Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over mogelijke belangenvermenging bij bouwprojecten aan de kust
Vraag om uitleg over het integriteitsbeleid bij lokale besturen
Verslag
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, collega's, zoals jullie kunnen zien is mijn vraag om uitleg ingediend naar aanleiding van de Panoreportage van 15 november. U kunt er haast vergif op innemen dat een Panoreportage heel wat discussies losweekt en debatten op gang brengt. Ik denk aan de Panoreportage van begin oktober toen op de pijnpunten van de commerciële woonzorgcentra werd gewezen. Een maand later, op 15 november, ging het onderzoeksprogramma Pano dieper in op enkele dossiers van grote bouwprojecten in enkele gemeenten. Het ging meer specifiek over een aantal kustgemeenten. Pano beet zich vast in de dossiers, onder andere dat van het Casino in Middelkerke, en kwam tot de vaststelling dat “de projecten baden in een sfeer van gesjoemel, vriendjespolitiek en belangenvermenging” zoals de programmamakers zeiden.
Ondertussen kende die discussie een uitbreiding met name naar Antwerpen, ook naar aanleiding van het toekennen van een aantal bouwvergunningen. Er bestaan regels, er zijn reglementeringen en er zijn ook deontologische codes, maar blijkbaar zijn er nog altijd grijze zones. Als sp.a vragen wij in dat kader maximale transparantie. Daarom heb ik een aantal vragen daarrond aan u, minister, omdat het als toezichter op de lokale besturen uw taak is om echt toe te zien op de correcte werking van de lokale besturen en u er zich van te verzekeren dat er geen ontoelaatbare praktijken gebeuren. Vandaar onze vraag naar maximale transparantie.
Minister, welke conclusies trekt u uit die Panoreportage van 15 november? Zult u zich verder informeren over de dossiers bij de administraties? Zult u de signalen van mogelijke belangenvermenging die in de verschillende bouwdossiers tijdens de reportage en bij uitbreiding ook in Antwerpen aan bod kwamen, verder laten onderzoeken? Wat betreft onze vraag naar maximale transparantie: hoe zult u dat aanpakken?
Mevrouw Pira heeft het woord.
Voorzitter, minister, u weet dat voor ons integriteit en transparantie in de politiek heel belangrijk zijn. Daarom vond ik het belangrijk genoeg na de Panoreportage, die fel besproken is geweest, zoals collega De Loor zegt, om een vraag in te dienen.
De reportage focuste op enkele kustgemeenten waar men zich vragen kan stellen over mogelijke belangenvermenging bij enkele grote bouwprojecten. In de reportage werden voorbeelden gegeven van burgemeesters en schepenen die enerzijds beslissen over wijzigingen van bestemmingsplannen en aanbestedingen van bepaalde vastgoedprojecten en tegelijk ook de functie van notaris of vastgoedontwikkelaar bekleden of familieleden hebben die belangen hebben bij de betrokken vastgoedprojecten.
Hoewel in alle voorbeelden een schijn van belangenvermenging speelt, is geen van deze praktijken echt verboden.
Minister, strikt genomen is het voldoende om als potentieel belanghebbend collegelid de vergadering of stemming te verlaten om belangenvermenging te vermijden, maar dit krijg je vandaag niet meer uitgelegd aan de publieke opinie. Er zijn nog te veel mogelijkheden om achter de schermen te sturen. Wat is uw mening hierover? Op welke manier kunnen dergelijke zaken worden vermeden? In de reportage wordt ook de Vlaamse Bouwmeester gevraagd naar zijn advies. Hij hield een pleidooi om voldoende onafhankelijke expertise te betrekken bij aanbestedingsdossiers. Volgens hem is dat een waterdichte garantie om gesjoemel te vermijden, of toch ten minste de zweem van belangenvermenging. Overweegt u om dit in regelgeving in te bouwen? In Nederland kan een politicus of politica op de vingers worden getikt wanneer hij of zij onvoldoende heeft gedaan om een schijn van belangenvermenging te vermijden. Het gaat dan over een soort van integriteitskamer of een team van deskundigen op het hoger niveau dat steden en gemeenten bijstaat in dergelijke kwesties. Misschien is dit een voorbeeld dat Vlaanderen kan kopiëren?
