Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, gedetineerden hebben in verhouding meer geestelijke gezondheidsproblemen. Zo is er bij meer dan de helft van de gedetineerden een slaapstoornis aanwezig, scoren ze bijzonder hoog op stress, angst en depressie, en heeft meer dan 1 op 3 van de gedetineerden ooit aan zelfdoding gedacht. 22 procent heeft zelfs ooit een poging tot zelfdoding ondernomen. Deze gegevens vernam ik in het kader van het onderzoek naar het gezondheidsprofiel van gedetineerden dat in 2015 gehouden werd in 12 Vlaamse gevangenissen en waarbij 817 gedetineerden bevraagd werden. Die resultaten worden voor een groot stuk bevestigd in de gesprekken in de Pano-reportage met 106 gedetineerden die veroordeeld zijn tot een levenslange gevangenisstraf. Ook het gebrek aan drugshulpverlening in Leuven Centraal werd in deze reportage aangekaart.
In de aanbevelingen bij het onderzoek naar het gezondheidsprofiel van gedetineerden werd heel duidelijk gezegd dat inzetten op mentale gezondheid prioritair zou moeten zijn voor alle groepen gedetineerden. U hebt deze aanbeveling ter harte genomen en omgezet in enkele concrete maatregelen, aldus uw antwoord op mijn schriftelijke vraag over dit onderzoek. Zo gaf u aan dat er in de meeste gevangenissen een samenwerking opgestart is met de cgg-preventiemedewerker en dat er jaarlijks 265.0000 euro wordt geïnvesteerd in TANDEM, in opvolging van de Centrale AanmeldingsPunten (CAP). TANDEM is een team van deskundigen die gedetineerden met geestelijke gezondheidszorg begeleiden na invrijheidsstelling, en dit sinds 1 oktober 2017.
Minister, in welke timing voorziet u voor de uitrol van TANDEM over alle Vlaamse gevangenissen? Hoe kan de drempel tot gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg verlaagd worden voor gedetineerden? Op welke manier kan het aantal acties met betrekking tot suïcidepreventie structureel uitgebreid worden in de Vlaamse gevangenissen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
De module TANDEM, wat staat voor Toeleiding en Aanmelding na Detentie en Meer, voorziet in de oprichting van één Vlaams team van toeleiders met provinciale ankerpunten. De aansturing van de toeleiders wordt op Vlaams niveau georganiseerd door de Vlaamse stuurgroep Forensische Zorg, die wordt gecoördineerd door de overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg. Deze module richt zich naar alle gedetineerden die wegens een geestelijke gezondheidsproblematiek na detentie doorverwezen willen worden naar een gepast zorg- en ondersteuningsaanbod, met het oog op hun re-integratie bij het verlaten van de gevangenis.
Er is een overeenkomst afgesloten tussen de Vlaamse overheid en de verschillende overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg voor de periode van 1 maart 2017 tot en met 31 december 2019. Tijdens de projectduur wordt er minimaal jaarlijks een evaluatie en overleg georganiseerd. Het is de bedoeling om het project, na een positieve evaluatie, structureel te financieren via het nieuwe decreet Geestelijke Gezondheid.
Op 1 oktober was TANDEM operationeel in alle Vlaamse gevangenissen. Er komt ook een aanbod voor de Nederlandstalige gedetineerden in de Brusselse gevangenissen die een aanbod zoeken binnen de Vlaamse netwerken geestelijke gezondheidszorg.
De implementatie van de module TANDEM kent een gefaseerd verloop. Het is de bedoeling om in eerste instantie een duidelijk zicht te krijgen op de problematiek waarmee de gedetineerde geconfronteerd wordt. Afhankelijk van de hulpvraag van de cliënt en zijn justitiële mogelijkheden, wordt een traject naar de reguliere zorg uitgewerkt. Er wordt verwacht dat de dienst gezondheidszorg van de gevangenis, binnen een minimumaantal gevangenissen, de instroom van de nieuwe module beheert tegen eind 2017.
Voor alle duidelijkheid wil ik eerst ingaan op de bevoegdheidsverdeling. De federale overheid is bevoegd voor de medische zorg in de gevangenis. De Vlaamse overheid is bevoegd voor de hulp- en dienstverlening in de gevangenissen, zoals de organisatie van de welzijnsdiensten, preventieve gezondheidszorg, gezondheidspromotie, sociale en professionele re-integratie, onderwijs, cultuur en sport. Onder meer het justitieel welzijnswerk binnen de centra algemeen welzijnswerk (CAW) en de forensische teams van de centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg) hebben een aanbod binnen de gevangenis.
