Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, ik heb over dit onderwerp enerzijds een vraag over het bezoek van commissaris Hogan aan pcfruit in Sint-Truiden in oktober en anderzijds over de bespreking in het Europees Parlement van de problemen binnen de Haspengouwse en Hagelandse fruitsector.
Europees commissaris Hogan heeft tijdens het debat in het Europees Parlement laten weten dat er voorlopig geen financiële compensatie komt voor de fruittelers die na drie jaar Ruslandboycot nog steeds in de problemen zitten en getroffen zijn door allerlei calamiteiten. Hij liet wel duidelijk verstaan dat er nog overleg komt met de België over wat er nog bijkomend kan worden gedaan.
De minister zet al veel in op de getroffen Vlaamse fruittelers. Vanuit PDPO III (Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling) is er bijvoorbeeld in extra steun voorzien met betrekking tot de promotie van ons fruit op andere afzetmarkten. Een aantal maanden geleden stelde u ook het actieplan hardfruit voor, een toekomststrategie die vooral inzet op kwaliteit, rendabiliteit en het bepalen van een onderzoeksagenda. Vlaanderen neemt dus al heel wat initiatieven binnen de eigen mogelijkheden.
Minister, worden er vandaag al PDPO-middelen ingezet voor de fruitsector? Zo ja, vallen die samen met die voor het actieplan hardfruit? Kunt u, ondanks uw eerdere initiatieven, nog meer doen voor deze sector? Zijn er nog budgettaire mogelijkheden binnen PDPO III, waarop commissaris Hogan alludeert, die nog niet aangeboord worden? Op 23 oktober 2017 bracht commissaris Hogan een bezoek aan pcfruit. Tot verbazing van de sector was er geen enkele afvaardiging van fruittelers uitgenodigd. Ik vind het ook een gemiste kans dat de boeren niet in de mogelijkheid waren om zichzelf voor te stellen en zelf aan de commissaris te vertellen waardoor ze getroffen zijn. De delegatie bleef beperkt tot uzelf, gedeputeerde Moors en twee Europese CD&V-parlementsleden. Vindt u dit zelf geen gemiste kans om de boeren de kans te geven om met de commissaris in gesprek te gaan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Engelbosch, u weet dat de tweede pijler van het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) zich niet specifiek richt op een deelsector. Meestal is dit heel breed opgezet voor tal van sectoren. Alle subsectoren kunnen specifieke ondersteuningsmogelijkheden terugvinden in PDPO.
Wat betekent dit voor de fruitsector? De lijst van subsidiabele VLIF-investeringen (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) omvat zowel onroerende goederen, zoals bijvoorbeeld energiezuinige koelcellen, als roerende goederen, zoals machines of meerjarig plantgoed. Binnen de areaalgebonden agromilieu- en klimaatmaatregelen wordt de implementatie van verwarringstechnieken in de fruitteelt ondersteund. Door kleine plaatjes aan de fruitbomen te hangen die langzaam feromoonstoffen afgeven, geraken schadelijke insecten in de boomgaard in de war. Daardoor planten ze zich niet of minder voort waardoor er minder gewasbeschermingsmiddelen moeten worden gebruikt. De oproep voor operationele groepen in het kader van de Europese innovatiepartnerschappen en de oproep voor demoprojecten hadden dit jaar een extra focus op projecten die kaderen binnen het actieplan hardfruit. Net zoals alle andere sectoren kan ook de fruitsector zeker zijn gading vinden binnen PDPO III.
De PDPO-programma’s zijn altijd zevenjarige programma’s met een bijhorend meerjarenbudget. Het huidige programma loopt tot 2020. Het meerjarige karakter impliceert dat de lidstaten voor de aanvang van elke nieuwe periode een volledig programma voor de komende zeven jaar moeten opmaken en voor akkoord aan de Europese Commissie moeten bezorgen. Tegelijk wordt voor elke submaatregel in het programma een vast budget gereserveerd, wat onontbeerlijk is omdat landbouwers vaak meerjarige verbintenissen aangaan. De overheid moet natuurlijk kunnen garanderen dat de toegezegde steun ook tijdens elk van die jaren effectief kan worden betaald. Dat alles maakt dat je in de loop van de zevenjarige periode kleine aanpassingen of beperkte financiële verschuivingen kan doen, maar nooit het programma op zijn kop kan zetten. Dat is ook niet wenselijk. Het is immers niet goed om de spelregels midden in het spel te veranderen.
Dit neemt niet weg dat het huidige PDPO kan worden aangepast, zeker voor de fruitsector. Zoals ik daarnet al zei, komen ze voor diverse maatregelen in aanmerking. Binnen het Europese kader zie ik niet direct andere grote maatregelen die meer toegevoegde waarde zouden kunnen zijn voor de fruitboeren. Het marktgebeuren wordt ook niet geregeld in de tweede pijler van het GLB, maar in de eerste pijler. Voor de fruitsector gebeurt dit via de gemeenschappelijke marktordening (GMO) groenten en fruit waar toch jaarlijks meer dan 45 miljoen euro naar de Vlaamse producentorganisaties in de groenten en fruitsector vloeit. U kunt niet zeggen dat er weinig steun is.