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, naar aanleiding van enkele mediaberichten is er ophef ontstaan over mogelijke belangenvermenging in hoofde van lokale mandatarissen. Er bestaan nochtans wettelijke regels en procedures die mandatarissen en samenleving beschermen tegen die mogelijke belangenvermenging. Zo bevat het Gemeentedecreet strenge regels van onverenigbaarheid en verbodsbepalingen. Mandatarissen maar ook ambtenaren hebben een deontologische code waar ze zich aan moeten houden. De Vlaamse overheid houdt ook bestuurlijk toezicht op de beslissingen die de lokale besturen nemen. En bij bouwvergunningen is beroep mogelijk bij de bestendige deputatie.
De stad Antwerpen heeft, bovenop deze algemene regels, ook een Bureau voor Integriteit. Dit onafhankelijk orgaan heeft als taak een betere omschrijving, bevestiging of bepaling voor gedragsnormen voor het personeel van de stad Antwerpen. Het Bureau voor Integriteit stelt gedragscodes op, is een meldpunt voor integriteitsschendingen en geeft adviezen over de gedragsnormen inzake integriteit.
Minister, een onafhankelijk orgaan kan zeker nuttig zijn, maar het lijkt me te veel gevraagd van alle steden en gemeenten te verwachten dat ze elk afzonderlijk een dergelijk bureau zouden oprichten.
Plant u in het licht van de recente mediaberichten decretale of andere initiatieven om de regels inzake onverenigbaarheden aan te passen? Zo ja, aan welke aanpassingen denkt u dan eventueel?
Plant u acties om de lokale besturen ertoe aan te zetten een zo goed mogelijk integriteitsbeleid te voeren? Zou de Vlaamse overheid, bijvoorbeeld, een team van deskundigen kunnen aanstellen om steden en gemeenten bij te staan met betrekking tot integriteitskwesties?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, dit is gedurende de voorbije weken een gevoelig en veelbesproken onderwerp geweest. Ik wil mijn antwoord beginnen met de mededeling dat de net aan bod gekomen dossiers in de Pano-reportage aan bod zijn gekomen. Concreet gaat het om allerlei dossiers, onder meer in Middelkerke en Knokke-Heist. Het lijkt me goed slechts conclusies te trekken op basis van de objectieve feiten en ons niet door een televisieprogramma te laten leiden.
Dit betekent echter niet dat de betrokken dossiers de toezichthoudende overheid, in dit geval mijn administratie en mezelf, onbekend zijn. Ik heb reeds klachten onderzocht over het dossier van het casino in Middelkerke en over een mogelijke belangenvermenging door de burgemeester van Knokke-Heist. Deze klachten zijn evenwel onontvankelijk en ongegrond verklaard. Wat Knokke-Heist betreft, kan ik nog wel melden dat de gouverneur van West-Vlaanderen de burgemeester zijn opmerkingen heeft overgemaakt.
Wat belangenvermenging betreft, bestaan er meerdere mogelijkheden om in te grijpen. De Raad van State kan de betwiste beslissing ten gronde onderzoeken. Indien er sprake is van een moreel belang kan de Raad van State de beslissing schorsen. Het parket kan de eigenlijke belangenvermenging ook onderzoeken. Dit kan leiden tot een strafrechtelijke of burgerrechtelijke veroordeling. Verder kan ook Audit Vlaanderen door middel van een audit bij een lokaal bestuur de naleving van de regelgeving en de procedures controleren en mogelijke fraude bij de lokale besturen onderzoeken.
Er lopen momenteel onderzoeken door de Raad van State en het parket. Als toezichthoudende overheid is het momenteel niet aangewezen op te treden: ik moet de geijkte gerechtelijke procedure afwachten. Dat lijkt me de logica zelve. Ik moet het gerecht zijn werk laten doen. Momenteel liggen geen beslissingen voor die een schorsing of een vernietiging tot gevolg zouden kunnen hebben.