Enige tijd geleden werd de KCE-studie (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) met betrekking tot de organisatie van de gezondheidszorg in de gevangenis gepubliceerd. Deze studie bevat zowel een beschrijving van de huidige toestand als mogelijke toekomstige scenario’s en aanbevelingen. Een van de vaststellingen is dat nog sterker moet worden ingezet opdat de verschillende diensten binnen de gevangenis, de dienst gezondheidszorg en de verschillende organisaties zoals CAW, cgg maar ook lokale projecten inzake bijvoorbeeld verslavingszorg, hun samenwerking versterken. De KCE-studie promoot dan ook de aanstelling van een gezondheidscoördinator per gevangenis.
Door de module TANDEM te organiseren vanuit de provinciale overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg, waarbij zowel de Vlaamse als de federale partners betrokken zijn en de dienst gezondheidszorg in de gevangenissen een duidelijke centrale rol te geven en de instroom te laten beheren bij de module, willen we de afstemming en coördinatie verzekeren bij de doorverwijzing na detentie naar een al dan niet gespecialiseerd aanbod. TANDEM is in essentie een team van tot in de gevangenis vooruitgeschoven hulpverleners die vanuit de Vlaamse voorzieningen zelf de intake al in de gevangenis komen doen. Hierdoor verkrijgen ze makkelijker het vertrouwen om tot vlotte en kwaliteitsvolle begeleidingen te komen.
De doelstelling van de module ‘aanmelding en toeleiding van gedetineerden met een geestelijk gezondheidsprobleem naar de gepaste zorg en hulpverlening na detentie’ is om kwaliteitsvolle, geattesteerde en continue toeleiding te realiseren van gedetineerden met een geestelijke gezondheidsprobleem naar de gepaste zorg- en hulpverlening na hun detentie.
Hierbij zullen de taken van de verschillende actoren betrokken op de gedetineerde in de gevangenis, meer bepaald de psychosociale dienst, de dienst gezondheidszorg in de gevangenis, de organisaties betrokken in de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden zoals justitieel welzijnswerk en de forensische teams van de cgg, optimaal afgestemd worden.
Door de realisatie van bovenstaande acties zou de drempel voor gedetineerden om geestelijke gezondheidszorg te krijgen, dienen te verkleinen. Het is nu aan de federale overheid om op basis van de KCE-studie een keuze te maken op basis van de voorgestelde scenario’s en aanbevelingen.
Gedetineerden zijn in het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie opgenomen als een kwetsbare groep. De cgg’s met opdrachten op het vlak van suïcidepreventie, hebben dan ook een specifieke opdracht naar gevangenissen. Ik geef graag toelichting bij acties die reeds gerealiseerd zijn, maar wil evenwel beklemtonen dat blijvende aandacht voor acties naar deze doelgroep noodzakelijk is.
Er is een werkboek ‘Suïcidepreventiebeleid in gevangenissen’ opgemaakt. Het werkboek is gebaseerd op enkele ‘good practices’ die reeds lopen in gevangenissen en op de ervaringen en overleg van voorgaande jaren.
Momenteel wordt vanuit CCG-SP getracht dit werkboek in alle Vlaamse gevangenissen geïmplementeerd te krijgen. Dit proces loopt nu. Op die manier hopen we een uniform beleid te kunnen installeren.
Er zijn echter grote verschillen tussen de verschillende gevangenissen, ook wat de profielen en andere demografische kenmerken van de gevangenisbevolking betreft. Het is bijgevolg een complexe context waarin ook andere factoren meespelen, die onder de verantwoordelijkheid van het gevangeniswezen en de lokale autonomie van de gevangenissen vallen.
Er is echter wel al veel verwezenlijkt. Vanuit het Opleidingscentrum voor Penitentiair Personeel wordt jaarlijks ook intern een suïcidepreventievorming gegeven binnen de basisopleiding. De inhoud van deze vorming is afgestemd met CGG-SP. De vormingen zelf doet men vanuit het opleidingscentrum.
Suïcidepreventie in de gevangenissen wordt momenteel ook opgevolgd in de Vlaamse Werkgroep Suïcidepreventie.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb door middel van eerdere vragen benadrukt dat het werken aan re-integratie binnen gevangenissen volgens mij zeer cruciaal is. Onze bevoegdheden in het kader van het strategisch plan inzake hulp- en dienstverlening aan gedetineerden zijn daarin echt wel uit te putten. Ik vind het TANDEM-project dan ook een sterk project. Minister, ik ben dan ook blij met uw antwoord en om te vernemen welke rol de overlegplatforms ggz daarin hebben.
