Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, de energiemarkt is sinds 2003 vrij. De consumenten kunnen dus zelf beslissen over de aansluiting bij een energieleverancier. Men kan kiezen voor de meest aangepaste voorwaarden en de beste tarieven. De Vlaamse overheid, de regering stimuleert ter zake ook een slimme overschakeling. De V-test blijft een zeer handig instrument om de verschillende elektriciteits- en aardgasproducten van alle energieleveranciers objectief te vergelijken. In het verleden hebben we in deze commissie al meermaals gedebatteerd over het beter beschermen en sensibiliseren van de consumenten. Uit een recente rondvraag van de Vlaamse energieregulator blijkt nu dat tussen de 20 en de 30 procent van de gezinnen aan de zijlijn blijft staan. De cijfers leren ons dat 28 procent van de gezinnen nog nooit van energieleverancier is veranderd. Het kan natuurlijk ook zijn dat ze bij diezelfde leverancier betere voorwaarden hebben gekregen, waardoor ze het niet nodig achten om te veranderen. 19 procent heeft totaal geen interesse om op zoek te gaan naar informatie over de energiemarkt, en 22 procent van de gezinnen bekijkt de energiefactuur zelfs niet.
Daaruit besluiten we dat een aanzienlijk deel van de gezinnen zeer passief staat ten aanzien van de vrijgemaakte energiemarkt. Dat staat in schril contrast met de kost van energie op het gezinsbudget en de besparingsmogelijkheden.
Minister, op welke manier kunnen we de consumenten beter sensibiliseren om zich actiever te bewegen op de energiemarkt? Deze vraag werd hier al vele malen gesteld. Op een bepaald moment is het ook op, als ik het zo mag uitdrukken. Je kunt blijven roepen, en de laatste mensen ga je waarschijnlijk nooit meekrijgen – ik ben benieuwd naar uw visie hierop.
Er bestaan tal van waardevolle instrumenten om de gezinnen aan te sporen om steeds te kiezen voor het meest voordelige energiecontract. Hoe evalueert u, wetende dat deze instrumenten er zijn, het laatste rapport hierover van de regulator?
Minister Tommelein heeft het woord.
Er zijn sinds de opening van de markt op 1 juli 2003 duidelijk grote inspanningen geleverd, zowel door de overheid als door de regulator. Gelet op de cijfers in verband met de actieve deelname van de afnemers in Vlaanderen, zoals bijvoorbeeld tot uiting komt in het overstappen naar een van de andere energieleveranciers die in Europees verband tot de top horen, zijn deze inspanningen ook succesvol te noemen.
Maar het kan altijd beter. We stellen inderdaad vast dat bepaalde groepen moeilijker tot een actieve houding aan te zetten zijn. Het Vlaams Energieagentschap (VEA) en de VREG werkten in het verleden al samen om kwetsbare gezinnen, ouderen en gezinnen met een migratieachtergrond te informeren. Op dit ogenblik werken zij samen met Samenlevingsopbouw, het Netwerk tegen Armoede en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) om kwetsbare gezinnen beter te bereiken. Mijn ervaring leert mij echter dat het niet enkel kwetsbare groepen zijn die op de hoogte gebracht en overtuigd moeten worden.
Ze zetten daarbij maximaal in op het netwerk van doorverwijzers en intermediairen die persoonlijke contacten hebben met kwetsbare gezinnen. Dit is ook de taak van de Energiehuizen. We verwijzen hierbij ook naar een bijkomend type opvolgscan, die ook een overstap naar een voordelige energieleverancier inhoudt. Die komt er vanaf 2018 en zet enkel in op begeleiding bij een leverancierswissel.
We kunnen als overheid niet zoveel bijkomend doen via traditionele informatiekanalen. De komst van de digitale meters zou een impuls kunnen geven aan de innovatie en zo nieuwe klantengroepen aantrekken. Het is ook mijn ervaring dat heel wat mensen aan wie ik vraag naar hun verbruik in kilowattuur en naar de oorzaak van dat verbruik, mij meestal het antwoord schuldig blijven.
Op lokaal vlak wordt de mogelijkheid bekeken om via nudging klanten aan te zetten tot rationeel energiegebruik.
U verwijst naar instrumenten zoals de V-test en de Servicecheck van de VREG, alsook naar andere, private, prijsvergelijkingswebsites. Deze instrumenten spelen zeker een positieve rol in de hoge activiteitsgraad van de energieafnemers in Vlaanderen. Zij kunnen niet als enige instrument ingezet worden. Het is nodig om de publieke instrumenten continu te verbeteren en ook te promoten bij het publiek. Ik waardeer de inspanningen die het VEA, de VREG en de Vlaamse Ombudsdienst hiervoor doen, maar voor de doelgroep is er een specifieke begeleiding nodig. Die zou kunnen worden geboden door bijvoorbeeld de Energiehuizen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik waardeer ook de inspanningen van de Vlaamse overheid, het VEA, de regulator en zelfs de leveranciers. Maar het is zoals u zegt: ik heb het inderdaad ook al een paar keer ervaren wanneer ik een voordracht geef. Ik vraag dan aan de mensen hoeveel ze betalen. Ongeveer driekwart van de mensen weet dat. Als ik dan vraag hoeveel ze verbruiken, verdwijnen de vingertjes. We zitten daar dus nog altijd met een probleem. Ik hoop ook dat de digitale meter nieuwe triggers gaat teweegbrengen waardoor de mensen dan plots wel gaan kijken naar hun factuur. Misschien kan ook de facturatie duidelijker, zoals we hier al een paar keer hebben gesteld. Voor veel mensen is dat ook een reden om gewoon te betalen wat ze denken te moeten betalen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.