U verwijst naar het bezoek van commissaris Hogan aan pcfruit. Voor alle duidelijkheid, noch ik noch mijn diensten hebben dit georganiseerd. Pcfruit heeft de commissaris, mezelf en anderen uitgenodigd. Er waren heus wel fruittelers aanwezig die met de commissaris hebben gesproken.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. U somt op wat er al allemaal mogelijk is voor ondersteuning, ook voor de fruitsector. Dat is wat ik zelf in mijn vraagstelling ook aanhaalde: er gebeurt al heel wat voor de fruitsector binnen onze mogelijkheden. Anderzijds zei u dat dat een zevenjarig programma is en dat dat niet en cours de route kan worden gewijzigd. Dat loopt nu tot 2020. Dan betekent dat eigenlijk dat we voorlopig niks extra kunnen doen. Vandaar mijn initiële vraag.
De verklaringen van commissaris Hogan verwonderden me een beetje. Hij zei met de Federale Regering te willen samenzitten om te bekijken wat er nog extra kan worden gedaan. Ofwel laat hij daar dus een opening, zijn er toch wijzigingen mogelijk tussen nu en het nieuwe programma, dat in 2021 van start zal gaan, ofwel heeft hij ideeën over andere zaken. U hebt met hem samengezeten en gesproken. Ik blijf een beetje op mijn honger wat uw antwoord betreft. Wat is er dan concreet besproken van eventueel bijkomende of nieuwe mogelijkheden, buiten de opsomming die u vandaag doet en waarvan de fruitsector weet dat dat vandaag al gebeurt?
Tot slot is er het bezoek aan pcfruit. Ik blijf dat altijd een beetje betreurenswaardig vinden. Ik ga gewoon in het algemeen spreken: ik zie diverse politieke partijen zaken op een eiland organiseren, vooral voor zichzelf. Minister, dat is niet enkel u. Ik ben van mening dat het veel beter zou zijn dat in de landbouwsector alle politieke partijen zouden samenwerken. Ik vind het bijvoorbeeld jammer dat niet alle Vlaamse Europarlementsleden uitgenodigd waren die zich in dat gesprek zouden kunnen mengen. Dat is zeer beperkt gebleven, tot een aantal personen. Ik vind dat een gemiste kans. Het heeft geen enkele zin om elkaar politiek vliegen af te vangen. Ik zit in Sint-Truiden met collega’s van andere partijen die zeer actief zijn, die heel graag van alles willen doen, die heel graag op de foto staan, maar als het dan concreet wordt, blijkbaar ook op hun eiland zitten en ook niet tot verwezenlijkingen komen. Dat is een beetje mijn fundamentele kritiek. Vandaar ook mijn laatste vraag. Ik vind het bijzonder jammer dat dat altijd binnen een bepaalde politiek gestructureerd moet zijn. Het is een gemiste kans: iedereen, zeker vanuit Europa en het Europees Parlement, moet betrokken kunnen zijn om vanuit zijn expertise en beleid daartoe een bijdrage te kunnen leveren. Dat is wat ik een beetje aanklaag.
Maar goed, dat is bijkomend. Het belangrijkste is mijn vraag wat er is besproken met commissaris Hogan over wat er dan wel nog extra kan worden gedaan, iets waar hij toch op alludeert in zijn antwoord in het Europees Parlement.
De heer De Croo heeft het woord.
Minister, van eilanden gesproken, ik denk dat het kookeiland nuttig zou zijn. Ik heb Hilde Vautmans van die lieve stad Sint-Truiden recepten met appels en peren zien rondsturen. Ik heb er reeds van geproefd. U bent ook een vrouw aan de haard, toch van tijd tot tijd. Het is misschien niet slecht dat we ook intern ons fruit sympathiek vinden.
Voorzitter, ik moet zeggen dat ik ongeveer twee conferenceperen per dag kraak in het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers, waar die mandjes fruit me meer beginnen aan te trekken dan mijn eeuwige verslaafdheid aan chocolade.
Minister, ik heb gezien dat de Europese steun voor meer promotie van onze producten toch fel is gestegen. Ik zie dat dat 111 miljoen euro was in 2016, 133 miljoen euro in 2017 en 179 miljoen euro in 2018, voor de interne en externe promotie van onze producten. Wat me daarbij een beetje treft, is het mechanistische van wat men uitwerkte: 26 miljoen euro voor China, Japan, Zuid-Korea enzovoort, 22,5 miljoen euro voor Canada, de VS, Mexico en Colombia, 32 miljoen euro voor campagnes in de lidstaten en 8 miljoen euro voor de consumenten. Ik vind het een beetje eigenaardig om dat mechanisch op te delen. U kunt dat verhoogde deel gebruiken om onze uitvoer te bevorderen, wetend dat onze Belgiëwijde export naar Rusland is gestegen met 16 procent, zij het niet van peren en appels, helaas. Voorzitter, dat is zeer eigenaardig. Minister, dat werd me meegedeeld door uw streek- en geloofsgenoot, staatssecretaris De Crem.
