Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, recyclageparken spelen een centrale rol in de inzameling van huishoudelijk afval. Op 16 september 2016 keurde de Vlaamse Regering het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval goed. Daarin wordt verwezen naar het recht en de plicht van de burger om op een eenvoudige en correcte manier van zijn afvalstoffen af te raken. Het afvalplan verwijst naar het uitbouwen en verbeteren van de werking van de recyclageparken in Vlaanderen. Door onder meer kleine recyclageparken in te richten, waar alleen de meest voorkomende afvalfracties worden ingezameld, wil Vlaanderen het comfort van de dienstverlening verhogen.
Bij de goedkeuring van het uitvoeringsplan voor het huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval lag de oprichting van minirecyclageparken niet voor de hand, omdat ze aan dezelfde milieuwetgeving moesten voldoen als reguliere recyclageparken. Daardoor was de oprichting van een minirecyclagepark wettelijk nog niet mogelijk. De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) zou de nodige aanpassingen aan de wetgeving voorstellen na een screening van de betreffende rubrieken en voorwaarden in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (VLAREM). Die aanpassingen zouden nog dit jaar moeten worden afgerond.
Het zijn de lokale besturen die instaan voor een georganiseerd netwerk van huis-aan-huisinzamelingen, inzamelpunten en de recyclageparken. Vlaanderen laat de regie in handen van de lokale besturen. Helaas ontvingen wij op 25 oktober jongstleden een communicatie vanuit de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), waarbij heel wat gemeenten zouden melden dat het functioneren van de recyclageparken zou worden bemoeilijkt door allerlei juridische belemmeringen. De VVSG zou u daarover al een signaal hebben gegeven, aldus de berichtgeving die wij toen ontvingen. Zo vernemen we ook dat lokale besturen bij het vernieuwen van de milieuvergunning bepaalde eisen opgelegd zouden krijgen inzake hemelwater. Ook de geluidsnormen van VLAREM zouden een bron van conflict zijn. De federale arbeidsinspecteurs zouden bepaalde voorwaarden opleggen voor de inzameling van gevaarlijke afvalstoffen, zoals asbestcement, die volgens de VVSG moeilijk met de praktijk te verzoenen zijn.
Bij de bespreking van de beleidsbrief hebt u te kennen gegeven dat er overleg plaatsvindt met de verschillende intercommunales, met de OVAM, met de VVSG en met de federale overheid, om uit te zoeken hoe dat kan worden aangepakt en hoe dat veiliger kan gebeuren, en op voor de lokale besturen haalbare manieren.
Minister, hoe evalueert u het overleg over deze problematiek? Loopt dat nog steeds, of zijn de werkzaamheden ondertussen afgerond? Indien ze afgerond zijn, wat zijn de conclusies? Hoe staat u ten aanzien van de juridische belemmeringen die de VVSG aanklaagt? Welke acties zult u ondernemen om de eventuele problemen op te lossen? Plant u een evaluatie en eventuele herziening van de wettelijke randvoorwaarden? Zo ja, op welke termijn? Op welke manier zal er een kader worden gecreëerd om de werking van de recyclageparken op lange termijn te verzekeren? Wat is de stand van zaken van de aanpassingen aan de wetgeving om de oprichting van minirecylageparken wettelijk mogelijk te maken? Plant u bij de aanpassingen ook een regeling inzake mobiele minirecyclageparken?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Wij kennen het probleem, mevrouw De Vroe. Het is ons uiteraard gesignaleerd. We hebben daar ook een gesprek over gehad. Het is ook aan bod gekomen in de werkgroep huishoudelijk afval van het Overlegplatform Huishoudelijke Afvalstoffen.
U moet wel weten dat de problemen die de VVSG meldt, heel divers zijn. Er moeten daar verschillende sporen bewandeld worden. De problematiek inzake de asbestinzameling op recyclageparken moet bijvoorbeeld via de federale overheidsdienst aangepakt worden. Er zal een actualisatie moeten komen van de omzendbrief omtrent de asbestinzameling. De bepalingen die in de milieuvergunning worden opgelegd omtrent hemelwater, zijn inderdaad strikter geworden. Die bepalingen worden ook aan alle bedrijven opgelegd die afvalstoffen inzamelen en verwerken, niet alleen de recyclageparken. Dat is natuurlijk om onze waterkwaliteit volop te verbeteren, waar we dus bijkomende inspanningen moeten doen. En vanwege de geluidsnormen die gelden voor specifieke bestemmingszones, is het hakselen van snoeihout op een recyclagepark niet altijd of op elke locatie mogelijk.
Om een antwoord te kunnen bieden op die verschillende vragen van de VVSG heb ik aan de Beleidsraad Omgeving, waar alle verschillende diensten ook in vertegenwoordigd zijn, de opdracht gegeven om een werkgroep op te richten met vertegenwoordigers van de verschillende betrokken diensten binnen het departement, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de OVAM. Op korte termijn moeten zij voorstellen uitwerken om oplossingen te bieden voor de gestelde problemen. Uiteraard is de VVSG daar ook bij betrokken. Als uit de werkzaamheden van die werkgroep blijkt dat er aanpassingen moeten gebeuren aan de wetgeving, dan zullen we dat zeker bekijken. Ik wil natuurlijk eerst de bevindingen van die stuurgroep afwachten, voor we daar definitieve uitspraken over doen. Er wordt ook gewerkt aan de omzendbrief betreffende de inzameling van hechtgebonden asbest op de recyclageparken, maar dat is, zoals gezegd, met de federale overheidsdienst die moet toezien op de werkomstandigheden.
Er bestaat ook een kader dat de beleidsmatige uitgangspunten voor de werking van de recyclageparken vastlegt. Dat is het uitvoeringsplan ‘Huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval’. En natuurlijk heb je ook het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) en het VLAREM, die juridische bepalingen opleggen.
Er is een discussiedocument opgemaakt over de nodige aanpassingen aan VLAREM om vaste minirecyclageparken en gft- en huisvuilinzameling mogelijk te maken. Dit wordt nu besproken met de verschillende betrokken partijen zodat het kan worden opgenomen in de volgende aanpassing van VLAREM.
Er wordt op dit ogenblik geen aanpassing van de wetgeving gepland voor de mobiele minirecyclageparken. Men gaat ervan uit dat die niet vergunningsplichtig zijn. Het is dus niet de bedoeling om dat aan te passen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, uiteraard zal ik samen met u uitkijken naar de bevindingen van de werkgroep die u hebt gevraagd om voorstellen uit te werken en oplossingen te zoeken. Uw antwoord over de minirecyclageparken was heel duidelijk, namelijk dat VLAREM moet worden aangepast, en de mobiele parken worden geacht niet vergund te zijn. Ik dank u voor uw antwoord en ik zal de bevindingen van de werkgroep zeker verder opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.