Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, het aantal verkeersdoden in ons land kent gelukkig een dalende trend, maar toch moeten we blijven inzetten op sensibilisering. Vorig jaar stierven er nog 320 mensen op onze wegen. We hebben al meermaals gezegd dat te hoge snelheid daarbij een grote oorzaak is.
De sensibiliseringscampagne die werd opgezet in samenwerking met de vereniging Ouders van Verongelukte Kinderen, was er wel een die binnenkwam, die confronterend was en die hopelijk ook effect bereikt in de toekomst. Op 11 oktober was er dan de flitsmarathon, waar we positieve resultaten hoopten te zien. 2,82 procent van de gecontroleerde bestuurders reed echter nog te hard. Je kunt dan zeggen dat 97,18 procent niet meer te hard rijdt, maar 2,82 procent is toch meer dan bij de vorige flitsmarathon, waarbij 2,48 procent te hard reed.
Die hardrijders zijn een bekommernis van ons allen, minister. U hebt al ingezet op trajectcontroles. We hebben daar al meerdere malen over van gedachten gewisseld. Over de mobiele trajectcontroles hebt u gezegd dat u wacht op de respons van de verschillende marktspelers, om te kijken hoe die mobiele trajectcontrole technisch kan worden opgezet.
Dan is er nog het ISA-plan (Intelligente SnelheidsAdaptatie) van uw ex-goede vriendin, mevrouw Galant, met achttien actiepunten die ervoor moeten zorgen dat bestuurders de snelheidslimieten beter respecteren. En ten slotte is er nog de Verkeersbordendatabank. We stellen op het terrein vast dat dat allemaal niet evident verloopt.
Minister, welke acties staan er in Vlaanderen nog gepland om erop te wijzen dat overdreven snelheid niet thuishoort in het verkeer? Wanneer zijn die gepland? Wat is de stand van zaken van de mobiele trajectcontroles? Wat heeft Vlaanderen, naast het in kaart brengen van de snelheidsaanduidende verkeersborden, al gedaan in de uitvoering van het ISA-plan?
Voor mijn laatste vraag verwijs ik naar de hoorzitting die we hier eens gehad hebben over zo weinig mogelijk verkeersborden. Er werd toen ook gesproken over de Verkeersbordendatabank en mogelijke alternatieven. Is er al gedacht aan alternatieven om snelheidslimieten in kaart te brengen ter vervanging van de Verkeersbordendatabank? Zo ja, welke?
Minister Weyts heeft het woord.
Collega, als het over verkeersveiligheid gaat, hebben we de traditionele killers in het verkeer: het niet dragen van de gordel, door het rode licht rijden, rijden onder invloed. Maar overdreven snelheid is nog altijd dé killer bij uitstek. Uit onderzoek blijkt dat een op drie ongevallen te wijten is aan overdreven snelheid. Er kunnen nog andere factoren meespelen, maar overdreven snelheid speelt altijd een rol. Dat heeft natuurlijk zeer grote gevolgen. Niet alleen is er een verhoging van de kans op een ongeval, maar daarenboven zijn bij hogere snelheid ook de impact en de letsels zwaarder. Het werkt dus in twee richtingen.
We werken op die verschillende E’s. Ten eerste: de E van engineering, de aanleg van de wegen. Ik kan ook verwijzen naar wat we gedaan hebben met betrekking tot de snelheidslimiet op de gewestwegen. Dat was uw suggestie ter zake, van 70 en 90 kilometer per uur. Ik heb mij daar verschrikkelijk populair mee gemaakt – bedankt voor de suggestie. (Gelach)
Met betrekking tot de E van educatie doen we in april 2018 nog een grote sensibiliseringsactie, die we ook gelijk laten sporen met een handhavingscampagne. Dat is dus in samenspraak met de federale politie. Ik vind het belangrijk dat je niet alleen de affiches in het straatbeeld en de spotjes en zo hebt, maar dat men ook beseft dat dat gepaard gaat met politiecampagnes. Dat zal ook nu het geval zijn.
Bij de E van enforcement kan ik inderdaad verwijzen naar de trajectcontroles. U weet dat we op dat vlak een serieuze inspanning doen. Het autosnelwegennet zit in een laatste fase. De gunning wordt verwacht voor het eind van het jaar. Het gaat om een zeer grote dekking van het autosnelwegennet. Ik geloof dat we in de buurt van 60 procent gaan eindigen. 60 procent van het autowegennet dat gedekt zou worden door trajectcontrole, dat is toch immens. Op de gewestwegen doen we nu ook jaarlijks nog eens 20 extra locaties, waarbij we een selectie maken op basis van ongevallen die te wijten zijn aan overdreven snelheid. Ten derde is er de reconversie van de flitspalen met natte film, waarbij we een hele kwantumsprong maken en de klassieke palen niet alleen digitaliseren, maar er meteen ook trajectcontrole op installeren. Dat wil zeggen dat we in een eerste beweging 54 analoge flitscamera’s omvormen tot een 30-tal trajectcontroles. Ook inzake de digitalisatie van de roodlichtcamera’s zetten we in op ANPR-functionaliteiten (Automatic Number Plate Recognition), als dat mogelijk is ter plaatse.
