Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Er hangt nog altijd een zwaard van Damocles boven de persoonsvolgende financiering, zijnde de procedure bij de Raad van State die de ongelijke financiering binnen de sector van personen met een handicap aanvecht. Het komt erop neer dat twee personen met een gelijke zorgvraag en een gelijke problematiek, op totaal verschillende manieren gefinancierd worden. Dat was in het verleden een probleem van de voorzieningen. Door het invoeren van de persoonsvolgende financiering is dat uiteraard een probleem van de mensen zelf geworden. Een hele reeks voorzieningen zag zich genoodzaakt om deze problematiek samen aan te klagen middels een procedure bij de Raad van State.
Ik heb de minister hier al eerder over ondervraagd. Bij de vorige debriefing merkte de leidend ambtenaar op dat vanuit de taskforce de idee werd geopperd om in twee fasen te werken in een poging om die verschillen weg te werken. In een eerste correctiefase zouden vanaf juli 2018 de grootste verschillen worden weggewerkt door extra investeringen buiten het afgesproken uitbreidingsbeleid. Men richt zich daar op de individuele cliënten in de zeventig voorzieningen met de grootste historische achterstand. In een tweede correctiefase zal het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) de budgetten van alle zorggebruikers herzien om deze helemaal af te stemmen op hun zorggebruik en zorgzwaarte. Dat zal gebeuren voor alle meerderjarige zorg-in-naturagebruikers en vroegere meerderjarige cliënten met een persoonlijkeassistentiebudget (PAB) en een persoonsgebonden budget. Via een nieuwe toeleidingsprocedure zal het VAPH ook het reële zorggebruik en de zorgzwaarte bepalen. Deze oefening heeft een timing van 2019 tot 2022.
De minister zegt dat hij eigenlijk het verschil wegwerkt tot 85 procent voor degenen die de grootste achterstand hebben, maar het mag duidelijk zijn dat dan in deze oefening ook voor vijf jaar op zijn limiet verschillen gebetonneerd worden. Daarnaast kun je opmerken dat twintigduizend mensen met een handicap opnieuw zullen worden ingeschaald, wat duur en tijdrovend is. Ik vind de beslissing om iedereen opnieuw te gaan inschalen, opmerkelijk, temeer daar de minister eerder had aangegeven dat in de inschalingsoefening die in de voorzieningen gebeurd is, er gedegen is gewerkt en dat er maar zeer beperkt – hoe zal ik het zeggen – zeer enthousiast is gegaan naar de benodigde zwaarte. Dit lijkt mij dus een zeer ver in de tijd gespreide en zeer intense manier van werken
Minister, kunt u een duidelijke stand van zaken geven met betrekking tot de procedure bij de Raad van State? Wordt gepoogd om te verzoenen met de betrokken voorzieningen? Ik denk dat iedereen dat zou wensen. We hopen niet dat het zwaard van Damocles effectief valt maar dat er oplossingen worden geboden aan de onderliggende problematieken van de klacht. Kunt u meer duidelijkheid geven bij de financiering van de correctiefasen? Hoe reageert u op het feit dat daarmee de correctie van de financiering lang op zich laat wachten? Kunt u aangeven op welke manier u de herinschaling zult financieren? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het besluit van de Vlaamse Regering dat dit proces induceert? Is er ondertussen een antwoord van de Inspectie van Financiën (IF)? Bij de bespreking van de begroting in de commissie was daar nog geen duidelijkheid over. Hoe regelt u concreet de financiering via taxshift, VIA-akkoord (Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de Socialprofitsector) en sociale Maribel, waar al herhaaldelijk naar werd verwezen? Wanneer zullen deze maatregelen tastbaar worden op het terrein?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, ik heb op deze vragen al meerdere keren geantwoord. De procedure bij de Raad van State is lopende. Dit is een overwegend schriftelijke procedure. De advocaten van beide partijen hebben ondertussen hun conclusies ingediend. Er wordt gewacht op het advies van de auditeur van de Raad van State. Ondertussen is de ontwerpregelgeving met betrekking tot de twee correctiefases uiteraard opgemaakt. Na principiële goedkeuring en bij het indienen van het ontwerpbesluit bij de Raad van State – dat zit in dezelfde cadans als bij het vorige – wordt een nieuw overleg met de vertegenwoordigers van de betrokken voorzieningen gepland, zodat hun een duidelijk perspectief kan worden geboden op het rechttrekken van de historische ongelijkheid.