Wat de toepasselijke organieke regelgeving betreft, heeft een Vlaams volksvertegenwoordiger niet zo heel lang geleden in een vraag om uitleg gevraagd of het mogelijk is de bestaande regels te versoepelen. Ik heb toen opgemerkt dat er bij mij of bij de andere aanwezigen hier weinig animo was om dit te doen. De bestaande regelgeving is opgenomen in het ontwerp van decreet over het lokaal bestuur dat we hier straks zullen behandelen.
Ik heb net de stand van zaken gegeven van de hier aangehaalde bouwdossiers. Ik wil nogmaals benadrukken dat die dossiers het voorwerp vormen van allerlei onderzoeken door de Raad van State en strafklachten bij het parket. Daarnaast bestaat er echter nog een deontologie voor de mandatarissen. Als Vlaams volksvertegenwoordiger of Vlaams minister hebben wij een bepaalde deontologie na te leven. Dat mag ook van lokale mandatarissen worden verwacht. Mij lijkt het absoluut niet nodig allerlei bijkomende instanties op te richten.
Aangezien dit punt anders toch nog aan bod zal komen, wil ik afsluiten met een opmerking over Antwerpen. Er is wel degelijk een groot verschil met de dossiers die in de Pano-reportage aan bod zijn gekomen, waarvan ik de stand van zaken al heb toegelicht. Voor zover ik weet, heeft in Antwerpen een bepaalde partij een klacht ingediend bij het Bureau voor Integriteit. Die klacht kan nu worden onderzocht, maar is eigenlijk niet aan een concreet dossier gelinkt. De klacht is ingediend op basis van de aanwezigheid van bepaalde, al dan niet uitvoerende mandatarissen op een verjaardagsreceptie. Ik maak die nuance. Ik wacht af wat het Bureau voor Integriteit hierover zal verklaren. Er is echter een groot verschil tussen de klacht die bij het Antwerps Bureau voor Integriteit is ingediend en de dossiers die zich bij de Raad van State bevinden of die na een strafklacht worden onderzocht.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Uit de vraagstelling is duidelijk gebleken dat de integriteit van de politiek naar aanleiding van de voorliggende dossiers de voorbije week duidelijk niet op een positieve wijze in de media is gekomen.
Ik ben van oordeel dat voor u een rol is weggelegd. De Vlaamse overheid houdt toezicht op de beslissingen van de lokale besturen. Op die manier wordt de kwaliteit van de beslissingen getoetst. U hebt zelf verwezen naar de rol die Audit Vlaanderen op dit vlak te spelen heeft.
Voor sp.a is het duidelijk dat we met betrekking tot deze en andere dossiers maximale transparantie willen. Voor ons primeert het algemeen belang. Wie aan politiek doet, moet dat doen vanuit het algemeen belang en niet vanuit individuele belangen. Er is daarnet al naar de deontologie en naar deontologische codes verwezen. Mij lijkt dit altijd het gezonde uitgangspunt. Het algemeen belang moet primeren.
Sp.a vraagt dan ook maximale transparantie in deze dossiers, om zo de integriteit te verzekeren en die grijze zones voor eeuwig te doen verdwijnen.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Ik zit al lang genoeg in de politiek om te weten waarom die Panoreportage zoveel indruk heeft gemaakt. Iedereen die in de politiek zit, weet dat dit een probleem is. Het hoeft dan niet eens te gaan over echte belangenvermenging. Daar moet het gerecht uitspraken over doen. Het gaat vooral over de indruk die politici wekken. Dat probleem doet zich in heel Vlaanderen voor. Dat weet iedereen. We moeten dat onderkennen. Dat kan zich overal voordoen. Daarom vinden wij dat u, als bevoegd minister, ervoor moet zorgen dat er in heel Vlaanderen iets gebeurt. U bent dat blijkbaar niet van plan. (Opmerkingen van minister Liesbeth Homans)
We hebben hier twee oplossingen voorgesteld. Ten eerste kan de bouwmeester zelf voorstellen dat bij belangrijke projecten onafhankelijke expertise wordt betrokken. U zou de bouwmeester daartoe kunnen aansporen of daarvoor een kader uitwerken. Ten tweede heb ik, net als de heer De Meulemeester, verwezen naar het Nederlandse model. Waarom is het niet mogelijk om op het Vlaamse niveau een onafhankelijk team of een kamer van deskundigen te organiseren? U kunt dat bij de bouwmeester plaatsen of bij de ombudsman. Waarom werkt u geen Vlaams kader uit waar steden en gemeenten terechtkunnen voor integriteitskwesties?
