Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, kortweg afvalstoffen, geeft elke Vlaamse gemeente een doelstelling mee inzake restafvalproductie. De doelstelling zelf was verbonden aan de specifieke cluster waarin de gemeente was onderverdeeld. Die zestien clusters zijn gebaseerd op de Belfiusindex, waarbij de gemeenten op basis van 150 uiteenlopende parameters een onderbouwde profielschets meekrijgen.
Voor het afvalstoffenplan wordt de meest recente Belfiusindeling gehanteerd, die van 2007. Op het moment dat de Belfiusbank de huidige indeling actualiseert, zal het effect hiervan op de doelstellingen worden bekeken, zowel op het niveau van gemeenten die wisselen van cluster, als op de hoogte van de doelstellingen per cluster. Tegelijk zal ook het werken met clusters worden geëvalueerd. Indien de impact van deze actualisatie en evaluatie op de doelstellingen significant is, zal een planaanpassing worden voorgesteld.
In de commissie Leefmilieu van 21 december 2016 plaatste ik, tijdens de gedachtewisseling over het nieuwe uitvoeringsplan, kanttekeningen bij de actuele relevantie van een indeling op basis van gegevens die bijna tien jaar oud zijn. De vertegenwoordiger van de OVAM zei daarover het volgende: “Belfius verzekerde dat de bank om de tien jaar haar clustering actualiseert. De opstart van de evaluatie is afhankelijk van de uitvoering daarvan. Zij gebeurt samen met VVSG en Interafval, waarmee ook de opmaak van de doelstellingen in het plan is besproken.”
Minister, hoever staat het met de nieuwe Belfiusindeling? Werd die al overgemaakt aan uw administratie? Indien niet, waarom niet en dringt u daarop aan bij Belfius? Het eventuele uitblijven van een actualisering van de Belfiusindex mag uiteraard niet impliceren dat de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), al dan niet samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Interafval, helemaal nog geen evaluatie maakt. Hoever staat het met die evaluatie van het afvalstoffenplan en wanneer mogen we dit verwachten? Wat zijn voorlopig de eerste bevindingen en waar zult u bijsturen?
Over die evaluatie werd reeds een tipje van de sluier gelicht: “Of er een nieuw openbaar onderzoek komt, hangt dan weer af van de resultaten van de evaluatie. Als een gemeente van cluster moet veranderen door de nieuwe Belfius-index en de herberekening levert een beperkt verschil op, wordt de doelstelling waarschijnlijk niet aangepast. Als het meer is, moet de regering beslissen over een planaanpassing, met de bijhorende vereisten die het decreet oplegt.” Op basis van welke criteria zult u beslissen of een verschil al dan niet beperkt is?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Nevens, zoals u weet – daar zal uw vraag om uitleg allicht op gebaseerd zijn – is er inderdaad een vertraging op de Belfiusindeling. Belfius heeft een vertraging bij de opmaak. De OVAM verwacht in de loop van januari 2018 een eerste versie van de nieuwe indeling. De OVAM houdt nauw contact met Belfius om dat op te volgen.
Hoe zit het met de evaluatie van het uitvoeringsplan? Er zijn twee soorten gepland. Ten eerste is er een tussentijdse evaluatie gepland halverwege de planperiode. Aangezien het uitvoeringsplan is goedgekeurd op 16 september 2016 en loopt tot eind 2022, zal dat zijn voor einde 2019. De evaluatie en eventuele voorstellen tot bijsturing gebeuren, conform het plan, door het overlegplatform afval- en materialenbeheer.
Daarnaast plant actie 4 dat het werken met clusters zal worden geëvalueerd. Deze evaluatie is gepland voor 2018 en zal worden gestart nadat de nieuwe Belfiusindeling bekend is.
De impact van de nieuwe Belfiusindeling op de hoogte van de doelstellingen zal samen met de VVSG/Interafval worden bekeken. Op basis van de nieuwe Belfiusindeling zullen de berekeningen die hebben geleid tot de formulering van de huidige doelstellingen, opnieuw gebeuren. Op die manier worden er verschillen in kaart gebracht. Daarnaast zal samen met de VVSG/Interafval worden bekeken of de verschillen significant zijn. Overeenkomstig de bepalingen in het plan adviseert het overlegplatform of een aanpassing nodig is.
Het werken met clusters zal worden geëvalueerd op basis van de informatie die wordt verkregen uit het lerend netwerk, maar ook uit de bezoeken aan gemeenten door de OVAM. Er is een lerend netwerk van kustgemeenten gestart. Begin december is de OVAM gestart met een lerend netwerk voor de cluster regionale steden. De gemeenten tonen veel interesse om ervaringen uit te wissen met gelijkaardige gemeenten. In 2018 zal de OVAM, samen met de VVSG/Interafval, deze lerende netwerken verder uitrollen over de andere clusters.
Collega Nevens, wij volgen dat verder goed op en ik ben ervan overtuigd dat u dat ook zult doen.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, u kent me ondertussen een klein beetje, en ik u ook.
Ik had inderdaad vernomen dat er wat vertraging is met het maken van de nieuwe Belfiusindex. Vandaag weet ik dat de evaluatie die men had gepland, natuurlijk afhangt van die nieuwe Belfiusindex om te zien of er inderdaad verschillen zijn ten aanzien van de Belfiusindex van 2007. Ik ben in blijde verwachting dat die er komt en ben benieuwd of er verschillen zullen zijn in het kader van die clustering. Mijn buikgevoel – en ik heb een tamelijk grote buik – zegt van wel. Ik volg dat inderdaad nauw op.
Minister, ik ben erg tevreden dat u ondertussen niet stilzit en het lerend netwerk met kustgemeenten met dezelfde problemen en de informatie die men daar heeft, wil delen met anderen. Soms kunnen we van elkaar nog heel veel leren en opsteken, en op die manier zorgen dat we in het kader van afval en ons huishoudelijk afvalplan grote stappen vooruit kunnen zetten en trendsetter en koploper kunnen blijven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.