Voor alle duidelijkheid, u hebt er ook correct naar verwezen, is die ongelijkheid helemaal niet ontstaan door de persoonsvolgende financiering. Het was al een hele tijd een deel van het hele financieringsverhaal. Het is nu inderdaad vanuit individueel perspectief zichtbaar geworden, wat het voorheen alleen maar was op het niveau van de voorzieningen. De reden waarom we ervoor hebben gekozen om toch de transitie te starten met de historische budgetten per voorziening en dan te verdelen over de gebruikers, is dat we de voorkeur hebben gegeven aan zorggarantie boven het onmiddellijk rechttrekken van dat gegeven. We wisten ondertussen dat wanneer we dat laatste wilden doen, in ieder geval een aantal voorzieningen ten opzichte van hun gebruikers geen zorggarantie konden bieden.
Over de middelen die nodig zijn voor fase 1, hebben we al gesproken. We gaan uit de algemene middelen vanaf 2019 een budget ter beschikking stellen. Dat hebben we ook in de sociale onderhandelingen ingebracht. Dat moet worden gecombineerd met RSZ-kortingen die het gevolg zijn van de federale maatregelen betreffende taxshift, en met de middelen van de sociale Maribel die het gevolg zijn van de federale maatregelen op het gebied van taxshift. Dat laatste kan niet zomaar. Dat moet uiteraard gebeuren via een techniek die toelaat om binnen de regelgeving van Maribel te blijven. Daar zijn een aantal formules voor uitgewerkt. Het is wel belangrijk dat de concrete omvang van het totale budget voor de eerste fase zal afhangen van de wijze waarop de sociale partners het oorspronkelijke engagement nu ook operationaliseren. Dat is een deel van de sociale onderhandelingen van het VIA-akkoord die bezig zijn. Er wordt op dit moment onderhandeld over een protocol dat wordt gesloten tussen de sociale partners en het VAPH. Dat moet kaderen in een VIA 5.
Het zal u niet verbazen dat wij er absoluut vragende partij voor zijn dat die onderhandelingen worden gefinaliseerd, want ze moeten mee inhaken op de ambitie die wij in de regelgeving zullen inbrengen en waarvan we echt werk willen maken.
In de tweede fase zal de terbeschikkingstelling gebeuren door compensatie van plussen en minnen in de aanpassing van de budgetten. Indien zou blijken dat dat niet helemaal overeenkomt, zal de regering op dat moment moeten nakijken of en op welke manier een beperkt budget uit de uitstroom moet worden ingezet om dat geheel te realiseren. Dat zal dan zeker niet voor deze legislatuur zijn.
Op een tijdspanne van nog geen twee jaar de omschakeling van een aanbod- naar een vraaggestuurde financiering realiseren, mét invoering van een compleet nieuw financieringssysteem waarbij middelen niet langer via directe financiering aan de aanbieders maar via persoonsvolgende financiering aan de personen met een handicap ter beschikking gesteld worden, vind ik eerlijk gezegd niet zo een lange periode. Het lijkt me ook wel aanvaardbaar, gelet op het historisch karakter van de ongelijke financiering die we meeslepen. Er moet toch begrip kunnen zijn voor het feit dat we die reeds lang aanwezige ongelijkheid op een billijke termijn proberen recht te zetten. Vandaar de termijn van 2018 tot en met 2022.
De voorbereidingen inzake de tweede fase in de correctie en het bepalen van de zorgzwaarte en het zorggebruik van de voormalige gebruikers van zorg in natura, het PAB en het persoonsgebonden budget (PGB) zijn lopende. Het betreft hier het beter omschrijven en beperkt differentiëren van de B- en P-waarden, het herbekijken van de koppeling aan de budgetcategorieën en het verder verfijnen van de budgetcategorieën. Het doel is om de voorbereidingen te finaliseren tegen juni 2018 en die vervolgens in regelgeving om te zetten zodat deze vanaf 2019 toegepast kan worden. Er zal daarvoor natuurlijk expertise moeten worden binnengehaald. Het VAPH zal die kost met eigen middelen financieren.