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Met mijn vraag wil ik niet pleiten voor strengere of soepelere regels. Ik denk dat die regels in het overgrote deel van de steden en gemeenten goed worden geformuleerd en nageleefd. Laat dat duidelijk zijn. Ik wil u enkel vragen of steden en gemeenten die niet over voldoende personeel en middelen beschikken en daar behoefte aan hebben, een beroep kunnen doen op mensen bij Binnenlands Bestuur die zich daar specifiek mee bezighouden. Dat is de essentie van mijn vraag. In bepaalde gevallen is het toch wel nodig. Zeker kleinere gemeenten, die op dat vlak niet zo ver staan en die niet over voldoende middelen beschikken, zouden ook een beroep moeten kunnen doen op een personeelslid of een groep van personen binnen Binnenlands Bestuur die hen daarin adviseren en die hen helpen wanneer er zich netelige kwesties zouden voordoen.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer De Meulemeester, die ondersteuning kan en mag geleverd worden door het Agentschap Binnenlands Bestuur. Dat gebeurt ook wanneer het agentschap wordt gecontacteerd door een stad of gemeente. Dat gebeurt op een voortreffelijke manier door de man- of de vrouwkracht die zij hebben.
Mevrouw Pira, de regelgeving laat toe dat lokale besturen experten engageren. Ik zie het probleem niet. Dat kan. Als een lokaal bestuur experten bij bijvoorbeeld een bouwdossier wil betrekken, dan kan dat volgens de huidige regelgeving.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, de voorbije weken en maanden was er ook al heel wat te doen rond grensoverschrijdend gedrag. Het onderwerp was niet weg te slaan uit de media. Minister, ik wil u vragen om als toezichthoudend minister op de beslissingen van de lokale besturen er heel nauw op toe te zien dat er geen grensoverschrijdend gedrag gebeurt bij het toekennen, in dit geval, van bouwvergunningen door colleges van burgemeester en schepenen.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, u ontgoochelt eens te meer. U weet dat een zweem van belangenvermenging in de politiek tussen bijvoorbeeld de immosector en de politiek een probleem is. U weet dat dit niet zal worden opgelost door de steden en gemeenten aan zichzelf over te laten. U bent bevoegd minister. U bent voogdijoverheid. Ik had minstens verwacht dat u, zoals de bouwmeester suggereert, bijvoorbeeld een omzendbrief zou sturen naar alle steden en gemeenten, met een aanbod waarop ze, bij integriteitsproblemen, een beroep zouden kunnen doen bij de Vlaamse overheid of bij de administratie Binnenlands Bestuur. Ik had verwacht dat u zoals in Nederland een soort van integriteitsbureau op een hoger niveau zou installeren, waar steden en gemeenten terechtkunnen als ze geconfronteerd worden met integriteitskwesties. Ik stel vast dat u als bevoegd minister niet bereid bent om daar iets aan te doen. Nochtans is het een groot probleem, dat in Vlaanderen niet meteen zal verdwijnen.
De heer De Meulemeester heeft het woord.
Minister, uw antwoord stemt mij tevreden. U bevestigt dat wanneer er vragen zouden rijzen in bepaalde steden of gemeenten, zij een beroep kunnen doen op het Agentschap Binnenlands Bestuur, waar zij de nodige ondersteuning kunnen krijgen. Dat zal niet dagelijks, wekelijks of maandelijks nodig zijn, maar wel wanneer de gelegenheid zich voordoet. Dan kunnen zij een beroep doen op mensen die gespecialiseerd zijn in dat soort van zaken. Dan kunnen zij daar terecht voor allerhande vragen en voor ondersteuning.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.