLB’s moeten zich aan het einde van het schooljaar organiseren in functie van een goede begeleiding van leerlingen, een goede keuze die leerlingen en ouders moeten kunnen maken, en ook een mooie, degelijke start van het nieuwe schooljaar.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, ik heb hier eigenlijk op alle banken positieve reacties gehoord op het principe dat de inschrijvingsdatum één datum wordt. Ik ben zeker bereid, collega De Ro, om het ook eens met de Franse Gemeenschap te bekijken. Nu we zeer constructief onderhandeld hebben over de paasvakantie, zit er misschien nog wel wat meer in, wie weet.
De vraag is natuurlijk of alles aan elkaar gekoppeld is. Ik voel dat daar een consensus over is. Wat het centraal aanmelden betreft, heb ik mij ook niet negatief uitgesproken. Ik ben zelfs bereid om te kijken – ze zijn daar al lang mee bezig bij onze administratie – of wij zo’n platform kunnen aanbieden. Ik maak me er wel wat zorgen over om dat over heel Vlaanderen te doen. Daar moeten we nog eens ten gronde over van gedachten wisselen. Je kunt dat gefaseerd doen, en kijken of dat tot problemen leidt. Er zijn een paar uitzonderingen, maar doorgaans zijn die gebieden goed afgebakend en loopt dat goed. Er zijn zones waar er echt geen enkel probleem is, en ik wil in het kader van Tarra nu niet in de omgekeerde situatie komen dat ik plots een hoop extra verplichtingen ga opleggen. Globaal gezien voel ik daar weinig weerstand, alleen over de uitwerking ervan is er nog wat discussie.
Het derde luik van de maatregel, het al of niet behouden van de maatregelen die de sociale mix moeten bevorderen, daar knelt het schoentje, ook bij de onderwijsverstrekkers. Er zijn er die echt de afschaffing daarvan vragen, omdat ze zeggen dat het te veel papier en te weinig rendement is. Er zijn er die vragen om dat te behouden en te versterken. Daar zitten we dus niet op één lijn. Voor mij is het nu van belang om te weten of we daar getrapt in kunnen werken, of dat het een akkoord over het geheel moet zijn. Maar ik heb begrepen, voorzitter, dat u aanbiedt om nog eens samen te zitten met de partijen. Voor mij is dat perfect. Zeker wat die inschrijving betreft, wil ik ook zelf initiatief nemen, omdat ik weet dat men daar over alle partijen heen akkoord is. Collega Daniëls heeft wel een punt: je moet dan nog eens kijken welke datum dat dan is. Maar ik heb begrepen dat daar ook voorstellen over gedaan zijn. We laten het nog even aan het overleg.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, ideaal komt er een nieuw Inschrijvingsdecreet dat inderdaad voor één inschrijvingsdatum en voor een centraal aanmeldingsregister gaat en dat, wat ons betreft, ook die sociale mix behoudt. Dat is goedgekeurd door alle partijen die in de vorige legislatuur rond de tafel zaten. Ik zie niet in wat daar nu het probleem zou zijn om te landen. Ik heb toch een lichtblauw vermoeden dat dat niet meer zal lukken, aangezien een aantal versies van teksten al maandenlang stof liggen te vergaren.
Ik zou er dan in tweede instantie voor pleiten om inderdaad voor die centrale inschrijvingsdatum te gaan. Men moet zich daar niet verschuilen achter de lokale autonomie. Het veld zegt zeer duidelijk: wij willen die autonomie niet, wij willen een overheid die de lat gelijk legt, om de concurrentie tussen stad en rand uit te schakelen en om dubbele inschrijvingen uit te schakelen. Het veld vraagt zeer duidelijk aan de overheid om daar initiatief te nemen.
Als er één datum komt, zal ook blijken dat het nodig zal zijn om met zo’n centraal aanmeldingsregister te werken, omdat je anders die concurrentie tussen stad en rand niet uitschakelt en nog een vlucht in de hand werkt en eventueel ook het kamperen weer zult aanmoedigen. En dat willen we zeker vermijden.
Ik denk dat die twee zaken hand in hand zullen moeten gaan. Voor mij begint u met een vaste datum, en dan zal blijken dat een centraal aanmeldingsregister nodig zal zijn, maar idealiter voert u dat meteen samen in. Ik hoor zeer duidelijk ‘ja’ bij CD&V, Open Vld, sp.a en bij ons. Ik hoor de N-VA nog wat aarzelen: 'We moeten nog kijken wat die datum moet zijn, en dat mag ook niet te laat zijn, want organisatorisch moet men de zaken ook rond krijgen en zo.' Ik denk dat het veld zeer goed weet waar die datum voor hen zou moeten worden gelegd, namelijk zo laat mogelijk, maar zodoende dat alles toch nog haalbaar blijft.
We moeten ons niet verschuilen achter die praktische schoolorganisatorische argumenten, want ik denk dat het veld daar wel uit zal komen. Ik hoop dat ook de N-VA in dezen bereid zal zijn om mee te stappen in op zijn minst die centrale inschrijvingsdatum, mijnheer Daniëls.
De vraag om uitleg is afgehandeld.