Gelet op het feit dat het niet zo gemakkelijk is om die tweede fase helemaal te beschrijven, maar ook omdat we nog geen zicht hebben op de voortgang van de sociale onderhandelingen, waarvan we eerlijk gezegd hoopten dat dat wat sneller zou verlopen, heeft de IF een ongunstig advies gegeven. We gaan nu met het begrotingsadvies naar de regering. Daar zullen we de beslissing moeten nemen. Ik ga er uiteraard van uit dat die beslissing geconditioneerd zal zijn door de resultaten van het sociaal overleg.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Eerlijk, dit is echt een antwoord waar ik zeer ongelukkig over ben, niet met hoe u het zegt. Ik ben eigenlijk wel even van mijn melk. We zitten met een problematiek waar men het heeft over zorggarantie. 'What's in a name?' Men biedt wel een vorm van zorg aan, maar daar zitten vandaag verschillen tussen personen op van 70 procent. Dat die historisch gegroeid zijn, doet eigenlijk niet ter zake. Er zijn er in plus en er zijn er in min. Als je dat verschil neemt, loopt dat in sommige, zij het extreme, gevallen op tot 70 procent. Daarvan begrijp ik nu uit uw antwoord dat het niet zo is, zoals ik eerst had begrepen, dat men in een eerste fase zou starten in juli 2018, maar dat men de voorbereiding zal laten lopen tot juli 2018, om dan pas in 2019 budgetten in te zetten waarvan ik en blijkbaar ook de IF zeggen dat het niet echt zeker is dat u er aanspraak op kunt maken. U verwijst immers terecht naar sociale akkoorden, taxshift en sociale Maribel.
Dat betekent volgens mij dat het gros van die operatie voor de volgende legislatuur is. Met andere woorden: u tilt dit dossier over de verkiezingen. Begrijp ik dat goed? (Opmerkingen van minister Jo Vandeurzen)
Ik vraag u echt om dit nog even te herhalen. U geeft heel veel informatie op korte tijd, wat ik apprecieer. De IF geeft een ongunstig advies, heb ik begrepen. De VIA-onderhandelingen lopen, dat weten we. Dat hebt u ook niet alleen in handen, dat kan ik u ook niet aanwrijven, integendeel, maar we zitten hier met een situatie waar er tot 70 procent verschil zit in de financiering van dezelfde problematiek, die we jaren gaan bestendigen. Dat heb ik toch goed begrepen?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
De zorg van de heer Van Malderen gaat over de tweede fase. Die deel ik. Ik heb ook een zorg over de eerste fase, want daar kijken we naar de VIA-onderhandelingen. U zei zelf voorzichtig dat u ook hoopte dat ze sneller gingen. Ik wil forser zijn dan dat. Ik denk dat het redelijk hallucinant is dat die nog steeds niet rond zijn. Het heeft heel lang geduurd voor er een onderhandelingskader was. Ze zijn nu bezig. Ik denk dat ze sinds september of zo eindelijk aan de gang zijn. Ik wacht op de positieve echo's die richting eindpunt gaan, maar ik moet toegeven dat ik daar tot nu toe nogal sceptisch tegenover sta. Mijn vraag is, aanvullend op de vraag naar de volgende legislatuur: wat als de VIA-akkoorden niet rond geraken, wat als de VIA-onderhandeling de komende weken of maanden afloopt? Wat betekent dit voor de onderhandeling rond PVF en de broodnodige gelijktrekking die er beloofd is?
U hebt gezegd dat er een advies van de auditeur verwacht wordt enzovoort. Ik ga ervan uit dat u ook, los van juridische procedures, met de betrokkenen hebt samengezeten. Ik dacht dat u gezegd hebt dat u dat in het verleden hebt gedaan. Stel dat de twee fasen effectief in uitvoering gaan, dat er wel een VIA-akkoord komt en de regering akkoord gaat met die twee fases, hebt u dan het signaal van de indieners dat ze bereid zijn hun klacht in te trekken of zijn er dan nog knelpunten en is dit voor hen onvoldoende een antwoord op de vraag die ze hebben ingediend?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega's, zodra we een formule hadden gevonden op advies van de taskforce met de werkgevers en iedereen die daarbij aanwezig was, denk ik dat ik altijd gecommuniceerd heb dat het budget dat we zouden mobiliseren voor de eerste fase, zou bestaan uit de volgende drie bronnen. Wij gaan een inspanning doen, buiten uitbreidingsbeleid. Dat gaan we uiteraard waarmaken. Dan zijn er twee bronnen waar ook de betrokkenheid en de medewerking van de sociale partners vereist is. Het systeem begint in 2018. Voor de eerste fase gaan we dan ook mee in de financiering, en dat zal lopen over een aantal jaren. Het is juist dat de hele budgettaire weerslag niet in deze legislatuur ligt. Ik zou eerlijk gezegd ook niet weten waarom dat zo zou moeten zijn.