Het publiceren van de KCE-studie afgelopen woensdag is nieuw voor mij. Misschien zit mijn kortverblijf aan de Belgische kust daar voor iets tussen, maar ik heb dit gemist. Ik ga het samen met uw beleidsbrief lezen de komende dagen.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, in het vorige systeem waren er lange wachtlijsten voor gedetineerden om aan hulp te geraken. Hebt u een idee hoe het nieuwe systeem daarmee kan omgaan? Ziet u daar kortere wachttijden?
Het team van TANDEM gaat aan de slag in alle Vlaamse gevangenissen, niet in Tongeren omdat die bedoeld is voor jongeren, maar het lijkt me niet gek om ook na te denken over hoe ook jongeren daar terugkeren naar de maatschappij. Plant u ook daar een initiatief van dezelfde aard, of wilt u het daar anders aanpakken – maar met dezelfde doelstelling in uw achterhoofd, hoop ik dan wel?
De heer Anseeuw heeft het woord.
Minister, ik vond het heel interessant om te horen welke rol de overlegplatforms ggz hier spelen. Ik heb hierover een vraag om uitleg ingediend omdat die per provincie wel heel erg verschillen wat de werking betreft, maar het voorzitterschap van deze commissie – en ik heb het niet over u, mevrouw de voorzitter ad interim – heeft beslist dat ik deze vraag niet mocht stellen.
Ik wil wel een andere vraag stellen over de centrale aanmeldingspunten (CAP) en TANDEM. Ik heb eerder al een actuele vraag gesteld over de centrale aanmeldingspunten toen de continuïteit in het gedrang kwam. Dat is nu opgelost en dat is goed ook. Ik zie wel dat de scope van TANDEM breder gaat dan die van de centrale aanmeldingspunten. De centrale aanmeldingspunten waren eigenlijk gericht op alles wat met verslavingsproblematiek te maken heeft. De scope van TANDEM gaat iets breder en ruimer naar geestelijke gezondheid voor gedetineerden in de breedste zin. Mijn vraag gaat over de personeelsbezetting en de middelen. Die waren niet ruim bemeten voor de CAP’s. Is het ene in verhouding met het andere?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Budgettair is het in ieder geval zo dat er met dit een systeem is voor al die gevangenissen. Ik had niet het gevoel dat het CAP, zoals het werkte of op het einde maar moeizaam werkte, overal op dezelfde manier of even intensief was. Het is meteen een deel een antwoord op de vraag van collega Van den Bossche. Er is nu tenminste een duurzaam systeem dat in alle gevangenissen vanuit dezelfde expertise kan vertrekken. Op zichzelf is dat al een vooruitgang. Zoals ik in mijn antwoord heb gezegd, is de situatie in de verschillende gevangenissen zeer verschillend. Als je een goed gezondheidsbeleid wilt voeren in de gevangenissen, zullen er toch meer uniforme systemen moeten worden ontwikkeld op het niveau van het hele gevangeniswezen.
Het is breder, dat is een heel juiste opmerking, maar als u zich de conceptnota rond de inbedding van de verslavingszorg in Vlaanderen nog herinnert, weet u dat we altijd hebben gezegd dat we de drugverslavingsproblematiek zouden plaatsen in een breder perspectief van de geestelijke gezondheidszorg. Natuurlijk is er een specifieke expertise als het gaat over verslavingszorg, maar de ervaring is toch dat het allemaal zeer moeilijk zomaar uit elkaar te halen is en dat je vaak beter vanuit een generalistische scope vertrekt, met bewaking van de specifieke, categoriale expertise. Dat is ook de reden waarom, in opvolging van de conceptnota, hier gekozen is voor deze aanpak en deze inbedding.
TANDEM is niet actief in Tongeren, heb ik intussen begrepen. Of dat wenselijk is, moeten we eens onderzoeken. Er bevindt zich natuurlijk maar een zeer beperkt aantal minderjarigen in Tongeren. Zoals u weet, is het niet de bedoeling om Tongeren duurzaam in stand te houden. Het is dus niet de bedoeling om daar allerlei systemen te installeren die de indruk zouden wekken dat we dat gaan handhaven. We proberen om het op een redelijke termijn op een andere manier in te bedden. Dat heeft natuurlijk een beetje te maken met de mogelijkheden die er daarvoor in het gevangeniswezen zullen zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.