Collega’s, ik ben ervan overtuigd dat collega De Croo mij ook het receptenboekje van zijn federale collega zal bezorgen.
Minister, recentelijk las ik het VRIND-rapport (Vlaamse Regionale Indicatoren). Wat me daarin opviel, is dat, niettegenstaande het vrij hoge budget voor de promotie van fruit en groenten en ook de goede werking van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), de Vlaamse consument desalniettemin in vergelijking met de andere Europese consumenten eigenlijk relatief weinig fruit en groenten eet. Dat was voor mij eigenlijk een verrassende vaststelling. Ik wil er me natuurlijk voor hoeden dat ministers zeggen wat het dieet, de voeding van de consument mag en moet zijn, maar desalniettemin weten we dat meer fruit en groenten eten gezonder zou zijn. Ik vraag niet aan u hoe u dit onmiddellijk kunt oplossen, maar die analyse en die vaststelling waren voor mij werkelijk een verrassing, en ik wou dat hier eventjes meegeven bij de bespreking van dit punt naar aanleiding van de vraag van collega Engelbosch.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik denk dat ik hier in het parlement al duidelijk heb meegegeven wat er is besproken met de commissaris. Er zijn verschillende zaken besproken. Eerst en vooral hebben we een gedachtewisseling gehad over het nieuwe GLB, over wat daar volgens ons in moet zitten. Een van de zaken die daarin moeten zitten, is die verjonging, maar ook betere instrumenten om in te spelen op marktfalen, het feit dat de prijzen niet goed zijn. Ik heb dat hier al een paar keer gezegd. Dat zijn zaken die daar aan bod zijn gekomen, en ook al onze belangrijke voorwaarden, die we daar op tafel hebben gelegd. Het is ook over de Ruslandboycot gegaan. Wij hebben er natuurlijk voor gepleit dat men er alles aan zou proberen te doen om die markt open te maken. We hebben dat ook nog eens op tafel gelegd. Uiteraard zijn we ook blijven aandringen op zo veel mogelijk bijkomende ondersteuning voor onze sector.
De extra promotiemiddelen zijn natuurlijk naar de sectorgroep zelf gegaan. Die kunnen dat dan aan de verschillende doelgroepen bedelen. Het is natuurlijk positief dat de commissaris verder in gesprek blijft gaan. Het is doordat we op die nagel bleven kloppen, dat dit voor onze appelen- en perensector een groot effect heeft gehad. We hebben hem dat wat meer kunnen uitleggen via pcfruit, ook aan de mensen die daar zelf aanwezig waren.
Voor de promotie voor groenten en fruit zijn er twee zaken van belang. We hebben nu ook de nieuwe voedingsdriehoek die meer de nadruk legt op groenten en fruit. Dat is heel belangrijk en dat wordt vooral gepromoot vanuit Welzijn, maar ook vanuit VLAM. Daarnaast hebben we ook de schoolfruitactie die daar volop op inzet. Op die manier proberen we ons steentje bij te dragen.
Mijnheer De Croo, het is niet alleen collega Vautmans die recepten uitdeelt. Vorig jaar heb ik in plaats van een nieuwjaarskaart, een kookboek met allemaal producten van bij ons gemaakt en rondgedeeld. Mocht u dat interesseren, dan kan ik u dat gerust overhandigen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, u hebt inderdaad een kookboek gemaakt en mevrouw Vautmans heeft dat ook gedaan. Ik ondersteun dat soort initiatieven. Op de markt in Sint-Truiden ben ik naar mevrouw Vautmans gestapt. Daar was veel volk, daar was de animo. Alles wat we in de picture stellen, los van wie het doet, moet worden ondersteund. Ik zie dat daardoor een bepaald animo in mijn stad is ontstaan. Dat soort initiatieven kan ik dan ook alleen maar toejuichen.
Anderzijds is het wel zo dat we de crisis niet gaan wegeten natuurlijk. Als we kijken naar het aantal exportwaren naar Rusland, dan is het duidelijk dat we de crisis in Vlaanderen, ondanks al die initiatieven die wel heel leuk en mediageniek zijn, niet gaan aanpakken. Er moeten ook fundamentele debatten komen in Europa en er moet naar fundamentele oplossingen worden gezocht.
Ik hoop dat we deze problematiek verder kunnen opvolgen en blijven aanpakken, ook fundamenteel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.