De mobiele trajectcontroles zijn een lange bevalling geweest. De markt werd bevraagd. Daaruit bleek dat geen enkele geïnteresseerde fabrikant een modelkeuring had die mobiele trajectcontroles toelaat. Verder bleek ook dat er nog wel wat uitdagingen waren met betrekking tot het mobiele aspect en de gevolgen daarvan voor vergunningen en procedures allerhande. Ik bespaar u de techniciteiten van het verhaal, maar het komt wel hierop neer dat ik tegen eind dit jaar wil gaan naar een mobiele trajectcontrole, operationeel binnen het bestaande raamcontract, maar met beperktere functionaliteiten, dus nog niet wat we zouden willen als nieuwe technologie. Dat heeft onder andere te maken met de ijking en vergunningen en procedures.
In een tweede piste zouden we ervoor willen zorgen dat de markt zich ondertussen nog meer kan voorbereiden en dat we dan ook in 2018 verder gaan, meer gecompliceerde situaties de baas kunnen en mikken op de plaatsing van een mobiele trajectcontrole, ook bij een grote werf. Verder willen we dan ook nog eens de doorlooptijd minimaliseren. Want er moeten verschillende procedures worden doorlopen op het vlak van de homologatie, ijking, normalisatie. In eerste instantie, tegen eind dit jaar, zullen we een versie operationeel hebben inzake mobiele trajectcontrole die niet het summum is en nog niet wat we volledig zouden willen, maar wel de basisratio kan omzetten in de praktijk.
Wat de verkeersbordendatabank betreft, hebben we vastgesteld dat er twee databanken zijn: enerzijds één bij het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) met informatie over de gewestwegen en anderzijds de verkeersbordendatabank, die dan bij het departement MOW zit. Die hebben we samengevoegd tot één databank. Dat proces is afgerond tegen het einde van dit jaar. In één slag zal de databank, voor wat betreft de snelheidsregimes, als open data worden gepubliceerd. Op dit moment werken HERE en TomTom daarmee, maar dat heeft te maken met het feit dat zij de Rosetta-standaard gebruiken en andere spelers niet. Maar vanaf dat moment kunnen we die ook als open data publiceren, zodat iedereen die dat wenst, die kan gebruiken.
Daarnaast liep tot september een zogenaamde gap analyse. Zoals u weet, dateert de verkeersbordendatabank al van 2008, en zorgden niet alle gemeenten voor een update of gebruikten ze die databank zelfs niet, maar wel een eigen systeem. Er zijn niet onbelangrijke steden die er een eigen databank op zijn gaan nahouden, een parallel systeem, en die onze databank gewoon links lieten liggen.
Er werd een samenwerking opgezet met intensieve gebruikerssessies met enkele van die kleine, middelgrote en grote steden: Antwerpen, Bierbeek, Brugge, Dendermonde, Gent, Nevele, Putte, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Turnhout en Wingene. Daarbij hebben we het ambitieniveau gelegd op het gegeven: welke minimumvereisten moet het instrument allemaal hebben?
Belangrijk in de richting van de evolutie naar die intelligente snelheidsadaptatie is dat we in 2016 al de basis hebben gelegd voor de automatische creatie van een eerste versie van een snelheidskaart voor de autosnelwegen en gewestwegen. Dat zal op termijn de uiteindelijke hefboom zijn voor de achterblijvende gemeenten om in te stappen, namelijk als de databank ook kan worden gebruikt om de snelheid daadwerkelijk af te dwingen.
Men heeft een algoritme uitgewerkt waardoor de snelheidsborden uit de Wegendatabank op de overeenstemmende wegas uit het Wegenregister worden geprojecteerd. En via een reeks beslissingsregels wordt een correct snelheidsattribuut toegekend aan dat wegsegment. Als men één snelheidsregime ingeeft, kan men op basis van een algoritme voor het volledige tracé het snelheidsregime bepalen. Wanneer één snelheidsbord wijzigt, zal het algoritme die wijziging detecteren en zorgen voor een overeenstemmende wijziging van de snelheidskaart.
– Annick De Ridder treedt als voorzitter op.
Ten slotte gaan we ook een applicatie creëren voor de steden die tot nu toe met een parallel product werken. Hun verkeersborden zullen gemakkelijk kunnen worden ingeladen in de verkeersbordendatabank. We plannen dit voor het eerste trimester van 2018.
Voor het ISA-verhaal (intelligent speed adaptation) kijken we natuurlijk naar wat er in de rest van Europa gebeurt. Je kan het meest performante systeem hebben, maar als dat niet compatibel is of door niemand wordt gebruikt, dan sta je er ook mee.
Wij ondersteunen het project iSAFER van European Transport Safety Council. Het doel van die campagne is de reductie van het aantal snelheidsgerelateerde doden en zwaargewonden. Daarbij worden ‘best practices’ geïdentificeerd en gepromoot. De focus ligt dan vooral op intelligente snelheidsassistentie en het promoten van ISA op Europees en nationaal niveau.
Er is, tot slot, een federale ISA-werkgroep waarbij we samen zitten met alle gewesten. Die werkgroep draait momenteel misschien wel op een laag pitje, maar de federale overheid is van plan om samen met de gewesten te bekijken welke ondersteuning mogelijk is voor bedrijven in hun activiteiten op het vlak van onderzoek en ontwikkeling van halfopen en gesloten ISA-systemen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw volledig antwoord. Ik heb daar geen bijkomende vragen bij.
De vraag om uitleg is afgehandeld.