Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg gaat over enige onrust en onduidelijkheid die er leeft bij de Nationale Federatie van Verandaconstructeurs (NFVC). Die meldt dat gemeentebesturen op het werkveld meldingen of bouwvergunningen met of zonder architect anders zouden interpreteren. Het gevolg is dat men moeilijk kan inschatten hoe dit in bepaalde gevallen verder zal verlopen. Klanten kunnen afhaken of sommige zaken kunnen niet erg gecoördineerd verlopen.
Er is nogal wat onduidelijkheid op het vlak van meldingsplicht. Tot 40 vierkante meter valt normaal onder de meldingsplicht, maar blijkbaar is dat niet voor alle gemeentebesturen even duidelijk. De aanvraag tot 40 vierkante meter kan zonder tussenkomst van de architect worden gedaan, maar dat wordt door verschillende gemeentebesturen anders geïnterpreteerd. De sector vraagt daarom duidelijkheid en vraagt zich af of een bijgebouw met plat dak, zoals ook in de voorwaarden staat, nu valt onder de geldende voorwaarden van de meldingsplicht.
Minister, kent u die problematiek? Indien ja, welke oplossingen kunt u hiervoor aanreiken? Zult u rond de tafel zitten met de federatie om tot een oplossing te komen? Valt een aanbouw met plat dak, eventueel gecombineerd met een lichtkoepel van minder dan 50 procent glasoppervlak in het dak, binnen de geldende voorwaarden van de meldingsplicht?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega Ceyssens, uw vraag om uitleg vraagt om een technisch antwoord. Daar kan ik ook niet aan doen, ik verwijs naar de regelgeving. Laten we eerst even kijken naar het Meldingsbesluit. Daar staat in wat geen vergunning nodig heeft. Je moet aan vijf voorwaarden voldoen als er een aanbouw is, om onder de meldingsplicht te vallen.
Een, er mag geen functiewijziging zijn. Twee, het aantal woongelegenheden moet ongewijzigd blijven. Drie, de totale oppervlakte van het bestaande en wat erbij komt, mag maximaal 40 vierkante meter bedragen. Vier, de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op drie meter van de perceelsgrens of in de achtertuin tot op twee meter van de perceelsgrens. Vijf, de hoogte is beperkt tot vier meter.
Als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, kan het aangebouwde bijgebouw ook tot daar komen. De scheidingsmuur zelf mag dan niet worden gewijzigd. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet. Dat is een voorwaarde.
Dit zijn de algemene bepalingen, maar er is ook zoiets als de bijzondere plannen van aanleg (BPA’s), de ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s), verordeningen of verkavelingen. Lokaal kan ervan worden afgeweken. Er zijn enkele gemeenten die alle meldingsplichtige handelingen op hun grondgebied vergunningsplichtig hebben gemaakt. Ze werken niet met een melding, men moet een vergunning aanvragen. Dat gemeenten daarvan afwijken, laat de codex open. Het klopt dus dat er voor sommige gemeenten een vergunning nodig is.
De vraag is of het Meldingsbesluit daarvoor moet worden aangepast. Ik denk het niet. Dat is voldoende soepel, maar er kan inderdaad worden afgeweken. Mijn diensten kunnen de gemeenten wel nog eens wijzen op het feit dat dat zonder vergunning kan, en wel met een melding.
Het besluit is vrij duidelijk over of er al dan niet een architect nodig is. “Een veranda of overdekt terras met een maximumoppervlakte van 40 vierkante meter per gebouw of constructie, een kroonlijsthoogte die beperkt is tot 3 meter en een nokhoogte tot 4,5 meter. Als aan een bestaand gebouw wordt aangebouwd, dan mogen de bouwwerken noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengen, noch de stabiliteit van de aanpalende gebouwen wijzigen.” Dan is er geen architect nodig.
Hier kan er enige discussie zijn over wat een veranda is. Mag of moet het allemaal in glas zijn, dat is natuurlijk ook een interpretatie. Ik wil zeker onderzoeken of we dat niet duidelijker moeten stellen om interpretatieproblemen weg te nemen.
De Orde van Architecten heeft destijds het besluit aangevallen bij de Raad van State. De Raad van State heeft dat niet vernietigd. Het is dan ook belangrijk om dit hier mee te geven.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik heb hier geen verdere vragen over. Dit lijkt conform de normale meldingsplicht, waarin je inderdaad een afwijking hebt voor de RUP’s. Zeker inzake de noodzaak van een architect, is het goed dat het nog eens duidelijk wordt herhaald dat het tot 40 vierkante meter geldt. Ik heb aan dit antwoord verder niets toe te voegen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.