We hebben een systeem dat gedurende tientallen jaren is ontwikkeld en gegroeid. We gaan dat nu rechttrekken. We gaan beginnen met degenen met de grootste achterstand. Dat zijn zij waarvan we weten dat de 'gap' tussen wat ze eigenlijk hadden kunnen krijgen en wat ze hebben aan ondersteuningsmiddelen, het grootst is. We gaan een formule vinden om dat geleidelijk aan in te lopen. Ik vind dat eerlijk gezegd een zeer verdedigbare constructie. Ze is trouwens niet uitgevonden door de minister, maar ze is het voorstel dat de sector zelf daarin doet.
Ik begrijp natuurlijk wel dat als je dat systeem wilt operationaliseren, zeker de eerste fase, je dan een zicht moet hebben op zowel de techniek als het bedrag dat door de sociale partners daarin wordt aangebracht. Het is niet aan ons om nu op het sectorale niveau die onderhandelingen zeer zwaar te sturen. Die moeten we hun dynamiek laten. Dat wil ik absoluut respecteren. Maar wij hebben alleszins de ambitie om ervoor te gaan en om aan die historische ongelijkheid geleidelijk aan een einde te stellen. Nogmaals, de keuze voor dit systeem is er vooral gekomen omdat we de voorkeur hebben gegeven aan zorggarantie boven de gelijktrekking op de korte termijn.
Ik ga natuurlijk naar een besluit waarin ook de techniek moet worden meegenomen vanuit die fondsen, Maribel en de taxshift, die middelen naar het VAPH kan brengen om dan in het systeem ingebracht te worden. Ik voeg er nog eens aan toe dat we er zelf uit eigen middelen en uit ons welzijnsbudget een bedrag aan toevoegen.
Wat betreft het gesprek met die voorzieningen denk ik dat ik het volgende mag zeggen, heel voorzichtig want ik heb zelf zeker niet rechtstreeks met de betrokkenen gesproken, wat ook niet zou kunnen in de fase van een gerechtelijke procedure. Dan zitten er raadslieden tussen. Ik denk dat de redenen waarom de betrokkenen naar de Raad van State zijn gegaan, te maken hebben met die historische ongelijkheid. Ik ga ervan uit dat we in ieder geval het gesprek moeten voeren op het moment dat we, na een principiële goedkeuring, in de procedure zitten voor de Raad van State en dat we aan de hand van een concrete tekst die al de eerste keer langs de regering is gepasseerd, het gesprek, met tussenkomst van de raadslieden en dergelijke meer, kunnen voeren. Ik kan natuurlijk niet zeggen wat de uitkomst van dat gesprek zal zijn. Ik hoop wel dat de betrokkenen zullen merken dat we er een aanzienlijke inspanning voor gaan doen, dat dat probleem echt niet is veroorzaakt door het systeem van de PVF en dat we hoe dan ook een perspectief willen geven.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, dat die verschillen historisch gegroeid zijn, is in dezen geen argument. U hebt ervoor gekozen en bent ervoor verantwoordelijk om PVF in te voeren terwijl u weet had van deze systeemfout. Al herhaaldelijk hebben wij gezegd dat het een goed principe is maar dat de uitvoering pijnpunten heeft. Dit is er een van. De manier waarop u nu probeert te remediëren, is eigenlijk in hetzelfde bedje ziek. U schermt met zorggarantie. De realiteit is dat er mensen met een handicap zijn die hun zorggarantie voor 85 procent ingevuld zullen zien als u tot een besluit komt in de regering. Ik heb begrepen dat de IF daar negatief advies over heeft gegeven. De rest tilt men over de verkiezingen. Dat is de conclusie van deze vraag. Ik vind dat bijzonder pijnlijk. Ik vrees eerlijk gezegd dat we binnenkort naar andere rechtszaken zullen blijven gaan. Dit is een zwaard van Damocles boven een hervorming die iedereen steunt, maar waaraan er bij de uitvoering nogal wat pijnpunten zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.